Charlottenburg

11


Het gebied westelijk van Bahnhof Zoo is Charlottenburg, een van de welgesteldere stadsdelen en een van de Bezirke die er in 1920 grote moeite mee hadden om op te gaan in Groß-Berlin. Hoe voornaam men zichzelf hier vond, blijkt wel uit het stadhuis dat in 1905 nog werd gebouwd (zie p. 176).

Allesbepalend echter voor het aanzien (en de naam) van Charlottenburg was het besluit van keurvorst Friedrich III om in 1695 voor zijn echtgenote Sophie Charlotte een zomerresidentie in Lützenburg (of Lietzenburg) te bouwen. Het middeleeuwse gehucht Lützow werd hierdoor in de vaart der volkeren opgestoten, het Schloss Charlottenburg werd bepalend voor de omgeving en Charlottenburg breidde zich steeds verder uit. Na de deling van de stad in 1949 werd dit stadsdeel zelfs centrum van West-Berlijn.

Richting Charlottenburg

Vanaf de Breitscheidplatz lopen drie grote stadsassen in westelijke richting: (van zuid naar noord) de Kurfürstendamm, de Kantstraße en de Hardenbergstraße, die op de Ernst-Reuter-Platz uitkomt.

Berlijn telt maar liefst drie universiteiten, de Humboldt-Universität aan Unter den Linden, die de oudste is (1810); de Freie Universität (FU), opgericht in december 1948 in Dahlem nadat anticommunistisch gezinde hoogleraren en studenten in de oostelijke stadshelft waren weggepest en waar vandaan in de jaren zestig de studentenbeweging uitging; en ten slotte de Technische Universität (TU), die voortgekomen is uit de Bauakademie und Gewerbeakademie, die in 1879 Technische Hochschule Charlottenburg kwam te heten.

De gebouwen van de Technische Universität liggen in een driehoek die gevormd wordt door de Hardenbergstraße en de Ernst-Reuter-Platz, de March-Straße en de Fasanenstraße. Na de Tweede Wereldoorlog nam het aantal studenten ook in Berlijn sterk toe en ontstonden aan deze universiteit tal van nieuwe instituten, die niet direct met techniek te maken hebben (in 1950 bijvoorbeeld kwam er een filosofische faculteit). Op het terrein is ook de Hochschule der Künste gevestigd. Het hoofdgebouw van de TU ligt aan de Straße des 17. Juni maar alleen de achterzijde overleefde de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Ernst-Reuter-Platz

Na de Berlijnse deling in 1961 lag dit plein plotseling in het midden van West-Berlijn. Eind jaren vijftig besloot men hier moderne hoogbouw te laten verrijzen. Voorbeelden daarvan zijn het 22 verdiepingen tellende Telefunken-Hochhaus uit 1960, het IBM-haus uit 1962, het Bauzentrum Berlin en de nieuwe gebouwen van de TU. Op de hoek met de Hardenbergstraße ligt een van de grootste boekenzaken van Berlijn (Kiepert) met een goede keuze aan Engelstalige literatuur en geschiedenis.

Schiller-Theater en Deutsche Oper

Aan de Bismarckstraße 110 ligt het Schiller-Theater, dat in 1950–1951 werd gebouwd op de plek waar voor de oorlog een ander theater had gestaan. Inmiddels is de kunstsubsidie uit Bonn, waar Berlijn deels zijn naoorlogse imago van cultuurstad aan te danken had, sterk teruggeschroefd en is het slecht bij kas zittende stadsbestuur van Berlijn beginnen te bezuinigen op cultuur. Het Schiller-Theater, een internationaal vermaard podium voor klassiek, modern en experimenteel theater, werd op 3 oktober 1993 gesloten, waarna het door medewerkers van het theater in een groot zwart plastic zeil werd ingepakt. Sindsdien wordt het theater aan particulieren verhuurd die de ruimte kunnen gebruiken als podium voor musicals en operettes.

Op nummer 35 van de Bismarckstraße ligt de Deutsche Oper, een gebouw van Fritz Bornemann uit 1961. Duidelijk is te zien dat de architect zijn opdracht, namelijk ‘modern’ te bouwen, voor die tijd zeer letterlijk heeft genomen. Opvallend is het interieur van de zaal, waar elk spoor van ornamentiek afwezig is, opdat het publiek zich volledig op het podium kan concentreren.

Er woedt al jaren een strijd over het bestaansrecht van de drie opera’s die Berlijn heeft (naast de Deutsche Oper, de Staatsoper Unter den Linden en de Komische Oper) en die de stad zich financieel nauwelijks kan permitteren. Over de intendant van de opera wordt dikwijls gezegd dat ie altijd meer miljoenen wil uitgeven dan de Senator voor cultuur hem wil geven.

image DEUTSCHE OPER. Informatie en programma op internet www.deutsche-oper.berlin.de.

image

Charlottenburg en directe omgeving

Het Rathaus Charlottenburg aan de Otto-Suhr-Allee is een monumentaal Jugendstil-pand dat alle indrukwekkendheid van het rijke Charlottenburg tot uitdrukking moest brengen. In 1911 was het al te klein en werd het uitgebouwd. In de Tweede Wereldoorlog raakte het zwaar beschadigd, maar werd nadien weer opgeknapt.

Schlossstraße

Aan de noordzijde van deze straat staan twee hoekpanden die ontsproten zijn aan de gedachten van Friedrich Wilhelm IV en die de Luisenplatz wat meer cachet moesten geven. Ze werden – in goed Pruisische traditie – ingericht als kazerne en derhalve de Kaserne der ‘Garde du corps’ genoemd. De bouwwerken waren gemaakt door Friedrich August Stüler, die ze in 1859 opleverde. In een van de gebouwen is nu nog de Antikensammlung ondergebracht.

Sammlung Berggruen

Kunstmecenas Heinz Berggruen (1914–2007) verzamelde jarenlang moderne kunst zoals anderen postzegels sparen. Aan het eind van zijn leven bezat hij meer dan 69 schilderijen van Picasso, 27 van Paul Klee, twee doeken van Cézanne, en werk van Matisse, Giacometti, Klee en Van Gogh. De collectie, die 115 werken omvat, is ondergebracht in de Westelijke Stülerbau, tegenover Schloss Charlottenburg, onder de naam ‘Picasso und seine Zeit’.

image SAMMLUNG BERGGRUEN. Geopend: di.–vr. 10–18, za. en zo. 11–18 uur, image 109, 145, 210, x21.

Bröhan-Museum

In 1983 werd dit museum geopend, dat gespecialiseerd is in allerhande art-deco-, Jugendstil- en functionalistische kunst (schilderijen, beeldhouwwerken, industriële ontwerpen enzovoort) van ca. 1890 tot 1933.

image BRÖHAN-MUSEUM. Geopend: di.–zo. 10–18 uur, internet www.broehan-museum.de, image 109, 145, 210, x21.

Schloss Charlottenburg

Ondanks de fraaie musea aan de Schlossstraße wordt het beeld hier allerwegen gedomineerd door Schloss Charlottenburg, het achterliggende park en de bij het slot horende musea.

Het slot, dat het grootste van Berlijn is en oorspronkelijk was bedoeld als bescheiden zomerresidentie voor de Pruisische koningen even buiten de poorten van Berlijn, werd tussen 1695 en 1699 gebouwd naar plannen van Johan Arnold Nering en in 1712 voltooid door Johann Friedrich von Eosander. Nering maakte zijn plannen voor koningin Sophie Charlotte, de echtgenote van keurvorst Friedrich III die ‘de filosofische koningin’ werd genoemd omdat ze bevriend was met Leibniz. Ze betroffen alleen het middendeel van het paleis zonder koepel. Nadat in 1701 Pruisen een koninkrijk was geworden en keurvorst Friedrich zich koning Friedrich I noemde, moesten er meer grandeur en representativiteit komen. Eosander von Göthe had aan het Franse hof van Lodewijk XIV zijn ogen goed de kost gegeven, en zijn ontwerpen vielen bij de koning in de smaak. De vleugels werden verbreed en verlengd (met onder andere een oranjerie aan de westelijke vleugel) en er verscheen een 48 m hoge koepel met daarbovenop een beeld van de godin Fortuna. Na de dood van Friedrich hield diens zoon, de sobere Soldatenkoning, de bouw voor gezien. Pas in 1740 gaf Frederik de Grote opdracht aan Knobelsdorff ook de oostzijde te verlengen, zodat de symmetrie met de oranjerie werd hersteld. In 1788 bouwde Langhans nog een Schlosstheater in het paleis. Binnen in het slot tref je interieurs aan van barok tot biedermeier. Tijdens een bombardement in 1943 brandde het slot volledig uit. De naoorlogse restauratie duurde meer dan twintig jaar. In het slot zijn tegenwoordig diverse musea ondergebracht (zie verderop).

Voor het slot staat sinds 1952 het barokke Ruiterstandbeeld van de Grote Keurvorst. Het werd in 1698 uit één stuk gegoten naar een ontwerp van Andreas Schlüter. Vroeger stond het op de Lange Brücke (Kurfürstenbrücke) bij het Stadtschloss in Mitte, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het er weggehaald en afgezonken in de Tegeler See. Daar rustte het enige jaren op de bodem totdat het begin jaren vijftig werd opgevist en na te zijn gerestaureerd voor het Schloss Charlottenburg werd geplaatst.

Tijdens de donkere dagen voor Kerstmis wordt vóór het slot een van Duitslands grootste Weihnachtsmärkte gehouden met een winterbestendig openluchtrestaurant.

Berlijn voor homo’s en lesbo’s

Op het gebied van homo-lesbische (schwullesbische) cultuur heeft Berlijn een naam hoog te houden – denk eens aan Christopher Isherwood in zijn boek Christopher and his Kind (1976), een openhartig verslag van zijn Berlijnse tijd en de homoseksuele subcultuur die hij daar intens beleefde tijdens de vrolijke jaren twintig van de vorige eeuw; of aan Magnus Hirschfeld (1868–1935), de Duits seksuoloog en auteur van Das dritte Geschlecht. Op Schloss Friedrichsfelde werden al eind 19de eeuw homo-erotische feesten gegeven. Na de Tweede Wereldoorlog werden die hier opnieuw georganiseerd door de beroemdste travestiet van de ex-DDR, Lothar Berfelde alias Charlotte von Mahlsdorf (1928–2002). En de dragqueens van Berlijn zijn wereldberoemd.

Wat in Nederland bekendstaat als Roze Zaterdag, is in Duitsland en veel andere landen Christopher Street Day (CSD). In juni 1979 vond deze parade in Berlijn voor het eerst plaats, precies tien jaar nadat een grote demonstratie in de New Yorkse Christopher Street had plaatsgevonden uit protest tegen het hardhandige optreden van politieagenten tegen gasten van een homobar in Manhattan. In de jaren negentig en daarna groeide deze dag uit tot een reusachtig evenement waaraan bijna een half miljoen mensen deelnamen.

Uitgaan

Wil je weten wat er tijdens je verblijf in Berlijn allemaal valt te beleven, probeer dan een exemplaar van Siegessäule te bemachtigen, ‘Berlins schwullesbisches Magazin’ dat in alle homo-, lesbo- en ook veel heterocafés en -uitgaanscentra te krijgen is. Een alternatief is het blad Du & Ich, Deutschlands Schwules Magazin (www.du-undich.net). Voor lesbiennes is er L.MAG. Das Magazin für Lesben, met de eigen website (www.l-mag.de). Of raadpleeg de bijzonder informatieve internetsite www.siegessaeule.de, of die van Berlin Tourismus, www.visitberlin.de/deutsch/zielgruppen/d_zg_gay.php. Diezelfde organisatie geeft een speciaal voor deze doelgroep samengesteld informatiepakket uit dat op internet is te bestellen of te koop is op de verkoopadressen van Berlin Tourismus op de Hauptbahnhof, ingang Europaplatz, bij de Brandenburger Tor en in het Alexa Shopping Center in de Grunerstraße 20, bij de Alexanderplatz.

Berlijn kent een aantal vermaarde zogenaamde Schwulenkieze, waar je moeiteloos van de ene tent naar de volgende kunt trekken:

• in de West-Berlijnse City de ‘Bermuda-Dreieck’, die gevormd wordt door Motzstraße, Kleiststraße en de Martin-Luther-Straße (ter hoogte van de Nollendorfplatz);

• in Prenzlauer Berg tussen de metrostations Senefelderplatz en Schönhauser Allee;

• in Kreuzberg ter hoogte van de Mehringdamm/Gneisenaustraße en in de Oranienstraße.

Een van de meest vermaarde en exotische etablissementen op dit gebied is SO 36 in de Oranienstraße 190 in Kreuzberg. Om de vier weken vindt daar Gayhane plaats, een ‘schwullesbisch buikdans-beat-event op oosterse house-pop’, waarbij buikdansen, samenzang (ook schlagers!) en travestie centraal staan. Maandelijks is er eveneens een Mappeal-Party voor vrouwen, lesbo’s, dragqueens en homo’s onder vrouwelijke begeleiding. En ‘immer wieder sonntags’ kun je terecht in Café Fatal, waar volgens Siegessäule de beste party van Berlijn plaatsvond. Voorproefjes ervan kun je vinden op internet www.cafefatal.de.

In Klub International aan de Karl-Marx-Allee 33 in Mitte vieren één keer per maand homoseksuele houseliefhebbers een feest in truttige DDR-jarenzestigstijl.

Heel populair, bij zowel homo’s en lesbo’s als bi’s, is al jaren in Mitte ‘Wohnzimmerkneipendiskothek’ Ackerkeller aan de Ackerstraße 12. Op vrijdag en zaterdag is hier vanaf 22 uur etwas los. Om de sfeer te proeven, zie internetsite: www.ackerkeller.de.

Een ander exotisch oord is OstGut, het betere bunkerwerk met onder andere Dance with the Aliens in een voormalig goederenstation (Ost-Gut, Mühlenstraße 26/30, Friedrichshain), waar ook incidenteel de Snax Club (‘die Mutter aller Parties’) de grootste seksparty voor homo’s van Europa organiseert (www.ostgut. de).

Homo’s die willen afkoelen of juist weer warm willen worden na al dat gefeest, kunnen terecht in de Treibhaussauna, Schönhauser Allee 132, Prenzlauer Berg, geopend: ma.–do. 13–7 en vr. 13–ma. 7 uur non-stop (zie ook internet www.treibhaussauna.de). Lesbo’s kunnen voor een soortgelijke service terecht in de Frauensauna Hamam van het Frauenzentrum Schokoladenfabrik aan de Mariannenstraße 6 in Kreuzberg (http://www.hamamberlin.de/de), maar daar gaan de deuren om 23 uur dicht.

Ten slotte is er in Berlijn een Schwules Museum dat gewijd is aan (de geschiedenis van) de homoseksuele beweging in Duitsland en homoerotische kunst (zie www.schwulesmuseum.de en p. 196).

Nering-Eosander-Bau

In het middendeel van het slot bevinden zich de volledig ingerichte vertrekken van Friedrich I en koningin Sophie Charlotte met onder andere een Chinees porseleinkabinet. Op de bovenverdieping kun je (zonder gids) schilderijen, wandtapijten en voorwerpen uit de tijd van de Grote Keurvorst en Friedrich I bekijken. Tevens bevinden zich hier de Pruisische kroningsinsigniën en stadpanorama’s in biedermeierstijl.

image NERING-EOSANDER-BAU. Geopend: di.–vr. 9–17, za. en zo. 10–17 uur, image Westend, image Sophie-Charlotte-Platz en Richard-Wagner-Platz, image 109, 110, 121, 126, 145.

Neuer Flügel

Dit deel, ook wel Knobelsdorff-Flügel genoemd, werd gebouwd ten tijde van Frederik de Grote. Op de begane grond bevindt zich de Galerie der Romantik, waar classicistische, romantische en biedermeierwerken tentoon worden gesteld van onder anderen Caspar David Friedrich, Karl-Friedrich Schinkel en Karl Blechen.

Op de bovenverdieping van de Neue Flügel bevinden zich de woonvertrekken van Frederik de Grote met schilderijen van 18deeeuwse Franse meesters, onder anderen Antoine Watteau, Jean-Baptiste Char din en François Boucher. Verder zijn er een Witte Zaal, een Gouden Galerie, het winterverblijf van Friedrich Wilhelm II en het slaapvertrek van koningin Louise.

image NEUER FLÜGEL. Geopend: di.–vr. 10–18, za. en zo. 11–18 uur, image Westend, image Sophie-Charlotte-Platz en Richard-Wagner-Platz, image 109, 110, 121, 126, 145.

Museum für Vor- und Frühgeschichte

Helemaal aan de westzijde van de Oranjerie, aan de Spandauer Damm 22, ligt het museum voor oude geschiedenis. Het is ondergebracht in een theater dat Langhans in 1788–1790 bouwde voor Friedrich-Wilhelm II. In het museum wordt een beeld gegeven van de culturen ten tijde van de oudste, middelste en jongste steentijd, over de bronstijd in Europa en Voor-Azië, en Europese culturen van de vroege en late ijstijd. Een van de pronkstukken vormen de opgravingen van Heinrich Schliemann uit Troje.

image MUSEUM FÜR VOR- UND FRÜHGESCHICHTE. Geopend: di.–vr. 10–18, za. en zo. 11–18 uur, image Westend, image Sophie-Charlotte-Platz en Richard-Wagner-Platz, image 109, 110, 121, 126, 145.

Schlosspark

Een van de hoogtepunten van een bezoek aan Schloss Charlottenburg is een bezoek aan het Schlosspark. Tussen 1697 en 1701 werd de barokke tuin aangelegd door Eosander en Siméon Godeau. De tuin bestond toen uit grote vlakke bloemperken en geometrisch geplante, gesnoeide, laaggroeiende struikjes; daarachter kwam een rechthoekige vijver die uitkwam op een pad waardoor men een ‘oneindige’ blik op de Spree en de Jungfernheide had. Maar hun barokke inrichting moest al in 1788, als gevolg van de groei van de planten en de veranderende smaak, plaatsmaken voor een natuurtuin van Johann August Eyserbeck. Het was deze tuin waarover Peter-Joseph Lenné (image pp. 148-149) zich van 1819 tot 1828 ontfermde. Hij veranderde hem in een romantische Engelse landschapstuin. Na de Tweede Wereldoorlog werd het deel van de tuin pal achter het slot door Joachim Kaiser gerestaureerd in de stijl van een Franse baroktuin. Het noordelijker deel werd voor recreatieve doelen ingericht door Walter Hilzheimer.

image SCHLOSSPARK. Geopend: ’s zomers 6–21, ’s winters 6–20 uur. Gratis toegang.

Mausoleum

Het mausoleum in het park werd als een Dorische tempel in 1810 door Heinrich Gentz gebouwd met medewerking van Schinkel. In 1841, en daarna nog eens in 1889–1890, werd de tempel vergroot, opdat er voldoende plaats was voor de graftombes van koningin Louise, koning Friedrich Wilhelm III, keizer Wilhelm I, keizerin Augusta en vorstin Liegnitz. De vier sarcofagen zijn gemaakt door Christian Daniel Rauch.

image MAUSOLEUM. Geopend: di.–zo. 10–12 en 13–17 uur.

Schinkel-Pavillon

In het park bevindt zich ook het Schinkel-Pavillon, dat de grote Duitse architect in 1824 bouwde. De opdracht die hij van Friedrich Wilhelm III had gekregen, was de sfeer van een villa te imiteren die de koning op een reis door Italië aan de kust bij Napels had gezien. In dit zomerhuis zijn schilderijen, beeldhouwwerken en meubels te zien uit Schinkels tijd.

image SCHINKEL-PAVILLON. Geopend: di.–zo. 10–17 uur.

Belvedere

Ten slotte bevindt zich in het park nog het lichtgroene voormalige theehuis dat tussen 1788 en 1790 werd gebouwd door Carl Gotthard Langhaus in opdracht van koning Friedrich Wilhelm II. Toen het gebouw klaar was, stond het op een eiland in de Spree, maar de loop van de rivier veranderde mettertijd zozeer, dat daarvan nauwelijks meer iets is te bespeuren. Het ver van het slot afgelegen gebouw gebruikte Friedrich Wilhelm II voor zijn mythisch-spiritistische seances van de rozenkruisers. In februari 2003 was de restauratie van het gebouw voltooid en werd er een exclusieve porseleinverzameling van de Königlich-Preußische Porzellanmanufaktur (KPM) ondergebracht, van rococo tot biedermeier.

image BELVEDERE. Geopend: apr.–okt. di.–zo. 10–17, nov.–mrt. di.–vr. 12–16, za. en zo. 12–17 uur.