Ik heb talent, namelijk

Maar zo vaak kan Merel niet naar Stella toe, want er moet gerepeteerd worden! De première is al over een week, en dat weekend repeteren ze extra. Woensdag is het generale repetitie. De ouders mogen erbij zijn: het is de eerste keer dat zij mogen kijken.

Gek genoeg is Merel niet eens zo zenuwachtig. Ze kent haar rol goed, weet wat ze moet doen, de liedjes en de dansen zitten er goed in. Haar moeder en Lori zijn er allebei, en ze zijn razend enthousiast.

Bij de première zal iedereen er zijn, op Tjarda na. ‘Ik zou dolgraag willen, maar het gaat echt niet,’ legt ze uit. ‘Ik vind Stella nog te klein om aan een oppas over te laten. Ze is nog maar elf dagen oud! Als jullie in onze schouwburg optreden, kom ik! En Freek vindt het vast niet erg nog een keer naar jou te komen kijken. Hij is zó trots op je! Weet je wel dat hij het aan iedereen vertelt: “Mijn dochter speelt in een musical van de Bob Entertainment Bizz!”’

De cast waarin Merel speelt, is uitgekozen voor de première en op die dag repeteren ze voor het eerst met de volwassenen. Daar is Merel wél zenuwachtig voor: ze treedt op met Carlo Brandenburg, Lea de Jongh en al die anderen! Ze mocht vrij van school om op tijd te zijn en Merel begon al te juichen toen ze dat hoorde, maar iedereen is vrij die vrijdagmiddag, want de kerstvakantie begint. Maar na de kerstvakantie zal ze wel echt vrij krijgen: na een voorstelling door de week mogen ze uitslapen en later naar school. Haar klasgenoten waren stikjaloers toen ze dat hoorden, maar dat is pas voor later, want de eerste voorstellingen zijn allemaal in de kerstvakantie. In januari en februari spelen ze in het weekend én op schooldagen.

De kindergroep wordt voorgesteld aan de volwassen acteurs. Niet alleen Merel is giechelig, meer meiden hebben er last van. Maar vooral Carlo lijkt hen amper op te merken. Lea wel, die is aardig. En zo veel tijd is er niet om wat te praten of iets aan hen te vragen: er moet gewerkt worden.

Ze spelen de volledige musical in kostuums. De kinderen weten precies wie wanneer opkomt en wie waar staat, dus eigenlijk maakt het niet uit of Kostas Lisa’s vader speelt, of Carlo, en of Froukje de juf speelt, of Lea. Maar op de een of andere manier is het wél echter.

Niet alles gaat goed. Kostas heeft na afloop een hoop op te merken, Merel weet niet of ze dat allemaal kan onthouden…

Dan mogen ze naar de kleedkamers, waar broodjes, fruit en drinken klaarstaan. Merel zet er een grote zak drop naast, al heeft ze wel een geheime voorraad voor zichzelf achtergehouden. Ook liggen er allemaal toi-toi-toi’tjes: kleine cadeautjes van Kostas, Froukje en Barbara om iedereen een goede voorstelling te wensen. Barbara heeft voor iedereen een kaart met een afbeelding van het boek Donna Lisa voorop en de woorden ‘toi toi toi’ achterop, Kostas geeft iedereen een glow-in-the-dark letter. De L van Leuk. Achterop had hij geschreven: ‘Leuk dat je meedoet!’ Die van Froukje is het mooist: van haar krijgen ze allemaal een klein gouden opschrijfboekje, net zo één als waarin Donna en Lisa hun opdrachten schrijven, heel grappig!

Ondertussen wordt hun haar gedaan en worden ze geschminkt. Lea komt om het hoekje kijken om even met hen te kletsen, dat vinden ze leuk van haar. Ze vragen om een handtekening en krijgen die ook nog! De grote meisjes die meedoen vinden dat kinderachtig, maar Merel laat zich die kans niet ontnemen. De andere volwassenen laten zich niet zien en als Merel en Robijn naar Carlo op zoek gaan, worden ze teruggestuurd: ze mogen hem niet ‘lastigvallen’.

‘Nou zeg,’ moppert Merel, ‘die mensen voelen zich zeker te goed voor ons.’

‘Wat flauw,’ zegt Robijn. ‘Alleen maar een handtekening, wat vragen wij nou helemaal?’

‘Maar understudies zijn veel leuker,’ zegt de andere Donna, die al vaker in musicals mee heeft gedaan en het dus kan weten. Dat heeft Merel eerder gehoord: een deel van de voorstellingen wordt gespeeld door invallers, en die zijn veel aardiger.

Merel kijkt naar Fimme die op een appel zit te kauwen. Nu vind ik nog maar één persoon leuk, denkt ze. Dat is wel zo overzichtelijk.

Het lijkt of hij weet wat Merel denkt, hij grijnst breed.

Ze worden geroepen. Achter de schermen staan stoelen klaar met hun namen erop. Ze moeten zich allemaal wel een keer omkleden of een voorwerp mee het toneel opnemen, dus die leggen ze klaar op de stoelen. Iedereen krijgt een flesje water. Dan worden de microfoons bevestigd en moeten ze het podium op: inzingen, soundcheck en de laatste aanwijzingen van Kostas worden besproken.

Ze gaan niet meer terug naar de kleedkamers, de voorstelling begint over tien minuten. Niet alleen Merel is druk zo vlak voor de voorstelling, allemaal zijn ze óp van de zenuwen.

‘Ik krijg het heen-en-weer van deze laatste minuten,’ zegt een ouder meisje dat de zus van Lisa speelt.

Merel moet lachen. ‘Nou, ik krijg anders regelmatig het heen-en-weer!’

De nanny, die tijdens de voorstellingen de kinderen begeleidt, leert hun een trucje: ‘Maak maar een vuist van je hand, en dan timmer je daarmee op je armen en schouder en je hele lijf. Ja, goed zo! En dan je andere vuist en je andere arm.’

Ze moeten lachen omdat het er gek uitziet, maar Merels armen en benen voelen wel losser aan nu. Samen met Robijn gaat ze dan nog handje-klap doen, dat helpt ook tegen de spanning. Ze is helemaal niet jaloers meer op Robijn, die nog meer dan Merel vergaat van de zenuwen. Je zal de hoofdrol maar moeten spelen!

Ineens is er het teken dat ze stil moeten zijn. Nu zitten ze allemaal in de zaal, denkt Merel: mama, Lori, April, Bram, Joost, Jeppe en papa. Opa en oma Amsterdam, de oma van April, de oma van Joost en Jeppe, en opa en oma Van de Putte. Die zijn allemaal gekomen en ze kijken allemaal naar mij. Jammer dat ze hen niet kan zien, want vanaf het podium zie je niets van de mensen in de zaal. Nou ja, dat is misschien maar goed ook.

Donna en Lisa nemen hun positie in op het toneel, de andere kinderen staan klaar achter de coulissen. Ze horen hoe de zaal stil wordt. Merel heeft het gevoel dat iedereen het bonzen van haar hart kan horen. Haar microfoon zal dat toch niet versterken? Dan gaan de lichten op het podium aan en schuiven de gordijnen open.

‘Het schijnt heel erg zeer te doen,’ begint Donna.

‘Weet ik heus wel,’ zegt Lisa.

Samen spelen zij de eerste scène waarin besproken wordt dat Lisa een piercing moet laten zetten, opdracht nummer elf (van Donna voor Lisa). De volgende opdracht van Donna voor Lisa wordt: Vraag verkering aan Tonnie Beusink. Hou het minstens één dag aan. Dit moet je doen omdat je mijn beste vriendin bent.

De kinderen uit de klas staan klaar om hun rol te spelen. Merels hart klopt nog steeds in haar keel. Heel even schiet door haar heen: ik zal toch niet struikelen, of verkeerd inzetten, maar zodra zij het podium op moet, zijn de zenuwen verdwenen. Ze stapt vanuit het donker in een wereld van licht en de echte Merel wordt vervangen door de Merel uit de klas van Donna en Lisa, die de sterren van de hemel zingt en danst en haar rol overtuigend speelt.

De pauze brengen ze verplicht door in de kleedkamers.

‘Het gaat lekker, het gaat goed!’ Kostas komt hen aanmoedigen en geeft nog wat aanwijzingen. ‘Denk om jullie posities, en denk erom: mond-goed-o-pen.’

Ook na de pauze heeft Merel geen enkel probleem weer in de huid van die andere Merel te kruipen. Er wordt regelmatig gelachen door de zaal. Merel merkt het amper, zó gaat ze in het spel op. Als het Lisa aldoor niet lukt om het uit te maken met Tonnie, de opdracht uit de hand loopt en de klasgenoten tegenover elkaar komen te staan, wordt de sfeer op het toneel almaar grimmiger. Er wordt een anti-Lisa-club opgericht gevolgd door de anti-anti-Lisa-club. De zaal lijkt opgelucht adem te halen als Lisa aan het eind eindelijk durft op te biechten waar ze mee bezig was, ‘een goeie beukpartij’ een eind maakt aan het pesten, en de verhoudingen binnen de klas worden hersteld. Dat is een leuke scène om te spelen, met iedereen op het toneel en een flinke portie chaos.

Merel wordt weer de gewone Merel tijdens het eindapplaus dat oorverdovend is en heel lang aanhoudt. Ze hebben dit geoefend, maar niet zó vaak: Kostas stuurt hen steeds weer terug om applaus te halen. En dan eindelijk, eindelijk gaat het doek definitief dicht.

‘Fantastisch! Klasse! Héél goed!’ roept Kostas aan één stuk door. Hij, Froukje en Barbara glimmen helemaal en omhelzen iedereen en de complimentjes vliegen over en weer. Nu blijven de volwassen acteurs er wel bij staan en zijn ze nog voor even één groep. Stiekem kijkt Merel naar Carlo. Ziet hij haar wel?

Nee! Dan besluit ze definitief dat ze hem niet leuk meer vindt. Hij is in het echt ook helemaal niet zo knap als op de poster. Straks is er premièrefeestje, er staat voor iedereen een feestelijk drankje klaar in de foyer. Ze moet April tegenhouden, die gaat vast op jacht. En thuis moet ze die poster van de muur afhalen. Ze hangt maar een andere hunk op.

Ineens hebben de kinderen haast om zich om te kleden en naar de foyer te gaan, waar hun familie wacht. Merel hangt haar kleren aan een rek en doet haar eigen trui en broek weer aan. Ze propt haar spullen in de tas en wil de kleedkamer uitsprinten, maar blijft voor Fimme staan.

‘Je hebt goed gespeeld,’ zegt ze.

Hij lacht. Zo leuk!

‘Jij ook. Fijn hè, morgen weer!’

Merel huppelt de gang uit, en doet de deur open naar de foyer. Nu haar familie zoeken. Overal ziet ze ‘klasgenoten’ met hun ouders en opa’s en oma’s. O, kijk! Die grote groep daar! Ze zien Merel op het moment dat Merel hen ook ziet. Ze vliegen op haar af en knuffelen haar (ouders), zoenen haar (de oma’s), geven een felicitatiehand (de opa’s), kloppen op haar schouder (April), stompen tegen haar bovenarm (Bram) of trekken aan haar arm (Joost en Jeppe).

Ze staan in een kring om Merel heen en praten allemaal druk door elkaar: ‘Goed zeg! Leuk hoor! Geweldig! Grappig verhaal! Leuke liedjes! Mooi gespeeld! Je danst prachtig! Wat ben jij goed!’

Merel bukt zich naar de kleine jongetjes en vraagt hen: ‘Vonden jullie het leuk?’

Joost en Jeppe knikken. ‘Ik heb jou gezien!’ vertelt Joost.

‘Jij was de beste!’ vindt Jeppe.

Merel kijkt de groep rond. Het voelt als een warm bad. En binnen in haar lijf voelt het ook al zo prettig: ze mag dan druk en praterig en een wildebras zijn, ze heeft óók talent! En ze heeft héél veel familie! En Tjarda en Stella hadden er ook nog kunnen zijn!

Merel haalt diep adem. ‘Jullie zijn allemaal voor mij gekomen, hè, om mij te zien spelen, allemaal helemaal voor mij alleen!’

‘Puh, dat denk je maar!’ zegt haar broer op z’n Brams.

En April voegt eraan toe: ‘Nee, hoor, ik kwam alléén om de musical te zien.’

Maar haar vader, moeder én Lori willen alle drie laten horen dat zij toch echt voor Merel zijn gekomen: ‘Wij kwamen vooral voor jou.’

Merel grinnikt. ‘Ik heb talent, namelijk.’