Beschuit met muisjes

’s Middags na school rent Merel naar huis. Haar moeder en Lori werken nog, maar Bram is thuis, en Merel vraagt hem onmiddellijk: ‘Heeft papa gebeld?’

‘Heb jij geen mobiel of zo?’ is zijn reactie. Maar hij grijnst erbij.

Wah, niet aan gedacht! Merel neemt haar mobiel nooit mee naar school, ze is veel te bang dat ze hem verliest. ‘Ja dus! Zeg op!’ Ze schreeuwt bijna.

Maar Bram schudt zijn hoofd.

‘Niet?’ Maar Merel gelooft hem niet. Ze vliegt naar haar kamer om haar mobiel te zoeken. Waar is dat kreng? Ze kijkt op haar nachtkastje, graait erin, trekt alle laden van haar kast open, graaft in een berg kleren, rommelt in de spullen op haar bureau. Die stomme Bram, waarom zegt die olifant-dikke puistenkop nou niet gewoon of de baby er is!

Wacht, in de zak van haar ochtendjas? Iets zegt haar dat ze daar moet kijken. Ja, hebbes! Snel drukt ze op het knopje en het schermpje licht op: ‘nieuw bericht’.

Yes! Dat is vást papa! Merel drukt op de knop ‘lezen’ en dan staat het er: ‘De baby is geboren. Ze heet Stella. Komen jullie kijken?’

Merel draaft haar kamer uit, dendert de trap af, stormt de kamer in en gilt: ‘We hebben een zusje!’

Bram grijnst nog even breed als zonet. ‘Hè hè, ben je er ook achter?’

‘Ga je mee? Ik wil direct kijken! Mijn cadeau, waar is mijn cadeau?’

Ze vliegt weer naar boven, wervelt opnieuw door haar kamer op zoek naar het beertje dat ze al een hele tijd geleden heeft gekocht. Als ze het gevonden heeft, is het net of er een orkaan in haar kamer heeft gewoed. Even kijkt Merel ernaar. ‘Ruim ik vanavond wel op,’ mompelt ze voor ze de trap weer af sjeest.

‘Kom je?’ roept ze in het voorbijgaan naar Bram.

Samen fietsen ze weg. ‘Ik heb op je gewacht,’ zegt hij. ‘Aardig, hè?’

Ze rijden snel, en bij het grachtenhuis smijt Merel haar fiets tegen de muur. De sleutel zit nog niet eens in het slot of de deur gaat open. Jeppe staat voor hen: ‘We hebben een zusje!’

Wie we? denkt Merel, jullie-we of ook ik-we? Ze heeft geen tijd voor het antwoord. Ze geeft Jeppe een snelle kus, duwt hem dan aan de kant, davert de trap op en snelt de slaapkamer in, waar Tjarda in bed ligt met haar vader op het randje. Merel loopt in één keer door naar de wieg, die bekleed is met zachtgele stof. In de wieg ligt ook een geel dekentje, met een wit lakentje, er daar ligt Stella – roerloos, klein, gerimpeld.

‘Ah, dág zusje!’ Merel voelt hoe ze volschiet. Die vingertjes! Dat neusje! Die haartjes! Wat is ze lief! Het verbaast haar, want ze had eigenlijk gedacht dat ze nog steeds boos was. Maar dit piepkleine, roze mensje… Er valt een druppel op het smetteloze lakentje.

‘Is dat normaal, zo veel kreukels?’ vraagt Bram naast haar.

In het bed wordt gelachen. ‘Ja, hoor! Dat komt helemaal goed.’

‘Ze is niet erg mooi,’ gaat Bram verder.

‘Ook dat komt goed.’ Dat zegt haar vader, die naast hen is komen te staan. Hij legt zijn handen bij allebei op hun schouders.

‘En jij Mereltje, wat vind jij van je zusje?’

‘Lief…’ Meer kan Merel niet zeggen. Zo’n kleintje kan er ook niets aan doen. Ze voelt dat er opnieuw een druppel over haar wang glijdt, die daarna loslaat en in de wieg op het lakentje valt, en een kleine natte plek wordt. Ze haalt haar neus op, maar het helpt niet: nóg een traan volgt.

‘Wat krijgen we nou?’ Haar vader is verbaasd. ‘Tranen?’

En dan houdt ze het niet meer. Ze stort zich in haar vaders armen en huilt met gierende uithalen.

Haar vader duwt haar de slaapkamer uit, de gang op, en wacht met zijn armen om haar heen tot ze kalmeert. ‘Wordt het je allemaal een beetje te veel, meisje?’

Merel knikt. ‘Maar het is ook… het is ook…’ En dan gooit ze er in één keer uit: ‘Jij wilde mij niet meer, hè? Jij had genoeg van mij! Ik was niet goed genoeg, en Bram wel, maar ja, broers en zussen blijven bij elkaar. Daarom wilde jij een nieuw kind! En nou heb jij een nieuwe dochter en die gaat strakjes alles veel beter doen dan ik! En ik… Ik hoor er niet echt bij…’

De verbazing op het gezicht van haar vader groeit. ‘Wat zeg je nou allemaal…’ Hij drukt haar héél dicht tegen zich aan. En boven haar hoofd hoort Merel haar vader zeggen: ‘Gekkie, ik wilde toch niet een nieuw kind in plaats van jou… Tuurlijk hoor jij erbij, je bent net zo goed een kind van mij als Stella.’ Hij streelt haar haren en gaat dan verder: ‘Ik heb ook verdriet dat ik jou niet elke dag meer bij me kan hebben.’

Merel maakt zich los. ‘Echt?’

‘Echt waar!’

‘Maar ik ben druk en ik vergeet alles en ik maak rommel…’

‘Ja ja ja, maar je doet ook allemaal leuke dingen en je maakt mooie tekeningen en je bent ook de liefste Merel van de hele wereld.’

Daar moet Merel diep van zuchten.

Dan duwt hij met zijn vingers Merels kin omhoog, zodat ze hem wel aan moet kijken. ‘Zulke onzin wil ik niet meer horen, oké?’

Merel knikt.

‘En dan gaan we nu beschuit met muisjes eten!’

‘Eerst naar Tjarda.’

Merel loopt de slaapkamer weer in. Het bed is zó gek hoog, Merel wil haar de kus geven die ze gisteren niet kon geven, maar kan er niet goed bij en valt een beetje onhandig Tjarda in de armen. ‘Je hebt een lief baby’tje geboord, Tjarda,’ zegt ze.

Tjarda lacht, knuffelt Merel en zegt: ‘Daar ben ik blij om. Nu heb ik een grote dochter én een kleine dochter!’

‘Kom,’ zegt Merels vader dan, ‘we gaan naar beneden, Marieke heeft beschuit met muisjes klaargezet.’

‘Wie is Marieke?’

‘Die helpt een paar dagen met de baby.’

Merel ziet haar beneden, waar ze limonade en beschuitjes uitdeelt. Bram, die al eerder naar beneden is gegaan, zit al aan tafel te kraken.

‘Hai!’ De kraamhulp geeft Merel een hand. ‘Ik ben Marieke. Gefeliciteerd met je zusje.’

Halfzusje, wil Merel zeggen, maar ineens vindt ze dat niet meer nodig.

Ze zitten met z’n allen rond de tafel, Tjarda krijgt haar thee met beschuit boven op bed.

‘Gelukkig is het een meisje,’ deelt Merel dan mee. ‘Roze muisjes zijn lekkerder.’

Daar zijn Bram, Joost en Jeppe het niet mee eens: ‘Niet! Blauwe zijn lekkerder!’

Zodra de beschuiten op zijn, roept Merel: ‘O, mijn cadeautje!’

Dat zit nog in haar fietstas. Ze springt op en rent naar buiten, het zit er gelukkig nog in. Bram loopt mee met zijn cadeau voor Stella. Merel geeft haar pakje als eerste. Tjarda vindt het beertje prachtig en Merel mag hem zelf in de wieg leggen. Als ze nog even naar haar zusje blijft kijken, ziet ze hoe Stella haar oogjes opendoet en een beetje begint te huilen. Ze trekt een heel zielig gezicht.

‘O, ze is wakker!’ Merel is helemaal vertederd.

Vanuit haar bed zegt Tjarda: ‘Het wordt tijd om te voeden. Freek, wil jij haar eruit halen?’

Merel staat er met haar neus bovenop. Maar hij legt haar niet in Tjarda’s armen, haar vader vraagt Merel om naast Tjarda op het bed te gaan zitten en dan legt hij het zusje in Merels armen. Een heel warm gevoel stroomt door Merel heen als ze op het kleine meisje neer kijkt. ‘Ze is zo lief!’

Haar vader glimlacht en aait over Merels hoofd. ‘Net als jij.’

Dan zoekt zijn blik zijn zoon. ‘Wil jij haar ook even vasthouden, Bram?’

‘Neuh,’ zegt die. ‘Ik ga naar beneden, computeren.’ Echt Brammerig, dat hij liever wil computeren!

Dan neemt haar vader Stella van Merel over om haar aan Tjarda te geven. Merel blijft kijken terwijl Tjarda voedt, en ook als Marieke de baby gaat verschonen staat ze er met haar neus bovenop.

Als het tijd is om weer naar hun moeder te gaan, komen de ouders van Tjarda net binnen. Joost en Jeppe stormen op hun opa en oma af en nemen ze mee naar boven.

‘Zijn opa en oma Van de Putte al geweest?’ vraagt Merel bij de deur.

‘Die komen vanavond. En weet je, Merel,’ voegt haar vader eraan toe, ‘kom morgen en woensdag uit school langs, dan mag je komen kijken en helpen in bad doen en zo.’

‘Woensdag heb ik repetitie,’ zegt Merel, ‘maar morgen uit school kom ik.’ En donderdag en vrijdag zijn ze hier. ‘Maar het weekend ben ik bij mama,’ schrikt ze dan.

‘Je mag zo vaak komen als je wilt!’ belooft haar vader.

Dolgelukkig fietst Merel weer naar haar moeders huis.