9


Thomas had nog nooit meegemaakt dat de directrice haar waardigheid verloor.

Het kwam voor een deel doordat haar leesbril van haar neus vloog en op het hoofd van een van de kleintjes op de eerste rij viel. Anders, dacht Thomas, had ze zich wel sneller weten te herstellen. Tegen de tijd dat het kleine, trillende jongetje de bril teruggaf, was Aton al aan het vertellen over de ruftende kamelen. Thomas gleed onderuit op zijn stoel. Hij kon wel door de grond zakken. De hele zaal lachte hard.

Aton zag er wat verward uit. Hij probeerde uit te leggen hoe belangrijk het was dat je niet aan de achterkant van zo'n kameel stond als hij een scheet liet. Hij noemde het 'een wind laten', maar de geluiden die hij erbij maakte om het uit te leggen, klonken minder beleefd. Bijna meteen daarna, toen Aton vertelde hoeveel zijn ooms hadden betaald voor de slaven die ze in het Rode Land gekocht hadden, onderbrak mevrouw Helder hem. Ze bedankte hem en zei dat het erg boeiend was, maar dat ze nog maar weinig tijd hadden en dat juffrouw Marjan hem vast nog wat dingen moest laten zien voor de lessen begonnen. Ze zwaaide wild met haar armen om juffrouw Marjan duidelijk te maken dat ze Aton moest ophalen. Thomas zag zijn onderwijzeres naar voren lopen; haar houders schokten van het lachen. Het hoofd was niet er te spreken over Aton, maar verder vond iedereen het geweldig.

Een paar minuten later kwam Thomas de klas binnen. Zijn juf had Aton al wat boeken gegeven die hij kon doorkijken tijdens de les. Thomas hoorde haar aan Aton uitleggen dat het in dit land niet zo normaal was om een onderwijzeres op haar rug te slaan en 'Cool, man!' tegen haar te roepen. Zeker niet bij het schoolhoofd en al helemaal niet een volle aula.

Ondanks alles moest Thomas toegeven dat Atons verhaal erg indrukwekkend was geweest. En zoals Vicky zei: had de bijeenkomst behoorlijk opgevrolijkt. Maar daardoor was er ook iets gebeurd wat Thomas juist had willen voorkomen: dat Aton zou opvallen. Iedereen had hem nu gezien. In plaats van dat hij onopvallend was gebleven, zodat ze later aan Thomas' opa hadden kunnen vragen wat ze het beste konden doen, was Aton ineens super populair. Tot overmaat van ramp vond Aton zijn broekzakken zo interessant, dat hij ze steeds binnenstebuiten aan de zijkant van zijn heupen liet hangen

In de pauze liep iedereen te lachen en 'Cool, man!' te roepen. Zelfs de ukkies uit de eerste fluisterden en wezen naar Aton.

Helaas trok Aton ook het soort aandacht dat Thomas altijd probeerde te vermijden. Vlak voor de pauze was afgelopen, botsten ze in de gang tegen de Pestkoppen aan.

"Hallo, zeg, kamelen vriendje." Lisa glimlachte vals.

"Hallo. Zeg. Jij ook," herhaalde Aton op zijn hoede.

"Je zegt wel dat je ooms zo rijk zijn, maar je hebt niet bepaald mooie kleren aan," zeurde Eddie. "Ze passen je niet eens, man." Hij wees naar Atons polsen die ver uit het sweatshirt staken.

"Donder op," zei Thomas, op een toon die volgens hem wel zelfverzekerd klonk.

Eddie draaide zich met wijdopen ogen naar Thomas om. "O... en wie ben jij dat je mij wilt laten opdonderen?"

"Zeg, gedragen jullie je een beetje?" Juffrouw Marjan kwam er net aan lopen.

"We waren gewoon even met Aton aan het praten, juf," zei Lisa snel.

"Dat is aardig," zei de onderwijzeres. "De directrice zal wel tevreden zijn dat jullie Aton zo vriendelijk behandelen."

"O, we zullen hem heel goed behandelen." Eddie lachte zo onschuldig mogelijk naar de onderwijzeres.

"En de waterbuffels zullen met de krokodillen in het graan dansen, onder de maan van de oogst," mompelde Aton.

"Waterbuffels en krokodillen, Aton?" zei Marjan. Ze liep met hen mee naar het lokaal. "Dat is nogal onwaarschijnlijk, denk je niet?"

Aton keek Thomas' lerares even aan. "Precies," antwoordde hij toen.

"O..." zei juf Marjan bedachtzaam. Haar blik volgde Lisa en Eddie, die op hun plaats gingen zitten.

In de middagpauze nam Thomas Aton mee, van het drukke schoolplein af. Ze vermeden het zwaar verboden pad naar de rivier en liepen richting de sportvelden.

"Na school ga ik aan mijn opa vragen wat we moeten doen." Thomas ging op het gras zitten en opende zijn broodtrommel.

"Ja." Aton knikte. "De ouden zijn erg wijs."

Thomas dacht even na. Ook al wist hij wel dat zijn opa in de oorlog had gevochten, toch had hij er nooit aan gedacht dat hij oud was. "Ik zal hem vragen of je bij hem kunt blijven, tot ik heb uitgevonden hoe we jou weer in mijn droom kunnen krijgen."

"Ik zit altijd te dagdromen," zei Aton. "Malik, onze leraar, schreeuwt altijd tegen me dat ik moet opletten. Ik vind het heel moeilijk om me te concentreren tijdens de les."

"Ik weet er alles van, dat heb ik ook." Thomas gaf Aton een boterham met pindakaas.

Aton nam de boterham aan en tilde het bovenste sneetje op om te kijken wat erop zat. "Wat is dit, om precies te zijn?" informeerde hij.

"Pindakaas." Thomas beet in zijn eigen boterham. "Probeer nou maar, je lust het vast wel."

"Het doet me denken aan wat er achterbleef als de kamelen langs waren gelopen." Met kleine hapjes at Aton de korst van het brood.

Ze zaten bij het hek tussen hun sportvelden en de middelbare school.

"O, kijk," wees Aton. "Je zus Laura met een paar andere meisjes. Wat leuk!"

Thomas keek waar Aton naar wees. "De woorden Teuk' en 'Laura' kunnen niet in dezelfde zin voorkomen," zei Thomas nors. Hij greep zijn rugzak en sprong op. "Kom op. Wegwezen."

"Hé, kleintje!" riep Laura. "Blijf staan! Ik moet je spreken."

"Nee," riep Thomas terug over zijn schouder. "Ik praat niet tegen jou."

"Je kunt maar beter blijven staan," riep Laura nog harder. "Ik heb gehoord wat Aton heeft gedaan tijdens de bijeenkomst vanmorgen."

"Nou en?"

"En ze zeggen ook dat hij een van de uitwisselingsstudenten is van mams project. Heb jij ze dat verteld?"

"Gaat je niks aan," zei Thomas.

"Echt wel," zei Laura. "We hebben het trouwens wel door, van hem." Ze liepen langs het hek naar de jongens toe.

"Yeah," knikte Barbara. "We weten het."

"Absoluut," zei Radslag.

"Wat?" vroeg Thomas nerveus. "Jullie weten wat?"

"Dat mam hem vanmorgen helemaal niet kende," zei Laura. "Dus Aton is niet een van haar studenten en hij hoort hier helemaal niet te zijn, niet officieel tenminste. Jij loopt te liegen."

Thomas' hart sprong een halve meter omhoog en bleef in zijn keel steken.

"Je kunt het maar beter opbiechten, cyberman. Wie is Aton en waar komt hij vandaan?" "Het is geheim!" zei Thomas.

Laura greep hem bij zijn nek. "Broers en zussen hebben geen geheimen voor elkaar."

"O nee?" Thomas probeerde zich onder haar hand uit te werken. "Jij vertelt me nooit iets. Dus sinds wanneer geldt die regel?"

"Sinds ik hem heb verzonnen." Ze schudde Thomas door elkaar.

"Om ruzie te voorkomen," zei Aton, "kan ik je zus en haar vriendinnen misschien beter precies vertellen waar ik vandaan kom."

"Nee!" riep Thomas. Hij draaide zich om. "Echt niet! Ze zouden het meteen doorkletsen en dan zitten we pas echt in de problemen."

"Ik denk dat het misschien meer problemen geeft als we iets zeggen. Laat me het uitleggen..." Aton stak zijn hand uit, met de open palm naar boven. "Ik bied jullie de waarheid aan..."

"O nee..." Thomas zakte op de grond, met zijn hoofd in zijn handen.

"Je broer heeft me gered van een stel gemene mensen ie mij kwaad wilden doen."

"Gemene mensen?" herhaalde Laura. "Wat voor mensen? Wat gingen ze dan doen? Wie ben jij?"

"Ik ben een Egyptenaar. We zijn vrij beroemd. Heb je

wel eens van ons gehoord?"

De meiden keken Aton een paar seconden zwijgend aan.

"Natuurlijk hebben we gehoord van Egyptenaren," zei Radslag. "Maar dat verklaart nog niet..."

Ze werd onderbroken door een plotselinge gil van Barbara. "De Egyptenaren!" Barbara zette haar nagels in Laura's arm. "Snap dat dan! Dat is 'Egyptians' in het Engels! Ik weet wie hij is! Hij is een van de Jyp-Tyons. Volgens mij is dat die nieuwe jongensband uit Egypte. Een soort funky rockgroep met een jaren-zestiggeluid. De zanger heeft een geschoren hoofd met een staartje aan de zijkant. Cool!"

"Cool," knikte Aton. Hij haalde zijn schouders op.

Laura draaide zich om naar haar broertje. "Waarom zei je dat niet gewoon?" vroeg ze bot.

"Omdat... omdat ze geen publiciteit willen. Anders worden ze meteen achtervolgd door krijsende fans."

"Waarom gaat hij dan met jou mee naar school?"

"Hij vroeg of hij mee mocht. Hij wilde zien hoe onze scholen zijn. Basisscholen," zei Thomas er snel achteraan. "Niet middelbare scholen."

"Waar ben je hem dan tegengekomen?"

"In het jongerencentrum."

Thomas' hersenen werden moe van dit spelletje, waarbij hij steeds iets nieuws moest verzinnen. "Genoeg," mopperde hij. "Nu zeg ik niks meer."

Meteen keerden de drie meiden zich naar Aton om.

"Wat doe je hier?" vroeg Barbara.

Aton hield zijn boterham omhoog. "Ik ben een vreemde smurrie aan het eten, die verbazingwekkend genoeg niet naar kamelenpoep smaakt."

"Waarom ben je hier? Waar logeer je?" ging Radslag verder.

Aton keek naar Thomas. "Ik denk dat ik bij zijn opa ga logeren," zei hij langzaam. "En ik ben hier... omdat ik niet ergens anders ben."

De meiden giechelden.

"Hoe je dat zegt. Echt geinig," zei Radslag.

Aton keek verward. "Ik zeg alleen de waarheid."

"Je moet echt je kop houden hierover," zei Thomas bijna smekend. "Het zou niet goed zijn voor Aton als iedereen van hem af weet. Trouwens, hij gaat binnenkort weg."

Laura keek Thomas met samengeknepen ogen aan. "Ons hou je niet voor de gek. Zijn band gaat hier natuurlijk optreden. Dus wij willen vrijkaartjes."

Thomas dacht snel na. "Oké. Je krijgt ze meteen als ze beschikbaar zijn. Beloofd. Maar alleen als je het echt tegen niemand zegt en als je me helpt met juf Marjan, zodat hij een paar dagen op school kan blijven."

"Afgesproken," beloofde Laura.

"Echt tegen niemand zeggen, hè."

"Je weet toch dat je op ons kunt rekenen," zei Laura.

"Absoluut," viel Radslag haar bij.

"Altijd," zei Barbara.

"Onze lippen zijn verzegeld."

"Allemachtig," kreunde Thomas toen de meiden wegliepen. Was dit een nachtmerrie, of hoe zat dat? "Over een uur weet de hele school het. Waarom liet je ze denken dat die onzin over de Jyp-Tyons waar is?" "Ik kan toch niet gaan liegen," zei Aton.

"Dat deed je dus wel! Zij gingen maar door over die band en jij deed net of het allemaal klopte."

"Niet waar. Ik zei alleen maar 'cool'. Volgens jou kan dat toch van alles betekenen? In dit geval bedoelde ik het dus alsof het betekende 'helemaal niet, wat jij zegt is onzin'."

Ondanks zijn pesthumeur begon Thomas te lachen.

Aton trok zijn wenkbrauwen op. "Wat ik al zei: ik bood ze de waarheid aan. Maar de waarheid komt vaak niet alleen. Er zitten vaak vele onwaarheden omheen. Je moet daar zorgvuldig mee omgaan. Je zus en haar vriendinnen hebben er een waarheid uitgepikt die hun beviel."

Thomas keek hoofdschuddend naar Aton. Wat bazelde hij nu weer!

Ze liepen terug naar de school. "Thomas, wat is een jongensband eigenlijk?" vroeg Aton. "En wat is precies een optreden?"