8


Uitgerekend juffrouw Marjan bleek hun redding te zijn. Ze was zoals gewoonlijk al in het lokaal voor de bel ging en Thomas liep meteen met Aton naar haar toe.

"Juf Marjan," Thomas haalde diep adem, "is het goed als Aton vandaag bij ons in de klas blijft? Hij is op bezoek. Mijn moeder heeft een briefje geschreven. Ik heb het hier ergens." Thomas begon in zijn zakken te zoeken... heel langzaam.

"Ik wist niet dat de leerlingen van de uitwisseling nu al kwamen." Juffrouw Marjan glimlachte naar Aton.

"Uitwisseling!" herhaalde Thomas. "Natuurlijk! Aton is een... ja... hij is een beetje vroeg. Dat kwam door... eh... iets met wat hij moest regelen voor zijn reis."

Thomas hoopte dat zijn juf erin zou trappen. Dat laatste was trouwens wel waar. "Mijn moeder hoopte dat hij vandaag met mij mee naar school zou mogen, zodat ze dingen voor hem kan organiseren." Hij begon zijn rugzak te legen op het bureau van zijn onderwijzeres. Een uitgedroogde sinaasappelschil, een met pennen, een pakje drinken, chips, boeken, schriften. Thomas deed overtuigend alsof hij zocht naar het briefje van zijn moeder.

"Het zal wel goed zijn," zei juf Marjan. "Ik neem die brief wel mee naar het schoolhoofd." Ze begon Thomas te helpen met zoeken en pakte zijn boeken op om te zien of iets tussen zat. "Heb jij de brief van Thomas' moeder gezien, Aton?"

"Ik kan niet zeggen dat ik die gezien heb, nee," antwoordde Aton voorzichtig, eerste bel ging.

Marjan keek snel op haar horloge. "We vinden hem straks wel. Thomas, we beginnen vandaag in de aula, ik neem Aton mee om hem als bezoeker in te laten schrijven de conciërge."

"Ik ga wel even mee om te helpen," zei Thomas snel. "Aton begrijpt niet alles en, nou, hij is nog nooit in een ander land geweest."

"Dat is niet helemaal waar," onderbrak Aton hem. "Een jaar geleden ben ik met een karavaan kamelen mee geweest, naar Nubië."

"Huh?" Thomas keek Aton fronsend aan. "Dat is geweldig interessant!" riep juf Marjan uit. Misschien kun je daar later iets over vertellen, in de klas. Ze legde haar hand op Thomas' schouder en duwde hem beslist naar de deur. "We zien jou zo meteen Thomas."

Een karavaan met kamelen naar Nubië! O, shit! Thomas keek bijna wanhopig over zijn schouder. Wat zou Aton nog meer zeggen? Als hij zou vertellen dat Thomas hem uit een grafkamer in het Oude Egypte had gered, zouden ze hem waarschijnlijk meteen in een gekkenhuis opbergen. Of Thomas. Of hen allebei. En dan zouden ze de sleutel van de deur van het gekkenhuis weggooien...

"Geen paniek, geen paniek." Thomas rende naar de aula.

Mevrouw Helder, het hoofd van de school, was al begonnen. Thomas glipte aan de achterkant van de zaal naar binnen en vond halverwege een lege stoel, vlak bij de muur.

Thomas luisterde half naar de trage stem van mevrouw Helder en hield de dubbele klapdeuren goed in de gaten. Na een minuut of vijf kwam juf Marjan binnen. Aton was er niet bij. Wat was er gebeurd?

Thomas verdraaide bijna zijn nek. Aton was nergens te zien. Waar was hij? Misschien was hij wel opgelost in het luchtledige. Uiteindelijk was hij alleen maar een stukje van een droom, toch?

Thomas keek om zich heen. Misschien was dit allemaal wel een droom. Zat hij hier echt in de aula? Het hoofd las nu een lijst met huishoudelijke mededelingen voor. Vicky, die links naast Thomas zat, zwaaide rusteloos met haar benen. Was Vicky wel echt? En hoe zou hij dat eigenlijk weten, als hij droomde? Dat wist je nooit helemaal zeker, tot je wakker werd. Thomas voelde aan zijn ogen. Ja, hij was toch echt wakker.

Vicky keek hem aan en grijnsde. "Ze is erg saai," fluisterde ze, naar het podium knikkend.

Thomas knikte ook, afwezig. Als hij zich heel hard concentreerde, kon hij zichzelf misschien weer terugdenken in de grafkamer van de farao. Hij keek naar de Egyptische muurschildering, niet ver bij hem vandaan. De rivier de Nijl, met een vlot en twee priesters ernaast. De grote sfinx van Gizeh, met daarachter de eindeloze woestijn. De farao in zijn koets, de paarden met de versierde hoofdstellen. De rand aan de onderkant van de muur, vol Egyptische symbolen, een kever die scarabee genoemd werd, een staf, de jongen met de ankh...

De ankh!

Thomas' mond viel open. De ankh zat niet meer om de nek van de jongen. Heel langzaam tilde Thomas zijn arm op. Rond zijn pols zat nog steeds de echte ankh gewikkeld. Thomas raakte hem voorzichtig aan met zijn andere hand. Juf Marjan had hem verteld dat het een magisch symbool was voor de Oude Egyptenaren. Thomas herinnerde zich de angst in Atons ogen toen hij merkte dat hij de ankh niet meer om had. Hoe noemde hij het ook alweer? Mijn ziel... mijn geest? Wat voor speciale krachten zou de amulet dan hebben? Thomas voelde aan de koele vorm aan het koordje.

"Blijf ervan af!" siste een stem aan zijn rechterkant.

Thomas draaide zijn hoofd om en keek naar de muur. Vanonder een soort tulband keek een priester hem met vurige ogen aan.

"Droommeester!"

De dwerg deed zijn vinger op zijn lippen. "Ssst!"

"Wat doe jij hier nou?" fluisterde Thomas vanuit zijn mondhoek.

"Ik probeer die stomme actie van jou weer op te lossen!" snauwde de dwerg. "Dus blijf in de tussentijd van die ankh af, anders maak je het alleen maar erger."

"Hoe dan?" Thomas' vingers streken zacht over het kruisje.

"Het komt uit de droomwereld, dus heeft het speciale krachten in de Tijdzone. Maar zoiets als dit is me nog nooit overkomen, dus weet ik ook niet precies wat er kan gebeuren."

"Wat ga je doen?"

"Er moet over deze toestand nagedacht worden."

"Bedoel je dat je niet weet wat je moet doen?"

"Ik ben een strategie aan het ontwikkelen."

"Shit. Dus je weet het niet."

"Er is niéts wat een Droommeester niet weet!" De dwerg klonk nu boos. "Hoe durf je..."

"Thomas Sierhuis..."

"Wat?" Thomas sprong op door de scherpe por in zijn ribben van Vicky's elleboog.

Het hoofd had net zijn naam gezegd.

Thomas ging rechtop zitten en keek met een geforceerde glimlach naar het podium.

"... een vriend uit het buitenland," ging mevrouw Helder verder. "En terwijl zijn verblijf hier wordt geregeld, is hij bij ons op school. Nu wil ik graag dat jullie Aton verwelkomen."

Iedereen begon te klappen. Thomas greep zich vast aan de rand van zijn stoel. Dit was gewoon niet waar! Aton stond daar op het podium, voor de hele school!

"Juf Marjan heeft me net een briefje laten brengen. Aton heeft heel interessante dingen meegemaakt." Mevrouw Helder lachte vriendelijk naar Aton. Hij lachte terug.

Thomas voelde zich plotseling helemaal niet goed.

"Om precies te zijn," vervolgde mevrouw Helder. "Er staat iets over een expeditie met kamelen, door de woestijn?"

"Inderdaad, ja," knikte Aton zelfverzekerd. "Mijn ooms hebben heel veel kamelen. Ze handelen in parfum, ebbenhout, goud en wierook."

"Wil je ons daar misschien iets meer over vertellen?" stelde mevrouw Helder voor.

"Dat zou een eer zijn," antwoordde Aton beleefd.

Uit het publiek klonk alleen een onderdrukte kreun van Thomas.

"Goed dan, jongeman, vertel maar eens." Het hoofd leidde Aton naar de voorste rand van het podium. "Hoe ging het?"

Aton lachte zo breed dat zijn mondhoeken bijna tegen rijn oren aan kwamen. "Cool, man!" zei hij luid en duidelijk. Met een brede zwaai sloeg hij mevrouw Helder op haar rug.