2


"Heb jij wel eens vreemde dromen?" vroeg Thomas toen hij naast Laura liep.

"Alleen als jij erin voorkomt, ukkie." Ze hield haar hand voor zich omhoog, haar vingers gespreid. "Wat vind je van deze kleur nagellak?"

Thomas' hersenen merkten meteen twee opvallende dingen. Ten eerste: zijn oudere zus had om zijn mening over iets gevraagd. Ten tweede: ze noemde hem ukkie. Dat waren goede voortekenen. Dan moest ze in een redelijk goed humeur zijn, bedacht Thomas. Normaal had Laura meer aandacht voor het weerbericht dan voor hem. Soms, wanneer ze er gewoon niet omheen kon om met hem te praten, knipte ze met haar vingers voor zijn gezicht, zonder zijn naam te gebruiken.

Ze gebruikte ook alleen maar zelfbedachte namen voor hem, van niet-al-te-onaardig tot supergrof, net hoe ze zich

voelde. Thomas wist dat als ze hem beest, ongelikte beer of drolletje noemde, er geen kans was op een gewoon gesprek. Soms heette hij cyberman, dan zouden ze bijna normaal met elkaar om kunnen gaan. Maar vandaag had ze ukkie gezegd. Ukkie was goed. Het betekende dat ze, op dit moment tenminste, bereid was aan te nemen dat ze allebei tot dezelfde soort behoorden, op twee benen liepen en met elkaar konden praten.

"Het heet Schreeuwend Saffier," vertelde ze.

Thomas bekeek de afgrijselijk blauwe nagels waarover hij zijn mening moest geven. Hij had geleerd dat liegen slecht is, maar... een ander kwetsen is ook niet fraai. En als die ander zijn zus was, die haar woedeaanvallen al vaak genoeg op hem afreageerde, dan leek liegen het minst slecht.

"Schitterend!" zei Thomas, want dat waren ze letterlijk. "Ik had vannacht een rare droom. En toen ik wakker werd..." Hij zweeg even.

"Ja, dat is zo irritant aan dromen. Of er is iets vreselijks bezig en je wilt dat het stopt, maar dat gebeurt dan niet. Of je wordt te vroeg wakker... Net als laatst, toen droomde ik dat ik met Radslag en Bar bij een onwijs gaaf concert was. Het voorprogramma was net afgelopen, BearBoyz kwam op en de zanger, Declan, je weet wel. Hij heeft zo'n geinige, slordige pony tot net boven zijn ogen, en hij..."

"Nee," zei Thomas duidelijk. Hij zou nooit meer de kans krijgen iets te zeggen als zij eenmaal begon te kwijlen over die jongensbandjes. Ze zou niet stoppen voor ze bij school waren. Het zou kunnen dat ze nooit meer stopte. Ze kon met haar twee vriendinnen dagenlang doorgaan over één band of over al die bands.

"Nee," zei Thomas weer. "Dat bedoel ik niet. Vanmorgen werd ik wakker in mijn droom."

Laura keek hem aan. "Dan was je nog in slaap. Dan dacht je alleen maar dat je wakker was. Dat gebeurt wel eens. Soms roept mam me en sta ik op. Tot ze binnenkomt, want dan lig ik dus nog gewoon in bed. Ik droom dan dat ik iets aan het doen ben, wat ik nog doen moet."

"Ja, dat heb ik ook een keer gehad. Dit was iets heel anders. Toen ik wakker werd, was de droom bezig te verdwijnen. Ik voelde dat hij steeds vager werd en zag nog een soort rest ervan in mijn kamer. Het was op een super-spannend moment en ik was zo kwaad dat hij ophield, dat ik hem vastpakte en weer terug probeerde te trekken. Nou, en... en toen... was het net of ik weer in die droom viel. De droom zat niet in mij, niet in mijn hoofd, snap je, zoals normaal. Ik zat in de droom. Daardoor had ik de macht, dus... kon ik doen wat ik wilde."

Laura luisterde niet. Ze bekeek Thomas' gezicht van dichtbij. "Ben je met domme dingen bezig? Je rookt toch niet van die sigaretten met van dat spul, hè?"

"Nee!" antwoordde Thomas geïrriteerd. "Luister nou even, oké? Het is echt gebeurd, ik zweer het. Er was een mannetje, een soort dwerg. Hij zei dat hij de Droommeester was. Hij probeerde me weg te krijgen uit de droom, en toen dat niet lukte, werd hij pissig. Daardoor merkte ik dat ik een soort macht had die je normaal niet hebt in een droom."

"En wat gebeurde er?"

"Nou, eigenlijk... ik werd wakker, geloof ik." "Allemachtig. Dat is wel erg triest! Ik trapte er zowat in, man." Ze kneep Thomas in zijn arm. "Goed verhaal, hoor. Misschien kun je het op school gebruiken. Niet vergeten, want je bent niet zo goed in opstellen schrijven."

"Echt wel. Opa zegt dat ik veel fantasie heb."

"Da's waar. Je krijgt het alleen niet fatsoenlijk op papier. Niet leesbaar voor een ander tenminste. Je hebt het handschrift van een eekhoorn."

"Nou, en?" antwoordde Thomas koppig. "Maar wat ik net vertelde, was geen verhaaltje. Zo ging het echt."

"Natuurlijk." Laura had haar vriendinnen in de gaten gekregen, een eindje voor hen uit, en was niet langer geïnteresseerd. "Jongens zijn vreemde wezens," hoorde hij haar tegen de andere meiden zeggen.

"Er zijn een paar uitzonderingen - of moet ik met een chique woord zeggen: excepties," giechelde Cathy, de langste van de drie, die Radslag genoemd werd. Ze deed haar rugzak open en haalde er een tijdschrift uit.

Barbara, die vaak met Bar werd aangesproken, gaf Laura een por. "Snap je? Excepties... X-Septies!"

"Kijk!" Radslag opende het tijdschrift in het midden. Ze liet haar vriendinnen een foto zien van vier jongens. "De X-Septies!"

"Wauw!" zei Laura. "Mag ik die voor aan mijn muur?"

"Droom maar lekker verder," antwoordde Radslag.

De meiden gingen het hek van de middelbare school binnen. Thomas liep verder naar zijn eigen school. Kon hij maar verder dromen! Hij stak zijn hand in zijn zak en voelde weer de zandkorrels. Was dit het teken waarover de Droommeester had gesproken?