Najaar 2006
Waarin Rijkman Groenink en Michel Tilmant besprekingen beginnen om ABN Amro en ING te fuseren. Door een verkeerde inschatting van de urgentie lopen de gesprekken op niets uit. Als onverwacht de brief van TCI wordt verstuurd, schiet de koers van ABN Amro omhoog en is de kans op een nationale kampioen verkeken.
Het is het kortste ritje dat Michel Tilmant zo ongeveer
kan maken als hij op vrijdag 1 december 2006 voor zijn hoofdkantoor
aan de Amsterdamse Zuidas in de auto stapt. De
ING-bestuursvoorzitter is op weg naar het even verderop gelegen
hoofdkantoor van ABN Amro. De afstand tussen de twee grootste
financiële instellingen van Nederland is hemelsbreed nog geen
kilometer. Vanaf de bovenste verdieping kunnen de twee concurrenten
elkaar in het vizier nemen.
Tilmant heeft een belangrijke boodschap
voor Rijkman Groenink. De bestuursvoorzitter van ABN Amro vroeg hem
in het begin van het jaar wat zijn gedachten zijn over een
eventuele fusie. Tilmant antwoordde toen dat het nog te vroeg was
voor een reactie, omdat hij eerst de strategie van ING nog eens
tegen het licht wilde houden. Nu, tien maanden later, heeft hij
zijn mening gevormd.
Als Groenink Tilmant ontvangt, weet hij nog
niet wat de Belg precies komt doen. Tilmant neemt plaats onder een
reusachtig schilderij van Marlene Dumas dat de kamer van Groenink
domineert en vertelt dat de keuze voor een toekomstige partner op
ABN Amro is gevallen. Verrast antwoordt Groenink: ‘Dan kunnen we nu
eindelijk beginnen.’
Groenink is opgetogen. ABN Amro heeft al in de zomer van
2006 besloten dat een deal met ING de oplossing kan vormen voor de
problemen waarmee de bank kampt. Het enthousiasme in de top van ABN
Amro wordt gedeeld door centralebankpresident Nout Wellink en
minister van Financiën Gerrit Zalm. Een fusie van ABN Amro met ING
kan zeker op hun goedkeuring rekenen. Wellink probeert al sinds de
jaren negentig de grote Nederlandse banken en verzekeraars in alle
verschillende combinaties aan elkaar te koppelen.
De reden spreekt voor zich. De Nederlandse
instellingen zijn nu niet groot genoeg om overeind te blijven in de
internationaal consoliderende financiële sector. ING en ABN Amro
kunnen samen een reus worden met een marktwaarde van meer dan 120
miljard euro. Daarmee ontstaat de op-een-na-grootste financiële
instelling van Europa en krijgt Nederland een kampioen in huis die
goede kans maakt om door te stoten tot het handjevol global players dat naar verwachting overblijft om
de bankenmarkt wereldwijd te domineren. Het nationaal belang is
evident: een grote multinational heeft een enorme uitstraling naar
de rest van de sector en de economie als geheel.
Toch is er elke keer wel een goede reden
waarom een beoogde fusie niet doorgaat. ABN Amro en Fortis hebben
bijvoorbeeld nog in 2003 verkennende gesprekken gevoerd. Maar
Fortis wil niet toegeven aan de wens van ABN Amro om zijn
verzekeraar af te stoten.
Met ING heeft Groenink zelfs al twee keer
onderhandeld. In 2002 sprak hij met Tilmants voorganger, Ewald
Kist, die hem afwees. De koersen van verzekeraars zijn dan net
ingestort waardoor de beurswaarde van ING lager is dan die van ABN
Amro. In 2004 staat Groenink weer voor de deur; Kist is dan
opgevolgd door Michel Tilmant. De toenadering leidt tot niets.
Tilmant geeft aan dat hij eerst aan de slag wil om de
bank-verzekeraar naar zijn inzichten in te richten. Nu, bij de
derde poging in 2006, heeft Tilmant dat project
afgerond.
Groenink denkt precies te weten waarom Tilmant de
besprekingen met ABN Amro begint. Uit de strategiebepaling van
Tilmant is gekomen dat hij de bank-verzekeraar in een periode van
vijf tot tien jaar wil uitbouwen tot een topspeler op het gebied
van wealth accumulation;
vermogensbeheer in de breedste zin van het woord. Dat betekent dat
ING verder wil groeien als bank. Levensverzekeren past erin, maar
de schadeverzekeringspoot kan worden verkocht om kapitaal vrij te
maken voor acquisities.
Voor ING is er inmiddels ook een andere
reden om de besprekingen met ABN Amro te starten. De
bank-verzekeraar is voor 5 procent eigenaar van ABN Amro en is net
als andere grote beleggers geschrokken van de tegenvallende
halfjaarcijfers die de bank halverwege 2006 bekend heeft gemaakt.
De markt heeft schoon genoeg van de steeds maar achterblijvende
koersontwikkeling. Het is ING duidelijk dat ABN Amro niet lang meer
zelfstandig kan blijven: de bank is een doelwit voor overnames
geworden. De onvrede onder beleggers is zo groot dat Tilmant moet
besluiten of hij ABN Amro wil kopen. Doet hij dat niet, dan loopt
hij het risico dat de grootste Nederlandse concurrent in handen
valt van een ander.
Eind 2006 wordt besloten de poging te
wagen. ‘Het huis van de buurman komt maar één keer te koop’, zegt
een bankier. De machtsverhouding is meer dan ooit in het voordeel
van ING. Doordat de koers onder Tilmant is opgelopen, is de
marktwaarde van de bank-verzekeraar bijna twee keer zo groot als
die van ABN Amro.
Als Tilmant op 1 december bij Groenink aanschuift, heeft
ING zijn huiswerk gedaan. Tilmant heeft een mandaat van zijn
commissarissen. Ook staat een compleet zakenbankenteam van Goldman
Sachs en JPMorgan paraat om de bank te adviseren bij de fusie.
Tilmant heeft haast: hij wil voor het einde van het jaar een
deal.
Aan de kant van ABN Amro treft hij tot zijn
verbazing alleen Groenink. Hoewel de bank in de zomer al heeft
besloten zich open te stellen voor een fusie met een grotere
partner, heeft Groenink nog geen adviseurs ingehuurd. Anders dan
bij ING zijn de toezichthouders van ABN Amro ook nog niet nauw bij
de onderhandelingen betrokken. Groenink doet dit soort
fusiegesprekken al jaren alleen en rapporteert daarover dan aan
zijn collega’s en commissarissen. Pas als hij een concreet
resultaat bereikt, hoeft hij het voor te leggen. Tilmant en zijn
team zien daarom in deze beginfase nooit iemand anders dan
Groenink. Later voegt ook president-commissaris Arthur Martinez
zich erbij, maar die lijkt op afstand te staan.
De gang van zaken ergert Tilmant. Hij voelt
zich niet serieus genomen terwijl de klok tikt en de beurskoers van
ABN Amro langzaam maar zeker oploopt. Maar Groenink heeft een goed
excuus. Hij vertelt dat de echte besprekingen pas na 1 februari
kunnen beginnen: tot die tijd is ABN Amro officieel in
onderhandeling met het Braziliaanse Unibanco. ‘Dat is ook voor ING
interessant’, zegt Groenink tegen Tilmant. Als de overname slaagt
en Unibanco wordt samengevoegd met de Braziliaanse dochter van ABN
Amro, wordt de combinatie de tweede bank van het land. Maar beiden
weten ook dat ING dan meer zal moeten betalen.
Ondanks de slag om de arm van Groenink
beginnen de fusiegesprekken positief. Tilmant en Groenink zijn het
er snel over eens wie op welke stoel komt te zitten. Tilmant wordt
ceo en Groenink zijn plaatsvervanger. De bestuursvoorzitter van ABN
Amro stelt vervolgens voor om na twee jaar van plek te wisselen. Zo
is het bij de fusie van ABN en Amro ook gegaan en dat gaf voor
iedereen in de bank het signaal dat de fusie ook echt een fusie
was. Tilmant gaat akkoord met een regelmatige wisseling, op
voorwaarde dat die pas plaatsvindt na drie jaar. Ook spreken ze af
dat als ING de ceo levert, ABN Amro de president-commissaris mag
aanwijzen.
Tilmant en Groenink weten dat beide
instellingen elkaar inhoudelijk kunnen aanvullen. ING brengt
dankzij zijn dochter ING Direct een internationaal succesnummer op
het gebied van consumentenbankieren mee. ABN Amro beschikt op zijn
beurt over een internationaal kantorennetwerk voor zakelijke
klanten. Wereldwijd is er maar een handvol banken die bedrijven een
vergelijkbaar netwerk kunnen bieden voor al hun
betalingsverkeer.
De vorderingen die de beide
bestuursvoorzitters maken in hun besprekingen, zijn opmerkelijk,
omdat binnen ING vanouds een groot wantrouwen bestaat jegens ABN
Amro. Vooral de verzekeringstak is altijd huiverig geweest voor het
idee van een fusie. Binnen ING hebben de verzekeraars altijd
evenveel te zeggen gehad als de bankiers. In een combinatie met ABN
Amro dreigen zij het onderspit te delven. Ook de bankiers van ING
hikken vanouds aan tegen de machtsstrijd die zij verwachten zodra
de groep ABN Amro binnenboord haalt. De ABN Amro-bankiers gelden
als arrogant. Tilmant, onder wiens leiding ING het goed heeft
gedaan op de beurs, heeft echter geen last van dat
minderwaardigheidscomplex.
Tilmant en Groenink slagen er ook in een
oplossing te vinden voor de hoge concentratie van bankkantoren op
de Nederlandse markt die het gevolg zal zijn van de fusie. De
mededingingsautoriteiten hebben al laten weten dat bij een fusie
een deel van het netwerk moet worden afgestoten, want de NMa wil
per se vier grote spelers voor de markt behouden. Groenink en
Tilmant vinden een oplossing door honderdvijftig tot driehonderd
kantoren van zowel ING Bank als van ABN Amro te bundelen in een
nieuwe bank, die dan verkocht kan worden. Als het gaat om
kostenbesparingen is de schatting dat alleen al met het samenvoegen
van de hoofdkantoren tweeduizend banen geschrapt kunnen worden op
het binnenlandse werknemersbestand van circa dertigduizend mensen.
In de lagen daaronder gaat het om een veelvoud.
Lastiger wordt het op het vlak van de
strategie. ABN Amro heeft zich altijd verre gehouden van
verzekeren, iets dat ING als zijn kernactiviteit ziet. Maar
Groenink heeft het goed geraden als hij vermoedt dat Tilmant
openstaat voor concessies; de Belg is in zijn hart meer bankier dan
verzekeraar en blijkt bereid de schadeverzekeraar te verkopen. ING
moet toch kapitaal vrijmaken om de overname van ABN Amro te kunnen
financieren, zeker als de koers van ABN Amro wat oploopt, hetgeen
gebeurt naarmate de besprekingen vorderen. Duidelijk is dat ING
behalve aandelen ook contant geld moet gaan betalen om de
verwatering van zijn aandeel te beperken.
Van zijn kant laat Groenink doorschemeren
dat LaSalle in Amerika kan worden verkocht om de financiering te
vergemakkelijken. Ook stemt Groenink ermee in dat ING de nieuwe
groepsnaam wordt.
Als Groenink en Tilmant hun besprekingen na de
jaarswisseling voortzetten, komen de commissarissen van ING
plotseling zeer kritisch uit de hoek. Een deel van hen heeft
weliswaar ingestemd met het mandaat van Tilmant om besprekingen te
beginnen, maar heeft altijd bedenkingen gehouden tegen een fusie
met ABN Amro. De interne verdeeldheid van ING speelt weer op als de
commissarissen te horen krijgen wat Tilmant en Groenink tot dan toe
hebben besproken ‘Het zou hoe dan ook neerkomen op een omgekeerde
overname’, zegt een ING-commissaris die niets voelde voor de
verkoop van de verzekeringsactiviteiten.
Het wantrouwen spitst zich toe op de
afspraken die Tilmant met Groenink heeft gemaakt over zijn
opvolging. In de tweede helft van januari 2007 mengt
ING-president-commissaris Cor Herkströter zich persoonlijk in de
onderhandelingen. De oudbestuursvoorzitter van Shell vermoedt dat
Groenink de deal over zijn opvolging publiek wil maken waardoor
Tilmant feitelijk wordt afgeserveerd als tussenpaus.
Tijdens een cruciale bespreking op 18
januari laat Groenink aan Herkströter weten dat de discussie over
zijn persoon op een misverstand berust. Het was niet in hem
opgekomen om zijn opvolging publiek te maken. Ook suggereert hij
dat hij niet per se zelf Tilmant wil opvolgen. ‘Hoe groot is de
kans’, zegt hij tegen Herkströter en Tilmant, ‘dat ik over drie
jaar, als ik 61 ben, nog de energie heb om ceo te worden?’
Expliciet afzien van zijn ambitie om ceo te worden, doet Groenink
echter niet.
Herkströter kaart tijdens het gesprek ook
de positie van Martinez aan. De Amerikaan houdt toezicht op ABN
Amro terwijl hij even buiten New York woont. ‘Kan er niet een
president-commissaris worden gevonden die meer affiniteit heeft met
Nederland?’ vraagt hij. Voor ABN Amro is dit onaanvaardbaar.
Groenink hecht veel waarde aan Martinez, die hij een van de beste
mensen van ABN Amro noemt. Ook is het een principekwestie: ING moet
zich neerleggen bij de kandidaat die ABN Amro als
president-commissaris aandraagt. ‘Ik hoor wat u zegt’, is het kille
antwoord van Herkströter.
Bij ABN Amro is de conclusie dat
Herkströter mogelijk zelf nog wil aanblijven. De sfeer is na het
optimistische begin volledig omgeslagen. Een vervolgafspraak wordt
niet gemaakt.
Wel neemt Groenink begin februari alsnog
contact op met Tilmant. Dan blijkt dat ING nog altijd zwaar tilt
aan het idee dat Groenink ceo wil worden. Tilmant meldt hem dat ING
zich nadrukkelijk niet wil vastleggen op zijn benoeming als ceo.
‘ING vindt dat de opvolger ook een jonger iemand moet kunnen zijn’,
is het argument dat Tilmant aan Groenink doorgeeft. Daarmee drukt
hij zich diplomatiek uit in vergelijking met de harde woorden die
binnen de ING-top klinken. ‘We hielden Groenink persoonlijk
verantwoordelijk voor de puinhoop waarin ABN Amro terecht was
gekomen’, zegt een ING-commissaris.
Groenink gaat door de bocht. Hij is nu
bereid zonder omhaal af te zien van een positie als ceo, mits ING
akkoord gaat met een gelijke verdeling van het aantal zetels in de
raad van commissarissen en de benoeming van Martinez tot
voorzitter. Tilmant, die het voorstel van Groenink geduldig
aanhoort, zegt het voor te zullen leggen aan Herkströter. De
ING-commissarissen besluiten het voorstel van ABN Amro in
overweging te nemen, maar wachten met antwoorden om te zien hoe de
koers zich ontwikkelt.
ING had in eerste instantie een prijs in
gedachten van maximaal 25 euro per aandeel. Dit is een kleine
premie boven de koers van ABN Amro, die begin december rond de 22
euro ligt. Maar begin februari 2007 is de koers al opgelopen tot 26
euro. Dat betekent dat ING inclusief overnamepremie fors moet
bijleggen. Iedere euro extra betekent een toename van de
overnameprijs met zo’n 2 miljard euro. ING zal daardoor meer
onderdelen moeten verkopen. Deze gedachtegang maakt de fusie voor
tegenstanders binnen de raad van commissarissen van ING nog
onaantrekkelijker.
De weken verstrijken, terwijl een aanbod
van ING uitblijft. Dit tot irritatie van Groenink, die door Tilmant
aan het lijntje wordt gehouden met steeds wisselende excuses.
‘Herkströter is op vakantie’, zegt hij in een van hun
telefoongesprekken. Ondertussen krijgt ABN Amro van het
Braziliaanse Unibanco te horen dat hun plan niet doorgaat, zodat nu
echt niets meer een fusie met ING in de weg hoeft te
staan.
Het vastlopen van de besprekingen met ING
leidt ertoe dat DNB een bemiddelingspoging onderneemt. President
Nout Wellink maakt er geen geheim van dat hij voorstander is van
een fusie tussen de twee grootmachten en probeert beide partijen
ervan te overtuigen dat ‘de poppetjes’ uiteindelijk niet het
probleem mogen vormen. Wellink belt met ING om te zien of hij de
onvrede rond Groenink kan wegnemen zodat de onderhandelingen vlot
worden getrokken. ‘Groenink vraagt wel om ceo te worden, maar dat
hoort voor hem gewoon bij het spel’, zo legt Wellink de geërgerde
ING-top voor. Uit de reactie maakt hij op dat ING op dat moment
vooral de aandelenkoers een bezwaar vindt. Hij hoopt dat die in de
loop van het jaar weer omlaaggaat zodat de partijen alsnog bij
elkaar kunnen komen. Op het hoofdkantoor van DNB aan het
Amsterdamse Frederiksplein realiseert de bankpresident zich niet
hoeveel haast er moet worden gemaakt. Hij kan niet vermoeden dat
hedgefonds TCI op het punt staat een brief te sturen die de fusie
van ABN Amro en ING definitief om zeep zal helpen. De nationale
kampioen waar Wellink al tien jaar naar streeft, is dan een
gepasseerd station.