Kansspelverslaving
“Luister Marco, we winden er geen doekjes om. Eigenlijk zien we dit niet zo erg zitten. Maar ik heb nu eenmaal een prima relatie met Simon Groenewegen en hij ziet het wel in jou zitten. Dus eigenlijk krijgt Simon hier een kans. Begrijp je?”
De logica ontgaat me gedeeltelijk, maar ik knik.
We zitten half juli 2006 in de kamer van Werner Heesters in de vestiging Scheveningen wanneer hij, als de lokale manager operations zijnde, uitleg geeft over de status van mijn toekomstige aanwezigheid.
Ik mag als dutymanager aan de slag, maar ik hoef me echt geen illusies te maken, want het is niet meer dan een stage. Zes maanden meelopen en dan weer snel terug naar Utrecht.
Een maand eerder.
Ik heb zojuist te horen gekregen dat ik niet de nieuwe dutymanager van Enschede zal worden. Na eerdere sollicitaties naar dezelfde functie in achtereenvolgens Scheveningen, Zandvoort, Valkenburg en Nijmegen maakt casinomanager Bob Maalderink de hand vol door binnen een jaar voor de vijfde keer het hoe en waarom van “nee, deze keer niet” uit te leggen.
Vooral deze afwijzing hakte erin, waardoor mijn leidinggevende Groenewegen het genoeg vindt. Hij regelt een stageplaats voor me aan de kust, doordat hij mijn persoontje bij zijn collega Heesters bijkans door de strot duwt.
Achterliggende gedachte hierbij was dat “men jou heus wel als dutymanager kan gebruiken, Marco. Als je maar even de tijd krijgt om een en ander te laten zien,” aldus Groenewegen.
Vooralsnog krijg ik geen kans om iets te bewijzen.
Ik mag vooral luisteren naar wat Heesters te zeggen heeft en ook de derde aanwezige, Human Resources manager Ko Wijsmuller doet een duit in het zakje door te melden dat ik niet zijn favoriet ben. Toch heb ik dit gesprek als uiterst prettig ervaren, aangezien deze twee tenminste eerlijk en open zijn.
Ik zal gaan meelopen met een van de huidige dutymanagers, Pim van As. Die heeft al via via eens laten weten open te staan voor een vertrek uit Scheveningen.
“Ik heb nu lang genoeg in deze hectische wereld gezeten, zou wel eens een tijdje een iets rustigere omgeving willen, zoals Groningen, of Leeuwarden wanneer dat straks opengaat,” aldus vertrouwde hij mij enige weken later toe.
Mijn beide broodheren geven echter ruim voor bovenstaande conversatie al aan dat ik me over die mogelijke vacante functie geen illusies hoef te maken.
“Je bent hier op snuffelstage. Mocht Pim om een of andere reden besluiten om ergens anders zijn geluk te beproeven, dan gaan we de vacature gewoon landelijk aanbesteden. Sterker nog, we verwachten niet dat jij daarvoor in aanmerking komt. Is dat duidelijk?” Ik had het begrepen. Volledig.
Op 8 augustus 2006 mocht ik zo voor het eerst als dutymanager aan de slag. Uiteraard aan het handje van Van As, maar toch. Ik voelde me de koning te rijk.
Mijn mentor had geregeld dat ik zijn volledige takenpakket zou overnemen. Ten eerste had ik dan überhaupt iets te doen en daarnaast kon hij door de ontstane ruimte in zijn dagelijkse bezigheden mij goed observeren.
Een van de onderdelen van zijn takenlijstje betrof alle afhandeling met betrekking tot gokverslaving.
Tenminste, zo spraken wij er onderling over. In discussie met derden gebruikten we natuurlijk een andere benaming. Bij Holland Casino ‘spelen’ mensen, ‘gokken’ gebeurt bij illegale – de naam zegt het al – gokhuizen en de inmiddels wijd verspreidde gokhallen. In tegenstelling tot deze genoemde aanbieders ‘verspeelt’ een gast zijn geld in een van de landelijke casino’s, ‘vergokken’ gebeurde bij ons niet. Dat de eufemistische verwoording nooit uitmaakte bij het platzak naar huis sturen van de gasten, was van minder belang.
Waar vroeger de afkorting KSV (Kans Spel Verslaving) werd gebruikt om het problematische speelgedrag van gasten te benoemen, wordt nu al sinds meerdere jaren het acroniem Péé-Béé-Káá (PBK; PreventieBeleid Kansspelen) gebezigd, wanneer de gasten een of meerdere symptomen van mogelijke spelverslaving vertonen.
Dat klinkt namelijk een stuk minder beladen. Vriendelijker ook, positiever.
Ik wist dat ik mijzelf moest laten zien, wilde ik op termijn een kans maken om daadwerkelijk de functie van dutymanager te mogen gaan bekleden. Daarom zat het takenpakket goed tussen de oren en nam ik mijzelf voor om ieder aspect extra scherp in de gaten te houden.
Zo ook het PBK.
Vanaf de eerste werkdag viel een Surinaamse dame me in negatieve zin op. Gezien de aard van ons werk wordt het personeel regelmatig al getrakteerd op chagrijnige gezichten en dito verhalen, maar mevrouw Sadhoe wist in iedere situatie de overtreffende trap te bereiken.
Op zich dus al een hele prestatie. Schelden, huilen, vloeken, medewerkers afzeiken en dan ook nog over hen klagen bij het management, om de dag daarop weer tegen het lagere personeel te melden dat die “managers allemaal klootzakken zijn!” Ja, zij beheerste het gehele repertoire tot in de perfectie.
Ik was dan ook geheel niet verbaasd dat ik haar naam binnen een week na mijn aantreding een aantal malen in de dagelijkse rapporten van OASE zag verschijnen.
De typering OASE staat voor het registratiesysteem “waarin de gegevens worden bijgehouden van de bezoekers van Holland Casino die een beschermende maatregel hebben aangevraagd. OASE is gekoppeld aan het bezoekersregistratiesysteem waardoor in alle vestigingen van Holland Casino op elk willekeurig moment de geschiedenis en de bezoekfrequentie van een bezoeker kan worden nagetrokken,” aldus luidt de omschrijving uit een rapportage van het Centrum voor Verslavingsonderzoek (CVO) uit 2001.
Hierdoor kan iemand aan de receptiebalie in Groningen bijvoorbeeld zien dat meneer Van Dam op 14 maart jongstleden een entreeverbod heeft gekregen in Breda. Verder staat van iedereen die zich ooit heeft gelegitimeerd, vermeld of er in het verleden sprake is geweest van (verbaal) geweld, problematisch speelgedrag, legitimatie vergeten, enzovoort.
Toen ik haar naam in combinatie met geboortedatum opzocht, schrok ik bij het zien van het aantal incidenten. Hier was geen sprake van iemand die nu even niet zo lekker in haar vel zat en wellicht daarom verbaal erg aanwezig was. Nee, mevrouw terroriseerde de boel verbaal al jarenlang.
Ik heb nog wel even kort ruggespraak gehouden met de beveiligingsmensen, maar in feite was dit puur voor de vorm, want mijn besluit stond eigenlijk al vast.
Ik moest mevrouw tegen zichzelf in bescherming nemen en wel op zo’n kort mogelijke termijn.
Ik zette de codering ‘melden bij’ in het systeem. Dit betekent dat een gast die een dergelijke code aan zijn persoon gekoppeld krijgt automatisch door de receptioniste wordt tegengehouden wanneer hij of zij het casino probeert te betreden. Er moet dan eerst iemand ‘bij komen’ voordat er überhaupt een mogelijkheid tot entree bestaat.
Vaak betreft het niets meer dan dat de gast aan de beurt is voor een ‘gastheergesprek’, of dat de bij het laatste bezoek vergeten paraplu weer terecht is.
Soms is de toonzetting van de leidinggevende serieuzer, zeker wanneer er door de klant bijvoorbeeld meerdere malen op tafel is geslagen in het recente verleden. Men kiest er dan soms voor om iemand af te laten koelen en pas tijdens een volgend bezoek erop te wijzen dat dergelijk gedrag ongewenst is.
Nu was de boodschap heel serieus en ik begreep dat mevrouw niet blij zou gaan reageren op de tekst die ik in gedachten had.
“Mevrouw, gezien uw gedrag moet ik u tegen uzelf in bescherming nemen. Daarom ontzeg ik u de entree tot alle casino’s. Voor onbepaalde tijd.”
Onbepaalde tijd staat ‘zo lang mogelijk’ maar minimaal een of twee jaar.
Mevrouw was inderdaad niet geheel tevreden, getuige haar uitspraak dat ik de zoon was van een vrouw die haar lichaam verhuurt voor seksuele pleziertjes, om het maar voorzichtig uit te drukken.
Voorts wenste ze mij ziektes toe, die zelfs na een chemokuur in zeer gespecialiseerde ziekenhuizen nauwelijks kans op genezing bieden.
Dus om haar hele monoloog kort samen te vatten: nee, ze was het er niet helemaal mee eens.
Naast de stortvloed aan vloeken en verwensingen bleek dit dezelfde dag ook nog uit een brief van haar hand, waarin ze haar grieven verder uiteenzette. En dankzij die brief kreeg dit relatief eenvoudige entreeverbod toch nog een verrassende draai.
Bij Holland Casino wordt er namelijk altijd voor gezorgd dat schriftelijke klachten ook een papieren antwoord krijgen en als eindverantwoordelijke op de desbetreffende avond was aan mij de taak om het geheel af te handelen.
In mijn verdere research naar het verleden van mevrouw bij Holland Casino kwamen echter zoveel incidenten aan het licht dat ik mij ernstig zorgen maakte over de afloop indien er ooit een rechtsgang zou worden gemaakt.
Niet dat ik angst had dat een rechtbank het verbod zou wegwuiven.
Nee, ik kwam tot de constatering dat we wel heel erg coulant waren geweest ten opzichte van mevrouw. Twintig jaar lang!
Al die prijzen, oorkondes en awards die Holland Casino ieder jaar weer in ontvangst mag nemen vanwege haar preventiebeleid met betrekking tot kansspelverslaving staan sindsdien definitief voor mij in een heel ander daglicht.
Uit eigen ervaring en vanuit de wandelgangen wist ik al wel dat de preventie grotendeels cosmetisch was, maar zo schrijnend als bij mevrouw Sadhoe had ik het in al die jaren nog niet meegemaakt.
Toen een maand later dan ook een brief kwam van het College van Toezicht op de kansspelen, met de vraag om opheldering aangaande de klacht van de geweigerde gast, uitte ik mijn bezorgdheid hierover aan de vestigingsdirecteur. Middels een e-mail gaf ik hem aan dat ik mij ernstig zorgen maakte over een aantal zaken.
Allereerst uitte ik mijn ongerustheid over de uitspraken van mevrouw. Ik moest constateren dat de teksten zo onsamenhangend waren dat een eventuele expert niet veel tijd nodig zou hebben om haar als wilsonbekwaam te bestempelen. Immers, de woordkeuze, zinsconstructie en samenhangendheid van haar verhaal tijdens het gesprek in de Viproom wezen mij in die richting.
Ik weet niet meer precies wat zij toen allemaal uitkraamde, maar de strekking van het verhaal kan ik nog wel reproduceren. In een langgerekte zin verklaarde ze dat haar buurvrouw een tovenares of heks was, dat wij van Holland Casino haar allemaal ‘zochten’, dat ze soms een beetje emotioneel was, terwijl ze heel erg van koken hield en daar ook heel erg goed in was, wat iedereen in haar omgeving ook beaamde, behalve dan haar zoon, want die was door een familielid vermoord en haar buurvrouw was niet goed, zij hield heel erg van koken en het was oneerlijk dat wij haar eruit zetten, want wij van Holland Casino ‘zochten’ haar allemaal en...
Kortom, de vraag was gerechtvaardigd of het College van Toezicht, het orgaan dat ons in dergelijke situaties controleerde, zich wellicht zou gaan afvragen waarom wij mevrouw niet eerder hadden opgemerkt.
De directeur deelde mijn mening.
Ik mocht een conceptbrief opstellen die vervolgens door de juridische afdeling op het hoofdkantoor zou worden getoetst alvorens deze richting het College zou worden gezonden.
Ik liep tijdens deze gebeurtenis pas kort in Scheveningen rond en besloot meteen mijn visitekaartje af te geven door deze zaak volledig uit te spitten. Het eerste wat me aan haar opviel, was dat zij een van de diehards was die elke vestiging rijk is. Mevrouw kwam vrijwel dagelijks, vanaf Nieuwjaarsdag tot en met de dertigste december. Ik vroeg me onwillekeurig af hoe ze de jaarwisseling beleefde, omdat we die dag gesloten waren.
In mijn brief beschreef ik uitvoerig hoe collega Hans Buul (assistent manager Security & Risc Control) en ondergetekende haar hadden uitgenodigd voor een gesprek. Daarna somde ik alle teksten op die mevrouw had gebezigd en dat zij daarbij een onevenwichtige indruk had gemaakt. Verder memoreerde ik dat zij vaak in negatieve zin was opgevallen door meerdere collega’s. En dan bedoelde ik niet alleen die van tafelspelen. Een aantal horecamedewerkers waren meer dan eens door haar uitgescholden en ook op andere plaatsen in het casino had zij zich op een kwalijke manier doen gelden. Tenslotte hadden meerdere gasten zich ook reeds over haar gedrag beklaagd, vooral vanwege het feit dat ze om geld gebedeld zou hebben. Uiteraard was dit allemaal gelogen “door dat stelletje...” waarna weer een aantal vloeken en verwensingen in de Viproom weerklonken. Gek genoeg beaamde zij wel dat haar financiële situatie nijpend was. Ik meen me te herinneren dat bij het kassagebied meerdere malen was geconstateerd dat haar rekeningen in het rood stonden wanneer ze geld probeerde op te nemen.
Als extra bewijs van het probleem voegde ik een bijlage toe waarin de gehele geschiedenis van calamiteiten aangaande haar waren opgetekend. Een schrikbarende waslijst. In het verleden was al vaak een entreeverbod opgelegd. Daarnaast had het waarschuwingen geregend voor haar gedrag in het casino.
Maar daarmee was de koek nog niet op. Meerdere malen had het personeel haar betrapt op vals claimen. En als toetje schreef ik dat mevrouw Sadhoe al in de jaren voordat OASE was ingevoerd meerdere malen over de schreef was gegaan.
Toen ik deze waslijst voor het eerst onder ogen kreeg, moest ik wel constateren dat deze dame niet onder de noemer ‘vaste gaste, normaliter geen problemen, recentelijk negatieve gedragsverandering’ te vangen viel.
Tussen 1991 en 1994 was haar reeds driemaal voor een langere tijd de toegang ontzegd.
Toen deze strafmaatregels niet tot het gewenste resultaat bleken te leiden, had iemand aan de noodrem moeten trekken. Vanuit de organisatie had er jaren eerder afscheid genomen moeten worden van deze dame. Dit vooral omdat de incidenten zo talrijk waren en omdat er na een tijdelijke toegangsontzegging geen enkele verbetering opgetreden was.
Ook de frequentie van het vals claimen – sinds het officieel werd bijgehouden (!) – baarde mij zorgen. Hoewel het aantal pogingen tot diefstal, want dat is wat vals claimen in feite betekent, al heel erg hoog was, begreep ik meteen dat het werkelijke cijfer nog wel met een zekere factor mocht worden vermenigvuldigd. In Scheveningen is namelijk uit een onderzoek gebleken dat in ongeveer 30 procent van alle claimgeschillen er door de verantwoordelijke leidinggevende geen moeite wordt gedaan om de personalia van de betrokkenen te achterhalen. Hierdoor is registratie per definitie onmogelijk.
Naast bovengenoemde problematiek was er nog een reden om te vermoeden dat het werkelijke cijfer van ongeoorloofd gedrag veel hoger lag dan officieel was vastgelegd.
Reden hiervoor is dat tablemanagers het gewoonweg moe worden om iedere keer weer de registratie te verzorgen voor iets “waarmee toch niets gedaan wordt”.
Ik heb hier zelf in mijn tijd als laagste leidinggevende veel mee te maken gehad. Je deed veel moeite om alle benodigde informatie boven water te krijgen, maar een dag later zie je de bewuste gast weer vrolijk binnen. Als je al de moed had om aan een floormanager te vragen hoe dat mogelijk was, werd je steevast in de hoek gezet.
“Ach Marco, die meneer komt al zo lang. We vergissen ons allemaal wel eens, toch?”
En daarmee was de zaak gesust. Logisch, want anders had de manager zichzelf veel werk op de hals gehaald.
Allereerst moest de betrokkene worden opgezocht in de speelzaal. Tijdens het weekeinde, toen er in de goede periodes wel tot vijfenveertighonderd gasten rondliepen, was dit absoluut geen kinnesinne.
De tweede drempel betrof het uit het spel halen en meenemen naar een meer private omgeving. Ik ken bijna geen enkele gast die het geen probleem vindt om uit het spel te worden gehaald. Helemaal niet wanneer het balletje of de kaarten toevallig ook nog eens de goede kant op vallen.
Daarna moet een vaak uitputtend gesprek gevoerd worden in de Viproom. Verslaafde spelers gaan echt niet zonder slag of stoot het casino verlaten, gelijk een fervent roker die te horen krijgt dat vanaf heden “er geen rookwaren meer kunnen worden genuttigd”.
In de meeste gevallen gaat dat niet probleemloos.
Eventueel moet de floormanager daarna een entreeverbod opleggen.
Dit met alle mogelijke vervelende gevolgen van dien: een boze gast, scheldende gast, bedreigende gast, spugende gast, huilende gast of een fysiek gewelddadige gast.
Vervolgens een digitaal formulier invullen in OASE.
In het achterhoofd moet de leidinggevende dan ook nog bedenken dat deze teksten wellicht nog stof voor discussie zijn in de nabije toekomst, wanneer de gast en/of het controlerend orgaan van SRC en vestigingsleiding menen dat er iets aan de procedure en/of de reden van het verbod gemankeerd heeft.
En...
Kortom, men vond dit over het algemeen veel te veel werk.
En zo sloop de onuitgesproken afspraak tussen de verschillende managementlagen erin, om toch vooral het een en ander door de vingers te zien.
Alleen in heel extreme gevallen belden we dus een floormanager, anders niet.
De lotgevallen van mevrouw Sadhoe waren dus niet echt zwaar genoeg geweest. Maar nu dachten we daar anders over.
Ongeveer een week na mijn e-mail kreeg ik bericht dat er een schrijven naar het College van Toezicht was verzonden. Snel scande ik de brief van onze jurist en constateerde met trots dat mijn teksten vrijwel woordelijk waren overgenomen. Tenminste, tot aan mijn resumé. Met stijgende verbazing nam ik notitie van het uiteindelijke schrijven. Men had de meerdere documenten aan voorvallen – voor de leesbaarheid? – maar weggelaten. Geen ellenlange waslijst aan incidenten dus. Geen opsomming van de vele feiten. Geen tekst over de manier waarop wij als organisatie in de toekomst dergelijke tekortkomingen gingen ondervangen.
Niks, noppes, nada.
De brief werd besloten met een keurig “wij vertrouwen erop u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd.” Het bleek ruim voldoende.
Holland Casino werd niet op de vingers getikt, mevrouw behield haar entreeverbod. Klaar.
Een gast had gedragsverandering getoond en het prima uitgebalanceerde systeem had haar tegen zichzelf in bescherming genomen.
Een warm applaus vanuit de casinobranche voor het Preventiebeleid Kansspelen van Holland Casino.
Ook de politiek is over deze aanpak over het algemeen zeer te spreken. Het was altijd een van de kwaliteiten van Holland Casino waar de verantwoordelijke minister of staatssecretaris op attendeerde wanneer er in de Tweede Kamer stemmen klonken om toch eindelijk eens de monopoliepositie te beëindigen.
Gebeurtenissen zoals die in de casus van mevrouw Sadhoe staan echter helaas niet op zichzelf.
Dagelijks lopen er in de veertien vestigingen velen rond die dringend voor een enkele reis uitgang in aanmerking komen.
Holland Casino zegt vrijwel alle probleemspelers in de gaten te hebben en houden, maar in praktijk komt hier niet of nauwelijks iets van terecht.
In alle filialen waar ik langere tijd gewerkt heb was er een regel die bepaalde dat “iedere medewerker minimaal een keer per kalenderjaar een goedgekeurd PBK-signaal moet inleveren”.
In gewoon Nederlands betekent dit dat iedere collega in de speelzaal geacht wordt om per twaalf maanden minstens een gast schriftelijk aan te leveren als zijnde een mogelijke probleemspeler.
De SRC bepaalde dan vervolgens of deze melding ook als zodanig kon worden gezien.
In theorie is deze gewoonte natuurlijk prima, aangezien je de medewerkers scherp houdt op het signaleren van problematisch spelen. In de echte wereld blijkt deze werkwijze echter helaas een stuk minder effectief.
De binnengekomen signalen worden beoordeeld en ja, soms volgde een extra gesprek, wat ook meteen als een goede interne actie op het gebied van PBK werd ingeboekt. Maar in verreweg de meeste gevallen werd de speler geen entreeverbod opgelegd.
Wel werd geregeld een bezoekbeperking geadviseerd, soms zelfs opgelegd. Maar ja, het terugbrengen van de bezoekfrequentie van dagelijks naar maximaal acht keer per maand is niet echt effectief.
In de speelzaal blijkt dat een dergelijke gast ‘gewoon’ in de toegestane periode alsnog zijn geld achterlaat. Het humeur wordt er niet beter van, de financiële positie evenmin. Maar doordat de gast minder vaak binnen is, neemt het aantal verontrustende incidenten ook af in absolute aantallen.
Relatief gezien verandert er daarentegen weinig tot niets. De dagen dat de probleemspeler binnen is, vloekt hij nog steeds over dat “kankerspel”, barst zij nog steeds geregeld in huilen uit en blijven de overige probleemgevallen het personeel bestoken met verhalen over nog steeds niet betaalde gas-, water- en lichtaanmaningen.
Zo kan het dus voorkomen dat sommige collega’s meerdere jaren achter elkaar dezelfde gast voor hun jaarlijks PBK-signaal aanwijzen. Of dat collega A dit jaar gast “meneer Speeltteveel” als probleemspeler signaleert, terwijl collega B juist bij “mevrouw Gokttegraag” verontrustend gedrag waarneemt. En vervolgens, het jaar daarop, maakt medewerker A zich zorgen over “mevrouw Gokttegraag” en vult employee B een PBK-formulier in voor “meneer Speeltteveel”.
Holland Casino is zelf, in haar financieel- en maatschappelijk jaarverslag over 2010, erg te spreken over haar eigen activiteiten op het gebied van preventie. Men gaat er prat op dat 78 procent van de clientèle slechts een tot drie keer per jaar een casino bezoekt, en dat een 18 procent tussen de vier en elf keer een casino betreedt per twaalf maanden. Daarnaast geeft men zelf hoog op van de iets meer dan dertigduizend ‘Preventiebeleid Kansspelen gesprekken’, waaronder zesenzestighonderd zogeheten ‘nazorggesprekken’.
Sterker nog, op 15 juni 2011 geeft een woordvoerder van het bedrijf op Radio 1 een interview over het preventiebeleid. Deze stelt onomwonden vast dat het beleid prima in elkaar zit. Vooral omdat de entreeverboden door de gasten voor een groot percentage zelf zouden worden aangevraagd.
Hulde!
Dit ziet er voor een leek weliswaar uit alsof de gokinstantie er alles aan doet om verslaving tegen te gaan, maar wanneer de gepubliceerde cijfers echter even worden doorgerekend, is het beeld een heel stuk minder rooskleurig.
Om te beginnen blijkt uit de getallen dat slechts 4 procent van alle bezoekers verantwoordelijk is voor iets meer dan de helft van het totaal aantal bezoeken op jaarbasis. Met andere woorden, een kleine zesenveertigduizend individuen brachten samen ruim 2,8 miljoen bezoekjes aan een van de gokpaleizen in 2010. Dit betekent dat de gemiddelde gast uit deze groep meer dan zestig keer per jaar een casino binnenloopt.
Men zou toch denken dat een dergelijke bezoekfrequentie op zichzelf voldoende is voor minimaal een gesprekje op jaarbasis, maar dit is helaas niet het geval.
Aangezien de nazorggesprekken – per definitie – na een bepaald traject worden gevoerd, zijn er dus slechts maximaal drieëntwintigduizend oriënterende en/of preventieve gesprekjes gedaan. Hierdoor kan nooit meer dan de helft van de groep ‘frequente bezoekers’ worden gesproken.
Ook de euforie over de entreeverboden is een te positieve voorstelling van de feiten. Zeker omdat Holland Casino het getal van 4391 niet verder omschrijft. Onder de entreeverboden zitten namelijk ook situaties waarbij het management een bepaalde gast op basis van ongewenst gedrag de toegang tot het pand had ontzegd. Specifieke cijfers hieromtrent zijn in het desbetreffende jaarverslag onvindbaar, maar soms wordt iemand uit de speelzaal verwijderd omdat zijn of haar gedrag niet langer kan worden getolereerd.
In dergelijke gevallen hoeft er geen sprake te zijn van problematisch spelen. Er zijn genoeg gevallen bekend waarbij een gast naar huis werd gestuurd omdat deze te veel had gedronken of omdat men bijvoorbeeld bij de entree niet goed op de kleding van de bezoek(st)er had gelet. Vervolgens moest een leidinggevende in de speelzaal alsnog gaan vertellen dat de aanwezigheid van de gast toch niet op prijs werd gesteld op basis van de geldende kleedvoorschriften.
Dat het ongeoorloofde optreden van de gast in kwestie – denk bijvoorbeeld aan vloeken, stelen van andere spelers en bedreigen van het personeel – in meerdere gevallen het gevolg was van problematisch spelgedrag, mag zeker als extra verontrustend worden betiteld. Hieruit blijkt namelijk dat Holland Casino in vele gevallen pas (re)ageert op signalen van kansspelproblematiek wanneer dit in de speelzaal tot overlast leidt. Het overgrote gedeelte van de clientèle dat zich in het casino zelf wel weet te beheersen, ondanks de eveneens grote financiële en/of emotionele schade van het spel, wordt dus niet of nauwelijks opgemerkt en gokt zich beleefd spelend tot een faillissement.
Als laatste toevoeging met betrekking tot bovenstaande berekeningen moet wel in gedachten worden gehouden dat alle mogelijke gesprekken, bezoekbeperkingen en entreeverboden hier zijn gerelateerd aan de zesenveertigduizend meest frequente bezoekers.
Hierdoor ontstaat al een vertekend beeld, want het is ondenkbaar dat onder de 1,1 miljoen gelegenheidsbezoekers zich nimmer een problematische situatie zou hebben voorgedaan. Toch?
Ook de trainingen van de Jellinek-kliniek zijn een wassen neus met betrekking tot het tegengaan van mogelijke gokverslaving. Op de cursus zelf is overigens nauwelijks iets aan te merken.
Een gedegen instructeur met geruime kennis over de materie en een ervaringsdeskundige die vertelt hoe hij als “doorsnee huisvader met traditionele opvoeding toch kon afglijden tot iemand die alles verspeelde. Vrouw, kinderen, auto, huis, geld, aandelen, levensverzekeringspolissen. Alles weg.”
Voorts wordt via een PowerPoint-presentatie een aantal schema’s vertoond die de verschillende stadia van gelegenheidsspeler tot gokverslaafde beschrijft en de dag zit er weer op.
Dit klinkt misschien wat negatief, maar is zeker niet zo bedoeld.
Tijdens zo’n bijeenkomst krijg je als individu zeker goede en nieuwe inzichten mee die je tijdens het werk helpen om verontrustende signalen op te pikken.
Het probleem zit echter in de wijze waarop Holland Casino hiermee omgaat.
Het lokale Hoofd Opleidingen vinkt op zijn lijstje keurig af dat Marco Rosman op die en die datum een cursus PBK gevolgd heeft. Prima!
En verder? Niets.
Bij terugkomst in de vestiging is er bij mijn weten zelden maar een collega geweest die naar aanleiding van de training een vervolggesprek heeft gehad met zijn directe leidinggevende.
In het verlengde daarvan worden dus maar mondjesmaat specifieke afspraken gemaakt hoe de zojuist gecertificeerde het geleerde in de werkzaamheden gaat implementeren.
Persoonlijk was mijn beleving van dit alles dat Holland Casino vooral geïnteresseerd was in het feit dat ik een papiertje van Jellinek had ontvangen en in veel mindere mate of ik daadwerkelijk iets had opgestoken.
Met andere woorden: het maakte niet veel uit of Marco verzoop of niet, hij had Zwemdiploma A en B binnen. Daar ging het om!
De afspraken met de beide ministeries en de daaruit voortvloeiende kerngetallen waren bijkans heilig verklaard en elke discussie hieromtrent stond ook in het teken van het vooral “halen van de afgesproken targets”.
In maart 2009 stuurde een van mijn superieuren hierover een verontrust bericht. Ik was verantwoordelijk voor het PBK-gebeuren en dientengevolge was het niet meer dan logisch dat juist mij werd gevraagd hoeveel contactmomenten met de clientèle ik voor dat jaar had ingepland. In 2008 hadden we dankzij een ferme eindsprint in het laatste kwartaal ongeveer achttienhonderd zogeheten gastheergesprekken gevoerd, welke model staan voor de eerste verkenning van mogelijke verslavingsproblemen.
De vraagstelling met betrekking tot een “getal bij benadering” verbaasde mij.
Ik belde de leidinggevende op met de vraag wat deze daarmee precies bedoelde en hoe ik in godsnaam nu reeds kon zeggen hoeveel keer een gast bij de entree te horen zou krijgen dat hij of zij “in aanmerking kwam voor een gastheergesprek”.
“Nou gewoon. We hebben er vorig jaar achttienhonderd gedaan en in overleg met het hoofdkantoor is besloten dat we dat getal dit jaar graag minimaal willen benaderen.”
Oké, het betrof dus geen vraag, maar een uitnodiging voor een kort overleg waarin ik de achttienhonderd stuks door de strot geduwd kreeg.
“Maar de bezoekersaantallen zijn duidelijk dalende. Dit betekent dus dat er minder gasten zullen binnenkomen en volgens de wet der grote getallen er dus ook iets minder spelers zullen zijn die problematisch spelgedrag vertonen.”
“Hahaha, niet zo negatief zeg! Misschien komen er dit jaar wel weer meer bezoekers dan ooit.”
“Ja... euh, dat zou natuurlijk mooi zijn, maar daar is in de begroting al geen rekening mee gehouden. Maar verder is de besteding per bezoek ook al lange tijd aan het krimpen. Hieruit zou kunnen worden geconcludeerd dat de gasten bewuster met hun geld omgaan.
En bewuster spelgedrag betekent per definitie minder problematisch spelgedrag. Toch?”
“Jawel, jawel. Maar we hebben afspraken met de Staat. PBK is een punt dat altijd onder een vergrootglas ligt. Dat weet jij toch ook?”
“Maar het aantal gokverslaafden zou ook nog eens kunnen zijn gedaald doordat...”
“Marco! Ik reken op achttienhonderd gesprekken, oké? Ik heb ook mijn targets.”
Ik had nog willen zeggen dat ons PBK-beleid misschien eindelijk zijn vruchten begon af te werpen en dat we door onze (vermeende?!) inspanningen wellicht een aantal spelers hadden behoed voor excessief spelgedrag, waardoor het aantal spelgerelateerde problemen sowieso lager zou uitvallen.
Ik begreep echter dat dergelijke teksten aan dovemansoren zouden worden gericht.
Er waren namelijk targets en die moesten gehaald worden. Einde discussie.
Het daadwerkelijk behalen van de geplande aantallen was overigens ieder jaar weer een race tegen de klok. Om achttienhonderd discussies schriftelijk vast te leggen in OASE dienden gemiddeld honderdvijftig gasten maandelijks aan de deur te worden tegengehouden, alwaar deze door een floormanager werden opgehaald en uitgenodigd om “onder het genot van een kopje koffie eens kort te praten over uw ideeën aangaande ons casino”.
Nadat er vervolgens even was gekeuveld over de kleur van het tapijt of het toch wel heel luidruchtige optreden van Nick en Simon, vorige maand, gaat de floormanager op de serieuze toer.
“U komt over als iemand die precies weet hoe ver ze in het casino kan gaan, mevrouw. Mijn complimenten daarvoor. Ik zit hier namelijk ook wel eens en dan, nou, dan hoor ik hele andere geluiden. U weet toch dat wij u eventueel zouden kunnen doorverwijzen naar bepaalde instanties, mocht u ooit spelgedrag gaan vertonen waarbij het spelen niet meer leuk is, of dat het financieel voor problemen zorgt. Toch?”
Of iets van dergelijke strekking.
Een hele mond vol. Indien de ondervraagde op dat moment aangeeft geen problemen te hebben, is het resultaat voor bijna alle partijen weer bereikt. Holland Casino heeft zijn maatschappelijke plicht gedaan. De Staat is blij.
De floormanager heeft zijn quotum voor die dag weer bereikt en kan op een schouderklopje van de dutymanager rekenen. Twee leidinggevenden zijn blij.
De casinomanager ziet de dag erop dat er nog maar zeventienhonderdnegenennegentig gesprekken te gaan zijn. Het topmanagement is blij.
De gemiddelde speler weet uit ervaring dat zo’n gesprekje nu eenmaal in de zoveel tijd langskomt. Die is nu helemaal happy omdat hij voorlopig niet meer aan de deur wordt tegengehouden.
Maar is nu iedereen echt blij?
Wat nu wanneer de gast in kwestie een mevrouw Sadhoe in wording is?
Geen probleem. Met zo iemand voeren we later dat jaar gewoon nog een keer een gesprekje. Twee gesprekken gedaan, nog maar zeventienhonderdachtenegentig te gaan. Hoera!
Maar er zijn meer redenen aan te voeren die impliceren dat het PBK-beleid in hoofdlijnen veel meer gericht was op het tevreden houden van de externe stakeholders dan op het daadwerkelijk terugdringen van het probleem.
Zo was er in Scheveningen de afspraak dat het target van de achttienhonderd gesprekken eind november diende te zijn gerealiseerd.
De maand december is traditioneel gezien te druk om extra bezigheden uit te voeren naast de dagelijkse beslommeringen. Daarom werden er vanaf het moment dat de Sint arriveerde vrijwel geen preventiegesprekken meer gevoerd. Die gast stond er dan voor het nieuwe jaar op, om ergens in januari te worden aangesproken.
Ook werden er regelmatig zogeheten ‘inhaalsessies’ georganiseerd.
Wanneer een topmanager ineens moest constateren dat er te weinig PBK-signalen waren binnengekomen en de desbetreffende vestiging dus achterliep op schema werd tijdens de briefing voorafgaande aan de dienst vrolijk medegedeeld dat we ons quotum nog moesten halen en dat er die dag even een zeker aantal PBK-signaleringsformulieren moesten worden opgemaakt.
De zaalleiding ging dan ook braaf halverwege de dienst bij de tablemanagers informeren hoeveel formulieren reeds waren ingevuld.
Indien de score nog te laag was, werd er tot spoed gemaand.
Dergelijke periodes waren hectisch, temeer omdat dan ook de grote spelers ineens tegenover een floormanager zaten, die hen uitleg gaf over de mogelijkheid om doorverwezen te worden naar instanties die helpen bij kansspelverslaving.
Maar de grote jongens zaten vrijwel nimmer te wachten op dergelijke boodschappen en zodra zij eenmaal (!) verklaard hadden geen problemen te hebben met het spel, werd men vervolgens niet (lees: praktisch nooit!) meer hiermee lastiggevallen.
Holland Casino is een uitgaansgelegenheid met een bijzonder product, waar u verantwoord en veilig kunt spelen om geld. Aan het spelen kunnen echter ook risico’s kleven. Zo raden wij u aan van tevoren een spelbedrag te bepalen en dit niet te overschrijden. Daarnaast is spelen bij Holland Casino niet verplicht. U kunt Holland Casino dus ook bezoeken om een gezellige middag of avond te hebben. Zowel u als speler, maar ook de samenleving is erbij gebaat dat Holland Casino alert is op verschijnselen van problematisch spelen. Holland Casino kent de risico’s van het spel en wil die beperken en, waar mogelijk, voorkomen. Wij trainen onze medewerkers om spelers die een probleem lijken te hebben met het spel te herkennen. Zij geven hun suggesties voor een bezoekbeperking of een vrijwillig entreeverbod, en kunnen hun eventueel de weg wijzen naar de hulpverlening. Bovendien waken wij ervoor onze gasten aan te zetten tot onbeheerst spel. Bovenstaande tekst is te vinden op de site www.hollandcasino.nl en dan onder de kop ‘Preventie’. Men zegt dus erg goed op te letten en waakt er bij zelfproclamatie voor om “onze gasten aan te zetten tot onbeheerst spel”.
Een ingewijde geeft echter aan dat hij in de Cercle Privé regelmatig hele andere dingen zag gebeuren.
“Ieder jaar is er in de Jaarbeurs van Utrecht de Vakantiebeurs. Dan komt er een directeur van een grote vliegmaatschappij uit Oost-Europa. In de week voor het evenement kreeg de horeca een seintje dat meneer er waarschijnlijk weer aan zat te komen. Men moest dan even een doos J&B whisky bestellen. Voor hem alleen.
Meneer verscheen dan altijd met een flinke entourage van zeker twaalf personen. Deze verbleven ook de gehele avond in de Cercle, zonder dat zij overigens speelden. Wel maakten zij gebruik van de mogelijkheid om aan een overdadige dis plaats te nemen.
En uiteraard was de maaltijd halal. Alleen de directeur speelde, nou ja, smeet met poen. Dat was geen spelen meer. En daarnaast dronk hij. Vorig jaar werd hij vier avonden achter elkaar letterlijk naar buiten gedragen, zo dronken was hij. Niet zo gek natuurlijk, want hij zoop een fles per avond. Maar ja, hij speelde mede daardoor wel als een gek, dus hem werd niets in de weg gelegd. Zelfs niet toen hij zo bezopen was dat hij links en rechts de fiches uit zijn handen liet vallen. Hij was guller dan Sinterklaas. Het enige wat de leiding toen deed was een extra mannetje bij de ingang van de Cercle neerzetten zodat we geen pottenkijkers binnenkregen. De man verloor iedere keer tonnen tijdens de beurs.”
Maar het meest schrijnende van alles is volgens de bron, die anoniem wil blijven in verband met mogelijke represailles, toch wel de wijze waarop Holland Casino aan de ene kant de mond vol heeft over haar eigen preventiebeleid met betrekking tot kansspelverslaving, “terwijl aan de andere kant er alles aan wordt gedaan om de gast toch zo snel mogelijk leeg te trekken”.
“De zaalleiding klampt vooral oude dametjes aan die slechts mondjesmaat spelen. Men gaat juist met hen in gesprek om aan de gewenste aantal gastheergesprekken te komen. Maar degenen die echt zo’n gesprek nodig hebben worden juist met rust gelaten.
Vooral als deze riepen dat ze toch geld zat hadden.” Een uitspraak die de boekhouder van Subaru ook altijd bezigde. In feite is er dus sprake van een gerichte manier om kwantitatief een bepaald resultaat te behalen. De kwaliteit van het preventiebeleid was daarbij slechts een ondergeschoven kindje, zo vult de ex-collega aan.
Voor de grotere gasten ging het gokbedrijf echter nog veel verder van het pad dat een goed verslavingspreventiebeleid vereist.
“Er circuleerde in de Cercle Privé een aantal A4’tjes met namen, geboortedata en foto’s van de meest grote spelers. Officieel mag dat natuurlijk niet en het management was ook als de dood zo bang dat tablemanagers erachter zouden komen. In praktijk wisten die er wel van, maar toch hield de leiding de foto’s angstvallig voor het overige personeel verborgen. Misschien waren ze bang dat iemand die papiertjes ooit mee zou nemen naar huis, of ze aan een van de spelers zou laten zien. Nou, er zitten er een paar tussen die de boel daar dan meteen kort en klein hadden geslagen. Of erger.”
De foto’s dienden ter ondersteuning bij het identificeren van de verschillende ‘whales’. Zodra de floormanager front office een grote speler of speelster bij de entree ontwaarde, belde deze meteen naar de Cercle Privé met de tekst dat meneer of mevrouw zus en zo in aantocht was.
“Het barpersoneel keek dan even naar de fotootjes, zodat de desbetreffende gast bij binnenkomst van de Cercle Privé meteen zijn of haar favoriete drankje kon worden aangereikt. Zo ging er geen overbodige tijd verloren en kon men meteen naar de speeltafels. Tijd was geld.”
Dit soort gebeurtenissen kwam wel vaker voor. Een Chinese financieel directeur/boekhouder van het automerk Subaru uit Alphen aan den Rijn werd meerdere jaren lang geen strobreed in de weg gelegd toen hij vooral in Scheveningen en Amsterdam kwistig de duizendjes in het rond smeet en zo het onvoorstelbare bedrag van – naar zijn eigen zeggen – € 23.000.000 verloor.
Zijn favoriete stekjes waren de vestigingen Scheveningen en Amsterdam. In de hoofdstad was men zelfs zo tevreden met zijn aanwezigheid dat hij zijn auto onder het casino mocht parkeren en via de personeelsingang werd binnengelaten. Zijn bolide stond achter een hek, waarvoor eerst een aantal paaltjes elektronisch in de grond moesten zakken en daardoor werd geparkeerd op een plaats die toegankelijk moest zijn voor de brandweer. Deze informatie kwam van een voormalige zaalchef die in 2003 de organisatie noodgedwongen moest verlaten en tijdens een interview met FD.TV vervolgens een boekje opendeed over het preventiebeleid.
“Ja, Holland Casino heeft inderdaad een kansspelverslavingsbeleid.
Dat bestaat voornamelijk uit het invullen van formulieren zodat aan de plicht is voldaan. Registratieplicht, en als het formulier is ingevuld, gastheergesprek is ingevuld, waarin vermeld staat dat de desbetreffende man – wie dat dan ook is, in dit geval de Chinese klant – op de hoogte is van alle risico’s van het spel en geen problemen kent, dan is het goed,” aldus de oud-medewerker.
Holland Casino was er dus klaarblijkelijk alles aan gelegen om meneer aan het spelen te houden. Sterker nog, men rekende daar al zoveel op inkomsten uit zijn zak dat er paniek uitbrak toen hij uiteindelijk tegen de lamp liep in het voorjaar van 2004. Er ging een brandbrief naar het hoofdkantoor aangaande de teruglopende winsten, nu meneer niet langer onderdeel uitmaakte van de clientèle, en de begroting werd voor dat jaar alsnog drastisch teruggeschroefd.
Eigenlijk onnodig om te vermelden dat dit geld niet van de man zelf was, maar van zijn baas. Overigens is de hoogte van die enorme berg geld eigenlijk altijd een punt van discussie gebleven.
In een eigen persbericht zegt de gokinstantie namelijk: “Het is niet te zeggen of de fraudeur 18 miljoen euro bij Holland Casino verloren heeft.”
Subaru had namelijk het gokimperium aangeklaagd, met als reden dat men had kunnen weten – of op zijn minst: vermoeden – dat er hier sprake was geweest van oneigenlijk gebruik van gelden van derden.
Holland Casino deed echter of de neus bloedde en wees iedere verantwoordelijkheid met kracht van de hand. Op zich is dat een goede tactiek, want zodra je maar bij een enkele gast toegeeft dat je als bedrijf gefaald hebt, zet je de deuren open voor iedere gelukszoeker die ooit een eurootje in een van de vestigingen heeft achtergelaten.
In een eigen persbericht van 28 januari 2004 zegt men hierover: “Holland Casino is niet medeschuldig aan de miljoenenfraude, zoals de advocaat van de boekhouder meent. Holland Casino had die fraude nooit kunnen voorkomen. Op Subaru rustte de plicht om de fraude te constateren, en niet op Holland Casino. Het is niet te zeggen of de fraudeur € 18.000.000 bij Holland Casino verloren heeft.”
Een van de grootste discussiepunten tijdens het geding betrof de vermeende nalatigheid die Holland Casino zou hebben geëtaleerd bij het tegen zichzelf in bescherming nemen van de grote speler. De reactie hierop van het gokbedrijf was dat men onmogelijk het oog hierop had kunnen houden, getuige een verklaring hieromtrent uit hetzelfde persbericht.
“De gast behoorde tot de categorie van spelers met een ton aan speelgeld per bezoek en is daarin niet uniek, zoals zijn manier van spelen ook niet uniek was.”
Goh.
Spelers met een ton aan speelgeld zijn dus niet uniek. Hiermee zou dus het missen van de ettelijke miljoenen die over tafel vlogen een normale gang van zaken zijn geweest?
Nou, nee dus. Indien we een dergelijke ‘whale’ binnen hadden, kwam vrijwel het gehele casino de verrichtingen van de gast in kwestie gade slaan. Gasten en personeel.
De organisatie was in deze discussie duidelijk in een onvervalste spagaat beland. Aan de ene kant bij hoog en laag volhouden dat er heus niet zoveel opmerkelijks gebeurde, met als resultaat een gast die € 23.000.000 achterliet.
Aan de andere zijde bleef men stug verkondigen dat het vangnet voor mogelijk excessief spelgedrag compleet sluitend was.
Op persoonlijke titel: Holland Casino was nul uit twee.
Ten eerste wist vrijwel iedereen in de gehele stichting dat een financieel enorm grote Chinese speler de vestigingen in Scheveningen en Amsterdam frequenteerde. Wanneer we tijdens een landelijk pokertoernooi voor het personeel onze collegae uit Valkenburg, Groningen en Breda weer eens ontmoetten, werd er door hen steevast naar de laatste ontwikkelingen omtrent W. gevraagd.
Voorts is het op zijn zachtst gezegd een vreemde situatie wanneer iemand ‘ongezien’ een enorm bedrag achterlaat en je als organisatie niet eens kan verklaren of het nu € 23.000.000 was of dat het totale verlies van de Subaru-medewerker ‘slechts’ € 18.000.000 betrof.
Een gaatje van een vijf met zes nullen!
En mocht Holland Casino op bovenstaande tekst reageren met de mededeling dat er inderdaad ‘maar’ € 18.000.000 terug te vinden is, als zijnde geïncasseerd, nou, dan neem ik bovenstaande bewering meteen terug.
Er blijven in dat geval bij mij nog wel twee kleine vraagjes rechtovereind staan.
Ten eerste vraag ik me dan af hoe het kan dat je als bedrijf blijft roepen over een prima werkend preventiebeleid op het gebied van kansspelverslaving te beschikken wanneer je bijna € 18.000.000 toucheert, maar dit klaarblijkelijk geen enkele alarmbel heeft doen afgaan?
Het lijkt me namelijk geen gewaagde uitspraak om te stellen dat van de 1,1 miljoen verschillende bezoekers in 2010 er zeker 99,99 procent niet in de buurt van bovenstaande bedragen gekomen zijn. Tenminste, dat hoop ik dan maar. En juist die massa zou door Holland Casino wel goed in de gaten kunnen worden gehouden?
Onmogelijk!
Mijn tweede vraagteken betreft een reservering van € 2.300.000, welke enige jaren later ineens op de balans verscheen. Uiteindelijk is er voor dit bedrag met Subaru geschikt en bleef Holland Casino een verdere rechtsgang bespaard.
Waarom is er met Subaru geschikt voor € 2.300.000 en niet voor – bijvoorbeeld – € 1.800.000? Of is het echt toeval dat het eerste bedrag 10 procent bedraagt van de eigenlijke claim?
Mijn bezwaar tegen het vermeende prima preventiebeleid is dan ook niet zozeer gebaseerd op bovenstaand voorbeeld, wat in het ergste geval nog als “uitermate vervelend incident” zou kunnen worden afgedaan.
Nee, ik heb meer problemen met het feit dat de organisatie volledige arrangementen via het internet aanbiedt. En dan met name via de website www.hyves.nl, terwijl toch bij een heel breed publiek bekend is dat deze vorm van social media vooral door jeugdigen tot achttien jaar wordt gefrequenteerd.
Maar het kan nog gekker. Toen onze jongste zoon van vijf jaar op www.spele.nl zat te wachten totdat een spelletje was geladen dat geheel op zijn leeftijd was toegespitst, kreeg hij vrolijk een reclame van Holland Casino te zien waarin hem het Casino Try Out-pakket werd aangeboden. Goed, € 35 is dan misschien wat veel voor een kind dat pas tot twintig kan tellen (ongeveer dan: hij vergeet de negentien nog wel eens). Maar daarvoor krijgt hij wel een “gratis entree, tien roulettechips van € 1, 3 actiewaardechips van € 5, € 10 speeltegoed voor de speelautomaten en een Try Outhapje.”
Mocht de blonde kleuter dan nog twijfelen: misschien trekt de “kans op reis naar New York” hem dan over de streep.
Van ons mag hij voorlopig nog niet alleen naar de zandbak. Dat de pas ook ’s nachts zindelijke jongen geen kaas heeft gegeten van casinospelen is geen enkel probleem: in het pakket zitten speluitleginformatieboekjes.
Het is dat junior letterlijk vooralsnog niet meer kan lezen dan de uitdrukking ‘k3’ (jaja, de meisjes zijn erg geliefd), want anders was hij wellicht alsnog overstag gegaan bij het vooruitzicht van een “Hollands aperitief ”.
Een overtrokken reactie van een overbezorgde ouder, vindt u?
Kan, uw goed recht. Maar het lijkt me toch van de zotte indien bedrijven zoals Heineken, Playboy en Marlboro morgen hun producten specifiek op basisscholen gaan promoten, toch?
Juist.
Ten slotte plaats ik een groot vraagteken bij de reguliere werkwijze waarmee Holland Casino mogelijke kansspelverslaving zegt tegen te gaan. Daarbij baseer ik me op cijfers van de organisatie zelf, zoals deze op de eigen website zijn gepubliceerd: in 2010 passeerden in totaal 5.623.901 (zegge: vijfmiljoenzeshonderddrieëntwintigduizendnegenhonderdeen) bezoekers de entreepoorten van een van de vestigingen van Holland Casino.
Het uitgebalanceerde preventiebeleid filterde daar de meest schrijnende gevallen van problematisch spelgedrag uit en verwees deze naar de hulpverlening. 42 (zegge: tweeënveertig) stuks.