Fraude

 

Hoe het precies is gegaan kan niemand meer met zekerheid zeggen, maar het was binnen de muren van het Zandvoortse gokhuis tijdens de beginjaren van Holland Casino wel een publiek geheim dat er een aantal zaken volledig fout ging. Een van de meest flagrante was de volgende.

Aan de Franse Roulette was het gebruikelijk dat er aan een bepaalde tafel zo veel mogelijk met een vast team gewerkt werd, de zogeheten equipe, een groep van vijf speltechnische medewerkers.

Allereerst was er de tafelchef, deze zat altijd op een kleine verhoging in het verlengde van de Franse Roulette. Vlak achter de draaischijf, zodat hij zowel het gevallen nummer evenals de acties van gasten en collega’s in de gaten kon houden.

Tijdens zijn pauze werd hij vervangen door de souschef. Wanneer de chef vervolgens na een kwartiertje weer terugkwam, nam de ‘sous’ weer plaats aan de speeltafel zelf, waarna een van de croupiers op pauze kon. Na vijf kwartier was de cirkel rond en begon de pauzeregeling opnieuw.

Equipes werkten soms maandenlang achtereen samen.

In Casino Valkenburg, waar traditioneel gezien het verloop van personeel al drie decennia uitermate laag is, zijn zelfs gevallen bekend van equipes die meer dan een jaar als vaste groep opereerden.

En waar personen langere tijd intensief samenwerken, ontstaat vaak een band. Op zich geen verkeerde situatie, zolang de gezworen kameraden elkaar niet gaan gek maken over mogelijke acties aan de speeltafel die het daglicht niet verdragen.

Maar ja, soms gebeurde dat wel. En als men in de beginjaren kwaad wilde, nou, dan waren de kansen legio.

Tegenwoordig is het vrijwel ondoenlijk om onopgemerkt voor een langere periode te frauderen omdat alle gaten in de loop der jaren hermetisch zijn dichtgetimmerd. Maar in de opstartfase had men nog geen flauw benul van beveiliging, laat staan de lekken die hierin konden ontstaan. Registratie was toen nog een vies woord en het volgen en kanaliseren van de geldstroom stond nog niet eens in de kinderschoenen, maar bevond zich nog in het baringskanaal.

Vooral sommigen van de ingehuurde buitenlandse krachten, die ervaring genoeg hadden om elke beveiligingslek direct op te sporen, namen het ervan. Een van die verhalen aangaande de vermeende ontvreemdingen hoorde ik medio 2010 van een collega die toen nog steeds werkzaam was op de speelvloer in een van de vestigingen.

Volgens de oudgediende reed vanaf de opening in 1976 tot aan de grote fraude in Scheveningen een busje vol Oostenrijkse collega’s – ja, een complete equipe – tezamen richting de Nederlandse kust. Als team werkte men altijd samen en daardoor kon er ook samen worden gereisd wanneer de vrije dagen begonnen of weer voorbij waren.

Vrijwel altijd passeerde men in de vroege uurtjes al de Duitse grens, zodat men er zeker van kon zijn dat het casino ergens tussen drie en vijf uur ’s middags bereikt werd.

En vervolgens ging diezelfde groep de kluisruimte in om daar aan een grote tafel de binnengekomen biljetten van de dag daarvoor te tellen.

De chauffeur fungeerde als leidinggevende en was dus de enige die de resultaten mocht noteren. De bijrijder mocht de cashboxen openen, waar regelmatig het papiergeld als een ‘duveltje-uit-een-doosje’ omhoog sprong, alsof het blij was dat het nu weer de ruimte kreeg nadat het geruime tijd zo stevig opeengepakt had gezeten.

De passagiers van de achterbank sorteerden en kopten de biljetten.

De jongste collega had het druk: die zorgde de gehele tijd voor verse koffie. Een eerlijke deal, want hij had immers vrijwel de volledige reis achterin liggen slapen.

Stapels biljetten werden eerst handmatig gesorteerd. Daarna werd de massa keurig gekopt om ten slotte met behulp van een telmachine geteld te worden. De leidinggevende noteerde het uiteindelijke resultaat van Franse Roulette I op een kladpapiertje.

Er was geen controle in de vorm van een beveiligingsbeambte, er was geen controle door het verifiëren van de genoteerde aantallen aan de hand van een schriftelijke vastlegging, de dag daarvoor.

Er was geen camerasysteem om het geheel scherp in de gaten te houden of in een later stadium nogmaals te raadplegen. Niets van dat alles.

Een klein groepje (vooral) mannen die elkaar vertrouwden, gingen samen de telling doen van een bundel biljetten, waarvan niemand zelfs maar bij benadering kon zeggen hoeveel de waarde ervan ongeveer moest zijn.

Dat is vragen om fraude, toch? Want laten we eerlijk zijn, wanneer ikzelf de leiding zou hebben over een klein team waarin mijn vrouw en twee beste vrienden zaten en met die mensen zou ik de verantwoording krijgen over enorme stapels ongeteld geld...

Volgens de overlevering ging het van kwaad tot erger. Schaamteloos werden er twee of drie stapeltjes met bankbiljetten gemaakt, waarvan er slechts een als zijn ‘cashdrop’ werd genoteerd. De rest werd ter plaatse onder de aanwezigen verdeeld, volgens afspraak.

De tafelchef kreeg het meeste, de souschef moest met iets minder genoegen nemen en de croupiers mochten blij zijn als ze met zevenhonderdvijftig tot duizend gulden op zak een uurtje later aan hun reguliere werkzaamheden begonnen.

Wanneer er sprake was geweest van een druk weekeinde kwamen er ook wel eens vier stapeltjes op tafel.

Dan had iederéén een goed weekend.

Ik kan met een schoon geweten zeggen dat ik tijdens mijn jarenlange dienstverband nooit iets heb gestolen van Holland Casino. Buiten het feit dat de meesten van ons zo niet worden opgevoed is de pakkans gewoonweg veel te groot tegenwoordig. Maar tot 1982 werd het stelen van grote sommen geld zo gemakkelijk gemaakt dat ik eerlijk moet bekennen dat de verleiding voor mij wellicht ook te groot zou zijn geweest.

Dat er in die periode überhaupt nauwelijks werd opgelet, was geheel in het straatje van kwaadwillenden.

Onder het oudere personeel is hiervan een berucht en beroemd voorbeeld bekend, aangezien eind jaren zeventig in Zandvoort een hele equipe twee uur eerder werd afgelost door een groep nieuwe collega’s.

Later bleek dat deze beroepsgenoten eigenlijk gewoon gasten waren die een smoking hadden gehuurd en doodgemoedereerd zich met een valse identificatie toegang hadden weten te verschaffen tot de speelzaal.

De echte casinomedewerkers waren zo blij met dit meevallertje dat men gezamenlijk de kroeg opzocht.

De vier ‘collega’s’ hebben in de twee uurtjes dat men aan de Franse Roulette zat de tafel vrijwel leeggeroofd. Handlangers die zich als spelers voordeden, kregen grote onrechtmatige uitbetalingen naar zich toe geschoven. Daarnaast lieten de croupiers bij voortduring jetons met de hogere waardes in hun eigen zakken verdwijnen.

Ze hadden wel lef: de heren bleven gewoon zitten totdat de avondploeg hen kwam aflossen!

 

Een andere succesvolle vorm van fraude was het zogeheten ‘verjaardagscadeautje’.

Iemand liet een familielid of vriend opdraven en wachtte dan bij de spelronde totdat het balletje was gevallen. En terwijl de ene croupier met behulp van het rateau alle verliezende inzetten bij elkaar harkte, plaatste de ander doodleuk een jeton van honderd of tweehonderd gulden op het zojuist uitgekomen nummer. Een spelletje zonder verlieskans dus, want het resultaat van de draai was bekend en daarna werd alsnog op de gewonnen kans geplaatst. Vervolgens werd de ‘jarige’ verrast met de technisch juiste betaling van vijfendertig keer de inzet.

“Kijk eens mama... euh mevrouw, 35 maal 200 maakt 7.000.”

Licht fluisterend werd daar dan doorgaans aan toegevoegd:

“Gefeliciteerd met je verjaardag.”

Sommige gasten werden in die begintijd dan ook vier jaar ouder, per twaalf maanden!

Achteraf lijkt het misschien onmogelijk, maar zo is het wel gebeurd. En ja, ook in die dagen was er wel enig beveiligingspersoneel in dienst, maar die hadden nimmer een speltechnische opleiding gehad en hadden dus geen flauw idee wat er allemaal gebeurde terwijl ze naar de tafel stonden te kijken!

Het was net alsof men volslagen digibeten de activiteiten van een dozijn superslimme wiskundestudenten op het internet liet controleren. Hierdoor kon men onder de ogen van security eenvoudig van alles ontvreemden.

En wat maakte het ook allemaal uit? Geld kwam binnen als water, iedere dag weer.

Iedere dag weer. Iedere dag weer. En iedere dag meer.

Er moet in die tijd niemand geweest zijn die niet wist dat aan al die prachtige tijden eens een eind zou komen en misschien was het daarom wel een tijd van pakken wat er te pakken viel. Vroeg of laat zou iemand het eenvoudig verdommen om mee te doen aan de zelfverrijking en het geheel wereldkundig maken. En daarmee zou aan het leven in Luilekkerland abrupt een einde komen. Die dag kwam.

 

In 1982 werd alles anders.

De zaak kwam aan het rollen toen een bedrijfskassier op de man af werd gevraagd om mee te doen aan de grootschalige zelfverrijking. Hij weigerde en zocht het heimelijk meteen hogerop.

Vervolgens werden door de directie in Hoofddorp personen ingehuurd die zich in de speelzaal als reguliere gast voordeden, maar vooral bezig waren met het monitoren van alle onreglementaire handelingen.

Ze moeten toentertijd hun ogen uitgekeken hebben. De fraude was inmiddels uitgegroeid tot een prima georganiseerde organisatie.

Bij de dagelijkse opening van het casino in het Scheveningse Kurhaus zorgde iemand aan de voordeur ervoor dat de juiste man of vrouw als eerst het pand betrad.

Pijlsnel werd de handlang(st)er vervolgens geregistreerd, waarna deze zich snel richting de speelzaal begaf. Aldaar was nu nog slechts personeel aanwezig, in afwachting van de clientèle.

De zaalchef had een indeling gemaakt waarbij de equipe aan de meest achterafgelegen Franse Roulette was geposteerd. Mogelijke pottenkijkers werden zo bij voorbaat al bemoeilijkt in hun poging om het geheel te volgen.

Bezoek(st)er nummer 1 van die dag haastte zich naar die tafel en haalde al rennend alvast een berg jetons uit de zakken. Vervolgens was de zwendel een koud kunstje. Aan het begin van een speldag plaatste men wereldwijd het balletje in het nummer van de desbetreffende datum. Vervolgens werd het roulettewiel alvast met de klok mee in beweging gebracht. Was vandaag toevallig het begin van een nieuwe maand? Dan was de 1 voor even de thuishaven van ‘le ballon’.

De toekomstige winnaar pompte de datum vervolgens helemaal vol met fiches, de cilinder werd de andere kant op gedraaid zonder dat het balletje zelfs maar werd aangeraakt en de croupier haalde even zijn vingers langs de cilinderrand, daarmee het elektronisch oog suggererend dat het balletje zojuist was langsgekomen en er dus sprake was van een reguliere speelronde. Voila!

Nog geen drie seconden later liet de display boven de tafel zien dat de 1 zojuist was gevallen.

De gast kreeg keurig honderdvierenvijftigduizend gulden uitbetaald en verliet het gokhol, nog voordat de eerste drukte aan de receptie was weggewerkt.

Op deze manier is heel veel geld verdwenen. Geld dat toebehoorde aan de Nederlandse Staat en de belastingbetalers. Ik kan met geen mogelijkheid een goede schatting maken over de totale fraude, maar intern zijn we het er wel al die jaren over eens geweest dat het bedrag in ieder geval heel veel miljoenen bedroeg. Zeker omdat er voorafgaande aan de grote schoonmaak vrijwel nimmer iemand werd betrapt. Iedereen kon vrijwel ongestoord zijn gang gaan met het toeschuiven van geld richting de handlangers.

Na de dienst spraken de partners in crime ergens af en werd de buit verdeeld.

De zaalassistent kreeg een douceurtje van een paar honderd gulden. Hij stond immers onder aan de voedselketen.

De nieuwbakken croupier een enkel duizendje, de souschef kon over weer een nieuwe auto gaan nadenken en de tafelchef en zaalchef bespraken het vervroegd aflossen van de hypotheek die op hun buitenhuisje in Malta of Benidorm rustte. Iemand nog een biertje?

Een of twee tafeltjes verderop volgde een rechercheur het blijspel met stijgende interesse.

Daarna is het heel snel gegaan.

Tijdens een grote actie in april 1982 werden hele equipes ineens van tafel gehaald. Anderen bleef de schande nog enigszins bespaard doordat ze gewoon op pauze gingen en buiten het zicht van de gasten en andere collega’s werden aangesproken door een van de vele opgetrommelde rechercheurs.

Degenen die tijdens de bliksemactie van een vrije dag genoten, zagen tot hun grote schrik niet de langverwachte pizzaboer voor de deur staan...

Tweemaal pepperoni, een keer barbecue, extra kip. En graag binnen een kwartier... maar een afvaardiging van de plaatselijke Hermandad.

Een arrestatiebevel, een huiszoekingsbevel. Per direct.

Wat de bewuste personeelsleden in ieder geval wel allemaal gemeen hadden, was dat ze allen keurig in een blauw busje werden geladen en vervolgens mee mochten naar het bureau.

Daar kregen ze niet alleen pizza, maar mochten ze nog blijven slapen ook!

In totaal werden zo’n zestig personen afgevoerd, een niet onbeduidend percentage van het Scheveningse personeelsbestand.

Soms zijn de fraudes zo onbeduidend dat de kleine fraudeurs vrijwel geruisloos de organisatie verlaten. En soms wordt er zo verschrikkelijk opzichtig een blunder (?) gemaakt dat eenieder zich afvraagt of er wel sprake van fraude is.

Een collega op het hoofdkantoor was rond de eeuwwisseling belast met de nieuwe kledingpakketten voor het personeel. Iedereen die op enigerlei wijze met gasten in contact kwam, moest in het nieuw worden gestoken. Tot op de dag van vandaag is het onbekend gebleven waarom de tekenbevoegdheid voor een dergelijke grote order bij zo een relatief onbeduidend radertje kon liggen.

Hoe het ook zij, de collega in kwestie bleek erg gecharmeerd van de kostuums van een bekende Nederlandse couturier. Voor zo’n kleine vijfentwintighonderd personen werden nieuwe kleren gekocht, mede dankzij de handtekening van deze medewerker.

Toen eenmaal de rekening kwam was de top woedend over de hoogte van de nota. Er werd gefluisterd dat voor een dergelijke outfit bij andere aanbieders tot een miljoen minder had moeten worden betaald.

Beduusd van alle commotie verliet de geschrokken collega Holland Casino. Gelukkig voor hem kreeg hij na vertrek wel direct een nieuwe baan aangeboden.

Als directielid... bij de bekende Nederlandse couturier!

Ondanks alle voorzorgsmaatregelen blijven er altijd individuen proberen om de organisatie op te lichten. Soms gaat het om kleine bedragen per keer, in de hoop dat de kruimels niet zullen worden opgemerkt en men onzichtbaar aan het verkrijgen van een heel brood kan blijven werken.

Er zijn echter ook de zogeheten ‘homerun hitters’. De durfals die meteen voor de hoofdprijzen gaan.

En de bekendste van allemaal is ongetwijfeld Dmitri Oetchakov.

Dmitri was halverwege de jaren negentig een assistent kas in casino Rotterdam. Vanuit zijn functie rapporteerde hij direct aan de chef kas en was gedurende de openingstijden verantwoordelijk voor het beheren van de kluis.

Hierin bevonden en bevinden zich alle reservechips en baar geld.

Veel baar geld.

Bij zijn collega’s was Dmitri uitermate geliefd. Vriendelijk voor eenieder, voorkomend tijdens gesprekken met gasten en “eerlijk als goud”. Tenminste, dat dachten we.

Dmitri ging na een late dienst regelmatig mee met de overige collega’s om een biertje te drinken in de Porto Bello’s aan de Kruiskade. Vaker nog trof men hem aan in De Pul, een echte nachtkroeg schuin tegenover het Hofplein. Aldaar besprak hij de dagelijkse besognes, de lokale roddels en beschimpte hij net als eenieder het hogere management.

Wat Oetchakov uniek maakte, was dat hij altijd wel een mening eruit gooide die aangaf dat hij “voor een miljoen de zaak wel op zou gaan lichten. Kijk jongens, voor een tientje belazer ik hc niet, maar voor een miljoen...”

We knikten dan vervolgens om het hardst en waren het op dat moment hartgrondig met hem eens. Als je wilde pikken van de baas, dan moest je het ook meteen goed doen.

Daarna gingen de discussies weer gewoon over seks, Feyenoord, Heineken bier en politiek Den Haag. En Dmitri? Die neukte, voetbalde, dronk en debatteerde gewoon vrolijk mee.

En toen, op een dag in 1995, belde een collega me ’s ochtends uit bed.

“Marco, zet je radio aan. Het casino is opgelicht.”

Bij het eerstvolgende nieuwsprogramma waren we als organisatie inderdaad een hot issue. De informatie die doorkwam was niet minder dan die welke een aantal uren later door manager

Hans Roodbol werd vrijgegeven.

De heer Oetchakov had de dag daarvoor het casino via de dienstingang verlaten en een nog onbekend bedrag meegenomen.

Aanvankelijk zat eenieder bij dit drukbezochte ingelaste communiqué stomverbaasd om zich heen te kijken, maar toen kwamen de vragen los. Vragen die, zoals bij Holland Casino gebruikelijk, vrijwel nimmer een duidelijk en/of volledig antwoord kregen.

“Ja, er is geld weg. Nee, we weten niet hoeveel.”

“We weten niet of Dmitri...”

“In het kader van het onderzoek lijkt het ons niet handig om nu...”

“Maar ik beloof jullie...”

Na deze zeer beperkte uitleg ging de massa dan maar zelf op onderzoek uit.

Het was al jaren een vaste grap van Dmitri dat hij bij de beveiliging voor de personeelsingang immer zijn sporttas omhooghield als hij in de sluis tussen het beveiligde gebied en de uitgang stond.

“Jongens, de deur kan open, hoor. Ik heb de kluis weer bij me,” pleegde hij steevast te zeggen.

Het bleek dat Dmitri tijdens zijn dienst een acute hoofdpijn voorwendde en zijn taken en de daarbij behorende kluissleutels aan een collega had overgedragen.

De procedure schreef voor dat er bij iedere vorm van overdracht eerst door de nieuwe verantwoordelijke moest worden gecheckt of alles ook inderdaad aanwezig is. Maar ja, men kende elkaar al zo lang, ze hadden al zo vaak samen dronken aan de bar gehangen en de hoofdpijn zag er dusdanig ernstig uit dat vriend Dmitri met een korte beterschapswens huiswaarts werd gezonden.

Het bleek dat hij een grote witte envelop met zich meedroeg.

Deze zou wellicht nu echt in de sporttas hebben gezeten. Dit gegeven voedde de geruchten alleen maar meer.

“Hij heeft echt dat miljoen meegenomen, grinnikte iemand.”

Anderen spraken er schande van, maar velen bewonderden hem stiekem in stilte: waarover eenieder wel eens had nagedacht, was door Oetchakov gewoon gedaan!

Later die dag bleek dat hij een en ander minutieus had voorbereid.

Zo had hij onder meer enige dagen voor zijn actie bij de bank extra briefjes van duizend besteld omdat er een grote Aziatische groep spelers in aantocht was en het casino zeker genoeg geld in huis wilde hebben.

Het juiste bedrag is ons nimmer officieel medegedeeld, maar de chef kas becijferde in de kantine dat er in totaal 1,8 miljoen gulden zoek was.

“Ik heb de kluis weer bij me,” was deze keer dus geen oubollige grap geweest.

De politie hield korte tijd een ware klopjacht op hem, maar twee dagen later liep hij ineens een politiebureau binnen en gaf hij zichzelf aan.

Maar de meest spectaculaire ontwikkeling kwam pas toen tijdens verhoor naar de verblijfplaats van het geld werd gevraagd.

Klaarblijkelijk had hij te maken gehad met een zeldzame vorm van enorme pech, “want het geld is gestolen,” aldus sprak de – hangende het onderzoek – inmiddels geschorste assistent kas.

Oetchakov gaf aan dat hij had gehandeld in een vlaag van verstandsverbijstering.

Urenlang had hij als verdoofd rondgereden.

Uiteindelijk was hij ergens op een of ander stuk heide terechtgekomen.

Aldaar kwam de realiteitszin terug en besloot hij zich aan te gaan geven. Maar eerst wilde hij nog even tot rust komen en dus is hij toen een stukje gaan wandelen.

Bij terugkomst wachtte hem een vervelende verassing. Het raampje aan de passagierszijde was ingeslagen en een onverlaat had uitgerekend de dichtgeplakte witte envelop gestolen.

Wat een pech!

Nee, Dmitri kon niet verklaren hoe het kwam dat de autokraker(s) geen interesse hadden gehad in zijn dure attachékoffertje op de achterbank. En nee, hij kon zich zelfs niet meer herinneren waar dit drama precies had plaatsgevonden. Die bossen en heides lijken nu eenmaal zoveel op elkaar.

Totaal ontredderd heeft hij nog twee nachten in een hotel doorgebracht, waarna hij uiteindelijk weer een flink stuk was gaan rijden en zichzelf terugvond, vóór een politiebureau.

Nee, de naam van het hotel was hem ontschoten, evenals de plaats waar hij ondergedoken had gezeten. Het enige wat hij zich nog wel kon herinneren, was dat hij alles cash had afgerekend.

Hij werd veroordeeld, maar heeft uiteindelijk slechts ongeveer een halfjaar vastgezeten, waarna hij voorwaardelijk werd vrijgelaten wegens goed gedrag.

Voor Dmitri kreeg het verhaal toch nog een happy end.

Zijn vrouw vergaf hem zijn wandaad en met hun kind hebben ze een nieuwe start gemaakt op Bonaire.

Zijn schoonvader was niet geheel onbemiddeld en heeft het ongelukkige paar geholpen met een nieuw huis, nieuwe auto, kortom met alles.

Om echter niet alleen afhankelijk te zijn van zijn schoonvader, besloot de voormalige casinomedewerker op Bonaire toeristen rond te gaan varen. In een vaartuig waarbij een gedeelte van de romp was vervangen door een doorkijkglas, een zogeheten glass-boat, kon de zeebodem in al haar pracht en praal worden aanschouwd.

De financiën hiervoor werden geregeld door schoonpapa.

Toen een collega hem tijdens een rondreis door het Caribisch gebied met een bezoek verraste, werd deze door Dmitri meteen uitgenodigd voor een privé trip langs de wrakken voor de kust van Kralendijk. De hele dag dronken de ex-collega’s bier en aten voedsel dat door de ondernemer altijd aan boord gebracht werd voor extra omzet.

Aan het eind van de dag bekende Dmitri dat de onverwachte komst van de collega er wel toe had geleid dat hij een groep Amerikanen had laten staan.

Zijn gast voelde zich meteen bezwaard en vroeg wat hij hem dan nu verschuldigd was. Dmitri gniffelde, haalde zijn schouders op. “Niks joh, laat maar zitten. Ik ga een ex-collega toch niet laten betalen?”

En met een vette knipoog voegde hij eraan toe: “Trouwens, ik heb al genoeg verdiend aan Holland Casino!”

Saillant detail: uit het politieonderzoek bleek dat gedurende de zoektocht naar de assistent kas zijn schoonvader ook tijdelijk in Nederland verbleef. Toen Dmitri zich vrijwillig aangaf was papa echter alweer het land uit.

Zijn vliegtuig was net een uurtje daarvoor geland.

Op Bonaire.

 

Een andere bekende situatie betrof drie medewerkers, eveneens in Rotterdam, allen van eenzelfde cursus. Zij hadden gezamenlijk een pact gesloten met een aantal spelers.

De fraude hield in dit geval in dat een van voornoemde croupiers aan de Blackjacktafel de eerste kaart van het volgende spel voor aanvang aan de speler op de eerste box liet zien.

Dit ging als volgt in zijn werk.

Bij Blackjack worden zes spellen kaarten gebruikt die voor aanvang worden geschud en vervolgens in een speciale houder worden geplaatst. Deze houder heet de slof, of in het Engels: the shoe.

De opening van de slof wijst schuin in de richting van de dealer, waardoor de achterkant recht in het verlengde van box 1 ligt.

De truc is dan vervolgens dat de medewerk(st)er in kwestie even de eerste kaart als het ware omhoog schuift. De partner in crime op box 1, die diepgebogen over de tafel zit, kan nu de waarde van de desbetreffende kaart zien en zijn inzetstrategie hierop aanpassen.

Bij Blackjack is het bijvoorbeeld een enorm verschil of de eerste kaart voor de speler een zes of een aas is. In het eerste geval heeft de gast een flinke mathematische achterstand op het huis, in het geval van de aas staat de speler, procentueel gezien, ver voor.

Dit komt omdat de aas de grootste kans op een Blackjack met zich meebrengt. Een tien, boer, vrouw of koning zorgt er dan voor dat de speler direct anderhalf keer zijn originele inzet krijgt uitbetaald. Kortom, het loont in hoge mate om te weten wat de eerste kaart is van het volgende spel.

In praktijk liepen de winsten zo snel op dat een en ander wel in de gaten moest lopen. Sterker, het illustere trio ging samen met de gasten die eerder die avond bij hen aan de tafels hadden gekaart gezellig een biertje drinken. En opzichtig de buit verdelen! Vervolgens is het dan een kwestie van tijd totdat dergelijke gebeurtenissen een algemene bekendheid worden.

Wanneer een zaak rond is, wacht men vaak totdat de persoon in kwestie weer een dienst komt werken. Vervolgens wordt men dan vlak voor aanvang van de arbeid in de kantine aangesproken.

“Hallo collega, we willen je iets vragen. Loop je even met ons mee?”

Dan volgt er voor de dader geen vrolijke exercitie. In de ruimte waar de SRC kantoor houdt, word je in een comfortabele stoel gezet, krijg je koffie of thee aangeboden en gaat een team van twee personen je vervolgens een aantal vragen stellen.

In de situatie van de drie Blackjack-fraudeurs moest er worden gewacht tot ze samen een dienst werkten. In de tussenliggende periode werden overigens wel met behulp van het camerasysteem al hun acties aan de speeltafels vastgelegd voor aanvullend bewijsmateriaal.

Ik heb een keer – gelukkig slechts als toehoorder – bij een gesprek gezeten waarbij het vermoeden was dat een collega geld had gestolen.

Hij werd ervan verdacht dat hij na sluitingstijd zichzelf een biljet van € 200 ten onrechte had toegeëigend. Twee ervaren SRC-ers hebben hem toen stevig aan de tand gevoeld.

Dergelijke gesprekken gebeuren niet met bedreigingen en met het blootstellen aan scherp licht, maar voltrekken zich op een zeer nette manier. Dit gaat echter zeker niet ten koste van de effectiviteit.

Aanvankelijk ontkende de croupier ook maar iets te hebben ontvreemd, maar een uurtje later had ik een haastklus met het maken van een ‘ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zonder enige vorm van nabetaling’.

Dit kwam omdat de collega gedurende het gesprek wel aanvoelde dat het de organisatie menens was.

“Luister Coen,” had de bedreven ex-rechercheur gezegd, “je snapt toch ook wel dat we je niet voor niks hiernaartoe halen. We hebben de camerabeelden die aantonen dat je bij het ontsluiten van de cashboxen een biljet in je handen hebt. Vervolgens ga je met dat biljet onder de speeltafel en wanneer je handen weer zichtbaar zijn, is het biljet foetsie! Nee, het klopt dat we niet letterlijk kunnen zien dat je € 200 in je zakken stopt. Maar we hebben wel de beelden dat jij daar wegloopt, tot aan het moment dat een van ons ter plaatse was en deze helaas moest constateren dat er geen biljet meer te vinden was onder de speeltafel. Rara. Ik denk dat de rechtbank wel begrijpt wat er met dat geld is gebeurd. Wat denk jij?”

Stilte.

Lange stilte.

Zeker een minuut lang is het enige geluid dat van een eens zo goede collega zenuwachtig heen en weer schuivend over de inmiddels ongetwijfeld plakkerig aanvoelende leren stoel. Uiteindelijk begrijpt Coen dat het spel uit is.

“Ik heb er echt niks mee te maken, echt niet! Maar als het zo moet ga ik liever uit eigen beweging weg. Ik loop toch al een tijdje met het idee om weg te gaan bij Holland Casino. Misschien is dit wel een goed moment.”

Wij waren allang blij.

Voorafgaande aan het gesprek was ik gebrieft met de tekst dat het “maar de vraag is of we dit voor een rechtbank staande kunnen houden. De beelden zijn niet heel erg duidelijk, voor ons wel natuurlijk, maar voor een ongeoefend oog...”

Nou ja, eind goed, al goed. En daarmee bedoel ik ook voor de medewerker.

Met deze ‘ontslagen’ ex-collega heb ik een aantal dagen later contact gezocht en tijdens het gesprek merkte ik dat hij toch wel content was zoals het geheel was gelopen.

Zeker nu hij uit eigen beweging was weggegaan, was er nog wel een hobbel te nemen om er alsnog voor te zorgen dat hij in aanmerking kwam voor een uitkering, maar desondanks klonk hij opgeruimd, opgelucht, zelfs blijer dan ik hem zeker het laatste halfjaar in de speelzaal had gezien.

“Marco, ik was er echt helemaal zo verschrikkelijk klaar mee. Het is goed zo.”

Zo’n twee keer per jaar hebben we even vluchtig contact. En iedere keer als ik hem maar een paar minuten gesproken heb, ben ik weer gerustgesteld.

Coen is nu beter op zijn plek dan zijn laatste periode bij Holland Casino.

Soms krijgt iemand een enkeltje uitgang voor iets heel onbenulligs.

Een floormanager had een werkstudent in de horeca naar de Security & Risc Control gestuurd nadat deze “op heterdaad was betrapt”.

De misdaad betrof het eten van een broodje kroket dat te veel was klaargemaakt in de keuken.

De procedure schrijft voor dat dergelijke consumpties worden genoteerd als zijnde ‘spillage’ en vervolgens in de vuilnisbak terechtkomen. Deze jongen nam een hap en brandde figuurlijk zijn mond. Ontslag op staande voet.

Toch is in het gros van de gevallen wel degelijk sprake van fraude, diefstal, die de acties van de casinopolitie meer dan rechtvaardigen.

Immers, dagelijks vliegen vele miljoenen aan waardechips over speeltafels. Er worden tienduizenden weddenschappen aangegaan waarbij de mondelinge bevestiging tussen gast en casinopersoneel officieel bindend is. Veel gebeurt dus op basis van vertrouwen.

Daarnaast is er feitelijk sprake van veel ongeteld geld. De munten en bankbiljetten die aan de speeltafels voor chips worden gewisseld, verdwijnen wel meteen onder de tafel in een zogeheten cashbox, maar zijn dan natuurlijk nog niet in de kluis.

Het is dus begrijpelijk dat het zondigen tegen de strenge geboden en verboden onherroepelijk leidt tot ontslag.

In de meeste gevallen van fraude is het een gast die iets heeft gezien dat het daglicht niet kan verdragen. Jazeker, frauduleuze handelingen kunnen vooral worden opgespoord dankzij de oplettendheid van de clientèle.

Over het algemeen is de reden van een dergelijke aangifte niets meer dan jaloezie. Men ziet hoe andere gasten ten onrechte vele chips krijgen uitbetaald, terwijl zij zelf ‘normaal’ worden behandeld.

Deze informeert dan iemand van de zaalleiding en vervolgens gaat een beproefde procedure van start.

De beveiliging wordt ingeschakeld en deze afdeling, de Security & Risc Control (SRC), gaat de melding onderzoeken. De manager SRC en zijn/haar assistenten zijn allen ex-politiebeambten, een uitzondering daargelaten. Zij hebben ook vrijwel allen als rechercheur gewerkt en kunnen in dergelijke situaties hun oude beroep weer eens uitoefenen.

Een heel enkele keer is de fraude niet uit boze opzet ontstaan, maar door omstandigheden aan de apparatuur waarmee de klanten worden bediend.

Zo was in meerdere vestigingen een tijd lang de zogeheten Derby Horse Race enorm populair. Het spel betrof een ovalen renbaan waarop vijf verschillend gekleurde jockeys op plastic minipaarden werden voortgedreven. Net zoals een racebaan uit mijn kindertijd. Later evolueerde deze baan doordat er met magneten werd gewerkt die zich onder de arena bevonden. Hierdoor zag het geheel er veel authentieker uit, zeker toen de combinaties in versie 3.0 (of zoiets) ook elkaar links en rechts begonnen in te halen.

De speler kon voor aanvang van iedere spelronde gokken welke combinatie van twee paarden het eerste de finishlijn zouden passeren. Soms betaalde de wincombinatie 1-3 slechts drie keer de inzet, maar soms was het ook de hoofdprijs: tweehonderd keer!

De kansen en de desbetreffende uitbetalingen voor de volgende spelronde waren in de rand van de arena op een display leesbaar.

Het spreekt voor zich dat een combinatie die een lagere uitkering beloofde vlak voor de finish bijna altijd de overige paarden inhaalde.

Zeker in de beginperiode was het ondoenlijk om zelfs maar een plekje aan een van de units te krijgen. In Amsterdam werd er om de oorspronkelijke tien zitplaatsen zelfs een heuse tweede ring gebouwd zodat maximaal twintig personen tegelijk aan een spelronde konden meedoen.

Ik weet nog goed dat het management in Rotterdam met veel plezier kon melden dat de eerste paardenbaan eindelijk was gearriveerd. Deze grote machine, presenteerde zichzelf voor het eerst rond de beginjaren negentig in de Havenstad.

Voor die tijd was de aanschafprijs zelfs voor Holland Casino enorm: vijfhonderdduizend gulden, maar een paar maanden later was het half miljoen alweer terugverdiend!

Maar enige jaren later liepen de winsten in Breda ineens ernstig terug. De paarden liepen letterlijk en figuurlijk stevig uit de pas, want de hoofdprijs viel veel vaker dan het computerprogramma voorschreef.

Er werd na verloop van tijd de hulp ingeroepen van de leverancier, die ongetwijfeld zal hebben verkondigd dat er aan het product niets mankeerde.

Helaas leek de paardenziekte erg besmettelijk. Rotterdam, Scheveningen, Amsterdam, overal kwam de hoogste wincombinatie veel vaker op het bord dan het statistisch gemiddelde ons voorrekende.

Weer werd de leverancier gesommeerd om zich te melden, die deze keer de steun van de fabrikant had ingeroepen.

“Nee hoor, niks aan de hand.”

Maar het aantal storingen op de machine dan? Dit aantal was eveneens behoorlijk opgelopen. “Logisch,” verkondigden de leverancier en fabrikant eenstemmig. “Er wordt zoveel van de machine gebruikgemaakt dat er volgens de wet der grote getallen ook vaker een storing verholpen moet worden.”

Hiermee ging het management wederom eenvoudig akkoord. Want ach, het was toch geld van de organisatie, niet van henzelf.

De fraude kwam uiteindelijk aan het licht doordat een gast in Breda de vestigingsleiding op de hoogte bracht. De man had de directeur benaderd met de tekst dat hij “wist hoe men altijd maar won op de paardenbaan. Voor tienduizend gulden netto vertel ik het u, nu meteen”.

Er is even gediscussieerd omdat er vaak mensen zijn die iets zeggen te weten dat achteraf waardeloos blijkt te zijn, maar toen de gast aanbood dat men de vergoeding niet hoefde te betalen indien zijn beweringen onjuist zouden blijken, was het pleit beslecht.

Onder het genot van een drankje deed hij zijn verhaal, waarbij de overige aanwezigen binnen vijf minuten vol afgrijzen moesten constateren dat ze “daar inderdaad niet op gelet of zelfs maar aan gedacht hadden”.

Oplettende spelers hadden bemerkt dat de renbaan inderdaad regelmatig in storing ging.

Om dit euvel te verhelpen kwam er een medewerker die de machine voor een paar seconden geheel uitzette, waarna het systeem zichzelf herstelde.

Echter, na deze reset verscheen niet alleen de mogelijk wincombinatie van tweehonderd keer op de display; de eerste spelronde was deze wincombinatie ook altijd de winnende.

Binnen een aantal weken wist de halve clientèle dat deze fout in het systeem zat. De populariteit van de Derby Horse Race steeg tot een recordhoogte, uiteraard dankzij de onverwachte gratis geldactie.

Maar zoals zo vaak is de massa tijdens een gokspelletje hebberiger dan Rupsje-nooit-genoeg en zo kon het dus gebeuren dat de gasten regelmatig een medewerker bij de machine riepen om deze te resetten.

“Ja, euh, euh, hij betaalde net te weinig uit. Nee, nee, je hoeft het niet uit te zoeken voor me. Wat maakt die paar gulden nou uit?

Niks toch? Nee joh, start dat ding maar gewoon even opnieuw op, dan werkt alles weer prima. Dat is altijd zo, toch?”

De reden dat er überhaupt een gast geweest is die de situatie heeft uitgelegd is voor mij onverklaarbaar. Die tienduizend gulden staat namelijk in geen enkele verhouding tot de winsten die vrijwel zeker nog maandenlang hadden kunnen worden binnengesleept.

Per spelronde kon – verschillend per variant – tien keer tot twintig keer worden ingezet per wincombinatie, wat resulteerde in een uitbetaling van tweeduizend of zelfs vierduizend gulden, na iedere nieuwe start. En aangezien de grote speelautomaat vlak voor de ontmaskering zeker vijftien tot twintig keer per dag in storing ging, kon er eenvoudig zestigduizend per dag worden geïncasseerd door de ingewijden.

Persoonlijk denk ik dat de gast in kwestie zichzelf heel erg slim vond en zijn spitsvondigheid graag etaleerde. Als neutrale beschouwer van dit alles kan ik niet anders dan hem als ‘oliedom’ typeren. Immers, als iemand willens en wetens misbruik maakt van een fout in de machine kan dat misschien als fraude worden bestempeld. Maar als je ‘gewoon’ had verkondigd dat je “echt niet begreep wat je al die maanden overkwam. Ik denk dat ik gewoon erg veel geluk heb gehad dat die tweehonderd keer iedere keer viel toen ik net ook nog eens de maximuminzet had geplaatst”, nou, dan was je voor een rechtbank volgens mij volledig vrijuit gegaan.

Het verwonderde overigens niemand dat de machine na deze ontboezeming meteen werd uitgezet en de fabrikant spoorslags nieuwe software installeerde.

Daarna was de lol er wel vanaf, trokken de spelers weg en zie je deze spelvariant tegenwoordig dan ook vrijwel nergens meer.

Dergelijke gebeurtenissen zoals hierboven halen vaak niet eens het nieuws. Hoe anders was dit met de fraude in 1999, toen Holland Casino door enige kopstukken vanuit de organisatie zelf jarenlang bleek te zijn belazerd.

Dat jaar was ik door mijn collega’s in Rotterdam gekozen als afgevaardigde voor de Ondernemingsraad. Aanvankelijk had ik mijzelf helemaal niet als kandidaat opgegeven, maar toen ik hoorde welke collega er dan onze belangen moest gaan behartigen, was de keuze vrij snel gemaakt. Later meldde nog een gegadigde zich aan, maar ik mocht na het tellen van de stemmen vernemen dat ik genoeg marge overhield.

Hierdoor kwam ik regelmatig voor vergaderingen op het hoofdkantoor. Tijdens een dergelijk onderhoud waarvan ik me onder meer herinner dat het een interne bijeenkomst was, oftewel een vergadering zonder de aanwezigheid van het bestuur, kwam directiesecretaris Joop de Bever binnenlopen.

Die dag lagen we als medezeggenschap weer eens stevig overhoop met elkaar. Bestuursvoorzitter Henk Kivits wilde een onderzoek starten naar de mogelijkheid van leaseauto’s voor personeelsleden die meer dan x-duizend zakelijke kilometers per jaar reden. Met de toenmalige vergoeding van 0,44 gulden per 1000 meter begon het er budgettair steeds aantrekkelijker uit te zien om in ieder geval een aantal individuen maar van een leasebak te voorzien en zo de kosten enigszins binnen de perken te houden.

Een aantal van ons – waaronder ikzelf – zag geen bezwaar, maar de meerderheid onder leiding van voorzitter Anthony Kruijt was mordicus tegen. Met het invoeren van een leaseregeling zou een aantal collega’s namelijk verplicht worden om een auto van de zaak te gaan rijden en deze Ondernemingsraad liet zich door de directie vooral niets verplichten. Het leek wel of we acuut onze jeugdpuistjes terug konden verwachten wanneer we maar een enkele keer zouden instemmen met een voorstel waarbij een of meerdere personeelsleden ergens toe werden verplicht.

Zelfs wanneer de verplichting louter voordelen had voor de betrokkenen. De discussie raakte in een impasse, dus de komst van De Bever was een welkome afleiding.

“Jongens, ik weet dat we regelmatig heftige discussies hebben gehad, maar ik wil jullie nu toch bij voorbaat vragen om voor een keer samen met het bestuur op te trekken. Een front te vormen, voor hetgeen nu allemaal gaat komen,” zei hij.

Zo, dat was een stevige uitspraak voor De Bever. We hadden de man nog nimmer betrapt op een eigen inbreng, of het moet dan zijn geweest dat hij ooit, met enige terughoudendheid, durfde te stellen dat het “vandaag redelijk weer” was als het kwik ruimschoots het getal 40 was gepasseerd.

Na deze opening had hij dus meteen iedereen stil en was de leaseauto weer even verder weg dan ooit.

Kruijt en het merendeel van de aanwezigen dus ook weer blij. Het dagelijks bestuur van de or werd verzocht om met De Bever mee te gaan naar de bestuursvoorzitter zodat deze zelf het Grote Nieuws kon verkondigen. Wij zouden dan door Kruijt en zijn secretaris Zijlaard worden ingelicht.

Maar na ongeveer een klein uur kwamen beiden weer terug met de tekst dat hen was gevraagd om ons voorlopig niets te vertellen.

“Dit hebben we geweigerd,” zei Kruijt en ik was hem daar dankbaar voor. Het inlichten van slechts het dagelijks bestuur van de or zou op termijn leiden tot interne onvrede en Kruijt – met al zijn ervaring – zag het klaarblijkelijk ook zo.

“Arnold Vierboom en Alfredo Montagnes zijn per direct op non-actief gesteld door het bestuur,” zo begon Kruijt, waarna hij zijn openingszin even tot ons door liet dringen.

Boem! Die kwam aan.

Montagnes was sinds jaar en dag de grote meneer van de speelautomaten en Vierboom was zelfs al de eindverantwoordelijke geweest, had daarnaast tal van andere functies gehad die allemaal begonnen met ‘Directeur...’ en stond zelfs nog op zwart-witfoto’s.

Zo lang was hij al aan de organisatie verbonden!

Dat soort mannen zette je niet zomaar even aan de kant omdat ze de leaseautoregeling niet zagen zitten, weigerden om het jubileumfeest van Valkenburg officieel te openen of vergeten waren om hun bonnetje af te tekenen in het bedrijfsrestaurant. We begrepen meteen dat hier iets ernstigs aan de hand moest zijn.

En dat was ook zo.

In feite bleek het om een van de grootste fraudezaken uit de geschiedenis van Holland Casino te gaan. Eentje die later alle grote landelijke dagbladen heeft gehaald.

“Kivits had zich al enige tijd verwonderd over de hoge prijzen voor de aankoop van de speelautomaten,” zo vervolgde onze voorzitter zijn relaas.

“En door een stom toeval is aan het licht gekomen dat er iets helemaal niet pluis was...”

In het navolgende halfuur werd ons uitgelegd dat Holland Casino al jarenlang de hoofdprijs betaalde voor de nieuwe fruitmachines.

Ten eerste waren we als organisatie schijnbaar niet erg goed in het onderhandelen, want hoewel ieder obscuur hok in de meeste donkere uithoeken een vaste prijs voor een bepaalde automaat diende neer te tellen, varieerde de rekening voor Holland Casino vrijwel bij voortduring. En in vrijwel alle gevallen liep de rekening gestaag op.

Ten tweede had Kivits al eens aan Vierboom gevraagd hoe het toch kon dat er naast de hoge aanschafprijs ook nog eens zoveel diende te worden betaald voor het ‘Hollandiseren’ van de aangekochte automaten.

Dit Hollandiseren was in praktijk niet meer dan het ombouwen van de oorspronkelijke machines die veelal van Amerikaanse en Australische makelij waren, zodat ze geschikt waren voor de Nederlandse markt. Dit betekende een netvoeding van 220 volt in plaats van de 110 die elders op de wereld wordt gebruikt, een andere glasplaat op de machine, zodat de tekst in het Nederlands te lezen was. Verder werd een nieuwe muntproef geïnstalleerd waardoor de machine geschikt werd voor Nederlandse valuta in plaats van Australische of Amerikaanse Dollars.

Het was een publiek geheim dat dit ombouwen meerdere duizenden guldens per machine kostte.

Na het gesprek met Vierboom had deze laatste aan Montagnes de opdracht gegeven om een offerte van Otimex bij Kivits af te leveren zodat deze zelf kon zien welke enorme veranderingen er allemaal aan de machines werden aangebracht voor die schamele paar duizendjes.

Als in een slechte Hollywoodfilm gooide juist op dat moment een ijverige medewerker van de gigantische speelautomatenfabrikant IGT een visje uit. Hij stuurde een fax naar Mr. A. Vierboom, Gaming Officer at Holland Casino, the Netherlands, met een al jarenoud lucratief voorstel om kostenneutraal (!) machines om te bouwen, te Hollandiseren dus. Geheel volgens de eisen van Holland Casino.

Het toeval wil dat hij in het voorbeeld precies dezelfde machine opvoerde als die op de offerte van Otimex stond, welke vol overtuiging door Montagnes bij de bestuursvoorzitter werd gepresenteerd.

Zijn baas zal hem nog ongetwijfeld verteld hebben dat deze actie absoluut “zero percent chance of succes” had, want Montagnes en Vierboom lieten al jaren alle offertes die niet van Otimex afkwamen in de kattenbak verdwijnen.

En de teamleider van igt had ook zeker gelijk gehad als zijn ambitieuze medewerker ook het juiste faxnummer had ingetoetst.

Maar ja, een acht lezen als een negen is nu eenmaal een menselijke fout.

En zo belandde de offerte niet op het kantoor van de heer A. Vierboom, maar kwam een deurtje verder uit een faxapparaat rollen.

“Driemaal raden wie zijn faxnummer alhier eindigt op een negen,” besloot Kruijt als een ervaren thrillerauteur.

Ja, Kivits had opgekeken en was “not amused”.

Nu ging er iets heel anders in de kattenbak.