Hitte

 

 

 

 

 

 

Aan de overkant van het water ligt een groot bejaardentehuis. De zonneschermen zijn naar beneden. Vandaag is het zingen in de tuin. De oudjes zijn naar buiten gerold en zitten onder grote parasols. Het zijn vooral vrouwen, ze dragen vormeloze, gebloemde jurken.

Op tafel staat een man die ‘De glimlach van een kind’ zingt. Hij lijkt op Harry Slinger, maar dan zonder dat domme bootsmutsje. Hij heeft een grote microfoon in zijn hand. De geluidsinstallatie kraakt en bibbert.

Een oude dame danst met een broeder. Haar paarse jurk is op de rug zwart van het zweet, de broeder draait haar teder en langzaam rond. Hij maakt grappen naar de dames onder de parasols.

De meeste oudjes kijken gelaten voor zich uit. De radio heeft gezegd dat de temperaturen zullen dalen. In het water dobbert een dikke man op een waterfiets, over de kade snelt het verkeer. De lucht, die het grootste deel van de dag grijs was, wordt ineens helder en blauw.

Over de kade passeert een witte Renault Nevada. Er is iets mis mee, uit de uitlaat komen pruttelende, donkere wolken. In de auto zitten drie vrouwen in boerka’s, of hoe heten die sluiers die het hele gezicht bedekken en alleen de ogen vrijlaten. Twee van de drie dragen grijze sluiers, de vrouw die stuurt draagt een donkerbruin habijt. Ze heeft haar stoel goed naar voren geschoven en zit kaarsrecht, de neus bijna tegen het raam, alleen zie je dus geen neus.

Wat je wel ziet, is een smalle, donkere reep. Daarachter fonkelen ogen. Vreemd genoeg doet die reep aan brievenbussen denken waarvoor je hurkt om erdoorheen te kunnen kijken. Voorzichtig til je de klep op, je kijkt een gang in. Aan de kapstok hangen wat jassen, verderop is een keukendeur die op een kier staat, bij de deur naar de woonkamer staat een klein tafeltje waarop wat post ligt.

De Nevada is voorbij. Aan de overkant zingt de man die op Harry Slinger lijkt ‘Niemand laat zijn eigen kind alleen’. Het thema van de zangmiddag is kinderen, het zou zomaar kunnen. Omdat er even een pauze in het verkeer is gevallen, is Harry’s stem goed te horen. Het is óf een goedwillende amateur, óf een cafézanger die nog niets heeft gedronken. Een paar oudjes laten zich door puffende zusters maar weer het tehuis in rijden.

De koelte die het KNMI heeft beloofd en die gedurende enkele uren ook in de lucht leek te hangen, heeft zich verstopt. Wat de reden is, geen idee – het is gewoon weer hartstikke heet. De zanger is klaar met zijn lied, alleen de dansende broeder klapt.

Het verkeer trekt aan, daar is ook de Renault Nevada weer. De vrouwen zijn nu met z’n vieren. De nieuweling is ook in het grijs, en onzichtbaar. De auto komt langzaam voorbij. Hij hoest ervan, de banden zijn week van de warmte. Uit de uitlaat komt een sliert inktzwarte rook. Je zou willen dat de dames pech kregen, maar ze halen het stoplicht en daarna zijn ze verdwenen. De diesellucht van hun auto blijft hangen.

De zanger op het terras aan de overkant zet ‘Kinderen een kwartje in’. Na het eerste couplet houdt hij er abrupt mee op: het is een veel te vermoeiend liedje, of hij weet ineens niet meer hoe het gaat. Het kan ook zijn dat hij door de hitte is bevangen.