7

Gus, dacht Sian voor de honderdste keer sinds Fiona’s noodlottige etentje. Wat moest ze met hem aan? Rory was met beloftes van een bezoek aan De Slingeraap, een binnenspeeltuin, overgehaald om de dag na zijn logeerpartijtje te blijven, en dus had Sian meer dan genoeg tijd om zonder de afleiding van een vierjarig jongetje na te denken. Ze zou bijna willen dat Jody had gebeld om te zeggen dat Rory liever naar huis wilde, zodat ze nu naar zijn gekwebbel kon luisteren en niet zat te piekeren over de onaangename verrassing tijdens Fiona’s etentje de vorige avond. Maar goed, Richard kwam lunchen, dus kon ze aan hem denken en creatief bezig zijn. Er was niets rustgevender dan het bladeren door kookboeken. Maar toen bedacht ze dat Richard niet hield van de avontuurlijke keuken.

Terwijl ze uien bakte voor op de macaroni, en boter, suiker en bloem mengde om een kruimeltaart te maken, als een brave huisvrouw uit de jaren vijftig, en zelfs toen ze haar tanden poetste en make-up opdeed, moest ze onwillekeurig toch weer aan Gus denken en niet aan haar gast. Ze had het grootste deel van de nacht aan hem gedacht. Ze kon er niets aan doen. Maar hoe meer hij haar gedachten beheerste, des te verwarrender en ongemakkelijker ze zich voelde. Ze had niet genoeg tijd of emotionele energie om zich er druk om te maken. Ze wist alleen niet wat ze aan moest met deze totaal onverwachte situatie. Gus was hier, woonde praktisch naast de zoon van wiens bestaan hij niet eens wist. Hoe moest ze het hem vertellen? Móést ze het hem vertellen? Kon ze het risico nemen? Zou hij een goede vader zijn? Rory en zij hadden stabiliteit nodig en iemand die betrouwbaar was en er voor hen zou zijn. Iemand die hun leven niet alleen pret en avontuur verschafte, maar die ook problemen rond school of het voetballen aankon.

Ze kende Gus amper, ondanks het feit dat ze een halve nacht – die heerlijke nacht die bijna een droom leek – met hem had gepraat. En hoewel ze zich nog steeds lichamelijk tot hem aangetrokken voelde, wist ze niet wat ze eigenlijk van hem vond; niet nu, bijna zes jaar later. Nee, besloot ze gedecideerd, terwijl een merel zijn ochtendlied bij haar raam floot, Gus mocht pas weten dat Rory zijn zoon was als zij en Rory daaraan toe waren.

De deurbel doorbrak haar verwarde gedachten. Richard was vroeg, dacht ze, toen ze naar de deur liep. Maar het was Richard niet, het waren Fiona en Gus.

Het leek alsof haar hart en maag een vrije val maakten. Ze was er absoluut nog niet klaar voor om hem weer te zien, maar kennelijk had ze geen keus. En dus zei ze, naar ze hoopte met een hartelijke glimlach: ‘O, hallo! Fiona, ik dacht dat jij na gisteren lekker de hele dag in bed zou blijven!’ Ze gaf haar vriendin een zoen en bleef babbelen zodat ze niet met Gus hoefde te praten, laat staan naar hem te kijken.

‘Dag, Sian,’ zei hij, terwijl hij achter zijn moeder aan de cottage binnen liep. Hij gaf haar een zoen op haar wang. ‘Je was gisteravond vroeg weg.’

‘Ik had hoofdpijn,’ zei ze blozend. Hartzeer eigenlijk, maar daar kon je geen paracetamol tegen slikken. Ze mocht Fiona en Gus niet laten merken hoe in de war ze was. Ze moest doen alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat ze met zijn tweeën even bij haar langskwamen na het etentje van gisteren – en dat was het natuurlijk ook. Zij hoefden niet te weten dat Gus’ komst voor haar nogal overweldigend was.

Gus leek niet tevreden met haar antwoord. ‘Je ontliep me dus niet, of zo?’

‘Lieve hemel, nee!’ zei Sian, iets te heftig. ‘Waarom zou ik?’

‘Lieverd, ondervraag haar niet zo! Storen we, Sian? En waar is Rory? Ik heb Angus uitgebreid over hem verteld, en hij wil hem graag ontmoeten.’

‘Hij is er niet.’

Wat een opluchting!

‘Annabelles moeder heeft het hele stel meegenomen naar een binnenspeeltuin waar ze glijbanen en ladders af kunnen en lekker kunnen gillen. Ik was net het middageten aan het klaarmaken. Richard komt zo.’

Op hetzelfde moment werd er aangeklopt. Richard: precies op tijd. Sian deed een stap in de richting van de deur toen Gus, die naar de keuken was geslenterd riep: ‘Ik zie dat je net als mijn moeder overdreven uitgebreid kookt.’

Sian en Fiona keken elkaar even aan. Sian was in paniek, Fiona leek geamuseerd. Ze was duidelijk niet van plan om Sian te helpen door voor te stellen dat zij en Gus Richard en haar met rust zouden laten.

‘Ik zal Richard even binnenlaten,’ zei Sian zenuwachtig. Toen dacht ze: misschien is het wel een goed idee als Gus en Fiona blijven. Richard zou Gus af kunnen leiden, en Gus zou kunnen voorkomen dat Richard haar opnieuw zou vragen of ze al van gedachten was veranderd. Bovendien had ze sinds ze hier was komen wonen al zo vaak bij Fiona gegeten, dat ze hen best gastvrij kon onthalen en hen uitnodigen om te blijven lunchen. ‘Waarom blijven jullie niet eten?’ vroeg ze gehaast, voordat ze de voordeur opendeed en Richard met een kus op zijn wang begroette en zei: ‘Vind je het vervelend als we niet alleen eten? Een oude vriend van jou is hier, en Fiona.’

Op de een of andere manier was Gus meester van de situatie toen hij de keuken uit kwam om Richard te begroeten. Hij leek volkomen op zijn gemak in de cottage, alsof hij hier regelmatig kwam en Richard de vreemdeling was. Sian vond het niets, maar ze kon het niet veranderen.

‘Richard! Goeie genade! Jou heb ik in geen jaren gezien! Wat doe je hier bij Sian?’ wilde Gus joviaal weten.

‘Niet te geloven!’ zei Richard. ‘Gus! Dat zou ik jóú moeten vragen! Sian is mijn…’

‘Gus is hier samen met Fiona,’ onderbrak Sian hem. Ze wist dat hij op het punt stond haar zijn ‘vriendin’ te noemen, maar ze hadden afgesproken – nou ja, zij had besloten – dat ze elkaar altijd gewoon vrienden zouden noemen, of in Richards geval, een vriend met verlangens naar meer. In elk geval tot Sian het openbaar wilde maken.

Fiona stond in de keuken en controleerde de kruimeltaart die net niet was verbrand. Ze leek nog steeds te genieten van de situatie. Voorzichtig zette ze de taart op het aanrecht en begroette Richard. ‘Hallo, Richard. Jou heb ik lang niet gezien. Hoe gaat het met je ouders?’

‘O, prima.’ Richard wurmde zich in de keuken en gaf Fiona een zoen op haar wang.

‘Het zou fijn zijn als iedereen een beetje doorliep,’ zei Sian. Ze was erin geslaagd haar gevoelens enigszins onder controle te krijgen. Zolang ze bezig bleef, ging het prima. ‘Ik heb bier en wijn,’ ging ze verder, en toen ze zag dat Fiona haar handtas pakte, zei ze: ‘Fiona, Gu… Angus, blijf toch eten. Tenzij jullie andere plannen hebben?’ Sian wist niet of ze blij zou zijn als Fiona en haar zoon weggingen en haar met Richard alleen lieten, of dat ze teleurgesteld zou zijn.

‘Weet je het zeker?’ vroeg Fiona. ‘We willen ons niet opdringen.’

‘Ik vind dat we moeten blijven,’ zei Gus resoluut. ‘Er is genoeg en ik kan een lekkere kruimeltaart niet weerstaan. Trouwens, Richard en ik moeten nodig bijpraten.’

‘Als jullie dat nou eens in de tuin nou eens deden,’ zei Sian, die door de spanning een beetje kortaf werd. ‘Ik moet de tafel dekken.’

‘Mannen zijn soms net honden,’ zei Fiona, die het tafelkleed dat Sian haar had gegeven op tafel legde. ‘Je kunt ze maar beter de ruimte geven.’

‘Absoluut. Maar goed, ze kennen elkaar al heel lang, en ze moeten hoog nodig bijpraten. Glaasje wijn?’ Sian wachtte niet op antwoord, maar schonk twee glazen in en gaf er een aan Fiona. ‘Zo, wat moet er nog gebeuren? O ja, de dressing voor de sla. En, wat heb ik gisteravond nog gemist?’ Hou het luchtig, dacht Sian, terwijl ze de ingrediënten pakte.

‘Melissa flirtte met Angus alsof hij George Cloony was en zij zijn liefdesbaby had gebaard.’

Sian slikte. Het woord ‘liefdesbaby’ maakte een golf van paniek los. Ze wist heel goed dat het gewoon een lichtzinnige opmerking van Fiona was, maar Sian besefte plotseling dat ze niet alleen moest voorkomen dat Gus erachter zou komen dat hij Rory’s vader was, maar ook Fiona. En vrouwen waren veel opmerkzamer dan mannen. Ze was blij dat Rory haar lichte huid had. Misschien dat dat iedereen voor de gek kon houden. ‘En wat vond Angus daarvan?’

Fiona haalde haar schouders op. ‘Hij vond het wel grappig, geloof ik. Ze is per slot van rekening een aantrekkelijk meisje.’ Ze zweeg even, was zichtbaar nieuwsgierig, maar wilde zich nergens mee bemoeien. ‘Hoe goed kennen Angus en jij elkaar?’

‘Helemaal niet goed. We hebben elkaar ontmoet vlak voordat hij vertrok, voor… wat het ook was.’ Sian wist het opeens niet goed meer.

‘Maar hij wist nog wie je was.’

Sian knikte. ‘Kwestie van een goed geheugen.’

Fiona slaakte een zucht.

‘En,’ zei Sian, ‘vertel nu eens even over jóúw liefdesleven. Heeft Robert je gisteravond gezoend?’ Te laat besefte ze dat ze het feitelijk niet over haar eigen liefdesleven hadden gehad. Ze hoopte maar dat het Fiona niet was opgevallen. Ze moest voortaan beter op haar woorden letten. Elk woord was een mogelijk gevaar.

‘Op de wang, ja.’

‘En James? Heeft hij je wang ook gezoend?’

‘Ja, maar goed, dat hebben alle mannen gedaan. Zo gaat dat.’

‘Dat is waar, zelfs als je elkaar net kent.’ Ze voegde een theelepel mosterd aan haar dressing toe. Een nieuwe zorg overviel haar: stel dat Gus zijn moeder had verteld over hun nacht. Waarschijnlijk had hij dat nog niet gedaan, anders zou Fiona wel iets hebben gezegd, maar hij zou het elk moment kunnen doen.

‘Je hebt er al mosterd in gedaan.’ Fiona wierp haar een bevreemde blik toe. ‘Volgens mij moet je de honing hebben.’

‘Ach, ja! Wat dom! Ik was er niet bij met mijn gedachten.’

‘Je bent zeker moe.’

‘Ik heb geen excuus om moe te zijn. Niet zoals jij. Laten we dit maar eens naar binnen brengen en de mannen roepen.’ Ze wilde niet toegeven aan Fiona dat ze bijna geen oog had dichtgedaan. Ze had zich de hele nacht zorgen gemaakt om Rory en Gus, Gus en Rory… totdat ze het gevoel had dat ze geen kant meer op kon.

‘En wanneer stond het zwarte schaap opeens op de stoep?’ vroeg Richard, voordat hij een vork vol macaroni met kaas in zijn mond stak en driftig begon te kauwen.

‘Gisteravond,’ zei Gus. ‘Ik wist niet dat mijn moeder een etentje had en een engel pal voor de garagedeur had gezet.’ Hij wierp zijn moeder een quasi-boze blik toe, waarop zij een glimlach op haar gezicht kreeg. ‘Mijn voet gleed van de koppeling en de landrover reed er vol tegenaan.’

‘En luid vloekend kwam hij vervolgens de serre binnen, Richard,’ zei Fiona rustig. ‘Waar al mijn gasten bij zaten. Jammer dat je er niet bij kon zijn.’

‘Ik weet het. Ik loop altijd alle goede uitnodigingen mis… nou ja, bijna alle.’

 Richard keek betekenisvol naar Sian. Met een ongemakkelijk gevoel glimlachte ze. Ze had Fiona en Gus niet moeten uitnodigen. Het was een absurde situatie en ze wilde dat er een eind aan kwam. Hoe had ze kunnen denken dat ze normaal kon doen? Ze keek naar de twee mannen en vergeleek ze onwillekeurig. Ze mocht Richard erg graag, maar wist dat haar gevoelens voor hem nooit zo sterk waren geweest als de gevoelens die ze al direct voor Gus had gehad, al die jaren geleden. Niet alleen was Gus een erg aantrekkelijke en ontspannen man die iedereen met zijn enthousiasme en levenslust voor zich wist te winnen, er was een spanning tussen hen die niet te verklaren was. Richard was vriendelijk en attent, maar ze hadden nooit dat wezenlijke gevoel gedeeld. Toch wist ze dat haar gevoelens voor Gus heel makkelijk puur lichamelijk hadden kunnen zijn geweest en dat ze niet de basis waren voor een langdurige, bemoedigende relatie. Ze wist zonder enige twijfel dat Richard haar zekerheid en stabiliteit voor Rory kon bieden. Dat kon ze van Gus niet zeggen.

‘En wat heb jij allemaal gedaan terwijl de rest van ons braaf zijn brood verdiende?’ vroeg Richard luchtig, maar er lag een licht uitdagende klank in zijn stem.

‘Ach, je kent het wel. Een boek geschreven, dat soort dingen.’ Gus gaf Sian een knipoog.

Sian begreep waarom. Ze gaf de salade aan Fiona en vroeg zich af of ze de enige was die zo gespannen was.

‘En Richard, hoe was jouw reis?’ vroeg Sian, die hem nog een keer opschepte, zonder te vragen of hij nog wilde. ‘Waar zat je eigenlijk?’

‘In Dubai, zoals altijd.’ Richard fronste zijn wenkbrauwen even. Dat wist Sian toch?

‘Dat klinkt toch zo betoverend,’ zei Fiona. ‘Wolkenkrabbers, winkels en hotels die allemaal aan de woestijn zijn ontsproten. Ik heb altijd een keer naar de woestijn gewild, sinds die reclames voor Turks fruit toen ik nog een stuk jonger was.’

Richard glimlachte beleefd. ‘Ik kom nooit in de woestijn, helaas. Ik zie alleen de wolkenkrabbers.’

‘Ach, wat jammer,’ zei Fiona.

‘Ik neem je wel een keer mee naar de woestijn als je wilt, mam. Jou ook, Sian.’

Gus glimlachte naar de twee vrouwen. Richard fronste zijn wenkbrauwen. Sian kon het hem niet helemaal kwalijk nemen. Gus keek wel een beetje zelfvoldaan.

‘En wat doe je in de woestijn, of waar jij dan ook toevallig bent?’ vroeg Richard.

‘Ik reis. Soms alleen, soms met iemand uit het land zelf. Ik observeer, maak aantekeningen. Het meest interessante vind ik het leren van oude ambachten en vaardigheden.’

‘En daar kun je van leven?’

‘Niet echt. Het is moeilijk. Daarom heb ik een boek geschreven.’

‘Dus nadat je boek is uitgegeven ga je de wildernis weer in?’

Richard gedroeg zich iets te veel als een strenge maar rechtvaardige schoolmeester, vond Sian. En dat bij een gezellige lunch. Als Gus zich beledigd voelde, zou het wel eens vervelend kunnen worden. Al moest ze toegeven dat Richard vragen stelde waarop zij het antwoord graag wilde weten.

‘Nee. Voorlopig blijf ik thuis. Ik heb een tijd geleden mijn been geblesseerd en het heeft lang nodig gehad om te genezen. Als je je eigen vorm van transport niet kunt vertrouwen, moet je niet ergens in de rimboe zitten.’

Sian werd overvallen door een golf van emotie – een mengeling van opluchting, verwarring en bezorgdheid. Ze kuchte en de twee mannen keken haar vragend aan.

‘Eh, wil iemand nog wat? Er is meer dan genoeg. Ik heb zo ook nog een kruimeltaart met zwarte bessen, met de complimenten van Fiona, want de zwarte bessen komen uit haar vriezer.’

‘Ik ga voor het dessert,’ zei Richard gedecideerd. Hij glimlachte naar Sian. ‘Heb je…’

Ze knikte. ‘Ja, ik heb custard gemaakt. Maar ik heb ook ijs als iemand dat liever heeft.’ Ze keek haar andere gasten vragend aan.

‘Custard lijkt me heerlijk,’ zei Fiona.

‘Gebruik jij ook custardpoeder, Fiona?’ vroeg Richard met een glimlach. ‘De meeste mensen gebruiken het niet meer, maar Sian maakt het precies zoals ik het lekker vind.’

‘Je kunt dus ook al goed koken Dat wist ik niet.’ Gus glimlachte uitdagend en Sian hoopte vurig dat de anderen het niet zagen.

‘Er zijn niet veel mensen meer die zelf custard kunnen maken,’ zei Richard, ‘al ben jij er vast heel goed in,’ voegde hij er met een blik naar Fiona aan toe.

‘Lief dat je dat zegt,’ zei zij, ‘maar ik krijg altijd klontjes. Dat was een van de redenen dat mijn tweede huwelijk kapot ging.’

‘Nee toch zeker!’ riep Sian uit. Ze stond op en begon af te ruimen.

‘Ach, het zijn de kleine dingen, weet je,’ zei Fiona.

‘En die kleine dingen kunnen een relatie maken of breken,’ vulde Richard aan. Hij keek Sian met onverholen genegenheid aan.

‘Niet te geloven dat we zo sentimenteel doen over custard!’ Sian had de borden opgestapeld en verdween ermee in de keuken.

Gus pakte de slakom en het restant van de macaroni en liep achter haar aan.

‘Je moet wel houden van een meisje dat echte custard kan maken,’ zei hij. Hij nam de houten lepel uit de pan en likte hem af.

Sian wendde zich af zodat hij niet zou zien dat ze moest lachen. ‘Het is een verloren kunst. Echt iets voor jou.’

‘Ik weet het,’ zei Gus. ‘Ik weet het.’

Sian was zó blij dat Richard ging, dat ze hem veel enthousiaster omhelsde dan haar bedoeling was. Hij trok haar dicht tegen zich aan en ze besefte dat ze hem de verkeerde indruk had gegeven.

Ze liep weer naar binnen, waar Fiona aan het afwassen was en Gus onrustig door de woonkamer drentelde, spulletjes oppakte en weer neerzette.

‘Zijn Richard en jij goede vrienden?’ vroeg hij, terwijl hij een pen pakte en hem opendraaide.

‘O, ja. Hij is een fantastische hulp geweest. Hij heeft dit huis voor me gevonden en zijn zus runt de speelgroep waar Rory bij zit.’

‘Alleen goede vrienden? Of is het meer?’

Voorzichtig pakte ze de pen uit zijn hand. ‘Daar wil ik het niet over hebben.’ Het was zo’n vraag waar je uren later pas een goed antwoord op wist, besefte ze. En ze wilde met Gus niet over Richard praten, het waren zijn zaken niet.

Gus pakte een foto. Hij was van Sian en Rory van ongeveer een jaar geleden. ‘Dus dit is de beroemde Rory? Hij lijkt op jou, zeg!’

‘Ja!’ Misschien klonk ze iets te opgelucht, maar het viel hem schijnbaar niet op.

‘Zie je zijn vader nog?’

‘Nee. Nee, al jaren niet meer.’ Ze glimlachte, probeerde aan te geven dat het geen probleem was. ‘We kunnen goed met elkaar opschieten. Het is geen probleem.’

‘Dus Richard is mijn enige rivaal?’

Hij had die scheve, plagerige glimlach rond zijn lippen waardoor Sian in paniek raakte. Ze wist niet zeker of hij haar op de hak nam. ‘Doe niet zo dwaas!’ Ze lachte zenuwachtig. ‘Wat bedoel je trouwens met rivaal?’

‘Ik had gehoopt dat we het konden oppakken waar we waren gebleven.’ Hij trok komisch suggestief een wenkbrauw op.

‘God, nee.’ Sian huiverde. Dit werd allemaal véél te persoonlijk. Herinneringen aan die heerlijke nacht overspoelden haar. Hier, alleen met Gus. Ze kon hem niet laten zien wat voor effect hij op haar had.

‘Rustig aan! Het was niet mijn idee om nu meteen naar boven te rennen.’

Sian vond het afschuwelijk om te merken dat ze bijna in tranen was. Aan de ene kant wílde ze met hem naar boven, maar de verstandige, praktische kant van haar wist dat ze nu aan Rory moest denken. Ze mocht Gus op geen enkele manier laten merken dat ze hem nog steeds waanzinnig aantrekkelijk vond. En trouwens, ze wist niet goed wat ze nu echt voor hem voelde, ze wist alleen dat zijn komst haar geordende wereld overhoop had gegooid. Haar emoties waren één grote warboel en dat beviel haar niets. Ze verbeet haar tranen. Ze was uitgeput en emotioneel door haar slapeloze nacht. ‘Gus, zeg dat soort dingen alsjeblieft niet.’

Ze wendde zich van hem af zodat hij niet kon zien dat ze overstuur was, maar hij kwam achter haar staan, legde zijn hand op haar schouder en draaide haar om. ‘Het spijt me, Sian, het was niet mijn bedoeling…’

Als een engel uit de hemel kwam Fiona onverwachts binnen. ‘Zo, de afwas is gedaan. Kom Gus, dan laten we Sian met rust.’

Sian vermande zich, glimlachte naar Fiona en zei: ‘Ja, Rory kan elk moment thuiskomen.’

‘Ik wil hem wel eens ontmoeten,’ zei Gus, die nog steeds een bezorgde blik op zijn gezicht had.

‘Dat komt wel, lieverd,’ zei Fiona, ‘maar hij zal doodmoe en chagrijnig zijn, en Sian vindt het denk ik fijner als je hem een andere keer ontmoet.’

‘Ja,’ zei Sian. ‘Inderdaad.’

Toen ze alleen was, besefte ze dat ze helemaal niet wilde dat Gus Rory leerde kennen, zelfs niet als hij op zijn best was. Ze wist ook wel dat dat onmogelijk was, en Gus moest Rory natuurlijk wel aardig vinden, ook als ze hem niet vertelde dat Rory zijn zoon was. Ze liet zich op de bank neerploffen. Waarom was het leven zo ingewikkeld? Misschien moest ze gewoon met Richard trouwen. Er was meer in het leven dan hartstochtelijke seks. Richard zou veel beter zijn in de belangrijke dingen, zoals zorgen voor, onderhouden, koesteren. Gus was daar vast hopeloos in. En Rory had een echte vader nodig, geen ontdekkingsreiziger die op elk moment weer kon verdwijnen. Ze leunde achterover en slaakte een zucht. Toen hoorde ze Jody’s auto. Ze vermande zich en liep naar de voordeur om Rory op te vangen.

Fiona en Angus liepen samen naar huis, met hun capuchons op tegen de regen die nu neerkletterde. Het was goed voor de tuin, maar wel een beetje onverwachts na het heerlijke weer dat ze hadden gehad.

‘Sian is een leuk meisje, hè?’ zei Fiona, ook al wist ze dat ze beter haar mond kon houden. Intuïtief voelde ze aan dat Gus en Sian elkaar veel intiemer hadden gekend dan ze hadden laten merken. Maar ze moest voorzichtig zijn. Gus zou dichtklappen als hij het gevoel kreeg dat zijn moeder haar neus in zijn zaken stak.

‘Ja.’

Uit de eenvoudige verklaring van haar zoon was niets op te maken. ‘En Rory is zo’n schatje! Ik ben dol op hem.’

‘Ik ben benieuwd naar hem.’

‘En ze heeft me zo fantastisch geholpen met het etentje.

Ik moet haar maar eens uitnodigen om te bedanken.’

Gus keek omlaag en Fiona zag de speelse glimlach rond zijn ogen. ‘Dat lijkt me het begin van een merkwaardig ritueel. Jij geeft een etentje, Sian helpt je en om haar te bedanken moet je weer een etentje geven, zij helpt je…’

‘Maar ze hoeft me niet meer te helpen,’ zei Fiona plagerig. ‘Ik heb jou nu.’

Angus schoot in de lach, en Fiona bedacht hoe heerlijk het was om die rijke klank weer in haar leven te hebben.

Misschien was dat een van de redenen dat ze internetdaten was gaan proberen; ze miste mannenstemmen. Robert had een prettige stem. Geen volmaakte stem, maar toch mooi. Die van James was nog fijner.

‘Hoe kennen jij en Sian elkaar nu?’ vroeg ze, en ze deed haar best om niet bemoeiziek te klinken.

‘We hebben elkaar op een feest ontmoet. Zo gaat dat.’

‘Alleen als je naar de juiste feestjes gaat,’ zei Fiona, die bedacht dat zij dat kennelijk niet deed… Vandaar het internetdaten.

Ze liepen in aangename stilte verder totdat ze bijna thuis waren. Angus zei: ‘Mam, ik wilde je nog zeggen dat mijn spullen over een paar dagen gebracht worden. Heb je daar genoeg ruimte voor?’

Dat was een verrassing. Angus had nooit veel spullen gehad. ‘Hoeveel is het? Als het om een slaapzak gaat, geen probleem, maar als het een vracht meubels is, zou het wel eens lastig kunnen worden.’ Ze was net bezig om op te ruimen, niet om nog meer rommel te vergaren!

‘Het zijn geen meubels, maar het is wel redelijk wat.’

‘Zoals?’

‘Tenten, een joert, mijn uitrusting.’

Fiona dacht even na. ‘Ik heb weer wat meer ruimte in de schuur. Zullen we nu even kijken, of wachten tot het droog is?’ Ze had Sian beloofd dat ze haar meubels daar kon schilderen, maar goed, het was een grote schuur, er was ruimte genoeg.

Via het hek aan de achterkant liepen ze de binnenplaats op. ‘Kijk eens. Het is hier al heel wat opgeruimder dan het was.’ Ze was er trots op. Opruimen was meer dan alleen spullen verplaatsen. Er kwamen ook heel wat emotionele verschuivingen uit voort.

‘Wat is dit, mam?’

‘O, dat is iets wat Sian in de grondverf heeft gezet. We konden het niet versjouwen, dus gaat ze het beschilderen.’

‘Als je het niet kunt tillen, dan beschilder je het?’ Angus trok zijn wenkbrauwen op.

Fiona begon te lachen. ‘Tja, dat leek gemakkelijker. En als het af is, helpen we haar. Om het naar binnen te krijgen, of te verkopen. Er staan nog meer spullen van haar.’ Ze zweeg even. ‘Is er genoeg ruimte voor je?’

Angus bekeek de paar vierkante meter die leeg was en lachte. ‘Niet echt, mam.’

‘O.’ Hoeveel spullen hád hij dan, vroeg ze zich af.

‘Alleen als we hier meer dingen weghalen.’ Hij zwaaide met zijn arm.

‘Dat kan, maar waar moet Sian haar meubels dan beschilderen?’

‘Misschien kunnen we de ruimte delen,’ zei hij na een ogenblik.

Fiona rilde. ‘Zullen we naar binnen gaan?’ zei ze. ‘Het regent, mocht je het nog niet gemerkt hebben.’

‘Dit is geen regen!’ zei Angus met een weids gebaar. ‘Dit zijn de zachte tranen van de goden die hun verdriet om de wereld tonen.’

Ze had haar oudste zoon dan wel een tijd niet gezien, ze wist heel goed wanneer hij haar plaagde. ‘Kom, dan nemen we nog een kopje thee. En even voor de duidelijkheid, dit is wél regen. En daar moeten we blij mee zijn.’

Ondanks Sians harde werk stonden de schalen nog altijd op het aanrecht, evenals de rijen glazen, schoon maar nog niet opgeborgen, en een leger lege flessen.

‘Volgens mij noem je dat “soldaten in gesloten lid”,’ zei Angus.

Omdat ze niet goed wist of dit berispend was bedoeld, zette Fiona theewater op.

Angus leunde tegen het aanrecht. ‘Vanwaar dat grootse etentje, mama? Dat is toch niets voor jou?’

‘Dat is wel iets voor mij, maar Jeff wilde nooit dat ik meer dan vier mensen uitnodigde. Ik hoef geen rekening meer te houden met wat hij wil, dus ben ik een beetje doorgeslagen.’

‘Dat is het niet. Jeff is al vier jaar uit ons leven.’

‘Ik was een paar mensen wat verschuldigd,’ ging ze verder. ‘Een van de redenen dat ik het etentje gaf, was zodat Sian Margaret kon ontmoeten. Ken je haar nog?’

Angus schudde zijn hoofd. ‘Er waren mensen bij die ik helemaal niet kende. En een paar waren mannen.’

Fiona deed haar best om niet te reageren. Als ze niet schuldbewust keek, kon hij ook geen vragen stellen. Het leek mal om zich zorgen te maken. Ze was een volwassen vrouw en kon doen wat ze wilde, maar na Jeff wilde ze niets doen wat haar jongens van slag zou maken. ‘O? Tja, ik wilde Sian welkom heten in de buurt en zocht een gelegenheid haar aan Margaret voor te stellen, die haar meubels misschien wel wil verkopen in haar winkel.’

‘Aha.’

Fiona schoot in de lach. ‘Sorry dat mijn gasten allemaal oude vlammen van jou bleken te zijn.’

Hij fronste zijn wenkbrauwen. Fiona begreep niet waarom hij zo gespannen was. Was hij moe van al het reizen?

‘Het moet ook wel een schok zijn geweest zo’n vol huis aan te treffen,’ ging Fiona verder. ‘Ik begrijp nog steeds niet waarom je niet even hebt gebeld dat je zou komen.’

‘Ik wilde niet dat je je dan druk ging maken, én ik wilde je gewoon verrassen.’ Hij keek zijn moeder vragend aan.

‘Dat is je gelukt. Maar je moet het mij niet kwalijk nemen dat je zelf ook een beetje verbaasd was.’