3

Rory liep al neuriënd naast Sian, zijn hand in de hare. Ze waren allebei moe en stoffig, maar ze hadden dolle pret gehad bij Fiona. Ze had hen uitgenodigd om mee te eten, maar Sian vond dat Rory dringend naar bed moest.

‘We eten thuis gewoon een geroosterde boterham met roerei, en daarna ga jij snel in bad,’ zei ze, en ze vroeg zich af of ze nog puf had om te werken als Rory in bed lag. Ze moest een meubelstuk afmaken, maar na haar ontmoeting met Fiona, het bloemschikken, de ontmoeting met Jody en Annabelle en het inspecteren van de schuur had ze amper tijd gehad.

‘Wil je me dan voorlezen?’ vroeg Rory.

‘Dat is goed, lieverd.’ Voorlezen in bad was begonnen als een manier om tijd te winnen, maar ze genoten er allebei van. Dan poetsten ze eerst zijn tandjes en ging Sian op de grond tegen het bad aan zitten, terwijl Rory aan het spetteren was en steeds slaperiger werd. Op het juiste moment haalde Sian hem dan snel uit bad, wikkelde hem in een grote handdoek en legde hem in bed. Regelmatig zeurde hij dan om nog een verhaaltje, maar vaak sliep hij al voordat ze het uit had.

Vanavond zat hij uitgebreid te kwebbelen over Fiona, Annabelle en de trein in Fiona’s schuur. Hij dacht ook aan de speelgroep de volgende dag.

‘Emily is er ook, hè?’ vroeg hij, terwijl hij bubbeltjes uit de spons kneep.

‘Ja, en ze zal wel wat hulp hebben, want er zijn nu meer kinderen. Je bent niet alleen.’ Sian veegde zijn gezichtje met de washand schoon. Als het badderen zo ontspannen ging, vergaten ze soms om hem te wassen.

‘Zijn er ook meisjes?’

‘Bij de kindjes of de helpers?’

‘De helpers. Helpers zijn bijna altijd meisjes.’

‘Misschien niet. Misschien heeft Emily wel jongemannen die haar helpen, nu ze hier zit.’

Rory slaakte een zucht. ‘Ik denk het niet. Ik denk niet dat jongens voor kinderen zorgen. Ik hou van jongens.’

‘Ik ook.’ Ze zweeg even. ‘Kom je eruit, lieverd? Ik moet nog wat werken en ik vind dat jij naar bed moet.’

‘Goed, mammie,’ zei Rory, die zich erbij had neergelegd dat er geen mannelijke helpers zouden zijn. Redelijk tevreden ging hij naar bed.

Sian had met de deuren open zitten werken om de verflucht te verdrijven. Ze had net haar verfkwast in keukenfolie gewikkeld toen de telefoon ging. Het was Richard. Ze wist dat hij op zakenreis was geweest.

‘Hoi!’ zei ze. ‘Ben je weer thuis?’

‘Nee, morgen. Ik vroeg me af hoe het jou vergaan was.’

‘Goed! Bijna alle dozen zijn uitgepakt. Mama heeft geweldig geholpen. En we hebben een heel aardige vrouw ontmoet, Fiona Matcham. Ken je haar? Ze woont in het grote huis aan het eind van de straat. Heel aardig!’

‘O ja, die is erg aardig. Ik heb met haar zoons op kostschool gezeten, maar ik heb haar al een tijd niet gezien. Het verbaast me niets dat ze je onder haar hoede heeft genomen. Zo is ze wel.’ Hij zweeg even. ‘En hoe is het met Rory? Heeft hij zin in morgen?’

‘O, ja. Hij hoopt dat er mannelijke helpers zijn.’ Onmiddellijk beet ze op haar tong. Richard vond dat Rory een man als voorbeeld in zijn leven nodig had en dat hij daar de aangewezen persoon voor was. Hoewel Sian het in sommige opzichten met hem eens was, was ze er niet van overtuigd dat om die reden een huwelijk met Richard een goed idee was. Ze zuchtte en zei toen wat opgewekter: ‘Hij heeft een klein meisje ontmoet, Annabelle, dat ook gaat. En hij kijkt ernaar uit om Emily weer te zien. Heeft ze veel hulp, weet jij dat?’

Ze babbelden nog een tijdje over Emily’s project en sloten het gesprek af met de afspraak dat Richard de volgende avond zou komen eten. Hij zou met de auto uit Londen komen voor een flitsbezoekje voordat hij weer op zakenreis moest. Sian ging naar bed met een fijn gevoel. Richard was niet iemand die haar in vuur en vlam zette, maar hij was aardig, en daar viel veel voor te zeggen. Zo had ze er niet altijd over gedacht. Ooit had ze haar hart gevolgd – en haar hormonen – en had ze een korte, wilde verhouding gehad, waar Rory uit was voortgekomen. Maar nu, bijna zes jaar later, had ze het gevoel dat ze een beetje volwassen was geworden. Ze verlangde niet langer naar bloedkolkende passie, maar naar gezelligheid en zekerheid. Intellectueel gezien was ze ervan overtuigd dat ze dit nodig had en wilde, al zou het mooier zijn als ze haar koppige hart hiervan kon overtuigen. Maar ze moest praktisch blijven. Ze was niet de heldin in een van de boekjes die ze als tiener had verslonden. De werkelijkheid was anders, ze zou Rory’s vader nooit meer zien, en ze moest door met haar leven. En de liefde voor een vriend kon toch ook een intensere liefde worden, of niet? Volgens alle artikelen was een relatie die was gebaseerd op vriendschap heel duurzaam, en ze wist dat verstandshuwelijken vaak langer standhielden dan huwelijken die waren gesloten uit liefde. Ze wist zeker dat zij en Rory een heel tevreden, veilig leven met Richard zouden hebben, als ze daarvoor koos. Ze wuifde het tergende stemmetje in haar hart weg, dat zei: Tevredenheid, is dat werkelijk wat je wilt? Ze draaide zich om en viel in slaap.

De volgende ochtend wist Sian Rory met moeite zover te krijgen om zijn boterham met marmite op te eten. Hij was veel te opgewonden, maar Sian had voet bij stuk gehouden. Hij kon niet op een lege maag naar de speelgroep. Zelf had ze alleen een slok thee naar binnen kunnen krijgen, ze was nog veel zenuwachtiger dan haar zoon.

Eenmaal buiten babbelde Rory honderduit en zwaaide hij haar arm heen en weer, met zijn rugzakje slingerend op zijn rug. Een heel goed teken, dacht Sian. Hij vond Emily heel aardig. Zij had hem geholpen toen Sian hem van school had gehaald, maar de laatste keer dat hij omringd was door kinderen, had hij het vreselijk gevonden. Dat was op een grote school in Londen geweest, zei Sian tegen zichzelf. Terwijl hij vragen stelde over de andere kinderen – Annabelle kende hij natuurlijk al – besefte ze ook met een steek van pijn dat hij het gezelschap van leeftijdgenootjes heel erg moest hebben gemist.

De vorige dag waren ze even naar de speelgroep gelopen zodat Rory wist waar hij naartoe zou gaan en hoever het van huis – en zijn moeder – was. Hoewel het gebouw er erg functioneel uitzag, lag het op een prachtige locatie, op veilige afstand van de drukke weg, met ruimte genoeg om te spelen.

Tot Rory’s grote blijdschap en verrassing was er een jongeman die met de oudere kinderen hielp. Rory was ook verrukt om Emily te zien, en toen hij haar had begroet en nog een snelle blik op zijn moeder had geworpen, rende hij naar de andere kinderen. Emily keek Sian met een opgetrokken wenkbrauw aan, alsof ze wilde zeggen: zie je wel, je hoefde je nergens zorgen over te maken. Sian glimlachte opgelucht. Ze had betrouwbare en plezierige opvang voor Rory nodig, zodat zij kon werken. Ze kreeg pas betaald voor de weinige uitstaande opdrachten die ze had, nadat ze het resultaat had afgeleverd. Ze was heel blij met haar eigen zaak en het feit dat ze geld verdiende met werk waarvan ze hield, maar het was geen vetpot. Als ze geen werk had, moest ze aan werk zien te komen. Ze hoopte dat Fiona’s vriendin met de winkel een goed contact zou vormen. Ze zei Emily gedag en zwaaide naar Rory die samen met een ander jongetje druk aan het spelen was met een trein, terwijl Annabelle instructies gaf.

Het was een enigszins met verfspetters besmeurde Sian die Rory vijf uur later kwam ophalen. Ze had een heel productieve dag gehad en hoewel ze Rory had gemist, moest ze toegeven dat een klein kind voortdurend voor afleiding zorgde, zelfs al kon Rory heel goed zelf spelen als zij werkte, en ze had veel meer gedaan dan anders. Ze had zelfs tussen de middag doorgewerkt omdat ze zo was opgegaan in het gecompliceerde ontwerp voor een stoel voor in een kinderkamer.

Ze werd verwelkomd door Emily, die vertelde dat de meeste kinderen buiten waren.

‘Ik vind het heerlijk om nu een plek te hebben waar ze buiten kunnen spelen,’ zei ze, terwijl ze Sian de tuin liet zien. ‘Ik hoop dat ik nog wat meer speeltoestellen kan regelen, maar dit is een prima begin.’ Er was een pierebadje, een zandbak en een klimrek.

‘Volgens mij is het het belangrijkst dat ze lekker kunnen rondrennen,’ zei Sian. ‘En daar heb je genoeg ruimte voor.’ Ze wist dat Rory dol was op hun nieuwe tuin, die veel groter was dan het tuintje dat ze in Londen hadden gehad, maar ze wist ook dat hij dit fantastisch vond. En van al dat spelen werd hij vast ook lekker moe. Ze vond het geweldig dat hij kon rondrennen en al zijn energie kwijt kon.

‘Dat is zo,’ zei Emily, ‘en vandaag was het ook zulk mooi weer.’

Alle kinderen – en het waren er heel wat, zo te zien – droegen honkbalpetjes met de klep achterstevoren om hun nek tegen de zon te beschermen. De oudere kinderen speelden cricket onder leiding van de mannelijke assistent. ‘Dat is Philip,’ zei Emily, ‘een student. De kinderen zijn dol op hem. Ik probeer hem ervan te overtuigen om het onderwijs in te gaan.’

Rory zag zijn moeder en rende op haar af om haar te omhelzen en racete daarna weer terug naar zijn spel.

‘Ik hoef zeker niet te vragen of het goed gegaan is?’ vroeg Sian, die nog even naar de kinderen bleef kijken.

‘Nee, het is geweldig goed gegaan. Het is een schatje. En hij is gek op Philip.’

‘Hij houdt van jongens, zoals hij zegt. Hij kan het ook geweldig goed met mijn vader vinden, maar die is een stuk ouder.’

Emily schoot in de lach. ‘Misschien moet je met mijn broer trouwen en hem een jongen geven naar wie hij permanent kan opkijken.’ Ze lachte. ‘Grapje.’

Sian glimlachte meewarig. Ze wist dat Emily halfserieus was. Ze zou niets liever willen dan dat Richard en Sian een echte relatie kregen. Sian was erg gesteld op Emily, maar dat was niet genoeg om met haar broer te trouwen. ‘Ach, wie weet?’

Sian en Rory waren bijna thuis, toen ze een auto bij het huis zagen staan.

‘Wie zou dat kunnen zijn?’ vroeg Sian, in de hoop dat het geen bezoek was. Ze had haar schilderkleren nog aan en Rory was doodmoe – hij liep al met zijn voeten over de grond te slepen – en als hij moe was, vergat hij nog wel eens hoe hij zich hoorde te gedragen.

Toen ze bij de voordeur kwamen, zag de eigenaar van de auto hen. Een verschijning in een fleurige zomerjurk en designerzonnebril stapte uit de kleine cabrio. Ze zag er kalm en ontspannen uit, had volmaakt gebruinde benen en droeg mooie sandalen. ‘Ik ben Melissa Lewis-Jones,’ zei ze. Ze stak haar hand uit die Sian automatisch schudde. ‘Fiona Matcham vertelde me dat hier iemand was komen wonen. Ik wilde je welkom heten in de buurt.’

Sian hoopte dat haar glimlach niet verraadde hoe ongemakkelijk ze zich voelde in het bijzijn van deze elegante vrouw. Ze voelde zich groezeliger dan ooit, maar wilde ook niet een mogelijke nieuwe vriendin wegjagen. Sian keek even naar Rory, die door het hek was gegaan en ongeduldig bij de deur stond te wachten omdat hij met zijn eigen treintjes wilde spelen.

‘Natuurlijk,’ zei Sian, die de deur opendeed en Rory als eerste binnenliet. ‘Maar let niet op de rommel. Ik heb geschilderd, zoals je ziet.’ In de kostbare tijd die ze met Rory had, deed Sian geen moeite om veel huishoudelijk werk te doen, omdat ze het sneller kon doen als hij er niet bij was. Maar ze kon zich niet meer herinneren of ze de ontbijt- en lunchspullen van tafel had geruimd, of dat ze inmiddels op het aanrecht stonden. ‘Ik ben Sian, trouwens. Kom verder.’

De designerverschijning aarzelde niet en liep door naar Sians woonkamer. ‘Mijn god, het is wel een beetje een grot, hè? En het ruikt vreselijk bedompt! Ik heb hier altijd eens een kijkje willen nemen. Ik wist niet dat het huis in zo’n slechte staat was.’

Sian vond haar woonkamer steeds mooier, ondanks het feit dat het er wat donker was, en ze merkte dat Fiona wel mocht zeggen dat het huis vochtig was, maar deze arrogante Melissa niet. ‘We hebben het hier prima naar ons zin,’ zei ze afwerend.

‘Nu is het zomer! Maar als het straks winter is? Dan lijkt het me hier een koelkast. Luella Halpern was zeker te gierig om iets aan het huis te laten doen. Ze had het ook kunnen opknappen en voor een fortuin kunnen verkopen.’

‘In dat geval ben ik blij dat ze dat niet gedaan heeft,’ zei Sian. Toen ze merkte dat haar gast niet van plan was snel te vertrekken, besloot ze dat ze maar beter de beleefde gastvrouw kon spelen. ‘Wil je iets drinken? Wat water? Sap? Het is vreselijk warm. De koelte hier is aangenaam.’

‘Wat spuitwater, als je het hebt.’

Melissa liep achter haar aan naar de keuken. ‘Dit zou prachtig zijn als je die muur doorbreekt en er een open keuken van maakt. Huizen als deze verkopen nog steeds goed, zo dicht bij Londen.’

‘Het is niet te koop.’ Sian zette het glas water op tafel en schonk wat sap in voor Rory, voordat ze een glas met water voor zichzelf liet vollopen. ‘Ga zitten.’

‘Hoe heet jij?’ vroeg Melissa, en haar glimlach liet zien dat ze niet echt van kinderen hield.

‘Rory,’ zei Rory.

‘Nou, Rory, zou jij niet even in de tuin willen spelen? Dan kan ik met je moeder over saaie dingen praten.’ Ze keek naar Sian. ‘Als mammie het goedvindt, natuurlijk.’

Sian wilde direct zeggen dat Rory moest blijven en iets lekkers kreeg, maar ze wilde hem ook beschermen tegen verveling en deze lichtelijk beangstigende vrouw. ‘Wil je nog iets eten, lieverd? Dan mag je het mee naar buiten nemen.’

‘Een Babybel-kaasje, alsjeblieft,’ zei Rory, en hij keek twijfelend naar hun gast. Het was wel duidelijk dat hij Melissa ook niet zo zag zitten.

Hij had mensenkennis, dacht Sian, waarna ze zichzelf een standje gaf. Ze moest Melissa wel een kans geven.

Sian pakte twee kaasjes en gaf ze aan hem. ‘Wil je nog wat drinken?’

‘Nee, ik heb bij de opvang al gehad.’ Hij griste de kaasjes uit haar hand en rende de tuin in. Al zijn vermoeidheid leek verdwenen.

‘Het is veel makkelijker om te praten zonder kleine oortjes erbij.’ Melissa ging zitten en glimlachte naar Sian.

‘Heb je kinderen?’ vroeg Sian. Haar dorst was gelest, maar haar humeur was nog niet veel beter.

‘O, alsjeblieft, nee! Niet dat ik ze niet ooit wil, maar nu nog niet. En niet zonder een heel groot netwerk. Ik wil van het leven genieten zolang ik jong en mooi ben.’ Ze lachte alsof ze het spottend bedoelde, maar dat kwam niet over.

Ach, dacht Sian, en ze pakte de andere stoel. Ze ís ook jong en mooi. Hoewel Sian er redelijk zeker van was dat ze ongeveer even oud waren, zag Melissa er beslist jeugdig uit. Misschien omdat ze niet veel verantwoordelijkheden had.

‘En wat brengt jou hier?’ vroeg Melissa, waarmee ze haar gedachten doorbrak.

Sian had de meeste redenen voor haar verhuizing al aan Fiona verteld en ze was niet van plan ze te herhalen – niet tegen deze vrouw, in elk geval. Iets zei haar dat ze bij Melissa een beetje op haar hoede moest zijn. Ze besloot het bij enkele algemeenheden te houden. ‘Tja, het is hier prachtig en het ligt dicht bij Londen.’ Ze voegde er niet aan toe dat de huur heel schappelijk was.

‘Waarom wil je dicht bij Londen wonen? Werk je daar?’

Sian nam een slokje water en bereidde zich voor op de ondervraging die ging komen. Ze zag het liefst dat Melissa vertrok, maar ze wilde ook niet onbeleefd zijn. Hoe sneller ze haar vragen beantwoordde, des te eerder zou haar bezoek gaan. ‘Nee. Ik werk thuis, maar mijn ouders wonen daar, daarom wilde ik niet te ver weg gaan wonen.’

‘En je partner?’

Sian schudde haar hoofd. ‘Alleenstaande moeder. Geen ex.’ Melissa’s zwaar opgemaakte ogen weerspiegelden haar verbijstering. ‘Dus je wilde gewoon een kind? Wat dapper! Hoe heb je in vredesnaam de vader uitgekozen? Heb je op uiterlijk of intellect geselecteerd?’

Sian ging in een flits terug naar die nacht die, negen maanden later, Rory had voortgebracht, en haar gevoel voor humor won het van Melissa’s botheid. Ze glimlachte. ‘Ik ben niet bewust zwanger geworden, maar toen ik ontdekte dat ik het was, was ik heel blij. Nadat ik eenmaal over de schok heen was.’

‘Wat dapper. Ik zou echt niet in mijn eentje een kind willen. Al dat werk. En de schande.’ Melissa kon zich zo te zien niets ergers voorstellen. Sian besefte heel goed dat niet iedereen haar situatie normaal vond, maar Melissa’s reactie was wel extreem. Misschien had Fiona gelijk en waren mensen op het platteland inderdaad nogal behoudend.

‘Ik woonde in de buurt van mijn ouders, en die hebben me geweldig gesteund,’ zei Sian zacht, maar resoluut. ‘Er was geen sprake van schande.’

‘O, ik bedoelde er niets mee, hoor.’ Melissa had het fatsoen om rood te worden. ‘Maar sommige mensen zijn nou eenmaal wat ouderwets. Hier in de omgeving, bedoel ik.’

Zoals jij, zeker, dacht Sian. ‘Ik vind de mensen tot nu toe heel vriendelijk,’ zei ze.

‘O, Fiona is oké. Een typisch oud mens, maar wel aardig.’

‘Ja.’ Sian voelde zich beledigd. Fiona was halverwege de vijftig – net zo oud als Sians moeder – en was in haar ogen absoluut geen ‘oud mens’.

‘Maar sommige anderen zouden er misschien wel eens moeilijk over kunnen doen, dat je een ongehuwde moeder bent. Misschien kun je beter doen alsof je weduwe bent. Hoe zit het met de vader? Heeft hij je gesteund?’

Aangezien Sian Rory’s vader nooit had verteld dat ze zwanger was en ze geen idee had hoe het hem verder vergaan was, nam ze nog een slokje water om tijd te winnen. ‘Hij verdween, ging op reis. Ik kon hem op geen enkele manier bereiken, dus heb ik het hem nooit verteld. Het had ook niet veel zin. We kenden elkaar amper.’

Ze keek haar ongenode gast recht in de ogen, alsof ze haar wilde zeggen dat ze het niet moest wagen om een opmerking te maken over het feit dat Sian zo snel met hem naar bed was gegaan. Maar het was zo. Op het moment zelf had ze zich er niet van kunnen weerhouden, maar toch was het niets voor haar geweest. Als Rory niet was geboren, als bewijs van wat er was gebeurd, dan zou ze bijna denken dat het allemaal een droom was geweest. Een heerlijke droom.

‘Nou, ik vind dat je het de klootzak betaald moet zetten!’ riep Melissa uit.

Een beetje geschokt door Melissa’s heftige reactie zei Sian: ‘Waarom? Ik ben dolblij dat ik moeder ben. Ik neem Rory’s vader niets kwalijk.’

Melissa haalde haar schouders op. ‘O, nou ja. Je leeft dus van een uitkering?’

Iemand kon bot zijn, of onbeschoft. Dit was onbeschoft. ‘Zoals ik al zei, werk ik thuis. Ik heb een eigen zaak, ik beschilder meubels.’ Ze zei er niet bij dat ze alle financiële steun die de overheid haar bood aannam en er blij mee was. ‘En jij?’ Het was tijd om bij haar gast ook de druk een beetje op te voeren. ‘Wat doe jij?’

‘O, ik doe van alles op het gebied van pr, evenementenmanagement, dat soort dingen.’

‘Niet getrouwd?’

‘Nog niet.’ Melissa glimlachte mysterieus.

‘Verloofd? Ben je een grootse bruiloft aan het plannen?’

‘Dat zeker! Maar toevallig ben ik op het moment single. Ik heb een serieuze relatie achter de rug. Hij was lief, maar veel te dominant.’

‘Aha.’ Sian zei met opzet niets, omdat ze het gesprek niet wilde rekken. Dit meisje was als karikatuur wel grappig, maar ze was niet echt aardig. Sian kon zich niet voorstellen dat ze vriendinnen zouden worden. Ze dacht aan Jody, die zo anders was. Misschien was een dorp gewoon een stad in het klein, met dezelfde mengeling van mensen en meningen, en viel de onenigheid in een dorp meer op doordat alles zichtbaarder en moeilijker te vermijden was. Ze had vaak genoeg met haar moeder meegeluisterd naar The Archers om te weten dat je in een dorp soms het gevoel kon hebben dat je onder een microscoop lag. Fiona was de goede kant, Melissa de slechte.

Melissa bleef een tijdje stil zitten, alsof ze verwachtte dat Sian het gesprek weer een impuls zou geven. Uiteindelijk stond ze op. ‘Ik moet maar eens gaan. Leuk je te ontmoeten.’ Ze wachtte even. ‘Je wilt me zeker niet even een rondleiding door het huis geven? Ik denk erover om hier in de buurt iets te kopen en dit zou best eens iets voor mij kunnen zijn.’

‘Maar het is verhuurd. Ik woon hier.’ Sian voelde dat haar nekharen weer overeind gingen staan.

‘Luella is vast wel vatbaar voor een goed bod van een koper die contant kan betalen. Ze woont nu per slot in Spanje, nietwaar?’

‘Frankrijk, toevallig. En ik kan je helaas geen rondleiding geven.’ Sian merkte dat ze ongewoon resoluut was. ‘Nog lang niet alles is uitgepakt. Ik ben nog niet ingesteld op bezoek en het is bijna etenstijd voor Rory. Hij kan erg humeurig zijn als hij honger heeft.’ Sian vond het akelig om haar zoon als excuus te gebruiken, maar het was bijna etenstijd en ze had er alles voor over om Melissa de deur uit te werken.

‘O.’ Melissa leek een beetje verrast dat haar verzoek geweigerd werd. ‘Een ander keertje, dan?’

Sian glimlachte en haalde haar schouders op, in de hoop dat die andere keer er nooit zou komen. Ze vroeg zich af hoe ze kon voorkomen dat Melissa dit huis zou kopen, wat inmiddels aanvoelde als háár huis. Ze kon zich niet voorstellen dat Melissa vaak nee te horen had gekregen in haar leven. Moest ze Fiona bellen om te vragen of Luella inderdaad door de knieën zou gaan voor een goed bod van een koper die contant kon betalen? Maar ze bedacht zich. Fiona had morgen haar afspraakje en ze wilde haar niet storen.

Toen Sian Melissa had uitgelaten, liep ze de tuin in naar Rory. Plotseling vroeg ze zich af of ze hier nog wel zouden wonen tegen de tijd dat ze van de groenten in hun moestuin zouden kunnen genieten. Ze slaakte een droefgeestige zucht, stak haar hand uit en zei: ‘Kom Rory, we geven de aardbeitjes nog even water en dan is het tijd om te eten.’ Daarna gingen ze naar binnen.

Toen ze Rory eten had gegeven, nam Sian een snelle douche. Ze trok een zomerjurk aan. Hij was oud en vaal, maar het was een van haar lievelingsjurken. Als ze niet in haar tuinkleren was, sieraden droeg en wat make-up ophad, zag ze er heel mooi uit. Ze wilde iets lekkers koken voor Richard. Hij had verteld dat hij genoeg had van hoteleten en zin had in een huiselijk maal, en dus wilde ze shepherd’s pie maken, terwijl Rory televisie keek.

Terwijl ze uien pelde en de selderie en wortels in stukjes sneed, dacht ze aan Richard. Ze keek ernaar uit dat hij kwam – hij was bijna drie weken op zakenreis geweest. Dat was ook iets wat ze aan Richard waardeerde: dat hij veel weg was. Het betekende dat ze verder kon met haar leven en uitkeek naar de momenten dat ze hem weer zag. Zo liepen ze elkaar niet in de weg en hadden ze genoeg te praten als ze elkaar zagen. Dan wilden ze allebei van elkaar weten wat ze hadden gedaan. Hij kon erg leuk vertellen over de mensen die hij op zijn reizen tegenkwam.

Ze besloot hem niet te vertellen dat Melissa had gezegd dat ze de cottage wilde kopen. Dan zou Richard het allemaal voor haar willen regelen, en ze wilde haar problemen zelf oplossen. Sian deed niet moeilijk over het accepteren van hulp, maar Richard had al zoveel gedaan. Ze wist dat hij haar leven gemakkelijk wilde maken – ze hoefde maar een kik te geven of hij zou haar meenemen naar zijn eigen huis, maar ze wilde geen misbruik maken van zijn lieve karakter of iets doen waar ze zichzelf niet lekker bij voelde, alleen om een gemakkelijk leven te hebben.

Ze bedacht opeens dat hij wel eens had verteld dat hij zo nu en dan verlangde naar de butterscotchtaart van vroeger op school. Ze had er geen recept van, maar na een snelle blik in de voorraadkast dacht ze dat ze wel iets in elkaar kon flansen. Rory zou morgen met alle plezier de restjes willen opeten.

‘Dag, Richard!’ Sian liet zijn armen om zich heen glijden. Ze hield van zijn omhelzingen. Ze waren stevig en betrouwbaar, net als hij, en naderhand kon je nog voelen dat je omhelsd was. Ze sloeg haar armen om hem heen en hield hem net zo stevig vast.

‘Sian, meisje,’ zei hij. ‘Beeldschoon als altijd. Je zou niet zeggen dat jij net een grote verhuizing achter de rug hebt.’ Hij zette de fles wijn die hij had meegenomen op tafel.

‘De cottage ziet eruit alsof ik hier een paar uur geleden ben ingetrokken. Ik heb nog helemaal niets opgeruimd. Kom binnen. Wil je in de keuken toekijken hoe ik de salade maak, of wil je keurig in de woonkamer zitten?’

‘Dat weet je best,’ zei hij, en hij keek haar met zo’n tedere blik aan dat ze zich schuldig voelde.

‘Dan ga ik eerst snel even naar boven om Rory in te stoppen.’

‘Laat mij maar. Ik wil wel eens weten hoe die kleine man het bij mijn zus vindt.’

‘Vandaag was zijn eerste dag, en hij vond het geweldig! Er werkt een “jongen” en je weet dat hij dol is op jongens. Ga maar gauw naar hem toe.’

Enige tijd later kwam Richard weer beneden. ‘Ik ben dan wel een “jongen”, maar hij wil toch dat jij hem instopt. Ik heb hem een verhaaltje voorgelezen, maar volgens mij deed ik de stemmetjes niet goed.’

Nog meer schuldgevoel. Hij was zo lief, waarom wilde Rory niet door hem ingestopt worden? Nadat ze een glas wijn voor Richard had ingeschonken, rende ze de trap op.

Toen ze weer beneden kwam, zag ze dat hij de salade had afgemaakt, de keuken had opgeruimd en de tafel had gedekt.

‘Je bent geweldig, Richard,’ zei ze, en ze keek hem boven haar wijn met een glimlach aan.

‘Betekent dat dat je van gedachten bent veranderd en met me wilt trouwen?’ Hij glimlachte. ‘Kijk niet zo verschrikt. Ik heb mijn antwoord al. Ik hoop alleen dat je ooit van gedachten verandert.’

Sian hief haar glas naar hem op. Dat hoop ik eigenlijk zelf ook een beetje, dacht ze, maar ze zei het niet hardop.