Het heilige manuscript van de Malachijnen

Evenveel jaar geleden als er sterren aan het firmament staan, was het hemelse paradijs het toneel van een vreselijke opstand. Gewapend met mystieke zwaarden en goddelijke moed leverden Cherubijnen die trouw waren aan Jahweh, een bloedige veldslag tegen de aartsengel Michaël en zijn gevolg van engelen.

      God, de hoogste heer van al wat is, bleef ondergedompeld in een diepe slaap, die begonnen was nadat hij de Schepping had afgemaakt: de rust van de zevende dag. Tijdens zijn lange afwezigheid hadden de aartsengelen het bevel en legden hun wil op aan de hemel en de aarde. Gezeten op een troon van licht streefde elk van hen apart naar de status van god.

      Alle macht was samengebald onder de vleugels van de machtige en onaanraakbare aartsengelen, die Gods woord gebruikten om hun eigen wil door te drukken. Ze hadden een grote afkeer van de liefde van de Schepper voor de mensen en, door intense afgunst bewogen, besloten ze de wetten van de Allerhoogste te schenden en elke mens die zich op aarde bewoog, te vernietigen. Zo maakten ze een einde aan een deel van Gods Schepping.

      Door furie gedreven, zond Michaël, de vorst der engelen, verschillende rampen naar de Haled, maar als onuitroeibare insecten bleven de stervelingen verzet bieden. De gevleugelde tirannen verlangden de terugkeer van de allereerste tijd, toen alleen dieren de wereld bevolkten. Ze zouden nooit de verering van een van klei gemaakt schepsel accepteren, want ze waren voortgebracht door de heerlijkheid en glorie van de Heer zelf.

      Michaël was vastbesloten de mensheid in één keer te elimineren en gaf aan de Isjijnen, de engelenkaste die de natuurkrachten beheerst, het bevel om de definitieve vernietiging in gang te zetten. Onderdanig als ze waren, lieten de Isjijnen de ijskappen van de polen smelten en de aarde werd overstroomd door een grote zondvloed. Maar ook die overleefden de stervelingen.

      Al die dood en vernietiging werden de aanzet tot een samenzwering. In hun politieke onschuld lieten de leiders van de samenzwering zich verraden door een andere aartsengel, Lucifer, de Morgenster. Hij was als enige op de hoogte van het plan waarmee de opstandelingen het paradijs wilden bevrijden van het juk waaronder het zuchtte. Toen de vorst der duisternis de revolutionaire ideeën prijsgaf, werden de rebellen verslagen, uit de hemel verdreven en veroordeeld om tot het einde der tijden in de wereld van de mensen te dwalen. Zolang het licht van de zevende dag schijnt en God blijft slapen, zullen de gevallen engelen achtervolgd en door hemelse gezanten gedood worden.

      Lucifer verwierf grote macht en roem met zijn verraad van de opstandelingen en organiseerde zo zijn eigen revolutie. Bewogen door belangen die niet eens de schijn van rechtvaardigheid hadden, wilde de duistere aartsengel het rijk van Michaël innemen en zelfs boven de Schepper uitstijgen door zich in Tsafon, de Berg van de Congregatie, de kroon op het hoofd te zetten en zo gelijk aan God te worden. De zoon van de dageraad wilde niet alleen zijn broeder verslaan, maar zelf ook God worden, niet alleen de vorst onderwerpen, maar ook Jahweh.

      Vele engelen die een afkeer hadden van de hemelse politiek, kenden de egoïstische bedoelingen van Lucifer niet en sloten zich bij hem aan. Toen hij het verraad ontdekte, verklaarde de vorst der engelen opnieuw de oorlog en brak er een tweede oorlog uit. Vanwege hun daden en macabere ambities werden de Morgenster en zijn volgelingen naar de Sheol geworpen, een donkere put van duisternis en lijden, een vreselijke plek, een eeuwige kerker. Daar heerst de duistere aartsengel en wacht het juiste moment voor zijn wraak af. Tegenwoordig is deze dimensie bij de stervelingen bekend onder de naam ‘de hel’.

      Op deze twee engelenoorlogen volgden vele millennia waarin de mensen met hun eigen moderne wapens een nieuw tijdperk van grote rampen hebben ingeluid.

      In de hemel en in de hel markeert het Armageddon het begin van een nieuw tijdperk. Bij de voltooiing van de cyclus zal God uit zijn slaap ontwaken en zullen alle vonnissen worden herzien. Het weefsel van de werkelijkheid zal dan uiteenvallen. Oude vijanden zullen elkaar te lijf gaan en de grenzen tussen de parallelle dimensies zullen wegvallen. Dit zal de dag van de vereffening der rekeningen zijn.

      De schemering van de zevende dag komt naderbij en binnenkort valt de nacht.