HOOFDSTUK 12  Van vrouw naar vrouw

 

Jean-Paul van Poppel kan maar moeilijk begrijpen dat Gert Jakobs in 2012 al drie huwelijken achter de rug heeft en een aantal andere relaties. ‘Nog steeds snap ik Gert in dat opzicht niet’, zegt hij met een verbaasd gezicht. ‘Het past niet bij hem. Hoe is het mogelijk! Die meiden moeten echt gek op hem zijn geweest. Als er vroeger een bloedmooie vrouw langsliep, keek ik wél, maar hij draaide zich altijd om. Gert is absoluut geen vrouwengek. Ik zweer met de hand op mijn hart dat hij vroeger never nooit geïnteresseerd was in vrouwen. Hij is gewoon een paar keer de verkeerde straat ingelopen.’

 

Stille wateren hebben diepe gronden. In zijn tienerjaren is Jakobs de rust zelve. Maar op zijn zeventiende gaat hij toch ook al fanatiek achter een meisje aan. Het is Sabine Jung. Hij ontmoet haar op de ijsbaan in Assen. Ze gaat een keer mee met een vriendin die schaatst en loopt daar Gert tegen het lijf die regelmatig traint op het Drentse ovaal. ‘Ik was meteen hartstikke verliefd op haar’, kan hij zich herinneren. ‘Een brunette, een machtig mooie meid. Ik fietste drie keer in de week met een noodgang van Emmen naar Assen, een beetje vrijen en dan weer terug. Meteen een mooie wielertraining.’

Sabine is een vriendin van Gea uit Beilen, de latere vrouw van Erik Breukink. Ze kennen elkaar van school. Sabine handbalt bij Unitas. ‘Haar pa had een BMW. Ik mocht in die auto rijden om haar en enkele ploeggenoten naar het handbal te brengen. Ik voelde me dan de king natuurlijk.’

Sabines ouders zien de wat introverte Gert wel zitten. Ze zijn zelf ook erg sportief. ‘Ze waren helemaal gek van wielrennen’, weet hij nog. ‘Dus gingen ze ook vaak mee naar mijn koersen. Voor mijn loopbaan is dat wel goed geweest.’

Sabine en Gert treden in kleine kring in het huwelijk. Geen spetterend feest. Ze gaan in Helmond wonen, want dat is dichter bij België, wielerland bij uitstek. Jakobs: ‘Toen we samenwoonden, wilde Sabine aan huis een praktijk als schoonheidsspecialiste beginnen. Daar heeft ze een cursus voor gevolgd. Ze had heel veel heimwee. Ze dacht misschien: Als ik thuis werk, heb ik wat te doen. We hebben een kamer ingericht met allerlei spullen en apparatuur. Maar toen die klaar was, zei ze: “Ik vind dit werk toch niks”. Op het moment dat ik in het buitenland was voor het wielrennen, ging Sabine naar haar ouders in Assen. Dat was natuurlijk een groot deel van het jaar.’

Na enige tijd in Helmond te hebben gewoond, gaan Gert en Sabine net de grens met België over en verhuizen ze naar het fiscaal aantrekkelijke Baarle-Hertog. Ze komen dicht bij enkele andere renners te wonen, zoals Teun van Vliet, Tom Cordes en Jean-Paul van Poppel die in het iets verderop gelegen Poppel bivakkeert.

Het huwelijk met Sabine houdt twee jaar stand. Tot Gert bij een criterium in Panningen, in het najaar van 1990, ineens wordt geconfronteerd met Hanneke van der Velden. Ze ontmoeten elkaar in een café na de koers. Jakobs: ‘Ze stond plotseling voor mijn neus. Ik was meteen verliefd. Het huwelijk met Sabine zou toch zijn misgelopen, al kon ze later wél aarden in het zuiden. Ik vertelde haar dat er een andere vrouw in mijn leven was gekomen. Van Vliet, Van Poppel en Erik Breukink zijn nog bij me thuis geweest om me op andere gedachten te brengen. Teuntje zei: “Begin er nou niet aan man! Je hebt nu toch een keer lekker geneukt?” Maar ik was overtuigd van mijn keuze.’

Van Poppel kan zich de periode van die echtscheiding nog goed voor de geest halen. ‘Gea kon het Gert niet vergeven dat hij haar vriendin in de steek liet. Sabine heeft toen na goed overleg zijn hele huis leeggehaald. Ze was een heel mooie vrouw. Daar keek iedereen naar. Wij begrepen er niets van.’

Maar Hanneke is op dat moment het einde voor Gert. En de Limburgse raakt zelf ook al snel geïmponeerd. ‘Ik was met een vriendin naar dat criterium in Panningen gegaan’, vertelt ze in haar woning in Emmen. ‘We hadden het jaar ervoor op een vakantie in Spanje Harry Akkermans ontmoet, een vriend van Gert uit Zevenbergen. We zouden hem daar in Panningen weer treffen. Ergens in een rustig hoekje van de kroeg raakten Gert en ik in gesprek. Een beetje dollen en van het een kwam het ander.’

Ze hoort al snel dat Gert is getrouwd. Daardoor reageert ze voor vervolgafspraken terughoudend. ‘Maar het maakte Gert niet zo veel uit. Ik heb een paar keer de boot afgehouden, ik wilde niet dat er met mij werd gesold. Maar ik was gecharmeerd van zijn charisma. In eerst instantie ga je toch af op het uiterlijk. Hij manifesteerde zich ook als een charmeur. Gert ging in de wintermaanden met de familie Breukink naar Aruba. Van daaruit stuurde hij een grote bos rozen met een kaartje waarop stond: Ik kies voor jou. Ik heb Sabine nooit gekend.’

Als Gert daarna in scheiding ligt, mag Sabine niet alleen hun huis leeghalen, ze bedingt ook nog alimentatie. Ze zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ze krijgt als afkoopsom een bedrag ineens, in een envelop. Het moet een flinke stapel bankbiljetten zijn geweest. Jakobs verdient in die tijd immers een ministerssalaris van een paar ton, in guldens weliswaar, per seizoen. ‘Ik was de helft van mijn vermogen toen al kwijt’, zegt Gert nu. ‘Ik deed het toch, dacht niet aan de consequenties. Ik was veel te impulsief.’

En Hanneke: ‘We konden niet bevroeden dat Gert twee jaar later geen profwielrenner meer zou zijn. We waren verliefd. Dit was de consequentie.’

Gert over zijn nieuwe vlam: ‘Hanneke zag er zeker ook appetijtelijk uit, flamboyant bovendien. Ze was openhartig, spontaan en had een hoop heisa aan haar kont. Altijd flink aanwezig dus. Als je haar meenam naar een feestje, vergaten de aanwezigen dat niet snel. Niets mis mee. Die relatie liep hartstikke goed. Ze wist ook van aanpakken.’

Mensen om Gert heen herinneren zich Hanneke als een excentrieke vrouw. Van Poppel: ‘Ze lag weleens topless in de tuin te zonnen. Ze had een mooi lijf. Ik had het idee dat ze er geen moeite mee had dat te tonen.’

Er wordt voor Gert en Hanneke door onder anderen Van Poppel en Van Vliet een legendarische vrijgezellenavond georganiseerd. Gert wordt ’s ochtends gebeld door Mart Smeets. Of hij en Van Poppel die middag naar de studio in Hilversum kunnen komen voor een tv-interview. Gert houdt wel van publiciteit en hoeft er niet lang over na te denken. Enkele uren later stapt hij met Hanneke in de auto. Van Poppel rijdt achter het stel aan.

Even voor Breda worden Gert en Hanneke aangehouden door een politiewagen. Er stapt een nors kijkende, boomlange agent uit. Gert is zich van geen kwaad bewust, heeft zich redelijk aan de snelheid gehouden en draait nieuwsgierig het raampje van zijn Volkswagen Passat naar beneden.

‘Mag ik u rijbewijs zien, meneer?’, bromt de politieman.

Gert duikt nerveus in het handschoenkastje waar het kleinood behoort te liggen. Maar wat hij ook rommelt, het mapje met het roze document is verdwenen!

‘Dat is niet zo mooi, meneer’, reageert de agent stuurs en hij begint steeds strenger te kijken.

Hanneke zit voorin en begint zich er al sputterend mee te bemoeien. ‘We hebben haast. Hij moet naar Mart Smeets voor een tv-interview’, stamelt ze.

‘Al moet hij naar de koningin, dat interesseert me geen reet’, blijft de agent op zijn strepen staan. ‘Stapt u maar uit, dan lopen we even om de auto heen.’

Gert probeert nog: ‘Ja, maar u laat Van Poppel ook wachten. Hij heeft heel veel etappes in de Tour de France gewonnen.’

‘Niets mee te maken’, krijgt hij als antwoord.

‘Héééé’, zegt de brombeer dan, bijna met zichtbaar genoegen. Hij wijst op de kentekenplaat. ‘Dat is heel verdacht, een auto met een Belgisch kenteken!’ ‘Maar ik woon ook in België’, werpt Gert ertegenin.

Aan de onderkant van de spoiler vertoont de rode Passat witte plekken waar de grondverf door de lak tevoorschijn is gekomen. De kleerkast moet zich diep buigen om ze van dichtbij te bekijken. Is dan overtuigd van een ernstig misdrijf. ‘En die witte plekken?!’, vraagt hij. ‘Die auto is overgespoten. Hier klopt niets van.’

Voordat Gert en Hanneke het zich realiseren, worden ze in een politiebusje afgevoerd. Gert mompelt meer dan geschrokken in zichzelf: ‘Krijg nou de tering.’

In een achtervolgende auto hebben Van Poppel en Van Vliet, die het rijbewijs van Gert uit het handschoenkastje hebben gepikt, de grootste pret. Op een politiebureau wordt het aanstaande huwelijkspaar direct opgesloten. Hanneke is woedend, begint te schelden en te tieren. Gert is veel banger en probeert haar te kalmeren. ‘Kijk nou uit, straks hangt hier ergens afluisterapparatuur en zitten we misschien de hele nacht in de cel.’

Maar na twintig minuten gaat de deur piepend open en worden ze naar de receptie van het bureau geleid, waar een menigte vrienden en vriendinnen de twee joelend opwacht voor een vrijgezellenavond. Gert nu: ‘Ik was zó verbouwereerd. Ik had helemaal niets in de gaten gehad. Het duurde echt even voordat het kwartje viel. En zelfs toen ik al die bekenden zag, zei ik nog: “En Mart Smeets dan?” Ze zaten allemaal in het complot.’

Trouwde Gert nog in alle stilte met Sabine, zijn tweede huwelijk wordt gevierd met een spectaculair feest. Hun zoon Gertje is dan al geboren. Hanneke is bij hem ingetrokken in Baarle-Hertog en heeft een baantje op camping De Kievit. Ze trekt veel op met de vrouw van Tom Cordes.

 

In juli 1992 trouwen Gert en Hanneke voor de wet. Hanneke: ‘Eerst wilde ik helemaal niet trouwen. Maar om alles snel te kunnen regelen, vond Gerts zaakwaarnemer van toen, André Boskamp, het beter dat toch te doen.’ In oktober 1993 wordt alles nog eens dunnetjes overgedaan. Gert heeft zich in een zwart, leren pak gehuld, dat is betaald door roddelblad Weekend. In ruil natuurlijk voor exclusieve foto’s. Het weekblad heeft ook de inrichting van de kinderkamer van Gertje bekostigd voor dezelfde tegenprestatie.

De hele wielerwereld is uitgenodigd in een partycentrum in Goirle. Gert heeft zelfs gedacht aan koersdirecteuren van criteriums, zoals Ad Rijnen van de Ronde van Boxmeer: ‘Ik vond dat ik dat moest doen. ’s Middags hadden we al eten geregeld voor familie. ’s Avonds konden jan en alleman om half elf wéér eten. Er waren zo’n driehonderd mensen geïnviteerd. Het feest speelde zich af in twee zalen, een met Nederlandstalige muziek en in die andere stond een band nummers uit de top 40 te spelen. In het eerste zaaltje was het een gekkenhuis. Wij waren nog niet klaar met de felicitaties, of ze liepen daar al de polonaise. Van Vliet stond op een gegeven moment boven op de tafel met zijn broek half op z’n knieën. Vooral Vlieg met me mee naar de regenboog van Paul de Leeuw was erg populair. We hadden afgesproken dat er geen tijdslimiet zou zijn. Iedereen kon doorgaan zolang hij wilde. Vrij drinken. Het ging als bij het carnaval door tot half drie. De man van mijn zus Trudy verzorgde spontaan nog een striptease. Een krankzinnig feest, ga ik nooit meer meemaken. Zo’n festijn kun je alleen maar creëren met een vrouw als Hanneke.’

‘Een neef van mij kwam haar rond twaalf uur ’s nachts tegen. “Wie ben jij eigenlijk?”, vroeg hij haar.’

Feitelijk weet Hanneke dat op dat moment ook nog niet van haar man, zo zal later blijken. Volgens haar begint Gert het huwelijk na de geboorte van hun dochter Demi in oktober 1994 niet zo serieus meer te nemen. Gaat hij met enige regelmaat vreemd. Ze zijn inmiddels verhuisd naar Drenthe, naar Borger. Hanneke heeft er geen moeite mee het zuiden te verlaten. Ze kan overal aarden, als het moet. ‘Ik vond dat we voor Gert een goede stap hadden gemaakt door naar Drenthe te gaan. Hij moest weg uit de wielerwereld, waar hij toch geen kansen meer had.’

De eerste keer dat Hanneke ontdekt dat Gert een scheve schaats rijdt, voelt het voor haar als een dreun in het gezicht. ‘De drang naar aandacht na zijn abrupt gestopte loopbaan als wielrenner lag eraan ten grondslag. Zo verklaar ik het in elk geval’, zegt Hanneke.

En Gert gaat zich in haar ogen helemaal misdragen wanneer hij met amfetamine begint te rommelen. De verklaring van de ex-wielrenner dat hij het stimulerende middel nodig heeft vanwege de lange werkdagen en -nachten die hij onder meer als chauffeur voor seksclub Paradise maakt, gaat er bij Hanneke niet in. ‘Het was misschien wel zwaar, maar dat kwam niet alleen door zijn werk. Óók omdat hij er nog een aantal andere vrouwen op nahield. Dat kost natuurlijk veel tijd en energie. Want thuis moest hij ook nog eens liegen en bedriegen.’

De vrouwen van Club Paradise geven zich ook weleens over aan niet-klanten, zonder dat zij ervoor hoeven te betalen. De verklaring is simpel: de vaak buitenlandse prostituees hopen dat ze met een Nederlandse man kunnen trouwen, zodat ze zich in het land kunnen vestigen zonder dat beroep nog uit te oefenen. Als Hanneke vermoedt dat Gert een relatie onderhoudt met de Braziliaanse werkneemster van Paradise, Renate, clubnaam Danielle, heeft ze er genoeg van. Hanneke: ‘Zijn ontslag is toen in overleg met mij gegaan. Die Braziliaanse was de druppel die de emmer deed overlopen.’ Gert ontkent de affaire niet. Maar stelt wel: ‘Iedere man moet in de spiegel kijken en hardop tegen zichzelf zeggen: “Ik ben nooit vreemdgegaan.” Of: “Ik heb in mijn leven nog nooit betaalde seks gehad.” Ik ben benieuwd hoeveel mannen dit durven te zeggen, zonder hun hoofd weg te draaien.’

Hanneke doet geen moeite de kwestie te verbloemen: ‘Ik heb eigenaar Roelof van der Laan gezegd dat ik Gert ervan verdacht dat hij een relatie met een van zijn werknemers had. Vrouwen hebben toch een bepaald instinct als hun man hen bedondert. Hij is eruit gegooid omdat hij niet met zijn handen van die vrouwen kon afblijven. Voordat ik de knoop had doorgehakt over mijn scheiding, zijn Roelof en zijn dochter Marike wel drie keer bij mij geweest en hebben me gezegd: “Han, weet je het zeker? Is dit wat je wil?” Gert reed ook nog eens beschonken rond in de Mercedes van de zaak. Die mocht hij nog een tijdje houden, maar moest hij uiteindelijk ook inleveren.’

Hanneke heeft dus voor het ontslag gezorgd van haar toenmalige man bij de club waar ze zelf achter de bar staat. ‘Ik zag het niet als verraden’, zegt ze. ‘Er was geen andere weg meer. De eerste keer dat hij vreemdging, belde ik mijn moeder op en die zei: “Je had het kunnen weten, hè”. Want zo heb ik Gert natuurlijk ook leren kennen. Daarna heb ik het een aantal keer door de vingers gezien. Maar de laatste was een prostituee! Hoe diep kun je zinken? Toen dacht ik: Als ik dit accepteer… Dan kan ik niemand meer recht in de ogen kijken. Ik heb me verder niet bemoeid met Roelofs beslissing. Hij heeft mij altijd voor zeshonderd procent gesteund. Hij was gek op mijn kinderen.’

Gert omzeilt de gebeurtenissen in de seksclub als hij over de scheiding met zijn tweede vrouw praat. ‘Hanneke en ik zijn twaalf jaar bij elkaar geweest. Misschien is het door de tijdspanne misgelopen. We hebben weliswaar twee kinderen, maar als het niet meer gaat moet je ermee stoppen. Gertje was een jaar of acht. Ik heb geen spijt van die beslissing gehad. We hadden mooie jaren achter ons liggen, maar het was over. Het is nooit mijn intentie geweest om ze allemaal pijn te doen. We hebben nimmer met de koppen tegen elkaar gestaan. Het vuur was gedoofd.’

En vervolgens: ‘Ik had ook wel een beetje genoeg van haar uitgavenpatroon. Daar zat geen enkele structuur in. Dan klonk het: “Je leeft maar één keer”. Maar zo ben ik niet opgevoed. Het was aan de andere kant ook weer niet zo dat ze de hele dag op haar kont zat.’

Hanneke blijft rustig als ze wordt geconfronteerd met de aantijging van Gert, die haar nooit ook maar één euro alimentatie heeft betaald voor hun twee kinderen. ‘Als ik tienduizend euro heb, dan maak ik dat op. Heb ik honderd euro, dan kan ik me daar ook mee redden. Ik besteed absoluut niet meer dan ik heb. Als ik het ergens aan uitgaf, was het aan mijn kinderen. Ik had ook mijn aandeel in het stukgaan van ons huwelijk, ik heb er echter wel genoeg voor gevochten. Het wordt voor een vrouw nooit meer houdbaar met Gert. Het houdt nooit op!’ Op haar werk bij de seksclub heeft ze nooit met spijt teruggekeken. ‘Er was voor mij geen drempel, daar achter de bar te staan. Ik deed het pas toen de kinderen wat ouder waren. Ze zijn er nooit over gepest op school. Als je daar niet raar over doet, is er niets aan de hand. Wat anderen ervan vonden, was hun probleem.’

‘De stress van hem was weg’, vervolgt ze, ‘maar de opvoeding van twee kinderen kwam volledig op mijn schouders terecht. Gert was lang een geweldige vader, maar dat werd minder vanaf de dag dat we uit elkaar waren. Dat had ook met zijn verleden te maken. Er is altijd tegen hem gezegd: “Zo laat moet je opstaan, zo laat moet je eten, zo laat word je gemasseerd, zo laat moet je trainen”. Iedereen wilde het beste voor hem. Hij kon zelf niets.’

Wat echtscheidingen betreft is Gert niet uniek in de wielerwereld, zeker niet van zijn generatie. Renners zijn een groot deel van het jaar van huis en dat komt het huwelijk niet ten goede. Zeker niet als ze in hotels, en dergelijke, eens om zich heen kijken. De huwelijken van Teun van Vliet, Tom Cordes, Jean-Paul van Poppel en Jan Gisbers houden bijvoorbeeld geen stand. Alleen Erik Breukink is nog steeds bij zijn Gea. Wat doet hij anders? ‘Je bent inderdaad het hele jaar op pad’, zegt hij. ‘Als de renners dan thuiskomen, gaat het vaak mis. Dan moet je weer aan de situatie thuis wennen. Ik heb het weleens met collega’s over al die mislukte huwelijken in de wielersport. Maar zijn scheidingen niet terug te vinden in de hele maatschappij? Ik ben in de wielerwereld gebleven. Alleen heb ik vijf jaar na mijn actieve loopbaan niets gedaan. Misschien is dat wel goed geweest voor mijn huwelijk.’

Het volgende liefdesavontuur van Gert Jakobs begint in een eetcafé in Emmen. Midden in het centrum staat een oud herenhuis waarin al heel lang Rue de la Gare is gevestigd. Uiteraard in de Stationsstraat. Binnen heeft de tijd stil gestaan. Kroonluchters hangen wat te dicht bij het plafond. Veel bruin, veel hout. Rondom de bar wat schamele tafeltjes en stoelen, maar de brandende kaarsen zorgen voor sfeer.

De placemat herinnert aan de rijke historie:

 

Rue de la Gare

 

Al jarenlang een pleisterplaats in deze stad.

Een toevluchtsoord voor vierders en bedrukten.

Je hoorde schaterlachen en de diepste zuchten.

Want elke sterveling heeft er weleens wat.

 

Ooit kwam het volk hier uit de verre venen.

Na harde arbeid weer even een moment van rust,

de mensen van de droefheid en de levenslust.

Soms was het vechten en trappen tegen schenen.

 

Dit grand-café tussenstation voor velen om

de lange reis met anderen te delen.

 

In maart 2004 werkt Jeannette Krijgsheld er in de bediening. Er gloort veel meer verantwoordelijkheid voor haar. Samen met haar partner Eric wil ze de zaak pachten van de huidige eigenaar. Maar op een doordeweekse dag staat er een kale man in de deuropening met een luide stem.

‘Gert kwam met zijn moeder binnen, in een net pak. Ik was direct betoverd, ik voelde me overdonderd. Hij was net bij een advocaat geweest voor de scheiding met Hanneke. Ik dacht: Wat staat dáár nou? Ongelooflijk. Ik was helemaal gek van zijn ogen. In eerste instantie heb ik er niets mee gedaan. Ik zat met mijn man midden in een overname. Toevallig werden we kort erna samen voor een feestje uitgenodigd bij Trudy, de zus van Gert. Hij kwam eigenlijk nooit in Rue de la Gare. Ik heb zeven jaar in een restaurant in Odoorn gewerkt, dat Gert aandeed voor zijn clinics, en daar is hij mij nooit opgevallen. Na dat feest zijn we gaan sms’en. Ik wist alleen dat hij gescheiden was, verder niets. Ik stuurde een keer per ongeluk een sms’je voor Gert naar mijn vriend en toen moest ik alles uitleggen natuurlijk. Eric werd heel erg boos en verdrietig.’

Gert woont dan tijdelijk in een gastenverblijf. Een keurige ruimte, maar zonder toilet en douche. Jeannette: ‘Daar hebben we geslapen tot mijn ex ons huis uitging. Gert had een racefiets verkocht om een auto te kunnen kopen, zodat hij zijn kinderen voor het weekeinde kon ophalen. Hij had helemaal geen geld. Ik gaf hem af en toe een banaan, een boterham of een tientje om wat boodschappen te kunnen doen, want hij had helemaal niets.’

Na vier maanden loopt Gert al te drammen bij Jeannette. Hij wil trouwen. In 2005 gaat ze overstag. Ondertussen heeft Gert meegewerkt aan een tv-uitzending voor Zembla over sporters die in een zwart gat zijn gevallen. Naar aanleiding van dat programma krijgt Gert een uitnodiging van Hobrand Algebra-brandweerartikelen. Hij kan daar accountmanager worden. Maar het bedrijf zit in Tiel. Gert krijgt een opleiding en kan in Emmen een huis kopen. De afstand tussen Drenthe en de Betuwe wordt natuurlijk al snel een probleem. Hij mag in Tiel in een hotel gaan wonen op de werkdagen. Inmiddels is Jeannette zwanger geraakt van zoon Sil. ‘Bij Eric was het nooit gelukt, maar Gert kreeg het voor elkaar. Overigens werd Eric bij een andere vrouw nog eerder papa.’

Jeannette krijgt al snel de mededeling van Gert: ‘We gaan naar Tiel’. Ze wil echter niet weg uit Emmen, zeker niet nu ze eindelijk zwanger is. Ze weet zeker dat ze heimwee krijgt, want dat heeft ze tijdens haar studie al een keer meegemaakt. ‘Het ging ook om de manier waarop het ging. Zonder overleg. Dan maar scheiden.’

Ze ontvangt tot haar grote verdriet inderdaad een brief van Gerts advocaat dat hij van haar wil scheiden. Daarin staat als reden dat hun relatie duurzaam zou zijn ‘ontwricht’. Jeannette doet afstand van hun huis in Emmen en gaat op zichzelf wonen. ‘Hij kon zich niet voorstellen dat een vrouw hem niet volgde’, verklaart Jeannette.

In Tiel krijgt Gert een relatie met Carin van den Heuvel. Ze heeft drie kinderen in de leeftijd tussen zes en tien jaar. Gert: ‘Daar werd ik helemaal gek van.’ De oud-renner zoekt Jeannette in de weekeinden weer regelmatig op en ze ontdekt dat ze ondanks alles nog steeds verliefd op hem is. Ze besluiten het weer te proberen en nu offert Jeannette zich wel op. Ze verhuist, voor tweeënhalf jaar zo blijkt later, ook naar Tiel. Gert ervaart de baan bij Hobrand als ‘de redding van mijn leven.’

Jeannette: ‘Ik heb in die tijd mijn best gedaan.’ Om het weekeinde zit ze in Emmen. ‘Iedere keer als ik naar Tiel moest, huilde ik tranen met tuiten. Vooral het eerste jaar was dramatisch.’

Gert is ook nog eens vaak weg als ploegleider van Metec. In februari 2011 krijgt Jeannette een mailtje van hem dat hij de relatie met haar alsnog wil beëindigen. Hij is ‘vreselijk verliefd’ geworden op een ander. Gert is net een dag in Lloret de Mar op trainingkamp. In een sportschool in Lienden heeft hij kort ervoor Tischa ontmoet. Ze voelen wat voor elkaar en ze vliegt achter hem aan naar Spanje. Voor Gert het moment om Jeannette en zijn zoon aan de kant te zetten.

Jeannette pakt haar spullen en rijdt met Sil terug naar haar ouders in Emmen om niet meer terug te keren naar Tiel. ‘Ik was natuurlijk heel ziek.’

In april krijgt Jeannette een nieuwe woning in Emmen. Ze heeft Gerts vorige ex Hanneke aan de lijn, die haar weer verwelkomt in de Drentse stad. Maar in de zomermaanden van dat jaar keert ze toch weer even terug bij Gert, die op dat moment weer eens een dubbelleven leidt. Tijdens de opnames voor het tv-programma Tour du Jour dumpt hij bij haar vrolijk 21 overhemden, die Jeannette kan wassen en strijken. Ze weet niet dat hij dan ook nog een verhouding heeft met Tischa.

In het voorjaar van 2012 is Tischa de eerste vrouw die Gert de bons geeft. Zij vindt Gert bij nader inzien toch niet de geschikte man voor haar. Hij herstelt op dat moment van zijn beenbreuk, heeft bovendien zijn baan opgezegd bij Hobrand om zich op een carrière als wieleranalyticus en entertainer te kunnen storten. Jeannette kan geen afscheid nemen van haar grote liefde en zet de deur wéér voor hem open.

 

Ze is een stuk vergevingsgezinder dan Hanneke van der Velden. Die zegt geen vertrouwen meer te hebben in mannen ‘vanwege Gert en wat ik met mannen heb meegemaakt in de club.’ Ze erkent dat Jakobs een hart van goud heeft, ‘maar wel een met gaten’. Ze kan zich wel vinden in de gedachte dat Gert een gespleten persoonlijkheid moet hebben. Dat heeft hij haar ook zelf een keer voorgehouden. Daarop reageert ze: ‘Wie heb ik hier dan zitten? En wie is de Gert die steeds vreemdgaat?’

Hanneke trekt een eindconclusie. ‘Gert is een entertainer. Daar heb ik geen moeite mee. Maar maak geen andere levens kapot. De fout die ik zelf, André Boskamp en Henk Eising hebben gemaakt is: we hebben hem te lang en te gemakkelijk de hand boven het hoofd gehouden.’