|
|
|
Actief in alle seizoenen |
14 |
|
|
|
De meeste Noren zijn echte buitenmensen. Dat merk je aan alles. Zo hoor je vaak de uitdrukking: ‘Slecht weer bestaat niet, alleen slechte kleding.’ Als men ergens goede buitenkleding heeft, is het wel in Noorwegen. De Noren zijn de bedenkers van kleding die de visser bij –20 °C op zee in een harde wind toch nog een warm gevoel kan geven.
Gewapend met zulke comfortabele kleding is er altijd wel een aanleiding om eropuit te trekken. Bij velen leeft de gedachte dat Noorwegen een land is met een ruig klimaat, waarbij altijd aangepaste kleding nodig is. Dat is zeker niet het geval. In de zomer kan het gebeuren dat de temperatuur aanmerkelijk hoger ligt dan op andere plaatsen in Europa. Oslo heeft zelfs af en toe hogere waarden dan Athene of Madrid. Wel is het zo dat bepaalde plaatsen meer neerslag hebben, zoals Bergen aan de westkust. Maar daarentegen zijn er plekken tussen de bergen te vinden, waar maar een derde van de neerslag valt van wat wij gewend zijn. Door de lange winters zijn de Noren verzekerd van sneeuw; dat betekent een klein half jaar sneeuwpret. Velen maken daar maximaal gebruik van. De lange dagen in de zomer maken het mogelijk tot laat op de dag lang actief te zijn. Herfst en voorjaar zijn twee andere prachtige jaargetijden om in Noorwegen te verblijven. De natuur is door de snelle temperatuurwisselingen dan verrassend in beweging.
Noorwegen meteorologisch
Gemiddelde temperatuur
|
Oslo juli |
17,3 °C |
|
Oslo dec. |
– 4,7 °C |
|
Bergen juli |
15 °C |
|
Bergen dec. |
1,5 °C |
|
Trondheim juli |
14,4 °C |
|
Trondheim dec. |
– 3,4 °C |
|
Tromsø juli |
12,4 °C |
|
Tromsø dec. |
– 3,5 °C |
|
Karasjok juli |
13,9 °C |
|
Karasjok dec. |
–14,8 °C |
|
Nesbye, 20 juni 1970 |
35,6 °C |
Laagste temperatuur
|
Karasjok 1 jan. 1886 |
–51,4 °C |
Gemiddelde neerslag in mm per jaar
|
Oslo |
740 |
|
Bergen |
1958 |
|
Trondheim |
857 |
|
Tromsø |
994 |
|
Karasjok |
340 |
Droogste plek ooit (mm neerslag)
|
Lom in 1911 |
130 |
Natste plek (mm neerslag)
|
Brekke in 1990 |
5596 |
De vele paden
Noorwegen biedt tal van mogelijkheden er wandelend op uit te trekken. De uitgestrekte natuur biedt in het hele land veel mogelijkheden. In de bergen zijn veel gemarkeerde routes, maar op wat minder grote hoogte zijn ook allerlei wandelmogelijkheden. Op de meeste plaatsen lopen vanuit de landelijk gelegen hotels, pensions en campings diverse wandelpaden. Ook in de wintersportgebieden zijn talloze wandelmogelijkheden, zoals in Beitostølen, Trysil, Hemsedal, Gol, Geilo, Voss en Oppdal. Veel paden die in de winter in gebruik zijn voor het langlaufen zijn in de zomer geschikt voor wandelingen. Ook vanuit boerderijen met overnachtingsmogelijkheden zijn vaak veel landelijke weggetjes en bospaden. Er zijn diverse touroperators die specifieke wandelreizen organiseren (een overzicht staat verderop bij Praktische informatie). Interessant is ook het volgen van de oude pelgrimsroute vanaf Oslo naar Trondheim. Deze route is eeuwenlang door mensen uit alle uithoeken van vooral Noord-Europa gebruikt. Deze route is weer helemaal toegankelijk gemaakt. De route voert langs vele bezienswaardigheden onderweg in een rustig landschap van landerijen, bossen, meren en rivieren. Diverse wandelroutes zijn er onder andere langs de wegen in Telemark en de E134 aan de zuidkant van de Hardangervidda. Noorwegen kent op enkele plaatsen het fenomeen carwalks: korte wandeltrajecten nabij de autoweg. De trajecten zijn zo geselecteerd en ontsloten dat het voor de automobilist een aantrekkelijke korte route is ter onderbreking van de autorit. Vooral het westen van het land kent deze routes, www.carwalks.com.
Activiteiten
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting:
linksboven,
rechtsboven,
linksonder en
rechtsonder.
Eeuwenlang trokken pelgrims te voet of te paard langs vele wegen in Noord-Europa naar Nidaros. Daar lag de heilige Olav. Hij was de man die Noorwegen het christendom bracht. Na zijn dood gebeurden er merkwaardige dingen rond zijn graf. De Nidarosdom in Trondheim werd later de plek waar ze hun held konden bezoeken. En zo ging het van geslacht op geslacht.
Een van de oude pelgrimswegen werd eind vorige eeuw in ere hersteld. Daardoor is het nu mogelijk via Oslo in dertig dagen dezelfde tocht af te leggen als ooit de pelgrimgangers deden. De route volgt op veel plaatsen de oudste wegen waar het mogelijk was met paarden-wagen te rijden. Het pad leidt langs diverse kloosters en kerken; onderweg staan ook aanduidingen van plekken die verband houden met de eeuwenoude pelgrimage. Ook zijn er allerlei beschrijvingen van de afzonderlijke routes.
De bergen, een uitdaging
In de zomermaanden is het aantrekkelijk in de bergen te vertoeven. Noorwegen kent een groot aantal berggebieden met zeer uiteenlopende mogelijkheden. Ook hier geldt weer dat er voor gezinnen diverse mogelijkheden zijn om eropuit te trekken. Voor beginners is Rondane een populaire plek. In de aparte Dominicus-serie Adventure Bergtochten in Noorwegen staat een zeer uitgebreide reeks tochten en mogelijkheden in het Noorse bergland. Dit boekwerk geeft uitstekende informatie over kortere of langere tochten, ook met kinderen.
Voor sommige tochten ben je een dag onderweg of kun je van hut naar hut lopen, maar er zijn ook veel kortere tochten mogelijk. Vaak is er wel een doel in de vorm van een hut of een bergtop, waardoor het mogelijk is binnen enkele uren toch een afgeronde bergervaring te hebben. Specialisten kiezen uiteraard voor meerdaagse tochten en beklimmingen. In vergelijking tot de Alpenlanden zijn de Noorse bergen bescheiden: de hoogste berg Galdhøpiggen in Jotunheimen is 2400 m. De berg beklimmen kan in een uitdagende dagtocht; onder leiding van gidsen over de gletsjer of via een andere kant volledig op eigen kracht. Bij de plaatselijke VVV’s is informatie in te winnen over individuele of georganiseerde dagtochten. Daarnaast heeft Noorwegen een vereniging voor bergsportliefhebbers: Den Norske Turistforeningen (DNT).
DEN NORSKE TURISTFORENINGEN (DNT).
www.turistforeningen.no
Klauterend over het ijs
In Noorwegen is het op tal van plaatsen mogelijk gletsjertochten te maken. De grootste gletsjer is de Jostedalsbre. Iets zuidwestelijker liggen de Hardangerjøkul en Folgefonna. In het noorden liggen in Svartisen ook diverse gletsjers met zijarmen. Het is een boeiende ervaring een tocht over dit dikke pakket sneeuw en ijs te maken. Op eigen gelegenheid op de gletsjer gaan is echter levensgevaarlijk: ijs en sneeuw zijn op veel plaatsen in beweging. Alleen afgaan op de bovenkant is verraderlijk. Op diverse gletsjers worden tochten georganiseerd onder leiding van ervaren gidsen en met de uitrusting om veilig over het ijs te komen. Die uitrusting is op de meeste plaatsen te huur. In hoofdstuk 7 staat een beschrijving van de plaatsen waar gletsjertochten mogelijk zijn. Voor wie een tocht over de gletsjer te avontuurlijk is, zijn er ook allerlei plaatsen om naar de voet van de gletsjer te lopen.
GLETSJERTOCHTEN. www.folgefonni-breforarlag.no,
www.bfl.no, www.breporten.no, www.briksdalsbre.no
GLETSJERCENTRA, www.jostedal.com, www.jostedalsbre.no,
www.bre.museum.no
Lange latten, lange loipes
In Noorwegen is de ski uitgevonden. Nergens ter wereld zijn dan ook zoveel kilometers aan loipes als in Noorwegen. Geen wonder, want de ski is nog steeds een zeer populair middel om te bewegen in de vrije natuur. Wie op zijn eigen benen kan staan, wordt op de ski gezet. En wie nog kán lopen staat er ook op. En niet een keertje, nee een seizoen lang treffen we ze overal in de uitgestrekte natuur: van kleuters tot 90-plussers. Barrières zijn er niet, want langlaufen houdt de Noor fit. Langlaufen is eigenlijk overal mogelijk in het Noorse land. Zelfs vanuit steden als Oslo en Trondheim lopen loipes de natuur in. Het seizoen is meestal erg lang: van november tot in maart/april. Alleen dicht langs de kust in het uiterste westen en zuiden zijn de winters vaak milder, waardoor er minder sneeuw is. Uiteraard zijn ook de skigebieden aangewezen plekken voor langlauf; daar is ook materiaal te huur. Leuk is ook dat op veel plaatsen verlichte loipes zijn, waarop je gewoon ’s avonds nog even een rondje in het bos maakt. Vaak is het rond de meeste steden of in de wintersportgebieden mogelijk zo’n lysloipe te doen. Enkele favoriete langlaufplaatsen: Lillehammer, Nordseter, Sjusjøen, Gålå, Høvringen, Beitostølen en Skei/Gausdal.
LANGLAUFEN. www.skiingnorway.com
Van vervoermiddel tot sport
Uitvindingen zijn vaak simpel in hun eenvoud. Zo vonden Noren de paperclip uit, de kaasschaaf en de ski. Deze laatste uitvinding is wel het meest ingrijpend geweest, want het gebruik van de ski bood de mens al in een ver verleden de mogelijkheid zich snel in de sneeuw te verplaatsen. De uitvinding van de ski is al zo’n 4000 jaar oud, getuige de rotstekeningen die gevonden zijn.
Niet alleen is het gebruik van de latten een Noorse uitvinding, ook de benaming is internationaal overgenomen. Ook de skisport is in Noorwegen verder ontwikkeld. Het was vooral Sondre Norheim uit Morgedal in Telemark, die een bijzondere bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de ski en het gebruik ervan. Tot ver in de 19de eeuw was de ski met name een vervoermiddel. Niet onbetekenend, want Fridtjof Nansen koos de ski als vervoermiddel op zijn tocht dwars over Groenland. Nansen roemde in zijn geschriften de skiërs in Telemark. Het was de enige plaats waar de ski ook voor het plezier gebruikt werd. En zo ontstonden hier de eerste wedstrijden, die zich later verplaatsten naar Oslo. Norheim had op zijn ski’s bindingen gemaakt van wilgenhout, waardoor de ski’s veel wendbaarder werden. Toen hij zijn vinding in de grote stad demonstreerde, kreeg hij veel waardering. Vooral zijn behendigheid op de latten, in de door hem zelf ontwikkelde techniek, maakte indruk. Met name bij de jeugd sloeg dit Telemarken aan. Het werd de manier om af te dalen en ski te springen; de basis van de huidige skisport was hiermee gelegd.
Later introduceerde Norheim zijn vinding en zijn techniek ook in de Verenigde Staten. In de Alpenlanden kwam de skisport daarna ook tot ontwikkeling. De eerste ski’s werden met de hand vervaardigd en naar Zweden geëxporteerd; eind jaren 1800 kwam in Telemark de eerste machinale productie op gang.
Een piste met ruimte
In Noorwegen heeft het alpineskiën de laatste jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Mede door de successen op de Olympische Winterspelen in eigen land en die daarbuiten zijn diverse disciplines van skiën sterk ontwikkeld. Zo ook de wintersportlocaties: bestaande voorzieningen zijn sterk uitgebreid en nieuwe locaties ontstonden op tal van plaatsen. Er vindt momenteel een duidelijke verschuiving plaats van langlauf naar andere vormen van skiën. Vooral bij de jeugd is dat goed waar te nemen. Op de diverse skipistes heerst een gezellige drukte, maar in Noorwegen is er op de piste nog alle ruimte. Voordeel is vaak dat er verschillende typen pistes aangelegd zijn, waar ieder zijn gang kan gaan op zijn eigen niveau. Aantrekkelijk is ook dat er behalve het skiën ook vaak andere vormen van winters vermaak mogelijk zijn, zoals husky- en sneeuwscootersafari of sledetochten met paarden. Een greep uit de skigebieden: Beitostølen, Trysil, Geilo, Hemsedal, Lillehammer, Hafjell, Hovden, Vrådal en Oppdal.
Sterke punten van de Noorse skigebieden zijn de grote sneeuwzekerheid, de goede bereikbaarheid met openbaar vervoer (vliegtuig, trein, bus), de korte afstanden tussen overnachting en piste en vooral de rust, de ruimte en de aangename sportieve sfeer.
365 dagen sneeuw
Je zou haast denken dat de Noren na een half jaar sneeuw het wel gezien hebben. Maar dat is absoluut niet zo, want als rond 1 mei de wintersportgebieden hun pistes sluiten voor het publiek, gaan de zomerpistes in het hooggebergte open. In Noorwegen kun je dus alle dagen van het jaar op de ski staan. Voor de alpineliefhebbers zijn er drie grote centra: Galdhøpiggen sommer-skisenteret, Stryn sommerski en Folgefonna Sommer Skisenter. De eerste twee zijn goed via Lom te bereiken. Folgefonna ligt vlak bij de Hardangerfjord in het westen en is bereikbaar via Jondal.
Het is een bijzondere ervaring om midden in de zomer op één dag in de fjord te zwemmen en dezelfde dag in de sneeuw op grote hoogte te skiën. Voor langlaufers is er in de zomer een plek aan de weg tussen Lom en de Sognefjord. Bij de Sognefjellshytta zijn langlaufski’s te huur.
ZOMERSKIËN; mei, juni, juli dag. 9–16 uur. www.folgefonn.no, www.turtagro.no, www.gpss.no
Land van water
Naast alle activiteiten die in de bergen mogelijk zijn, biedt Noorwegen vooral heel veel water. Omringd door water en met de vele meren is het een fantastisch watersportland. Zwemmen kan in principe overal. Het water is schoon en door de lange dagen kan de zon de watertemperatuur hoger verwarmen dan we in een noordelijk land zouden verwachten. Op diverse plaatsen zijn er echte badstranden, waar velen met elkaar plezier hebben op en in het water. Maar Noorwegen biedt ook de mogelijkheid in alle rust te genieten van het water. Er zijn ongekend veel intieme plekjes bij de talloze meren of langs de kust. De zuidkust is een uitgesproken plek om het strandleven te ervaren, maar dat geldt ook voor veel meren.
Ook de overige watersporters heeft Noorwegen genoeg te bieden. Het begint al met zeiltochten vanuit ons land naar de Noorse kustplaatsen. In Noorwegen zelf zijn veel plaatsen waar het goed zeilen, kanoen of roeien is. Wie een zomerhuisje boekt in Noorwegen, zal vaak merken dat er bij het huisje ook een roeiboot beschikbaar is. Als het gaat om zeilen zijn vooral de zuidkust en de Oslofjord extra populair.
Wie wat heftiger met het water in aanraking wil komen kan op diverse plaatsen terecht om te raften. Enkele centra voor rafting zijn Skjåk, Sjoa, Evje, Trysil en Jølster.
Voor liefhebbers van kanoën of kajakken bestaan in Noorwegen ook talloze mogelijkheden. Behalve op de vele binnenwateren is vooral ook het varen voor de kust zeer populair; door het grote aantal eilanden voor de kust is het extra aantrekkelijk. Ook in het noorden bij de Lofoten en Vesterålen is het populair om op deze manier op het water te zijn. Heel apart is ook een kano- of kajaktocht nabij een gletsjer.
RAFTING. www.skjak-rafting.no,
www.sjoarafting.com,
www.troll-mountain.no,
www.jolster-rafting.no
Duiksport
De laatste jaren is ook het duiken populair geworden; op allerlei plaatsen is het mogelijk deze sport te beoefenen.
DUIKEN. www.ndf.no
Paardrijden
In Noorwegen is het op diverse plaatsen mogelijk paard te rijden. Behalve de algemeen gangbare paardenrassen heeft Noorwegen ook zijn eigen fjordenpaarden. Deze paarden met hun blonde manen zijn kenmerkend voor tal van gebieden, niet alleen rond de fjorden zoals de naam zou doen vermoeden. Ook IJslandse pony’s zijn zeer populair voor het maken van tochten. Wie dat wil doen zonder begeleiding heeft uiteraard wel wat rijervaring nodig; kinderen zonder begeleiding moeten meestal minimaal 14 jaar zijn. Het is ook mogelijk deel te nemen aan meerdaagse tochten. In sommige gevallen wordt in tenten overnacht.
In veel toeristische plaatsen is paardrijden mogelijk zoals in Vrådal, Geilo, Ål, Beitostølen en Hemsedal.
PAARDRIJDEN. www.nhest.no, www.hest.org
Op de fiets
Ondanks het feit dat Noorwegen overwegend een bergachtig land is, zijn er veel plaatsen om heerlijk te fietsen in de vrije natuur langs fjorden, meren, de zee of door bossen en over heuvels. Behalve op de doorgaande wegen, zoals sommige delen van de E6 naar de Noordkaap en de andere hoofdverkeersaders tussen de grotere steden, is er op bijna alle wegen te fietsen. Om van plaats naar plaats te gaan is de fiets altijd een mogelijkheid, maar beter is het om van de echte autowegen af te gaan en de binnendoorroutes te nemen.
Noorwegen kent vele gebieden waar het wel heuvelachtig is maar toch goed fietsbaar, zoals in Telemark, Setesdal en Numedal. Daarnaast kent het land ook een aantal vlakkere gebieden, zoals Rogaland en Jæren bij Stavanger en de provincie Østfold en Vestfold aan weerszijden van de Oslofjord. Ook de hele kustroute, een onderdeel van de Noordzeeroute, is een aantrekkelijk traject. De westkust bij de Atlanterhavsvei bij Molde is een uitstekende locatie om te fietsen. En dan is er ook nog de zeer populaire Ralarveien, een oud traject dat is gebruikt voor de aanleg van de spoorlijn tussen Oslo en Bergen. Ook ten noorden van Narvik ligt zo’n oude aanlegweg van de spoorweg richting Kiruna in Zweden. Dus er zijn vele mogelijkheden in het gehele land.
Wie het zwaardere werk zoekt op de mountainbike kan op veel plaatsen terecht. Er zijn diverse mountainbikeroutes, onder andere bij de skicentra zoals in Hemsedal, Oppdal, Trysil, Beitostølen en Narvik.
FIETSTOCHTEN. www.bike-norway.com
Ook de fietsbond geeft goede
informatie, maar deze is in het Noors:
www.slf.no
FIETSEN IN LANDELIJKE OMGEVING.
www.norske-bygdeopplevelser.no
Avontuur in overvloed
Voor wie meer avontuur zoekt in het Noorse land zijn er nog veel meer mogelijkheden. Naast het bergwandelen is bergbeklimmen of in de winter ijsklimmen op diverse plaatsen mogelijk. Maar ook tal van extreemsporten zijn op veel plaatsen in Noorwegen uit te voeren. Jaarlijks wordt een week gehouden waar alle extreme sporters van het land elkaar treffen. In de lucht zijn er mogelijkheden zoals hangen paragliding, parachutespringen en basejumping. Op plaatsen waar raftingactiviteiten zijn, is ook vaak een aanbod van andere buitenactiviteiten zoals klimmen en abseilen.
HANG- EN PARAGLIDING. www.hang-gliding.no
In Noorwegen zijn op vele plaatsen mogelijkheden om te golfen, een sport die de laatste jaren zeer populair is geworden. Op de meer dan 150 golfbanen is vooral veel ruimte; ongeveer een derde van de banen heeft achttien holes. De golfbanen liggen verspreid over het gehele land, veelal te midden van uitgestrekte natuurgebieden, de fjorden of de kust. Ook is het mogelijk op grote hoogte te golfen in het hooggebergte of zeer noordelijk, onder de middernachtzon. Veel plaatsen zijn berekend op buitenlandse gasten; er zijn ook diverse golfbanen met daarbij overnachtingsmogelijkheden van campings tot aan luxehotels.
Vissen, waar dan ook
Noorwegen is een land om te vissen. In het hele land en voor de gehele kust bestaan daartoe uitgebreide mogelijkheden. Langs de kust kan het hele jaar vrij worden gevist. Op diverse plaatsen aan de kust, met name aan de westkust en in het noorden, is het mogelijk op zee te varen en daar te vissen, al of niet georganiseerd. Visuitrusting is vaak te huur.
Aantrekkelijke visplaatsen zijn ook de vele eilanden voor de kust. Een paar voorbeelden: Karmøya bij Stavanger, Hitra bij Trondheim en vooral de Lofoten zijn zeer populair.
De meest gevangen zeevissen zijn kabeljauw (torsk), heilbot (kveite), koolvis (sei), schelvis (hyse), pollak (lyr), zeewolf (gråsteinbit) en makreel (makrell). In meren en rivieren is het vissen op zalm (laks) en forel (ørret) zeer populair. Voor het vissen in zoet water is wel een vergunning nodig; de plaatselijke VVV’s verschaffen deze vaak (fiskekort).
