|
|
Eilanden in het pakijs |
12 |
|
Ver boven het vasteland van Noorwegen, dichter bij Groenland en de Noordpool, ligt een eilandengroep die ooit door Nederlanders ontdekt is: Svalbard. Het hoofdeiland van deze groep, Spitsbergen, werd in 1596 voor het eerst betreden door Jacob Heemskerck, Willem Barentsz en Cornelis Rijp. Hun namen zijn terug te vinden in de benamingen van de wateren rond deze grillige eilandengroep. Later voeren Nederlanders deze richting uit om walvissen te vangen. De sporen ervan zijn nog terug te vinden. De grootste eilanden zijn Spitsbergen, Nordaustlandet, Edgeøya and Bjørnøya. Behalve deze hoofdeilanden liggen er nog 150 kleinere eilanden.
De natuur op deze eilandengroep tussen 74 en 81° noorderbreedte is vooral puur, met uiterst weinig menselijke invloeden. Er leven onder andere ijsberen, een speciaal soort rendieren, poolvossen en vooral veel vogels. Vooral de specifiek arctische flora en fauna zijn interessant. Ondanks de noordelijke ligging is het er niet extreem koud. Dankzij de warme golfstroom is het aanmerkelijk minder koud dan elders in de wereld op deze noordelijke hoogte. De vorst blijft hier wel diep in de grond, alleen de bovenste laag ontdooit hier in de zomer.
Een bijzondere bestemming
Door de winning van steenkool zijn op enkele plaatsen menselijke activiteiten en bebouwing te vinden. Dit begon in Longyearbyen, dat inmiddels ook de hoofdstad is van Svalbard. In 1821 bereikten de eerste poolexpedities Svalbard. Sinds dat moment was de eilandengroep vaker doel van diverse expedities. In 1926 steeg Roald Amundsen hiervandaan op met zijn vliegtuig naar de Noordpool. Bij Bockfjord in het Nordvest-Spitsbergen nasjonalpark is nog het een en ander van de poolexpedities te zien.
Svalbard hoort sinds 1925 bij Noorwegen. Een sysselmann, een soort lokale gouverneur, is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op de eilanden. Svalbard is geen gewone bestemming om zo maar naartoe te reizen. Een bezoek aan de eilanden is niet geheel zonder gevaren. IJsberen, gletsjers en gebrek aan een goede ontsluiting maken het noodzakelijk om altijd onder begeleiding op pad te gaan. De gouverneur van Svalbard heeft een brochure en website samengesteld om bezoekers goed voor te lichten over wat hun te wachten staat bij bezoek aan deze eilanden.
Spitsbergen (Svalbard)
SVALBARD. www.svalbard.net
LOKALE OVERHEID VAN SVALBARD.
www.sysselmannen.svalbard.no
Nederlanders bij toeval op Spitsbergen
De naam Spitsbergen spreekt voor zich: de spitse bergtoppen tekenen zich duidelijk van een afstand boven de zee uit. Maar opmerkelijk is het wel om een Nederlandse benaming tegen te komen in het verre noorden. Veel huidige namen van fjorden verraden de Nederlandse ‘ontdekkers’: Wijdefjord, van Mijenfjord, Rijpfjord en Liefdefjord.
Het heeft alles te maken met de aanwezigheid van Nederlandse zeevaarders die poogden Azië over zee te bereiken, de noord-oostpassage. Diverse Nederlanders bevoeren de vaak met ijs bedekte zee. Op zoek naar de juiste koers met Azië als reisdoel kwamen ze bij toeval op land dat voor hen nieuw was: ‘Het nieuwe land’ was al gauw de naam van dit in ijs en sneeuw gehulde land. Een eiland met ijsberen werd aangeduid als Beeren Eylant. Willem Barentsz en Cornelis Rijp worden gezien als de ontdekkers van deze eilanden, die zijn omgeven door het drijvende ijs. Als ontdekkingsjaar is 1596 aangeduid. Willem Barentsz is later vernoemd in een zee, Rijps naam is terug te vinden in een fjord op het grillige eiland Spitsbergen.
De grote aantallen walvissen en walrussen maakten het gebied tot een aantrekkelijk jachtgebied. Nederlanders waren zeer voortvarend in deze jacht, die voornamelijk in het zomerseizoen plaatsvond. Pas velen jaren later overwinteren de eerste mensen. Naast Nederlanders waren ook Denen, Fransen, Duitsers en Noren hier actief. Tweehonderd jaar heeft de vangst van walvissen geduurd. Daarna verdween de belangstelling voor deze noordelijke uithoek tussen Noord-Noorwegen en de Noordpool. Op Spitsbergen zijn nog diverse sporen te zien van de vroegere walvisvangst, zoals bij Bockfjord. Er gaan tochten per expeditieboot naar Heemskerckneset op Prins Karls Forland. Al wandelend is het mogelijk walrussen te zien en de resten van een nederzetting van walvisvaarders te bekijken.
Op zoek naar steenkool
Begin 1900 kwam er voor het eerst weer wat activiteit op Spitsbergen door een zoektocht naar steenkool bij Advent City. Vanaf 1906 vond de eerste winning van kolen plaats door een Amerikaanse ploeg, die hier enige jaren opereerde. In 1917 startten de Zweden hier ook een groeve: Sveagruvan. Later kwam de groeve onder Noors beheer. De Store Norske Spitsbergen Kulkompani A/S (SNSK) groeide uit tot een solide bedrijf, met een efficiënte wijze van kolenwinning. In Barentsburg aan de Isfjord begonnen de Russen met kolendelving. Over de Russische aanwezigheid en exploitatie sloten beide landen een verdrag. Longyearbyen werd het centrum van het eiland en groeide in de loop van de jaren uit tot een moderne stad. Maar de gemeenschap blijft beperkt. Zo’n 1600 mensen maken deel uit van deze mijnstad. Een andere meer geciviliseerde plaats is Barentsburg, met een overwegend Russische bevolking. De Russische nederzetting bij Pyramiden, een andere mijnnederzetting is in 1998 verlaten. De mijnindustrie was gedurende de 20ste eeuw economisch belangrijk voor Svalbard. Diverse landen maakten aanspraak op de omgeving waar de delfstoffen gewonnen werden, maar door de geringe economische waarde ontstond er nooit een grootschalige mijnindustrie zoals elders. Ook de overige delfstoffen die er aangetroffen zijn bleken de winning niet waard. Nu is toerisme de belangrijkste inkomstenpost voor Svalbard. Het onaangetast houden van de omgeving staat daarbij voorop.
NOORSE KOLENMIJN. www.snsk.no
Onaangetast gebied
Ondanks de walvisvangst in het verre verleden en de mijnactiviteiten door de eeuwen heen is er weinig te merken van menselijke invloeden. Dat komt vooral door de eindeloze uitgestrektheid. Het totale oppervlak van Svalbard bedraagt 62.800 km2, waarvan 60 procent bedekt is met gletsjers. Niet meer dan 7 procent is begroeid. De hogere bergen liggen in het noordoosten. In het gebied Ny Friesland liggen twee toppen van 1700 m; de hoogste top is 1717 m. Om de natuur te beschermen zijn inmiddels drie natuurreservaten, zes nationale parken en vijftien vogelreservaten opgezet. Samen vormen ze twee derde van de hele eilandengroep. Svalbard is geologisch zeer interessant, met name het hoofdeiland Spitsbergen en de oostelijke eilanden. De gesteenten zijn op diverse tijdstippen gevormd. De oudste gesteenten van de oertijd, waarbij de diverse lagen van het aardoppervlak in beweging waren, zijn te vinden op het eiland Nordaustlandet, Spitsbergen en langs de westkust. De jongere, sedimentaire bergvormen zijn meer verspreid. Dit materiaal is rijk aan fossielen van planten en dieren.
Svalbard is voor diverse vogelsoorten een belangrijk broedgebied. Forland is een van de nationale parken; het is rijk aan vogels. Ook een speciaal soort zeehond, de Steinkobbe, komt hier massaal voor. Nordenskiöld Land, bij Reindalen is een ander nationaal park; het is een opmerkelijk groeizaam gebied. Door zijn rivierdelta en natte gebieden is het een uniek gebied voor watervogels. Een ander echt vogelgebied is Nordre Is-fjorden nasjonalpark met Alkhornet en Daudmannsøya; het is een van de belangrijkste vogelgebieden van Europa. Zeevogels en ganzen komen veel voor in Nordvest-Spitsbergen nasjonalpark. Het is een zeer afwisselend gebied met spitse bergtoppen, gletsjers en grillige eilanden en landtongen. Ook Sør-Spitsbergen nasjonalpark is zeer vogelrijk; er huist een van de grootste vogelkolonies van Svalbard. Wie op zoek is naar ijsberen komt uit bij Hornsund; ze trekken heen en weer van Storfjorden naar Vest-Spitsbergen. In dit gebied zijn ook resten gevonden van de walvisvangst.
Rondom in het ijs
Merkwaardig genoeg heeft de eilandengroep een zeer apart klimaat met weinig neerslag: zo’n 200-300 mm per jaar; dat is een derde ongeveer van de hoeveelheid die in West-Europa valt. In 1998 viel niet meer dan 88 mm neerslag. De temperaturen kunnen variëren van –30 °C in de winter tot +6 °C in de zomer. De laagst gemeten temperatuur is –46,3 °C. Toch is de gemiddelde temperatuur in de wintermaanden niet extreem koud te noemen; gemiddeld is het in januari van –10 tot –20 °C; wel vriest het lang door, want de maand mei is gemiddeld nog onder nul. In de zomer kan het hier toch ook nog warm worden met zelfs waarden van boven 20 °C; de hoogst gemeten temperatuur was in juli 1979 met 21,3 °C. Het gemiddelde is echter niet hoger dan 5 tot 7 °C.
Doordat het vaak waait is de gevoelstemperatuur aanmerkelijk lager dan de gemeten temperatuur. Snelle wisselingen in temperatuur komen regelmatig voor. Ook zijn er grote lokale verschillen in temperatuur, maar ook in weersomstandigheden. Langs de westkust is het klimaat het meest aangenaam; hier groeien ook de meeste warmteminnende planten. De oostkust is kouder; hier zijn veel morenevelden zonder plantenleven en gletsjers.
Ondanks de noordelijke ligging is er opmerkelijk veel water naast het drijfijs. De Hinlopenstretet, de doorgang tussen Spitsbergen en Nordaustlandet is ijsvrij tussen juli en oktober. Maar als de wind draait, dan kan er zo weer nieuw ijs aan komen drijven. Over de langere termijn gezien is het klimaat rond de polen aan het veranderen. IJs smelt in hoog tempo en gletsjers trekken zich terug. De stijgende temperaturen zullen invloed hebben op het leven in deze noordelijke gebieden, met name voor dieren die koude nodig hebben zoals ijsberen. Om de invloed van klimaatsverandering te meten wordt een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar het verloop van de temperatuur tussen Groenland en Svalbard.
Ondanks stilte toch volop leven
Svalbard is niet meer dan een paar eilanden met niet meer dan een paar duizend mensen, geconcentreerd op een paar plekken. Een plek voor verbanning, zou je denken. Toch is er voor zo’n kleine gemeenschap en het beperkte aantal bezoekers nog heel wat te beleven. Zo is Svalbard in trek bij kunstenaars en musici. Eind januari wordt jaarlijks Polarjazz gehouden met enkele dagen jazz en blues. Voordat de lange duisternis intreedt wordt in Longyearbyen Dark Season Blues Spitsbergen, het noordelijkste bluesfestival ter wereld, georganiseerd. Begin maart is er ieder jaar een feestweek om te vieren dat de zon weer terug is. Dat is een feest waard na een lange periode van duisternis. Er heerst op Svalbard trouwens volledige duisternis tussen half november en eind januari, daarentegen gaan in februari de dagen snel lengen. Vanaf half april gaat de zon daarna niet meer onder gedurende de zomer. Op sportief gebied zijn er ook diverse activiteiten, zoals de Svalbard Skimaraton: een langlauftocht tussen eind april en begin mei. Hardlopers kunnen in juni terecht bij de Spitsbergen Marathon. En wie van golfen houdt kan hier zijn kunsten vertonen op het meest extreme golfterrein ter wereld. April 2005 is hier het eerste Spitsbergen Open-Ice Golf Championship gehouden; golfen bij –30 °C tussen de ijsberen. In Longyearbyen is een rijk sport- en cultuurleven. Regelmatig zijn er thema-avonden en populair-wetenschappelijke lezingen. In het kunstcentrum Galleri is interessante kunst te bewonderen.
Doordat het belastingvrij winkelen is op Svalbard, zijn veel artikelen hier aanmerkelijk goedkoper dan op het vasteland van Noorwegen. Maar tegenover deze goedkopere artikelen staan de hogere prijzen voor groenten, fruit en andere verse producten (vanwege de hoge transportkosten naar deze verre uithoek). Het is dus beslist geen goedkoopte-eiland. Alleen houdbare producten zijn goedkoper.
Het is niet aan te raden op eigen gelegenheid op stap te gaan op Svalbard. Aangenomen wordt dat er zo’n vijfhonderd ijsberen rondlopen. Omdat de moderne toerist steeds minder de gevaren kent is een waarschuwing wat ijsberen betreft wel op zijn plaats. Het van dichtbij benaderen van deze dieren is levensgevaarlijk. Alleen daarom al is een tocht onder begeleiding altijd het veiligst.
Het is raadzaam in ieder geval te melden waar men naartoe denkt te gaan. Om later problemen te voorkomen kan de plaatselijke overheid, Sysselmannen, vragen om het tekenen van documenten voor een verzekering of bankgarantie, in geval van een mogelijke reddingsoperatie. Al deze maatregelen hebben te maken met het feit dat de ijsbeer hier beschermd is. Dat betekent ook dat deze dieren niet opgezocht en verstoord mogen worden. Beren kunnen plotseling aanvallen. Ze doen dit snel en zonder waarschuwing. Zeker het volgen met een sneeuwscooter of boot irriteert de dieren en maakt ze agressief. De beren kunnen het gehele jaar voorkomen op Svalbard. Om die reden gaan inwoners en gidsen buiten de bewoning er altijd gewapend op uit.
Kort en heftig voorjaar
De heldere maan en het noorderlicht geven het besneeuwde landschap in de winter een blauwgroen schijnsel, typerende kleuren voor de poolnacht. Ook de herfst is vanwege de invloed van de invallende kou zeer indrukwekkend.
De maanden maart en april zijn ook bijzonder. Na een lange winter komt er ineens volop leven in de atmosfeer. Het voorjaar is meestal zeer explosief. Door het snelle smelten van de sneeuw zwellen de rivieren na het begin van de dooi aan tot enorme watermassa’s. De dagen worden in het voorjaar snel langer met zeer veel licht, terwijl het landschap nog volledig in wintertooi is. Ook veel trekvogels die terugkomen uit groene zuidelijke oorden treffen hier nog een wit landschap. Bij vogelwaarnemingen bleek dat ganzen die begin mei in Denemarken gesignaleerd waren en via Vesterålen naar het noorden vlogen, al enkele dagen later in Adventdalen op Svalbard aankwamen.
Svalbard kent een korte zomerperiode, van juni tot augustus. De brede ijskoude rivieren zijn niet doorwaadbaar, zoals op andere plekken in Noorwegen soms wel mogelijk is. Het gletsjerijs brengt andere gevaren met zich mee. Hetzelfde geldt voor het bewegende zee-ijs. Om die reden zijn tochten over gletsjers en ijs alleen aan te raden met groepen onder leiding van ervaren gidsen, die de omstandigheden goed kennen. Door de grillige weersomstandigheden is het van belang op alle soorten weer voorbereid te zijn.
De middernachtzon is ter hoogte van Longyearbyen zichtbaar van 19 april tot 23 augustus. In de periode van 28 oktober tot 14 februari is het daarentegen duister in deze omgeving. De zon komt dan niet boven de horizon.
Naar de Noorse eilanden ver weg
De laatste jaren is het toerisme naar deze eilandengroep flink op gang gekomen. Naar Svalbard worden diverse reizen georganiseerd. In het verleden was het niet altijd even gemakkelijk er te komen, maar inmiddels is de bereikbaarheid sterk verbeterd: vanaf Oslo is het circa 3 uur vliegen; vanaf Tromsø circa 1,5 uur. Spitsbergen is een gewild reisdoel geworden voor wandelaars, trekkers, natuurliefhebbers, geologen en avonturiers.
Vooral door de dagelijkse vluchten vanuit Tromsø in Noord-Noorwegen is de bereikbaarheid belangrijk toegenomen. Overigens is Longyearbyen (5 min. van het centrum) de noordelijkste luchthaven ter wereld. In dit mijnstadje zijn een camping en een hotel.
Behalve Svalbard heeft Noorwegen nog Jan Mayen in bezit. Dit eiland ligt halverwege tussen Noorwegen, Groenland, IJsland en Svalbard. Het eiland is niet groter dan 377 km2; op het eiland is een werkzame vulkaan, de 2277 met hoge Beerenberg. Deze vulkaan was onder andere actief in 1970 en 1985. Het eiland is vrij onherbergzaam en is alleen per vliegtuig goed te bereiken. De natuur is anders dan op de andere eilanden, zo komen hier alleen maar poolvossen voor. Door de vochtige zomers groeien er veel mossen. Op het eiland werken slechts enkele tientallen mensen voor meteorologische werkzaamheden en voor de Noorse radio.
CAMPING LONGYEARBYEN. www.longyearbyen-camping.com