Eerst dacht ik dat het aan mij lag, dat mijn gehoor achteruitging. Maar ma blijkt steeds zachter te praten. We zeggen vaak: ‘Harder, ma.’ Ze schraapt haar keel, het volume neemt toe, heel eventjes, dan begint het gefluister weer, alsof ze haar stem is kwijtgeraakt en haar stembanden moet sparen, heel raar. Volgens mijn broer heeft het te maken met een gebrek aan energie. Ze pompt haar longen niet meer lekker vol.
Terwijl ma tegen me fluistert, vraag ik me af: hoe klonk pa ook al weer? Hij bracht een stevig geluid voort, mede vanwege zijn doofheid. Maar hoe hij precies klonk? Ik weet het niet meer en ik voel paniek opkomen. Eventjes maar. Pa’s stem ligt nog wel ergens in een kast of een laatje, op een videoband of cassettebandje.
‘Wat zeg je, ma?’
Ze maakt geïrriteerd een gebaar. Zo van: er zitten anderen bij. Maar het is waarschijnlijk helemaal niet belangrijk wat ze zegt.
Nu raak ik geïrriteerd. Wat ze zegt is al vaak zo onsamenhangend.
‘Ma, ik versta je echt niet.’