Een derderangs bruiloft

De avond vóór de grote dag. De kamer is stampvol. De hele vloer is bedekt met de lichamen van etende, dansende of pratende vrouwen. Het is de 'henna-nacht'. Vannacht moeten de bruid en bruidegom worden ingesmeerd met henna - op hun handpalmen en onder hun voeten. Dat zorgt voor een oranjekleurig patroon in de handen en vast en zeker ook voor een gelukkig huwelijk.

Maar de bruid en de bruidegom zijn niet bij elkaar. De mannen hebben hun eigen feest, net als de vrouwen. Zonder de mannen uiten de vrouwen zich met een geweldige, bijna angstaanjagende kracht. Ze slaan elkaar op hun achterste, plukken aan elkaars borsten en dansen voor elkaar, met armen als kronkelende slangen en heupen als van Arabische buikdanseressen. De kleine meisjes bewegen als geboren verleidsters en staan wiegend op de vloer, met een uitdagende blik en opgetrokken wenkbrauwen. Zelfs de oude vrouwen wagen zich op de dansvloer, maar beëindigen de dans meestal halverwege. Ze laten zien dat ze het nog steeds kunnen maar geen zin hebben om tot het einde door te gaan.

Sjakila zit op het enige meubel in de kamer, een zitbank die voor de gelegenheid naar binnen is gebracht. Ze volgt alles om zich heen van een afstand en mag dansen noch glimlachen. Vreugde tonen zou pijnlijk zijn voor haar moeder, die ze verlaat, en als ze verdriet uit, zou dat haar aanstaande schoonmoeder kwetsen. Een bruid moet een onverschillige gelaatsuitdrukking hebben, ze mag haar hoofd niet draaien, niet rondkijken, maar ze moet strak voor zich uit blijven kijken. Sjakila slaagt met glans voor deze proef, alsof ze haar hele leven voor deze nacht geoefend heeft. Rank als een koningin converseert ze rustig met degene die toevallig naast haar op de bank zit - een eer die achtereenvolgens iedereen te beurt valt. Alleen haar lippen bewegen als ze de vragen van de gasten naast haar op de bank beantwoordt.

De kleuren van haar kledij zijn rood, groen, zwart en goud. Het lijkt alsof ze in de Afghaanse vlag gehuld is, bestrooid met wat goudstof. Haar borsten staan recht vooruit als bergtoppen, het is duidelijk dat de bh die ze op het oog gekocht heeft, goed past. Haar taille onder de jurk is strak ingesnoerd. Ze heeft dikke lagen Perfact op haar gezicht gesmeerd, haar ogen opgemaakt met kajal, en haar lippen met de nieuwe stift rood gemaakt. Ook in haar uiterlijk is ze de volmaakte bruid. Bruiden moeten er gekunsteld uitzien, als poppen. Het woord voor bruid en pop is hetzelfde — aroes.

In de loop van de avond komt een optocht met tamboerijnen, trommels en lantaarns de poort binnen. Dat zijn de vrouwen uit Wakils huis - zijn zussen, schoonzussen en dochters. Ze zingen uit volle borst in de pikzwarte nacht, terwijl ze klappen en dansen:

Wij halen de bruid uit haar huis en brengen haar naar dat van ons.
Bruid, buig niet je hoofd, huil geen bittere tranen.
Dit is Allahs wens, betuig Hem je dank.
O Mohammed, profeet van Allah, breng haar verlichting.
Maak de zware dingen licht!

De vrouwen van Wakil dansen een sensuele dans met sjaals en hoofddoeken waarmee ze naar elkaars gezicht en lichaam bewegen. Het is warm en vochtig in de kamer en er hangt een aangename, zoete zweetlucht. Hoewel alle ramen openstaan en de gordijnen in de wind wapperen, kan de frisse lentewind deze vrouwen geen verkoeling brengen.

Pas als er overvolle schalen pilav naar binnen worden gedragen, pauzeren de danseressen. Iedereen gaat zitten op de plaats waar ze zojuist nog stond of danste. Het eten, dat op de binnenplaats in grote pannen is bereid, wordt naar binnen gebracht door Sjakila's jongere zus Leila en haar jongste nichtjes. Schalen met rijst, grote stukken schapenvlees, aubergines in yoghurtsaus, met spinazie en knoflook gevulde noedels en aardappels in paprikasaus worden op de grond neergezet. De vrouwen verdringen zich in groepjes rond de schalen. Met hun rechterhand klemmen ze de rijst stevig samen en ze proppen de brokken in hun mond. Het vlees en de saus eten ze met stukjes brood die ze van grote broden afscheuren. Alles gebeurt met de rechterhand. De linkerhand, de onreine hand, moet in rust blijven. Nu is alleen nog het geluid van etende vrouwen te horen. De maaltijd wordt in stilte genoten. De enige keer dat ze de stilte doorbreken, is als ze elkaar uitnodigen om nog wat meer te nemen. Het is een goede gewoonte om je buurvrouw de beste stukken toe te schuiven.

Als iedereen verzadigd is, kan de henna-ceremonie beginnen. Het is inmiddels al diep in de nacht, niemand danst meer. Sommigen zijn ingeslapen, anderen liggen of zitten in de buurt van Sjakila en kijken toe hoe Wakils zus de kleurige massa over Sjakila's handen en voeten strijkt, terwijl ze het hennalied zingt. Als Sjakila's handen zijn ingesmeerd, moet ze die sluiten. Haar aanstaande schoonzus bindt de twee afzonderlijke vuisten bijeen met repen textiel, zodat er een patroon ontstaat, en wikkelt ze in zachte stukken stof, zodat de kleren en het beddengoed niet vuil worden. Ze kleedt Sjakila uit tot die nog slechts haar ondergoed aan heeft — een lange witte katoenen broek en een lang hemd — en ze legt haar op een mat midden op de vloer met een groot kussen onder haar hoofd. Dan wordt ze gevoerd met grote stukken vlees, gebakken lever en rauwe knoflookteentjes die haar zus speciaal heeft klaargemaakt voor degene die haar familie gaat verlaten.

Bibi Goel zit haar dochter te bekijken. Haar ogen volgen elke hap die de zussen in Sjakila's mond stoppen. Dan begint ze te huilen. Iedereen barst nu in tranen uit, en snikkend verzekeren ze elkaar dat Sjakila het vast heel goed zal krijgen.

Nadat Sjakila heeft gegeten, gaat ze dicht tegen Bibi Goel aanliggen. Ze ligt in de foetushouding, met haar moeder rondom haar. Ze heeft haar hele leven bij haar moeder geslapen. Dit is de laatste nacht die ze in de omhelzing van haar moeder doorbrengt. De volgende nacht is voor haar echtgenoot.

Een paar uur later wordt ze gewekt en maken haar zussen de textielrepen rond haar handen los. Ze schrapen de henna weg, en er heeft zich een oranje patroon op haar handpalmen en onder haar voeten gevormd. Sjakila wast het poppengezichtje van de vorige avond eraf en eet zoals gebruikelijk een stevig ontbijt. Gebakken spek, vlees, brood, zoete pudding en thee.

Om negen uur is ze klaar om te worden opgemaakt, gekapt en versierd. Sjakila, haar jongere zus Leila, Soeltans tweede vrouw Sonja en een nichtje gaan naar een andere flat in Mikrorayon. Hier is de schoonheidssalon, een salon die ook onder de Taliban bestond. Ook in die tijd wilden bruiden mooi worden gemaakt en als poppen worden geschminkt, al was het onwettig. Hierbij werden ze geholpen door een van de Taliban-regels. Ze kwamen de flat in hun boerka binnen en verlieten hem ook weer in hun boerka, met daaronder een nieuw gezicht.

De schoonheidsspecialiste heeft een spiegel, een stoel en een rek vol flessen en tubes, die er wat design en conditie betreft uitzien alsof ze tientallen jaren oud zijn. Aan de muren heeft ze affiches met Indiase Bollywood-sterren gehangen. De gedecolleteerde schoonheden glimlachen innemend naar Sjakila, die stevig en breeduit op de stoel zit.

Weinigen zullen durven beweren dat Sjakila een schoonheid is. Ze heeft een huid met grove poriën en gezwollen oogleden. Maar ze heeft de mooiste witte tanden die je je maar kunt voorstellen, glanzend haar en een guitige blik. Ze was de meest gewilde van alle dochters van Bibi Goel.

'Ik weet niet waarom ik jou zo leuk vind', had Wakil tijdens het eten bij Mariam tegen haar gezegd. 'Je bent eigenlijk niet eens mooi.' Hij had het op een liefdevolle manier gezegd, en Sjakila vatte het op als een compliment.

Nu is ze alleen maar bang dat ze niet mooi genoeg is en haar guitige blik is verdwenen. Een bruiloft is een bloedserieuze aangelegenheid.

Eerst wordt haar donkere haar in houten krullers gezet. Daarna worden haar borstelige wenkbrauwen, die zo krachtig groeien dat ze elkaar bij de neuswortel raken, flink onder handen genomen. Dat is een echt teken dat ze gaat trouwen — vóór het huwelijk mogen vrouwen hun wenkbrauwen niet epileren. Sjakila gilt, maar de schoonheidsspecialiste gaat rustig door. De wenkbrauwen worden fraaie boogjes, en Sjakila bewondert zichzelf in de spiegel. Het lijkt wel alsof haar ogen een beetje hoger zijn komen te liggen.

'Als je eerder gekomen was, had ik de haren op je bovenlip gebleekt', zegt de schoonheidsspecialiste. Ze laat een geheimzinnige, wat beduimelde tube zien, met de tekst 'Cream bleach for unwanted hair'. 'Maar dat redden we nu niet meer.'

Daarna smeert ze Sjakila's hele gezicht in met Perfact. Op de oogleden brengt ze een dikke laag oogschaduw aan met rode en gouden glitters. Met een kajalpotlood trekt ze een dikke lijn rond de wimpers en ze kiest een donkere bruinrode lippenstift.

'Wat ik ook doe, zo mooi als jij zal ik nooit worden', zegt Sjakila tegen Sonja, haar jongere schoonzus. Sonja glimlacht maar wat en mompelt iets onverstaanbaars. Ze is juist bezig een jurk van lichtblauwe tule aan te trekken.

Nadat Sjakila is opgemaakt, is het Sonja's beurt voor een schoonheidsbehandeling. Ondertussen helpen de anderen Sjakila met haar jurk. Leila heeft haar haar ceintuur geleend, een brede elastische band, die Sjakila's taille goed moet doen uitkomen. De ochtendjurk is gemaakt van een sterk glanzende munt-groene stof, met zomen van synthetische zijde, ruches en gouden randjes. De jurk moet groen zijn, want dat is de kleur van de islam en van het geluk.

Als de jurk goed zit en Sjakila's voeten in torenhoge witte pumps met een gouden gesp geperst zijn, haalt de kapper de krullers uit het haar, dat hij vervolgens strak opbindt en met een haarspeld midden op het hoofd vastzet. Haar pony wordt met grote hoeveelheden haarspray in een krul gedraaid en half over haar voorhoofd gelegd. Dan gaat de muntgroene sluier eroverheen. Als extra versiering wordt op het allerlaatst een tiental glittertjes op het nieuwe kapsel geplakt - hemelsblauwe sterren met een gouden randje. Ook krijgt de bruid nog drie zilveren sterren op elke wang. Ze begint een beetje te lijken op de Bollywood-sterren aan de muur.

'O hemel, je doek, je doek!' roept zus Leila plotseling. 'O hemel!'

'O hemel!' herhaalt Sonja, en ze kijkt naar Sjakila, die geen spier vertrekt.

Leila staat op uit haar stoel en rent naar buiten. Ze is gelukkig niet ver van huis. Stel je toch voor, de doek vergeten, het belangrijkste van alles...

De anderen blijven achter. Leila's paniek heeft ze niet van hun stuk gebracht. Nadat ze allemaal hun haar en wangen met stickertjes beplakt hebben, gaat de boerka eroverheen. Sjakila probeert bij het aantrekken haar kapsel intact te houden. Ze trekt het ding niet strak over haar hoofd, zoals ze normaal doet, maar laat hem losjes boven op het krulhaar rusten. Daardoor zit het draadrooster niet waar het hoort — voor de ogen — maar boven op haar hoofd. Sonja en haar nicht moeten haar als een blinde de trap afvoeren. Sjakila valt liever dan dat ze zonder boerka gezien wordt.

De bedekking gaat er pas weer af als ze, met een enigszins platgedrukt kapsel, is aangekomen op de binnenplaats van Mariams huis, waar de bruiloft zal worden gehouden. De gasten storten zich op Sjakila als ze binnenkomt. Wakil is nog niet gearriveerd. Op de binnenplaats krioelt het van de mensen, die al volop pilav, kebab en vleesballen aan het eten zijn. Er zijn honderden verwanten uitgenodigd. Een kok en zijn zoon hebben vanaf de vroege ochtend staan hakken, snijden, koken en roeren. Voor het bruiloftsmaal is een enorme hoeveelheid eten ingeslagen: 150 kilo rijst, 56 kilo schapenvlees, 14 kilo kalfsvlees, 42 kilo aardappelen, 30 kilo uien, 50 kilo spinazie, 35 kilo wortelen, 1 kilo knoflook, 8 kilo rozijnen, 2 kilo noten, 32 liter olie, 14 kilo suiker, 2 kilo meel, 20 eieren, verscheidene soorten kruiden, 2 kilo groene thee, 2 kilo zwarte thee, 14 kilo vruchtenbonbons en 3 kilo karamels.

Na de maaltijd verdwijnen enige tientallen mannen naar het huis van de buren, waar Wakil zich ophoudt. De laatste onderhandelingen vinden plaats. Nu gaat het om het geld en de garanties voor de toekomst. Wakil moet voor een bedrag garant staan, voor het geval hij zonder reden van Sjakila zou scheiden, en hij moet beloven dat hij haar van kleren en eten zal voorzien en haar onderdak zal bieden. Als oudere broer van Sjakila treedt Soeltan als onderhandelaar op, en het contract wordt door de mannen van beide families ondertekend.

Als ze naar tevredenheid tot een akkoord gekomen zijn, komen ze het buurhuis uit. Sjakila zit samen met haar zussen in het huis van Mariam en volgt het geheel van achter de gordijnen. Terwijl de mannen aan het onderhandelen waren, heeft zij zich omgekleed en haar witte jurk aangetrokken. Ze houdt de sluier van Sovjetrussische kant goed voor haar gezicht. Nu zit ze te wachten tot Wakil bij haar wordt binnengebracht, zodat ze samen naar buiten kunnen gaan. Hij komt bijna verlegen binnen. Ze groeten elkaar met de blik op de grond gericht, zoals het hoort, en gaan naast elkaar naar buiten, schouder aan schouder, zonder elkaar aan te kijken. Als ze stilstaan, moeten ze beiden proberen hun voet op die van de ander te zetten. Degene die daarin slaagt wordt de baas in het huwelijk. Wakila wint, of Sjakila laat hem winnen, zoals het hoort. Het is onbehoorlijk als zij macht verovert waar ze geen recht op heeft.

Op de binnenplaats zijn twee stoelen voor ze klaargezet. Het is belangrijk dat ze daar tegelijk op gaan zitten. Als de bruidegom als eerste gaat zitten, zal de bruid hem bij alle beslissingen overheersen. Geen van tweeën wil gaan zitten, en ten slotte gaat Soeltan achter ze staan en drukt ze rustig op hun stoelen, precies tegelijk. Alle omstanders applaudisseren.

Sjakila's oudste zus, Feroza, legt een kleed half over het bruidspaar en houdt ze een spiegel voor. Daar moeten ze beiden in kijken. Volgens de traditie is dit het eerste ogenblik dat hun ogen elkaar ontmoeten. Wakil en Sjakila kijken strak in de spiegel, zoals het hoort, alsof ze elkaar nooit eerder gezien hebben. Feroza houdt de Koran boven hun hoofd, terwijl een moellah zegeningen opleest. Met gebogen hoofd zitten ze daar, terwijl ze de zegen van Allah ontvangen.

Dan wordt er een schaal voor ze neergezet met een pudding van koekkruimels, suiker en olie, gekruid met kardemom. Ze voeren elkaar met een lepel, terwijl iedereen klapt. Ze moeten ook drank in elkaars mond gieten, om te laten zien dat ze de huwelijkspartner een goed leven gunnen.

Maar niet iedereen raakt ontroerd als ze daar Fanta zitten te slurpen.

'Vroeger dronken ze bij deze ceremonie champagne', fluistert een tante, die liberaler tijden heeft meegemaakt, toen er bij bruiloften vaak wijn en champagne werd geserveerd. 'Maar die tijden zullen wel nooit terugkomen' verzucht ze. De tijden met nylonkousen, westerse jurken, korte mouwen, en vooral de tijden zonder boerka, zijn vage herinneringen.

'Een derderangs bruiloft', fluistert Soeltans oudste zoon Mansoer terug. 'Slecht eten en armzalige kleren: vleesballen en rijst, jassen en sjaals. Als ik ga trouwen, huur ik de balzaal van het hotel, en dan moet iedereen moderne kleren dragen, en laten we het beste eten serveren. Geïmporteerde gerechten', benadrukt hij. 'Ik ga trouwens in het buitenland trouwen', voegt hij eraan toe.

Het feest van Sjakila en Wakil vindt plaats in het lemen huis van Mariam en op de binnenplaats, waar niets groeit. De bruidsfoto's die worden genomen, krijgen een oorlogstintje. De muur achter het paar zit barstensvol kogelgaten en sporen van granaatsplinters. Strak voor zich uitkijkend poseren ze voor de fotografen. Het ontbreken van een glimlach en de kogelgaten achter hen geven het tafereel een tragisch karakter.

Nu staan ze bij de bruidstaart. Ze houden samen het mes vast en snijden met geconcentreerde blik. Ze voeren elkaar met bijna gesloten mond, alsof ze ertegen opzien om hem helemaal open te doen, ze knoeien en laten kruimels op elkaars kleren vallen.

Na de taart is er muziek en dans. Voor veel gasten is dit de eerste bruiloft sinds het vertrek van de Taliban uit Kaboel, dat wil zeggen de eerste bruiloft waar muziek wordt gespeeld en wordt gedanst. De Taliban ontnamen de mensen de helft van het plezier rond bruiloftsfeesten door de muziek te verbieden. Nu stort iedereen zich in de dansende massa, afgezien van bruid en bruidegom, die op hun stoelen blijven toekijken. Het is laat in de middag — vanwege de avondklok zijn de bruiloftsfeesten van de avond naar de middag verplaatst. Iedereen moet om tien uur thuis zijn.

Als de schemering valt, verlaat het bruidspaar het feest, onder luid getoeter en geroep. In een auto die met bloemen en linten is versierd, vertrekken ze naar het huis van Wakil. Wie een plaats in een auto kan veroveren, mag meerijden in het gevolg. Acht mensen persen zich in de auto van Wakil en Sjakila, en in andere auto's zijn het er nog meer. Ze rijden een rondje door de straten van Kaboel. Omdat de eid gevierd wordt, zijn de straten leeg, en de auto's rijden met een vaart van honderd kilometer over de rotondes, in een strijd om de voorste plaats in de stoet. Twee auto's botsen. De aanrijding zet een kleine domper op de feestvreugde, maar niemand wordt ernstig gewond. Met kapotte lampen en een gedeukte carrosserie rijden de auto's naar het huis van Wakil. Deze rit is de symbolische overgave, waarbij Sjakila haar eigen familie verlaat om te worden opgenomen in die van haar echtgenoot.

De meest nabije familie mag mee naar Wakils huis, waar zijn zussen ze met thee opwachten. Met deze vrouwen zal Sjakila de binnenplaats achter het huis delen. Hier zullen ze elkaar bij de pomp ontmoeten, hier zullen ze kleren wassen en de kippen voeren. Een paar snotjochies kijken nieuwsgierig naar de vrouw die hun nieuwe moeder wordt. Ze verbergen zich achter de rokken van hun tantes en kijken aandachtig op naar de van goud blinkende bruid. De muziek is ver weg, het gejubel is verstomd. Sjakila treedt waardig haar nieuwe huis binnen, dat heel groot is, met een hoog dak. Net als alle andere huizen in het dorp is het van leem, met zware balken in het dak. De ramen zijn van plastic. Ook Wakil durft nog niet te geloven dat er geen bommen meer komen, en wacht nog voordat hij het plastic door glas vervangt.

Iedereen doet zijn schoenen uit, en ze lopen rustig door het huis. Sjakila's voeten zijn rood en gezwollen na een dag in de nauwe witte pumps. De overgebleven gasten, de nabije familieleden, lopen de slaapkamer in. Een enorm tweepersoonsbed neemt bijna de hele ruimte in beslag. Sjakila kijkt trots naar haar aankoop, de glanzende, gladde, rode sprei met de kussens, en naar de nieuwe rode gordijnen die ze zelf genaaid heeft. Haar zus Mariam is een dag eerder gekomen en heeft de kamer in orde gemaakt, de gordijnen opgehangen, de sprei neergelegd en de bruidsversieringen aangebracht. Zelf is Sjakila nog nooit in het huis geweest dat ze nu de rest van haar leven zal bestieren.

Gedurende het hele bruiloftsfeest heeft niemand het bruidspaar een lachje zien wisselen. Nu, in haar nieuwe huis, kan Sjakila een glimlach niet onderdrukken. 'Wat heb je dat prachtig gedaan', zegt ze tegen Mariam. Voor de eerste keer in haar leven krijgt ze een eigen slaapkamer. Voor de eerste keer van haar leven zal ze in een bed slapen. Ze gaat naast Wakil op de zachte sprei zitten.

Nu moet de laatste ceremoniële handeling nog verricht worden. Een van Wakils zussen reikt Sjakila een grote spijker en een hamer aan. Ze weet wat haar te doen staat en loopt rustig naar de deur van de slaapkamer. Boven de deur slaat ze de spijker in de muur. Als ze hem er helemaal in heeft geslagen, begint iedereen te klappen. De spijker symboliseert dat ze haar lot vast aan het huis verbindt.

De volgende dag, vóór het ontbijt, komt de tante van Wakil bij Bibi Goel, de moeder van Sjakila. In haar tas heeft ze de doek die Leila bijna vergeten had - het belangrijkste van alles. De oude vrouw haalt hem voorzichtig tevoorschijn en geeft hem aan Sjakila's moeder. Hij zit vol bloed. Bibi Goel bedankt haar en glimlacht, terwijl de tranen over haar gezicht stromen. Ze zegt snel een dankgebedje. Alle vrouwen van het huis rennen toe om te kijken, en Bibi Goel toont de doek aan iedereen die hem wil zien. Zelfs de dochtertjes van Mariam mogen het bebloede kledingstuk zien.

Als er geen bloed was geweest, zou Sjakila naar het huis van haar familie teruggestuurd zijn in plaats van de doek.