Het aanzoek

Toen Soeltan Khan vond dat de tijd rijp was om een nieuwe vrouw te zoeken, wilde niemand hem helpen. Eerst ging hij naar zijn moeder.

'Je moet je houden bij de vrouw die je hebt', zei die.

Toen ging hij naar zijn oudste zus.

'Ik ben zo dol op je eerste vrouw', zei ze. Dezelfde reactie kreeg hij van zijn andere zussen.

'Je maakt Sjarifa te schande', zei zijn tante.

Soeltan had hulp nodig, een vrijer kan niet zelf om de hand van een meisje vragen. In Afghanistan is het gebruikelijk dat een van de vrouwen uit de familie het aanzoek overbrengt en het meisje nader in ogenschouw neemt om te zien of ze flink en welopgevoed is, en geschikt als echtgenote. Maar geen van de vrouwen uit Soeltans omgeving wilde iets met het aanzoek te maken hebben.

Soeltan had drie jonge meisjes op het oog die geschikt leken als zijn nieuwe vrouw. Ze waren alledrie gezond en mooi, en van zijn eigen clan. In Soeltans familie trouw je alleen bij uitzondering buiten de clan; men vindt het het verstandigst en het vertrouwdst als je met een bloedverwant trouwt, het allerliefst met een neef of een nicht.

De grootste voorkeur van Soeltan ging uit naar de zestienjarige Sonja. Die had donkere, amandelvormige ogen en glanzend zwart haar. Ze had fraaie, weelderige vormen en werkte goed mee in het huishouden, zei men. Haar familie was arm en ze was een geschikte partij omdat ze in de verte nog familie was. De grootmoeder van haar moeder en die van Soeltans moeder waren zussen.

Terwijl Soeltan erover nadacht hoe hij zonder de steun van de vrouwen in zijn familie om de hand van de uitverkorene zou vragen, liep zijn eerste vrouw gelukkig rond, onwetend van het feit dat een jong meisje, geboren in het jaar waarin zij en Soeltan getrouwd waren, nu de gedachten van haar man vervulde. Net als Soeltan zelf begon Sjarifa oud te worden, ze was al een eind in de vijftig. Ze had hem drie zoons en een dochter geschonken. Het werd tijd voor een man van Soeltans positie om een nieuwe vrouw te zoeken.

'Ga er dan zelf op af', zei zijn broer ten slotte.

Na even nagedacht te hebben, kwam Soeltan tot de conclusie dat dat de enige oplossing was, en op een ochtend ging hij naar het huis van de zestienjarige toe. Haar ouders ontvingen hun verwant met open armen. Soeltan werd als een vrijgevig man beschouwd en een bezoek van hem was altijd welkom. Sonja's moeder zette water op en serveerde thee. Ze zaten op platte kussens langs de lemen wanden en wisselden beleefdheidfrasen en groeten uit, totdat Soeltan de tijd rijp achtte om zijn boodschap over te brengen.

'Ik heb een vriend die met Sonja wil trouwen', zei hij tegen de ouders.

Het was niet de eerste keer dat iemand om de hand van hun dochter vroeg. Ze was mooi en vlijtig, maar de ouders vonden dat ze nog te jong was. Sonja's vader kon niet meer werken. Hij was verlamd geraakt nadat verscheidene rugzenuwen waren doorgesneden tijdens een steekpartij. De mooie dochter kon een hoge bruidsprijs opbrengen, en de ouders bleven maar wachten op een hoger bod dan ze tot nu toe hadden gekregen.

'Hij is rijk', begon Soeltan. 'Hij zit in dezelfde branche als ik, hij heeft een goede opleiding en drie zoons. Maar zijn vrouw begint oud te worden.'

'Hoe ziet zijn gebit eruit?' vroegen de ouders snel, doelend op de leeftijd van de vriend.

'Ongeveer zoals het mijne', antwoordde Soeltan.'Kijk maar.'

Oud, dachten de ouders. Maar dat hoefde niet per se een bezwaar te zijn. Hoe ouder de man was, des te hoger de prijs die ze voor hun dochter zouden krijgen. De prijs van een bruid wordt afgestemd op haar leeftijd, schoonheid en vaardigheden, en op de status van de familie.

Toen Soeltan zijn boodschap had overgebracht, gaven de ouders het antwoord dat van ze werd verwacht: 'Ze is nog te jong'

Een ander antwoord zou betekenen dat ze haar voor een koopje zouden overdoen aan deze rijke, onbekende vrijer over wie Soeltan zulke warme woorden had gesproken. Je moest niet te gretig reageren. Maar ze wisten dat Soeltan terug zou komen, want Sonja was jong en mooi.

De volgende dag kwam hij inderdaad terug om het aanzoek te herhalen. Hetzelfde gesprek, hetzelfde antwoord. Maar dit keer ontmoette hij Sonja, die hij niet meer gezien had sinds ze een klein meisje was.

Ze kuste zijn hand, uit respect voor haar oudere familielid, en hij drukte zacht een kus op haar haar. Sonja voelde de geladen stemming en kromp ineen onder de onderzoekende blik van haar oom Soeltan.

'Ik heb een rijke man voor je gevonden, wat vind je daarvan?' vroeg hij. Sonja hield haar blik op de grond gericht. Als ze antwoordde, zou dat een inbreuk op alle normen zijn. Een jong meisje behoort niets te vinden over een vrijer.

De derde dag kwam Soeltan opnieuw, en deze keer presenteerde hij het aanbod van de vrijer. Een ring, een halsketting, oorbellen en armbanden - allemaal van rood goud. Kleren zoveel als ze maar wilde. Driehonderd kilo rijst, honderdvijftig liter spijsolie, een koe, een paar schapen en vijftien miljoen afghani, ongeveer vierhonderd dollar.

Sonja's vader was meer dan tevreden met de bruidsschat en wilde graag de geheimzinnige man ontmoeten die zoveel voor zijn dochter bood. Soeltan had hem en zijn vrouw zelfs verzekerd dat de man tot dezelfde clan behoorde, zonder dat ze erin slaagden om hem te plaatsen of zich konden herinneren dat ze hem ooit ontmoet hadden.

'Morgen', zei Soeltan, 'krijgen jullie een foto van hem te zien.'

De volgende dag verklaarde Soeltans tante, na een kleine omkoping, zich bereid om aan Sonja's ouders te onthullen wie de werkelijke vrijer was. Ze nam de foto mee — een portret van Soeltan Khan — en bracht zijn strenge boodschap over dat ze een uur hadden om te beslissen. Als ze ja zeiden, zou hij zeer dankbaar zijn, en als het antwoord nee was, zou dat geen kwaad bloed zetten. Het enige wat hij niet wilde, waren eindeloze onderhandelingen in de trant van 'misschien wel, misschien niet'.

De ouders stemden toe voordat het uur verstreken was. Ze waren tevreden met Soeltan Khan, zijn geld en zijn positie. Sonja zat boven op zolder te huilen. Toen het mysterie rond de vrijer was opgehelderd en de ouders besloten hadden om ja te zeggen, kwam de broer van haar vader naar haar toe. 'De vrijer is oom Soeltan', zei hij.'Vind je het goed?'

Er kwam geen geluid over Sonja's lippen, ze zat daar met tranen in haar ogen en met gebogen hoofd, verborgen achter de lange sjaal.

'Je ouders hebben het aanzoek goedgekeurd', zei de oom.'Dit is je enige kans om te zeggen wat je wilt.'

Ze zat als versteend, doodsbang en verlamd. Ze wist dat ze de man niet wilde, maar ze wist ook dat ze zich naar de wens van haar ouders moest schikken. Als vrouw van Soeltan zou ze verscheidene treden op de Afghaanse maatschappelijke ladder stijgen. De hoge bruidsschat zou veel problemen van haar familie oplossen. Het geld dat haar ouders kregen, zou haar broers helpen om een goede vrouw te kopen.

Sonja zweeg. En daarmee was haar lot bezegeld: wie zwijgt, stemt toe. De overeenkomst was gesloten en de datum voor de bruiloft werd vastgesteld.

Soeltan ging naar huis om zijn familie het grote nieuws te vertellen. Hij trof zijn vrouw, zijn moeder en zijn zussen zittend op de grond rond een schotel rijst met spinazie. Zijn vrouw, Sjarifa, dacht dat hij een grapje maakte en antwoordde schertsend. Ook Soeltans moeder lachte om zijn grap. Ze kon zich niet voorstellen dat hij zonder haar toestemming een aanzoek gedaan had. Zijn zussen staarden hem sprakeloos aan.

Niemand wilde hem geloven, totdat hij ze de halsdoek en de zoetwaren liet zien die een vrijer van de ouders van de bruid krijgt als bewijs van de verloving.

Sjarifa huilde twintig dagen achtereen.

'Wat heb ik verkeerd gedaan? Wat een schande! Waarom ben je niet tevreden met mij?'

Soeltan vroeg haar om zich te beheersen. Niemand van de familie steunde Soeltan, zelfs zijn eigen zoons niet. Toch durfde niemand iets te zeggen. Soeltans wil bleef wet.

Sjarifa was ontroostbaar. De grootste klap was wel dat haar man een analfabete had uitgezocht, die zelfs de eerste klas niet had afgemaakt. Zelf had ze een opleiding als lerares Perzisch.

'Wat heeft zij dat ik niet heb?' snikte ze.

Soeltan liet zich niets aan alle tranen van zijn vrouw gelegen liggen.

Niemand had zin om naar het verlovingsfeest te komen. Maar Sjarifa moest dapper haar schande verbijten en zich mooi maken voor de gasten.

'Ik wil dat iedereen ziet dat je het ermee eens bent en dat je me steunt. Voortaan wonen we met zijn allen bij elkaar, en je moet laten zien dat Sonja welkom is', beval Soeltan. Sjarifa had zich altijd naar haar man geschikt, en deed dat ook nu, in het ergste wat er was: hem aan een ander geven. Soeltan eiste zelfs dat juist Sjarifa de ringen aan zijn en Sonja's vingers zou schuiven.

Twintig dagen na het aanzoek volgde de plechtige verlovingsceremonie. Sjarifa verbeet zich. Ze hield haar masker op, maar haar vrouwelijke verwanten deden hun best om te zorgen dat ze het liet vallen.

'Wat vreselijk voor je', zeiden ze.'Wat gemeen van hem. Je zult je wel verschrikkelijk beroerd voelen.'

Twee maanden na de verloving werd de bruiloft gevierd, op de laatste avond van het islamitische jaar. Maar nu weigerde Sjarifa te komen.

'Ik kan het niet opbrengen', zei ze tegen haar man.

De vrouwen van de familie steunden haar, niemand kocht een nieuwe jurk voor de bruiloft en niemand maakte haar gezicht op zoals voor een huwelijksplechtigheid vereist was. Ze hadden een eenvoudig kapsel en glimlachten stijfjes - uit respect voor de afgedankte echtgenote, die niet langer het bed met Soeltan zou delen. Dat bed was nu voorbehouden aan de jonge, doodsbange bruid. Maar ze zouden allen onder hetzelfde dak wonen, tot de dood hen scheidde.