De plaats is vol soldaten. Beide scholen zijn nog goed. Sedert het koud wordt, wordt meer en meer alle hout van de huizen afgetrokken. Ik zie dat de plankenvloeren van de pastorie ook uitgebroken zijn.
De hele dag nogal veel geschut en om 22 uur zeer geweldig. Ik verneem dat de Engelsen een raid gedaan hebben langs Wulvergem en enige krijgsgevangenen hebben gemaakt. Een Engelse raid langs Sint-Jan zorgde voor 20 krijgsgevangenen.
17 november, vrijdag. Simonne Huyghe, Engelbert en Gaston Ooghe, Jerome en Henri Capoen vertrekken naar de schoolkolonies. Granaten vallen langs de verste kant van Dikkebus. Weer meer geschut dan gewoonlijk. Hard gevroren.
18 november, zaterdag. Bijtend koud. In de nacht weer veel geschut. Bijna nooit horen wij nog geweergeschut, maar dikwijls mitrailleurs. Sedert lang zijn geen granaten meer gevallen op Vlamertinge.
19 november, zondag. Niets bijzonders. Er zijn nog dorpen in Frans-Vlaanderen, zoals Herzeele, waar zich nog geen Belgen aangegeven hebben voor de oproep tot 40.
Niet minder dan 7 Belgische soldaten van de artillerie op Reningelst en Vlamertinge zijn in de bannen. Hetgeen niet te verwonderen is daar deze soldaten hier reeds sedert 18 maanden in dezelfde streek legeren en gelegenheid genoeg hebben om een vrouwtje op te doen.
20 november, maandag. Voortaan zal men vrijgeleides geven voor een hele maand, wat een mooie verandering is.
21 november, dinsdag. Niets bijzonders.
22 november, woensdag. Niets bijzonders. Monastir wordt ingenomen door de Serviërs, maar de zaken staan slecht in Roemenië.
23 november, donderdag. Er wordt maar weinig Belgisch bier meer gedronken. Men betaalt het dubbele als in vredestijd en nochtans is het van mindere kwaliteit. Brouwer Six brouwt nog eenmaal in de week. Langs Roesbrugge… is het bier beter.
24 november, vrijdag. Ik ga naar Poperinge. Daar zijn nu weinig soldaten, er is ook weinig verkoop.
25 november, zaterdag. Begrafenis van weduwe Henri Depuydt op ons kerkhof aan de Canada. Van langsom slechter nieuws uit Roemenië. In de zomer dachten wij dat de oorlog zou eindigen in de lente van 1917. Nu zien wij er geen uitkomst meer aan en rekenen enkel op 1918. Toch moeten wij het geduld van de soldaten, vooral van de Engelsen, bewonderen. Men zou waarlijk niet zeggen dat het hun erg tegensteekt. Veel burgers zijn in dat opzicht slechter af dan de soldaten en klagen en jammeren hele dagen en de hevigsten zijn dikwijls zij die het meest geld verdienen en het minst reden tot klagen hebben. Ik geloof niet dat zij het allen menen.
26 november, zondag. Niets bijzonders.
27 november, maandag. Veel geschut in de namiddag. Verscheidene granaten vallen in de voormiddag op en rond de hoeve van Hector Dalle, en in de namiddag ontploffen zwarte schrapnels. Men zegt dat er 3 soldaten gedood zijn en verscheidene gewond.
28 november, dinsdag. In de namiddag wordt er geschoten naar de kabelballon van Ouderdom. Enkele dagen geleden werd de rest van de dorpsplaats van Vlamertinge geëvacueerd. Ook E.H. Lambaere, die tot nu toe nog zijn mooi, ongedeerd huis bewoonde en dienst deed in de kapel van het klooster voor de mensen van dorpsplaats en omgeving, is moeten weggaan en is gaan wonen in Poperinge. Een man die niet wilde verhuizen, werd weggevoerd, niemand weet waarnaartoe.
29 november, woensdag – 2 december, zaterdag. Deze dagen wat meer geschut dan gewoonlijk op het Ieperse. Ook meldt het Engelse communiqué dat deze week 3 Engelse raids met krijgsgevangenen werden gedaan. Van langsom slechter nieuws over Roemenië. Nog nooit heeft ons de toestand zo slecht geschenen als nu.
3 december, zondag. Niets bijzonders. Onderdiaken Jan Coveliers is weer bij de batterijen (3de).
4 december, maandag. Niets bijzonders.
5 december, dinsdag. Om middernacht in het maanlicht is een Duits vliegtuig gepasseerd boven Reningelst. Bij herberg De Hemelstraat op de kasseiweg van Poperinge wierp hij 3 bommen. Een kwam terecht op het huisje van Bulteel en ontplofte op de zolder. De ramp was verschrikkelijk. 4 kinderen sliepen op de zolder. 1 ervan, een jongetje van 4 jaar, werd op slag gedood. Een meisje van 13 werd afgrijselijk gewond en stierf nog dezelfde avond in het hospitaal van Couthove. Een jongen van 9 jaar werd ook zeer erg gewond maar is gelukkig na 3 maanden genezen. Een ander jongen was ongedeerd. Beneden sliepen vader en moeder en tussen hen het jongste kind. Het kind werd gedood en afgrijselijk verminkt en hoe wonder, vader en moeder hadden niet het minste letsel bekomen. O die lelijke Herodes!
In de namiddag vallen er granaten in de weide van Justin Thevelin voor de pastorie.
6 december, woensdag. 3 Belgische soldaten met rode band wonen in het huis van Désiré Van Renterghem. Zij zijn aangesteld door de commissie van requisities om de dorpsplaats te bewaken en te beletten dat de soldaten de huizen zouden afbreken. Nochtans kunnen zij daar maar weinig tegen doen, vooral daar zij elke avond naar Brandhoek gaan slapen en de soldaten dan ’s nachts alle gelegenheid hebben.
7 december, donderdag. Mijn broer Remi komt met verlof, het is zijn eerste na 9 maanden front. Hoe gelukkig zijn wij enige dagen samen te mogen doorbrengen. Hij heeft voor de gelegenheid iemand anders vest en kapotjas geleend die mooier zijn dan de zijne. Deze morgen ben ik naar de plaats van Dikkebus gegaan en voor de eerste maal werd me mijn vrijgeleide gevraagd.
8 december, vrijdag, feestdag van de Onbevlekte Ontvangenis. Mooi aantal communies. Na de mis doop ik de 7de naeenvolgende dochter van Charles Maes. Een brief wordt gezonden naar de koningin om haar te vragen als meter. Na haar aanvaarding zal ik de doopceremonies erbij voegen. Met mijn broer Remi ga ik vervolgens naar De Klijte. In Reningelst heeft de droevige begrafenis plaats van de 3 kinderen Bulteel. Zeer veel volk op de begrafenis. Wekenlang zie ik de vader elke dag een bezoek brengen aan het graf van zijn teergeliefden.
9 december, zaterdag. Slecht weer. Niets bijzonders. In de nacht zijn 2 Duitse krijgsgevangenen weggevlucht uit het kamp van Ouderdom. Hoe is het gebeurd? Niemand weet het. Hun vlucht werd pas ’s avonds opgemerkt. Ik hoor het ’s anderdaags vertellen en 3 dagen nadien gaat de politie in alle huizen van het omliggende huiszoeking doen. God weet waar ze dan reeds zaten. Het zou mij niet verwonderen dat zij de eerste nacht reeds een 30-tal kilometer ver geraakt zijn. Een boer maakt mij de opmerking dat volgens hem een ontvluchting niet zo moeilijk is. Men heeft onder de afsluiting kleine grachten gegraven om het water weg te leiden maar die grachten niet afgespannen. Ik bekijk die grachten in het voorbijgaan en vind dat de boer gelijk heeft.
Enige gereformeerden van verleden jaar worden aangemaand om voor de onderzoeksraad te verschijnen. Een vluchteling wordt goedgekeurd.
Sedert anderhalf jaar is er buitengewone schaarste aan kleingeld, hetgeen zeer moeilijk is voor de kleinhandel en zelfs veel aankopen in de winkels en herbergen onmogelijk maakt. Veel herbergiers en winkeliers zullen gaarne 10% korting geven om aan kleingeld te geraken. De briefjes van Franse steden van 0,50 fr., 1 fr., 2 fr. komen goed van pas maar ze zijn nog onvoldoende. Door voortdurende verhandeling zijn het ware vodjes, men zou ze met geen tang vastpakken. Het Engels geld, dat hier overvloedig was in het begin van de oorlog, is nu zeer schaars geworden.
Nu nog, in het putje van de winter, zijn er boeren die dorsen met de machine. De boeren hebben nog al hun aardappelen en velen verlangen er uitermate naar om er wat te mogen verkopen. Het Belgische leger heeft hier nog geen aankopen gedaan, de Engelsen mogen niet, en aan de burgers is ook alle aardappelhandel verboden. De varkens mogen nu nog slechts tegen 1,60 fr. verkocht worden, zij gingen reeds boven de 2 fr. In het begin wordt er gevolg aan gegeven en zelfs veel aankopen worden verbroken, maar na enige weken drijft men weer handel volgens de oude prijs.
Weer werd er in ons dorp een omhaling gedaan voor een kerstgeschenk aan de Belgische soldaten door inschrijving van De Belgische Standaard. Dit werd in het algemeen niet zo goed onthaald als verleden jaar, om allerhande redenen: men heeft te geven aan soldaten van de familie, er is minder verkoop in de herbergen en de winkels, men moest maar niet oproepen tot 40 jaar, hoe werd het geld verleden jaar besteed? enz. Germain Forceville heeft de inschrijving rondgedragen op Dikkebus en nog 381 fr. rondgehaald, dat is meer dan 1 fr. per inwoner. Op Reningelst bracht die inschrijving 2350 fr. op. In het geheel meer dan 30.000 fr.
10 december, zondag. Niets bijzonders.
11 december, maandag. Mijn broer Remi vertrekt weer naar zijn regiment.
12 december, dinsdag. In de namiddag veel kanongeschut langs Kemmel. Van meneer pastoor van Kemmel wordt de wijn gestolen die in een verlaten tuin begraven was. Hij krijgt er een deel van terug die de officieren meegedaan hadden.
13 december, woensdag. In Dikkebus heeft men de aanvragen tot vergoeding moeten indienen voor de velden die gedurende deze 2 oorlogsjaren door het leger gebruikt zijn. Tot nu toe waren er nog maar enige die betaald waren. De betaling is zeer verschillend. Enkelen worden goed betaald, anderen weinig. Sommige reclamaties voor verleden jaar worden geweigerd omdat men ongelukkiglijk geen bewijzen meer kan leveren. Veel reclamaties worden bemoeilijkt doordat men niet weet tot wie zich te wenden. Er zijn verscheidene commissies voor reclamaties en men krijgt al vlug het antwoord: ‘Dat gaat mij niet aan’, zonder dat gezegd wordt waar men zich moet wenden. Tot nu heeft het leger de schuld van de brand bij Remi Onraet noch van die van de weduwe Forceville willen aanvaarden, alhoewel het vast en zeker is dat de soldaten er de oorzaak van zijn en het ook genoegzaam bewezen is.
14 december, donderdag. Een Engels muziekkorps aan het hoofd van een bataljon stapt door de straten van Reningelst en speelt het Duitse vaderlandse lied ‘Onder de dubbele Arend’. Is dat begrijpelijk?
Wij lezen in de kranten dat Roemenië bijna geheel overrompeld is en dat de Duitse keizer vredesvoorstellen doet. Er lopen geruchten dat de eerste Belgische divisie naar de Somme vertrokken is om er aan de gevechten deel te nemen. Daarom maken zich hier veel families zorgen. De waarheid is dat zij vertrokken is naar het kamp van Mailly om er samen met de Engelsen, de Fransen en de Russen deel te nemen aan de manoeuvres.
In de avond zeer veel geschut langs Kemmel.
15 december, vrijdag. In de voormiddag veel geschut langs Kemmel. De vredesvoorstellen van Duitsland worden druk besproken. Veel Belgische en Engelse officieren zijn van mening dat met langer oorlog te voeren de toestand toch maar weinig zal verbeteren en daarom verkiezen zij een aanstaande alhoewel gebrekkige vrede boven verdere sacrificies van geld en levens. Nochtans blijven veel anderen van mening dat er toch een middel blijft om de zegepraal te behalen en dat deze zelfs zeker is en zij steunen vooral op de economische uitputting van Duitsland. Daarom moet men de oorlog doordrijven.
16 december, zaterdag. Goed nieuws van Verdun. De Fransen heroverden het fort van Vaux benevens andere stellingen en maakten 9000 krijgsgevangenen.
17 december, zondag en 18 december, maandag. De laatste dagen waren er nagenoeg elke dag schermutselingen rond Ieper, Sint-Elooi, Wijtschate en alleszins veel meer geweld dan gewoonlijk.
19 december, dinsdag. Meneer Coveliers van de 3de batterij vertelt dat de mitrailleurkogels tot aan de vijverdam komen, tot bij de hoeve van de burgemeester.
De Duitse krijgsgevangenen van de hofstee van weduwe Derycke zijn verhuisd naar Busseboom. Men zegt dat de 2 weggelopen Duitsers aangehouden zijn in Westouter, verkleed als Engelse officieren. Maar daar weet men er niets over en men zegt dat het in Watou is. Voorzeker zijn zij nog niet gevonden.
20 december, woensdag. Guldenmis op de hoeve van Lamerant. 35 aanwezigen.
21 december, donderdag. Sir Douglas Haig, oppergeneraal, komt de troepen inspecteren in Reningelst. Zeer slecht weer.
In de namiddag wordt de plaats van Dikkebus beschoten, ook enige granaten vallen in de velden tussen de hoeven van Benoit Decrock en Marcel Coene.
Er is hier nog altijd Australische en Canadese genie.
22 december, vrijdag. In de pastorie en in nog een huis zijn er moeilijkheden met de officieren, die zeer zedeloze prenten uithangen in de plaatsen die zij gebruiken, en die zij niet willen wegnemen. De Belgische missie zegt dat de officieren de kamers in huur hebben en het recht hebben er uit te stallen wat zij willen en geen enkele burger het recht heeft daartegenin te gaan. Bijgevolg moet men de vuiligheid dulden. De officieren die wij nu hebben (43ste divisie) zijn het smerigste volk dat wij tot nu toe gekend hebben.
23 december, zaterdag. Verschrikkelijke wind. Veel tenten hebben erg te lijden. De Y.M.C.A. van Zevekote waait omver. Ook de schuur van Henri Breyne van Dikkebus waait om. De Engelsen zijn druk bezig met geschenken die zij met Kerstdag van hun familie zullen ontvangen. Zij ontvangen veel minder dan verleden jaar, en kopen zelf ook veel minder geschenken: postkaarten, kant enz. om naar Engeland te zenden. Zij hebben niet meer zoveel geld als vroeger.
24 december, zondag. In de ochtend helder weer en zeer veel vliegtuigen. Nota van Wilson en Zwitserland om de vrede te sluiten. Koel onthaal in de kranten. In de avond veel gezang en kerstleute.
25 december, maandag, hoogdag van Kerstdag. In de kerk van Reningelst wordt een middernachtmis gezongen door de Engelse aalmoezeniers. Bijna alle katholieke soldaten van het dorp zijn aanwezig. Doch ongelukkiglijk tellen de 2 Engelse divisies, de 43ste en de 47ste die nu hier zijn, maar weinig katholieke soldaten.
Om 6.30 uur zing ik de kerstmis in de schuur van Cyriel Lamerant. Het regent en waait verschrikkelijk om ernaartoe te gaan en de schuur gelijkt waarlijk een stalletje van Bethlehem. Gisteren is een hoek van het dak omhoog gewaaid, nu en dan waaien de kaarsen uit. Nochtans is er veel volk in de kerstmis. 2 of 3 jonge meisjes zingen de Adeste. 70 communies. De volgende missen om 8 en 10 uur. De Belgische aalmoezenier leest mis om 9.30 uur. Slechts 5 soldaten gaan te communie.
Op De Klijte wordt het kerstlied gezongen door de ‘pastoor van Dikkebus’, zo noemt men een soldaat van Dinant van de 2de batterij die vroeger nog al dikwijls in de kapel van Dikkebus kwam zingen en nu soms op De Klijte en veel kerkzangen zingt bij de batterij en daarom door zijn makkers ‘de pastoor van Dikkebus’ genoemd wordt.
In de nacht wordt er ferm geschoten op Ieper en 5 soldaten van het hospitaal van de hoeve van weduwe Van Cayseele worden er doodgeslagen. Voor de rest is het de hele dag zeer stil.
26 december, dinsdag. Om 19.30 ’s avonds wordt de dorpsplaats van Dikkebus beschoten. 1 granaat valt op het huis van Désiré Lamerant, 1 achter de stal van Dalle, 1 voor de deur van Dehaene.
27 december, woensdag. In de namiddag veel geschut langs Kemmel. Erwten en stokbonen gaan 100 fr. per 100 kilo.
28 december, donderdag. Er is veel verandering van Engelse artillerie.
29 december, vrijdag. In de avond geweldige beschieting langs de Ieperse kasseiweg tussen het kasteel van Verschoore en het exercitieplein. Verscheidene Engelsen worden gedood, een Belg van de 6de batterij erg gewond.
30 december, zaterdag. Nogmaals is een Duitse krijgsgevangene weggelopen.
31 december, zondag. Rond de middag hevige beschieting op en rond de hoeve van de burgemeester. ’s Nachts van 23 tot 00.30 uur nog heviger op dezelfde plaats. Voorzeker om de burgemeester een zalig nieuwjaar te wensen.
En zo loopt ook het oorlogsjaar 1916 ten einde. Tijdens dit jaar heb ik op Dikkebus 36 kinderen gekerstend, te weten 25 kinderen van Dikkebusnaren, waaronder 1 onwettig, en 11 kinderen van vluchtelingen, waarvan 3 onwettige. 1 huwelijk werd er ingezegend. 24 personen van Dikkebus zijn overleden, 11 in Dikkebus en 13 op de vreemde. Bovendien stierven op Dikkebus nog 10 vluchtelingen. Het aantal sterfgevallen was bijgevolg niet groter dan gewoonlijk. Nu verblijven er nog 363 burgers op Dikkebus, waarvan 70 vreemde vluchtelingen en 67 Dikkebusse vluchtelingen. 114 jongelingen zijn in het leger. 185 Dikkebusnaren zijn in Reningelst, 133 in Westouter, 60 in Poperinge, 40 in Watou, 45 in verscheidene andere plaatsen van vrij België. 142 in Frankrijk, 3 in Engeland, 15 in bejaardentehuizen of ziekenhuizen, 36 in het bezette deel.