14 augustus, zaterdag. In de ochtend vallen de hele tijd de verschrikkelijkste marnieten op Vlamertinge-station en wat langs deze kant. Het schijnt dat het er 380 zijn. Het gehuil ervan schijnt ons in Dikkebus zo vervaarlijk dat de mensen zich bij het horen onwillekeurig verbergen alsof die granaten naar Dikkebus zelf kwamen. Wat moet het dan zijn in het arme Vlamertinge? Rond de middag vallen 2 granaten in de weide voor het Paradijs. Dat is niet te verwonderen. De genie werkt weer voor het wethuis.

Overleden: Cyriel Declercq, sedert 3 maanden in het hospitaal in Montreuil. Ook Remi Haelewyn, wachtmeester, 25 jaar oud, van de gendarmerie van Rekkem, gestorven in Granville ten gevolge van een tering opgedaan door een verkoudheid aan de IJzer. Voorbeeldige zoon van Benjamin, woonachtig in Dikkebus. Vandaag ontving ik een brief van thuis (Pittem) van 6 juli.

15 augustus, zondag, feestdag van O.L. Vrouw-Hemelvaart. 160 communies. Ook de Belgische aalmoezenier hoort biecht voor burgers en soldaten op de hofstee van Cyriel Lamerant. Hij doet mis om 7 uur en geeft de H. Communie.

Om 12 uur eerste beschieting: 3 granaten vallen voorbij de kerk. 2 koeien van weduwe Francis Goethals worden gedood en een gewond. Om 13 uur tweede allerhevigste beschieting van het dorp, een uur lang, de verschrikkelijkste die wij in 1915 gehad hebben. Niet minder dan 30 grote granaten van ten minste 200 tot 250 diameter vallen op de dorpsplaats. In het begin slechts een na een, maar weldra altijd een gehele batterij tezelfdertijd. Het is vreselijk om zien en horen. Wat een zwarte en rode rook! Hoe dik, hoe breed! De stenen stuiven in de lucht! Het volk, dat zich in de kelders verscholen heeft, kan het er niet meer uithouden. Men ontvlucht zijn woning in het verschrikkelijkste gevaar. Om 15 uur ga ik naar de dorpsplaats kijken. O God, welk een vernieling! Een granaat is gevallen boven op het wethuis en dak en zoldering zijn vernield. Een is gevallen op de kassei voor de huizen van Leonie Goethals en Swyngedauw. Die huizen zijn zwaar beschadigd, vooral de poort van Leonie Goethals. Een is gevallen op de hoek van het huis van madame Brigou. Het salon en de ene kant zijn helemaal vernield. In de Kerkstraat zijn 4 huizen na elkaar platgewalst: dat van Catherine Vuylsteke, weduwe Rosselle, Arthur Deraedt en Theophiel Cafmeyer. Nog een voor het huis van Henri Coene op de kassei, het huis is zwaar beschadigd. Aan de hele rechterkant van de Kerkstraat staat maar één huis meer recht, dat van de koster. Op de Neerplaats ook verschrikkelijke vernieling. Herberg De Kroon is half vernield, 2 granaten zijn erin gevallen. Geheel vernield zijn het huis van Constant Timperman en het huis dat eraan paalt. Half vernield is het huis van Edmond Timperman. Ook granaten op het kerkhof, een op de graven van de Franse officieren, een op het ongewijde hoekje. Ook in de hoek van mijn tuin. Haag en pruimelaar zijn vernield. Ook veel in de hovingen rondom. Overal zijn de ruiten uit. In mijn huis heb ik er nog 6 van de 67. Gelukkig geen ongelukken van burgers, maar veel schrik. Weer gaan enkelen verhuizen. Weer hetzelfde droevige schouwspel. Als de burgers vluchten voor de beschieting komen, roofzuchtige soldaten aangelopen om te plunderen. Zo wordt de hele winkel van Arthur Lesage geplunderd. Nochtans moeten enkelen hun roofzucht met hun leven bekopen. Aan het huis van Jules Goethals worden 5 soldaten gedood en 3 gewond. Men heeft alle redenen om te veronderstellen dat het plunderaars waren. Zij werden pas geraakt na de 5de granaat en op dat ogenblik hadden zij in ons dorp geen zaken.

Droevig bericht van de dood van Frans Leleu, onze voorbeeldige misdienaar, overleden in de schoolkolonie van Parijs. Leeftijd 12 jaar.

16 augustus, maandag, feestdag van de H. Rochus. Zeventig communies. Rond 9 uur vallen schrapnels boven de dorpsplaats. 2 soldaten worden gewond, maar geen burgers. Voor het overige van de dag kalm. De pastoor van De Klijte heeft vandaag al de relikwieën van de kerk van Voormezele, die sedert 4 maanden in mijn huis waren, meegedaan.

17 augustus, dinsdag. In de namiddag ga ik naar de Ieper-Kruisstraat. Verscheidene granaten vallen terwijl ik er ben. Emiel Pattyn en zijn vrouw, landbouwers tussen het exercitieplein en het kasteel van meneer Vandenpeereboom, worden erg gewond. Ook een Belgisch ambulancier. Op hun hofstee is de Belgische hulppost en een granaat is in de schoorsteen gevallen. Langs de kassei overal kanonnen, Belgische en Engelse. Daarachter, achter het kasteel, nog een reeks Engelse maar zwaardere. De kanonnen schieten van weerskanten boven mijn hoofd. Langs de rechterkant van de kassei ziet men nergens nog bebouwd land, een echte wildernis. De Ieper-Kruisstraat is wat meer vernield dan Dikkebus. Aan de brug ga ik eens de verwoeste stad bekijken. Hoe droevig! Nergens een huis dat niet beschoten is. Ik hoor de biecht van een zieke man. De aalmoezenier van het kasteel (dat na de oorlog klooster is geworden van zusters karmelietessen) zal hem ’s anderendaags berechten. Ik keer weer langs het kasteel Vandenpeereboom. Daar is een Engelse staf. Ook de staf van de Belgische artillerie. In het kasteel is nog maar één granaat gevallen, te weten in de kelder. Anders weinig beschadiging. Reeds begint men de tabak af te trekken en te drogen. Voor de nieuwe oogst biedt men 2,50 fr. per kilo.

18 augustus, woensdag. Vandaag geeft men verblijfsvergunningen. Ze worden afgeleverd in herberg Het Paradijs, waar de post van de gendarmerie is en ook de inspecteur de Sûreté verblijft. Deze is een agent van de geheime politie van Vilvoorde in burgerkleren. Het schijnt dat hij goed betaald wordt. Hij is gedienstig en gemakkelijk voor de bevolking. Er worden 1010 dagvergunningen uitgereikt en een 20-tal geweigerd. Alle personen die 13 jaar oud zijn, moeten ervan voorzien zijn en ze bij zich hebben om ze te allen tijde te kunnen tonen. Ze vermeldt naam en voornaam, leeftijd, geboorteplaats, lengte, gezicht, de gehele persoonsbeschrijving en het nummer, ook de tegenwoordige en wettige woonplaats. In het begin wordt het portret niet vereist, maar met Allerheiligen wordt ook het portret vereist. Op half augustus waren er in ons dorp nog meer dan 1000 personen boven de 13 jaar. Er waren er ook waarschijnlijk wel 350 beneden de 13 jaar. In de voormiddag vallen een uur lang nagenoeg zonder ophouden granaten aan de Kruisstraat en het exercitieplein. Deze morgen passeerden veel gewonden. Men zegt dat de Duitsers veel granaten en schrapnels gezonden hebben naar het volk dat naar de loopgraven trok.

19 augustus, donderdag. Kalme dag. Allerlei politiereglementen worden uitgeplakt, nopens het verkopen van bier, melk en andere winkelwaar. Ze worden evenwel in het algemeen weinig nageleefd, daar allerlei uitzonderingen verkregen worden.

20 augustus, vrijdag. De hele dag veel geweld langs Vlamertinge en Ieper. De Duitsers houden niet op die kant te beschieten, vooral rond de Geithoek. Rond de middag brandt een hofstee aan de Geithoek, in brand geschoten door de granaten. Men begint de huizen van de Neerplaats af te breken, ook dat van madame Brigou. Dat huis met een waarde van 14.000 fr. kan met 1200 fr. mooi hersteld worden en toch breekt men het tot de grond af. Zo zal men het doen met verscheidene huizen die nog maar weinig schade geleden hebben. Vooral de 17de divisie maakt zich in dit opzicht berucht. Dat alles doet men zonder ooit de eigenaar of de gemeenteoverheid aan te spreken. Ook zonder bevelen van de hogere officieren. Die doen hun ogen toe en gebaren van de zaak niets af te weten. Veel eigenaars hebben moeite om een requisitiebon te krijgen.

21 augustus, zaterdag en 22 augustus, zondag. Kalme dagen zonder iets bijzonders.

23 augustus, maandag. De hele dag geweldige beschieting op Ieper. Op de hofstee van Hector Dalle komt de Salvage Company kantonneren. Deze is belast met alles te gaan opzoeken wat de soldaten en ook de burgers hebben achtergelaten. Zij komt met hele vrachten meubels van Ieper en verhuist ook nog wat meubels van meneer Thevelin.

24 augustus, dinsdag. Niets bijzonders.

25 augustus, woensdag. De verwoestingen door de soldaten gaan voort. Nu stelen zij enkele deuren van pastorie en klooster. De Belgen zijn er ook niet vreemd aan, maar zij zeggen orders ontvangen te hebben van de Engelsen, van wie zij afhangen.

26 augustus, donderdag. 2 granaten en 2 schrapnels vallen in de voormiddag op de dorpsplaats. Een soldaat wordt gewond. In de avond en nacht meer geschut dan gewoonlijk.

27 augustus, vrijdag. Begrafenis van E.H. Desmedt, kapelaan van Dranouter, oud 58 jaar. Wij zijn daar aanwezig met twintig priesters. Wat een droevige bijeenkomst van de priesters. Men vraagt nieuws over elkaars parochie en het is al droevig wat men kan antwoorden. Justin Thevelin geeft de officieren van de Salvage Company een welverdiende sneer omdat zij zijn meubels gestolen hadden. Zij doen gegeneerd en houden zich klein! Daarin zijn ongeveer alle Engelsen gelijk. Spreek stout en boud en gij zijt overwinnaar, welteverstaan als gij in uw recht zijt.

De burgemeester heeft bericht ontvangen van het ministerie dat niemand meer mag afbreken zonder toelating en zonder hem te verwittigen. Ook moet het leger beter opletten met kantonnementbiljetten, daar de soldaten er in sommige plaatsen geven en in andere niet. Sedert enige tijd immers moet het leger elke week de logementbiljetten binnendragen bij de burgemeester. De Engelsen betalen slechts 5 centiemen per man, zowel voor officieren als voor de simpele soldaten, tenzij zij een bed krijgen.

28 augustus, zaterdag. In de morgen vallen granaten voorbij de vijver. In de avond geweldig geschut. Bij de Groene Jager ontploft een groot Engels kanon. Verscheidene doden en gewonden. Het is het tweede groot kanon dat op dezelfde plaats ontploft.

29 augustus, zondag. Niets bijzonders. Veel volk in de missen.

30 augustus, maandag. In de namiddag vallen granaten juist voorbij de dorpsplaats bij Jules Forceville, op het Engels kerkhof en in Thevelins weide. Bezoek van meneer Biebuyck, arrondissementscommissaris, omtrent de schoolkolonies. Vooruit en vooral moeten de kinderen die in gevaar verkeren weggaan.

31 augustus, dinsdag. In de namiddag bezoek aan meester Deraedt, die ziek ligt in Saint-Jans-Cappel. Mooie tocht in een koets over de bergketen (Scherpenberg, Rodeberg, Molenberg en Zwarteberg). Aan de Zwarteberg is er een grote installatie waarmee een deel van de berg wordt uitgegraven om er de stenen uit te zoeken die moeten dienen voor het herstellen van de wegen. Men vindt honderden burgers en soldaten, Belgische en Engelse, die werken aan de wegen. Zij verdienen 4 fr. per dag. Aan hen die op gevaarlijke plaatsen werken, zoals Ieper-Kruisstraat, geeft men zelfs 6 fr. Timmerlieden worden overal gevraagd voor het maken van tenten of houtwerk dienstig voor de loopgraven. Zij verdienen 4,50 fr. per dag.

Nieuwe fratsen van de Engelse verwoesters, die het klooster en de stalling van het wethuis beginnen af te breken, 2 gebouwen die nog niet door de granaten getroffen zijn. De burgemeester en de chef van de gendarmes verdedigen goed onze rechten tegen de verwoesters. Aan de pastorie zijn maar 5 deuren meer. Ik ga met een requisitiebon de oude bouw van het klooster laten afbreken (ik voorzie toch dat het zo eindigen zal). Maar ik verbied aan de nieuwbouw te roeren.

1 september, woensdag. Ik maak een grote ronde langs Café Français en verder langs de kasseiweg vandaar naar Vlamertinge, om kinderen te zoeken voor de schoolkolonies. Nergens ken ik een hofstee die zo versterkt is als die van Spillebeen. De loopgraven zijn daar meer dan 2 meter hoog. In de namiddag vallen er granaten rond Hallebast en het Zweerd, 2 te midden van de kasseiweg, een juist voor het Zweerd.

2 september, donderdag. Om 10 uur zegen ik in De Klijte-kapel het huwelijk in van Michel Vandevyvere van Wijtschate met Leonie Spenninck van Dikkebus. De proost van De Klijte verhuist zijn kerkornamenten en mooiste boeken naar Frankrijk. ’s Namiddags van 15 uur tot tegen de avond geweldig kanongeschut.

3 september, vrijdag. ’s Morgens vroeg weer zeer geweldig kanongeschut rond Zillebeke en ’t Hoge. Zeer slecht weer. ’s Avonds bezoek van de arrondissementscommissaris. Alle kinderen beneden de acht jaar mogen meegaan.

4 september, zaterdag. De hele dag ga ik rond op zoek naar kinderen langs het Hemelrijk en de Kruisstraat. Op de Kruisstraat is het een ware hel door het verschrikkelijke kanongeschut. Terwijl ik daar om 13.30 uur ben, vallen granaten te midden van de Kruisstraat. Ik heb alle huizen van de hele Kruisstraat bezocht tot bij het zothuis en de brug. Meer dan 300 mensen zijn daar nog thuis. Ik vis 26 kinderen op in de Kruisstraat en 20 in het Hemelrijk en Dikkebus. Ik eet op de hofstee van Henri Derycke bij meneer Vandenpeerebooms kasteel.

5 september, zondag. Veel volk in de missen. Op deze dagen is er veel meer geschut dan gewoonlijk. Altijd langs Zillebeke. Granaten aan de vijver. In de voormiddag rond 11 uur valt een granaat op het land bij Leonard Vandevoorde en een aan de barrière van Emiel Comyn.

6 september, maandag. Granaten vallen in de voormiddag rond de vijver en 3 of 4 schrapnels op de dorpsplaats. Rond 10 uur vallen een 10-tal schrapnels, waarna 3 granaten. De schrapnels ontploffen op en voorbij de dorpsplaats. Een kop valt op de hofstee van Hector Dalle, ook veel scherven ijzer. Een granaat valt voor het Schoonhuis, een aan de gevel van Henri D’Hellem en een in de kerkmuur vlak boven de biechtstoel van de onderpastoor en ze slaat vensters en het bovenste deel van de muur in. De mooie vensters, geschonken door de familie Van Eecke en voorstellende de aanbidding van de 3 koningen, liggen op het kerkhof. Dat is de 5de granaat die op de kerk valt. Men wordt zodanig gewoon aan de beschieting dat er over deze beschieting schier niet gesproken wordt. Het waren van die granaten die men niet hoort afkomen en enkel bij de ontploffing gewaarwordt, omdat het geschut sneller is dan het geluid.

7 september, dinsdag. Niets bijzonders op het oorlogsveld van de streek. 93 kinderen vertrekken naar de schoolkolonies van de staat in de Seine-Inférieure, 33 van Ieper-Kruisstraat en 60 van het Hemelrijk en Dikkebus. Op Hemelrijk en Krommenelst blijven er ongeveer geen kinderen meer over, op de dorpsplaats ook niet. Op de Canada echter is er bijna niemand weg. De kinderen zijn te voet vertrokken naar Reningelst, vandaar per auto naar Poperinge en per tram naar Adinkerke, waar zij bezocht worden door de koningin. Vandaar per trein naar Rouen. Die kinderen zullen enkele weken in Rouen verblijven in de onderwijsgestichten waarvan de kinderen in verlof zijn, en dan verspreid worden in de verscheidene kolonies van de Seine-Inférieure. Al de Dikkebusse meisjes worden naar Saint-Paër gezonden, waar zij zich bij de oudere meisjes van Dikkebus voegen. De jongens worden meestal gezonden naar Saint-Aubin-Epinay. De Dikkebusse kinderen die vertrekken zijn de volgende: Deroubaix Anna en Marguerite, dochters van Isidoor, Louwage Bertha, Noyelle Anna en Rachel, Scheldeman Maria, Bendel Agnes, Maria en Anna, Timperman Gabrielle, Accou Martha, Irma en Emma, Lozie Gabrielle, Maria, Blanche en Martha. De jongens: Lemaire Camiel, Accou Henri en Maurits, Timperman Achiel, Vieren Jules, Doom Georges, Scheldeman Achiel en Victor.

8 september, donderdag, feest van O.L. Vrouw-Geboorte. Kalme dag. Voor de eerste maal wordt er geld uitgedeeld vanwege het kantonnement van de Engelsen. Allemaal bonnen op naam. De maanden januari, februari, maart zullen later betaald worden.

9 september, vrijdag. Het afbreken van de huizen ligt stil. Bevel is gekomen dat men alles moet laten zoals het is. Het is immers weinig in het voordeel van de krijgsbeweging om de huizen af te breken, de dorpsplaats zou te bloot komen en de vijand zou gemakkelijker het vervoer en de passage op de route zien.

Veel Duitse vliegtuigen de hele dag en ’s avonds om 19 uur geweldig bombardement. Eerst 4 bommen rond het huis van Angillis, dan een op het huis en een voor het huis van Jeremie Grimmonprez. Het hele huisgezin Bendel was daarbinnen en toch is niemand gewond. Gelukkig waren allen aan de achterkant van het huis terwijl de hele voorkant ingeslagen werd. Helaas zijn 2 ongelukken te betreuren. Arthur Dury, die met wagen en paarden op de kassei was bij het huis van Angillis, werd erg gewond aan kaak en keel. De eerste dagen was men ongerust over zijn toestand, maar die beterde weldra. Hij werd niet naar het hospitaal gedaan. De dokters gingen hem verplegen in zijn huis en na 3 weken kon hij zelf regelmatig naar het huis van de dokter gaan. Na 3 maanden was hij genezen. Slechter was het gesteld met Edward Pyck, 54 jaar. De man vluchtte uit zijn woning en had de nieuwsgierigheid wat te blijven staan bij het gebombardeerde huis van Grimmonprez toen plotseling een granaat naar daar afkwam. Pyck werd erg gewond aan het hoofd, maar vluchtte wel een kilometer ver tot aan het hofsteetje van weduwe Depuydt. Daar viel hij door het bloedverlies uitgeput neer. Men liet het weten aan de Engelse dokters, die hem naar hun huis voerden en de eerste verzorging toedienden. Zijn toestand was echter om te wanhopen. Om 22.30 uur werd ik bij hem geroepen. Hij was bewusteloos en ik kon hem alleen nog de H. Olie toedienen. Daarna werd hij naar het hospitaal van Poperinge gevoerd en hij stierf er ’s anderdaags in de namiddag.

10 september, vrijdag. Veel granaten vallen rond de vijver en de hofstee van Emiel Thuylie en Brutsaert.

11 september, zaterdag – 16 september, donderdag. Kalme dagen, weinig geschut en niets bijzonders wat de gebeurtenissen betreft.

17 september, vrijdag. Het volk van de Kruisstraat wordt aangemaand om in de eerste dagen te vertrekken, d.i. al diegenen die nog op het grondgebied van Ieper wonen. Waarom? Misschien voor het gevaar, misschien voor het grotere gemak van de krijgsverrichtingen. Voorzeker een grote reden is ook het slechte vrouwvolk dat er in groten getale huist. Veel soldaten zijn ziek door het slechte vrouwvolk en veel zijn er zodanig aan verslaafd dat zij hun dienst verwaarlozen en niet zelden lopen zij in de nacht over en weer naar Poperinge. Nochtans houdt men hier en daar zuivering. In Poperinge werden een 10-tal sletten weggevoerd. Ook een in Reningelst.

18 september, zaterdag. Reis naar Hazebrouck om plaats te vragen in het college St.-Jacques en het pensionaat Jeanne d’Arc voor kinderen van Dikkebus. Helaas geen te vinden. Reis door Bailleul, opzij van Méteren, door Strazeele, Pradelles, Borre, Hazebrouck. Overal zeer veel troepen. In Hazebrouck ontmoet ik de 27ste divisie, die hier was in het begin van het jaar. Men zegt dat de Engelsen grotelijks hun front verbreden. Er staat uitgeplakt dat er dinsdag geen markt is in Bailleul en dat van de 20ste af alle verkeer voor burgers verboden is in de gemeenten Strazeele, Pradelles en Hazebrouck.

19 september, zondag. Men verwacht deze week grote krijgsverrichtingen. De Engelsen hebben vermoedelijk zeer veel munitie in gereedheid.

20 september, maandag. Veel granaten rond de vijver, Razelput en de hofstee van Emiel Thuylie.

21 september, dinsdag. Weer granaten op dezelfde plaats. De bazin uit de Razelput wordt bij haar huis licht gewond. Veel volk van de Kruisstraat komt naar Dikkebus wonen, de slechtste soort gaat naar Vlamertinge en Poperinge.

22 september, woensdag. Begrafenis hier van weduwe Buysse van Passendale, doodgeslagen door een granaat op de Kruisstraat terwijl zij aan het verhuizen was. Wat het geval nog verschrikkelijker maakt, is dat de weduwe Buysse in haar huis een som had van rond de 6000 fr., meestal spaarpenningen verdiend door de lastige en gevaarlijke arbeid van haar kinderen tijdens de oorlog, en dat schelmen van de ramp gebruikmaakten om 4500 fr. te stelen. Waren het soldaten? Waren het burgers? Het laatste is het waarschijnlijkste.

23 september, donderdag. Weer granaten naar de kanonnen bij Emiel Thuylie. Een sergeant van het Belgische Rode Kruis gaat rond naar de huizen om de personen te onderzoeken die aan de tyfus geleden hebben en om te zien of zij nog besmettingskiemen in zich dragen. Daarom moeten bloed en uitwerpsels onderzocht worden. 3 mensen van het dorp worden besmet bevonden en weggevoerd naar het grote Belgische hospitaal van Montreuil. Daar moeten zij blijven tot het onderzoek hen zuiver verklaart.

24 september, vrijdag. Alles voorspelt een aanval. Veel meer gerij en beweging dan gewoonlijk. In Bailleul en omstreken zeer veel soldaten. De Engelsen hebben zeer veel munitie. In Kemmel maakt men nog voortdurend nieuwe loopgraven, die men goed cementeert. Men werkt het meest bij dag rond de berg, meestal in de hellingen. De Belgen hebben 2 kanonnen geplaatst aan het station van Zillebeke op 1300 meter van de Duitse loopgraven. Men zegt dat zij zaterdag gaan aanvallen. De hele week hoort men schieten in Frankrijk.

25 september, zaterdag. ’s Nachts om 3 uur vallen de Engelsen aan bij ’t Hoge en doen verscheidene Duitse loopgraven springen. Zij veroveren ook 3 loopgraven en ten noorden en ten zuiden van de Menense steenweg geraken zij 600 meter vooruit. Zij nemen ook 160 krijgsgevangenen, die dezelfde dag door Vlamertinge gepasseerd zijn. Ongelukkiglijk hebben zij aan hun kant ook grote verliezen, vooral de Schotten zijn te geweldig geweest. Zij zijn verder gegaan dan zij mochten en zijn blijven haperen in de prikkeldraad die in het gras verscholen lag en werden daar verschrikkelijk door de mitrailleurs aangevallen. Men zegt dat 800 Schotten achtergebleven zijn, gedood of krijgsgevangen gemaakt. In de namiddag deden de Duitsers een tegenaanval en heroverden de loopgraaf ten noorden van de steenweg. De aanval geschiedde bijna zonder kanongeschut, maar verder op de dag waren de kanonnen uiterst geweldig. Het is een mislukte aanval geweest. De hele dag slecht weer. Sedert 3 dagen mag niemand meer Frankrijk in of uit. De reden is dat er buitengewoon grote krijgsbewegingen zijn. De veldslagen van Loos en Champagne zijn aan de gang. Sedert verscheidene dagen hoort men in de verte voortdurend een dof gedonder.

26 september, zondag. De hele dag tamelijk kalm, uitgenomen ’s avonds om 10 uur. Dan gedurende een uur geweldig kanongeschut. Men zegt dat de Duitsers aanvallen aan ’t Hoge. Granaten vallen op Kemmel, een hoek van de toren wordt afgeschoten.

27 september, maandag. Men verneemt de zegepraal van de Fransen in Champagne en van de Engelsen in Loos. Meer dan 20.000 krijgsgevangenen, nochtans met zeer grote verliezen van de Engelsen, maar kleinere verliezen van de Fransen, maar die verliezen vernemen wij slechts later van Engelsen die aan die slag deelgenomen hebben. Toch krijgt het volk door het vernemen van de zegepralen een pint goed bloed en hoopt het op spoedige grotere overwinningen. Ongelukkiglijk worden deze op dit ogenblik niet verwezenlijkt. In Champagne zijn de Fransen in de tweede lijn loopgraven.

28 september, dinsdag. Vandaag mag men weer in en uit Frankrijk. In Poperinge zijn deze maand slechts eenmaal granaten gevallen. In Vlamertinge en Elverdinge ook weinig.

29 september, woensdag. Niets bijzonders.

30 september, donderdag. Nieuw verbod om in of uit Frankrijk te gaan gedurende 3 dagen.

1 oktober, vrijdag. Veel granaten vallen aan de vijver. Op De Klijte en Westouter zijn veel Canadezen. Aan de Scherpenberg een volledig bataljon Franse Canadezen, die gewoonlijk Frans spreken maar moeilijk te verstaan zijn. In het Canadese leger vindt men volk van verscheidene landen, Fransen, Hollanders, Italianen, ook verscheidene Belgen. Zij zeggen dat zij min of meer gedwongen waren zich te engageren. Zij verdienen veel geld: 5, 6 of 7 fr. per dag. Ook doen zij veel tering. Veel dronkaards en velen met lange vingers. Toch hebben zij de naam moedige soldaten te zijn.

2 oktober, zaterdag. In de namiddag vallen schrapnels op Hallebast en granaten bij de vijver. 3 Belgische kanonniers worden door hun onvoorzichtigheid gedood bij de kanonnen voorbij Ieper.

3 oktober, zondag. Zeer veel volk te communie. De Franse grenzen worden weer geopend. Op geheel het front is het weer rustiger. 4 Belgische kanonnen staan nu tussen de Bascule en Zillebeke-station. Zij hebben onzeglijk moeten werken en wroeten om ze daar te krijgen, want de plaats was waarlijk ontoegankelijk door de grote en menigvuldige granaatputten.

4 oktober, maandag. Twintig kinderen van 2 tot 7 jaar vertrekken naar de schoolkolonies van Merlimont-Plage, tussen Paris-Plage en Berck-Plage, en worden er zeer goed verzorgd in het grote Hôtel de la Plage (Vallois). Het is meneer Delaere die zorgt voor het vertrekken. Deze kolonie wordt onderhouden door de Belgische regering. De volgende kinderen vertrekken van Dikkebus: Scherrens Martha, Warlop Polydoor en Henri, Declerck Maurits en Henri, Tant Arthur en Maria, Cordonnier Jules, Declercq Marie en Henri, Scheldeman Cyriel en Godelieve, Doom Maria, Vermeersch Marie, Timperman Maria, Ivonne en Bertha…

’s Morgens om 7.10 uur brandt de hofstee van Jules Forceville door de onvoorzichtigheid van de soldaten. Enkel de zwijnskoten en het wagenhuis blijven staan. Spijtige zaken voor die mensen met acht kleine kinderen.

De 17de divisie (deze die zo ons dorp verwoest heeft) vertrekt en maakt plaats voor de 9de. Hier zijn ook nog al enkele Canadezen die tot een andere divisie behoren. Bij Spenninck en de burgemeester is de Canadese genie. Deze moet zeer gevaarlijke werken doen rond de loopgraven en heeft dikwijls grote verliezen. Op de hofstee van de burgemeester zijn rond de 260 mannen en op Lichtmis zijn er reeds 45 van gedood en nog veel meer gewond. Wanneer een bende uit gaat werken, gebeurt het zelden dat zij allen terugkeren.

Vandaag is er veel geweld en schrapnels vallen rond de Hert en de hofstee van Hector Dalle. Verscheidene landbouwers (Comyn Nollet, Amand Heugebaert, Theophiel Huyghe, Cafmeyer, Vandenbroucke) worden betrapt door de douaniers daar zij bier en stout verkopen zonder patent. Enkelen waren al dikwijls vermaand en hadden het niet willen laten. En hoewel zij betrapt worden, zijn er nog die maar blijven verkopen, zelfs onder de ogen van de douaniers. Proces wordt hen aangedaan. Men vreest voor grote straffen vooral voor hen die voortverkopen. En zie, op zekere dag komt er een briefje waarbij zij, mits zekere som te betalen aan de ontvanger van Reningelst, de zaak effen kunnen maken: sommigen 60, anderen 100 tot 250 fr. Een op de 2 betaalt, de anderen gebaren van niets. En de zaak heeft geen verdere gevolgen. Nochtans wordt het aantal boeren dat bier of stout verkoopt zeer klein. 3 op de 4 hebben patent en in 2 of 3 plaatsen is er een kantine van de Engelsen, waar landbouwers en officieren de winst delen.

5 oktober, dinsdag. Met Petrus Van Elstlande ga ik de schatting doen van de schade veroorzaakt door de 17de divisie aan pastorie en klooster. Ziehier: pastorie 1377 fr. Half januari 1916 ben ik die volledige som betaald geweest. Klooster: het oude gebouw dat gerequisitioneerd is, wordt geschat op 12.560 fr. De afbraak echter wordt slechts half gedaan. De schade eraan veroorzaakt, wordt geschat op 5120 fr. Voor schade gedaan aan het nieuw gebouw dat niet gerequisitioneerd is (vertrekken, klas) en aan meubels en schoolgerief, reken ik 1834,78 fr. Dit gebouw behoort toe aan de pastoor maar staat op de naam van meneer Iweins d’Eeckhoutte van Ieper. Men vindt er gemakkelijk een reden in om deze zaak uit te stellen.

De hele dag slecht weer. Om 12 uur vertrekken 7 meisjes uit Reningelst naar de schoolkolonies: Burcque Julia van Menen, Minne Emma van Dikkebus, Deleu Germaine van Ten Brielen en de 4 gezusters Vanackere van Passendale, die gevlucht zijn in Westouter. Deze belanden in de schoolkolonie van Saint-Omer.

6 oktober, woensdag. Ten minste 20 motorfietsen, met zijspan waarop een mitrailleur, komen van Ieper en passeren hier in de morgen. Een Franse tolk, priester-missionaris in de Natal, komt mis lezen.

7 oktober, donderdag. Verjaardag van de intrede van de Duitsers in Dikkebus. Ultimatum van Rusland aan Bulgarije. Ontslag van Venizelos. Vandaag ga ik naar Poperinge, waar ik voor 25 fr. een paar schoenen kan kopen. Deze zijn zeer duur, gelukkig geraakt het mansvolk nogal gemakkelijk aan schoenen van de soldaten. Men betaalt tot 3 fr. voor een paar klompen.

8 oktober, vrijdag. De 9de divisie die hier is, vertelt veel over de gevechten rond Arras, waaraan zij deelgenomen heeft. Zij hebben er zeer grote verliezen geleden. De grootste oorzaak ligt hierin dat er te weinig verband bestaat tussen de verscheidene divisies: zij werken te veel op hun eentje, zonder voldoende schikkingen te treffen met de andere. Zo is daar een divisie afgesneden geworden zonder bijtijds hulp te krijgen van de andere. Ook heeft men geen hoge dunk van de bekwaamheid van veel officieren. In de namiddag vallen kleine granaten rond de Kemmelbeek en de Razelput. In de avond geweldig geweer-, mitrailleur- en kanongeschut aan Vierstraat.

9 oktober, zaterdag. De hele dag veel kanongeschut in de verte, voorzeker rond Arras en La Bassée. Ook in de omgeving van Ieper meer geschut dan gewoonlijk. In de nacht branden schuur en stalling van Benoit Decrock. De oorzaak is de onvoorzichtigheid, zo niet de kwaadwilligheid van de Belgische soldaten. De 3 paarden van de commandant zijn erin gebrand. Deze commandant was zeer slecht gezien door zijn soldaten.

Bezoek van broeder Jerome Vandenberghe, marist van Ardooie, die bij de kanonnen is aan Zillebeke. Hij heeft een scheur aan zijn schoen getoond, veroorzaakt door een scherfje van een schrapnel.

Veel meer gerij en beweging van soldaten in het dorp dan gewoonlijk. Soldaten kantonneren weer in het wethuis. De Franse tolk-priester vertrekt.

10 oktober, zondag. Schoon weer. Veel kanongeschut rond Arras. Ook de kanonnen hier schieten veel. De Fransen hebben sedert verscheidene dagen troepen ontscheept in Saloniki. De hele nacht geweer- en mitrailleurgeschut, vooral langs Vierstraat.

11 oktober, maandag. Rond 8 uur geweldig kanongeschut rond ’t Hoge. Het duurt 2 uren. Men zegt een Duitse aanval. De hele dag weer veel kanongeschut rond Arras. In de namiddag ga ik naar Vlamertinge. Rond het station staat er bijna geen enkel huis meer recht. Daar zijn buitengewoon grote putten die zelfs de breedte hebben van de hele kasseiweg. Men zegt dat er daar 380’ers gevallen zijn. Maar de Poperingestraat is weinig beschoten. Het kasteel van meneer du Parc heeft nog geen granaten gekregen, het park is versterkt.

12 oktober, dinsdag. In de voormiddag en ’s avonds vallen granaten aan de Razelput. Met de pastoor van De Klijte doe ik een wandeling op de Scherpenberg. Deze is versterkt: diepe loopgraven en veel kelders. Overal doet men aardappelen uit. Tegenwoordig is er weinig vraag naar. Het was beter in het begin van september. Men betaalde toen 10 fr. voor aanstonds te leveren grote en kleine door elkaar.

Hector Dalle krijgt 4 fr. per week voor het gebruik van 2 gemeten land waarop soldatententen staan. Maar men wil hem laten tekenen dat hij ook afziet van alle recht op schadevergoeding. Daarvan heeft hij zich echter gezwicht en zo heeft hij later 480 fr. gekregen. Veel landbouwers echter hebben zich laten beetnemen en de zeer sluw opgestelde kwijtbrief ondertekend en zo hun recht op schadevergoeding verloren.

13 oktober, woensdag. ’s Ochtends vallen zeer grote granaten bij de kanonnen voorbij de vijver. Rond 14 uur geweldig kanongeschut langs Vierstraat en Kemmel. Plots rond 15.30 uur ziet men een brede dichte witte rook boven de loopgraven langs de kant van Wijtschate en hoort men geweer- en mitrailleurgeschut. Zulk geweld hadden wij de hele tijd van de Engelsen langs die kant noch gehoord noch gezien. Wat mag er gebeurd zijn? Enigen zeggen dat het de Duitsers zijn die Engelse loopgraven hebben doen springen, waar Canadezen in zaten, maar dat er toch weinig soldaten gedood of gewond werden. Anderen zeggen dat het de Engelsen waren die met gas smeten maar dat het werk maar half gelukt is. Bij valavond schieten de kanonnen weer geweldig, de Duitse het meest. In de namiddag veel schrapnels op Vlamertinge.

14 oktober, donderdag. Stille dag.

15 oktober, vrijdag. Veel mist en even stil. Broeder marist Jerome Vandenberghe komt afscheid nemen. Hij wordt gevraagd naar Congo als onderwijzer en zal vrij zijn van soldatendienst.

16 oktober, zaterdag. Rond 5 uur geweldig kanongeschut gedurende een uur. Om 15 uur weer zeer geweldig kanon- en mitrailleurgeschut rond Boezinge. Het duurt tot 16 uur. In de namiddag betaling van de logementbonnen.

17 oktober, zondag. Tijdens de hoogmis op de hofstee van Hector Dalle is het zeer koud voor het volk, dat buiten moet staan. Om 15 uur veel kanon- en geweerschoten rond Boezinge. Zeer veel troepen trekken naar de loopgraven. Weer ziet men veel soldaten in de straten van het dorp. De herbergen vol en veel verteer in de winkels.

18 oktober, maandag. Sedert 2 dagen is de jongensschool vrij van soldaten en ik neem aanstonds de gelegenheid te baat om te veranderen van kerk. Zij is immers een derde groter en voor de winter is het volstrekt nodig. Wij kunnen er 215 stoelen plaatsen. De hele eerste helft van de week moeten wij aan de verhuizing besteden en aan het opschikken van de nieuwe kapel. Met de school immers was het ellendig gesteld: zeer vuil, veel ruiten gebroken en putten in de vloeren.

19 oktober, dinsdag. Ik doe de eerste mis in de nieuwe kapel. Veel kanongeschut de hele dag en veel granaten vallen voorbij de vijver. Een meisje, Agnes Lignel, vertrekt door toedoen van Z.E.H. pastoor van St.-Pieters naar de scholen van de koningin in Wulveringem en is er zeer goed.

20 oktober, woensdag. Mijn hond Moor is ziek en ik laat hem doodschieten door een soldaat.

21 oktober, donderdag. Eindelijk is de kapel in orde en ik doe de wijding ervan. Ik houd lering voor de kinderen in de kamer van Hector Dalle. Ik heb veel meer kinderen dan ik verwacht had. Niet minder dan 93. Zulk een aantal is te groot en daarom zal ik ze verdelen. Ik zal toekomende week lering houden in herberg De Paddebroek voor de kinderen van de hoek en hier voor de overigen. Wat hebben die kinderen toch veel vergeten sedert 14 maanden zonder school.

22 oktober, vrijdag. Veel granaten op Kemmel. Op Westouter en De Klijte zijn verscheidene herbergen door de Engelsen gesloten om te vroeg of te laat te verkopen.

23 oktober, zaterdag. Veel verandering van troepen. De Salvage Company, die bij Hector Dalle is, gaat rusten naar Boeschepe na eerst bijna al hun matrassen verbrand te hebben. Die matrassen kwamen uit Ieper en vele waren nog in zeer goede staat. Het is toch jammer dat men allerhande voorwerpen, kleren en eten laat teloorgaan. Alles bewijst de overvloed en moest er later een tijd van schaarste komen, dan mag men zeggen dat ze hem gezocht hebben.

Brouwer Six van Reningelst is voor het opeisen van 4 huizen 1200 fr. gepresenteerd geweest. Zij hadden misschien een waarde van 8000. Natuurlijk heeft hij dat aanbod geweigerd. Zeer veel volk trekt naar de loopgraven.

Pensjagen: wildstropen

De Belgische soldaten, die maar een kleine soldij krijgen, trachten uit alles geld te slaan. Velen gaan op gevaar van hun leven tabak halen uit de hofsteden van Voormezele, zelfs tussen de loopgraven, en verkopen hem dan aan de burgers. Zo werden er verscheidene duizenden kilo’s gehaald. Ook werden soldaten bij dat werk betrapt en verscheidene honderden kilo’s werden door de gendarmes aangeslagen. Een ander middel om geld te slaan is pensjagen. Veel hazen en fazanten van Voormezele zijn in de stroppen geraakt van de Belgische soldaten. Sommige verdienen ook geld door ringen te maken met daarop de Belgische nationale kleuren uit het aluminium van de Duitse schrapnel- en granaatkoppen. Die ringen verkopen ze dan aan de Engelse soldaten, die ze als souvenirs meedoen of naar hun land zenden.

24 oktober, zondag. De 2 missen worden gedaan in de kapel van de jongensschool. In iedere mis zijn rond de 300 mensen aanwezig. Het gaat er goed en iedereen is content. Nochtans moeten er enkelen buiten staan. In de avond grote beschieting langs de kant van Ieper. 42 granaten vallen op Poperinge. Vandaag meer geschut dan gewoonlijk.

25 oktober, maandag. De hele dag zeer slecht weer. In de avond om 21 uur zeer geweldig geweer-, mitrailleur- en kanongeschut rond Voormezele. Het duurt een uur. Een dezer dagen is de koning van Engeland met de prins van Wales in Reningelst geweest en zij hebben samen met 25 generaals troepenschouw gehouden.

26 oktober, dinsdag. Klaar weer. Ook zijn veel vliegtuigen op gang, verscheidene dagen al, aangezien er geen mist meer was. Veel wordt ernaar geschoten. In Dranouter wordt een Duits vliegtuig neergeschoten.

Dikwijls ziet men nu op klaarlichte dag de soldaten naar de loopgraven gaan of ervandaan komen. Het schijnt dat zij nu goede communicatieloopgraven hebben en dat dit daardoor mogelijk is, zonder zich te veel bloot te stellen. Er ligt nu zeer veel hout op het plein van het wethuis. De burgers-timmerlieden verdienen nu 5 fr. per dag en mogen met de fiets naar hun werk rijden. Zij werken in groten getale bij de hofstee van Spillebeen, waar zij houtwerk maken voor de soldaten om er in de loopgraven op te staan. In de voormiddag komen schrapnels naar het Zweerd, en in de namiddag om 14 uur granaten: 1 in de weide van Hector Dalle en 1 op het land achter zijn schuur, 5 op het land van Comyn en 1 bij Marcel Coene.

27 oktober, woensdag. Mis en communie-uitdeling aan Canadese soldaten door de Canadese aalmoezenier in onze kapel. Schrapnels aan het Zweerd. In de namiddag bezoek van pater Oddie, Engels aalmoezenier, die in de loopgraven zit aan Hill 60. Hij zegt dat de Belgische artillerie zeer goed schiet. In de Belgische artillerie is de geest niet goed. De officieren houden zich te hoog en verwaardigen zich nooit een simpele soldaat aan te spreken. Vandaar vervreemding en misnoegdheid. Het schijnt dat de geest beter is bij de infanterie. De officieren zitten met hun soldaten in de loopgraven en zijn zo meer in contact met hen en hebben vandaar meer gemeenschappelijks en zelfs soms vriendschap en genegenheid. Wat men ook merkt is dat de officieren-oorlogsvrijwilligers vriendelijker zijn voor hun soldaten en liever gezien zijn dan de beroepsofficieren. Bij de laatsten is er nog het kazerneregime.

Veel soldaten krijgen enkele dagen verlof. Zo is het in het Engels leger. Dan gaan zij dikwijls naar huis. Ook de Belgen die redenen kunnen opgeven, krijgen gemakkelijk congé. Nochtans hebben deze van Dikkebus veel moeite omdat het in de vuurlijn is. Sommige Belgen doen zelfs een reis naar Engeland. Koning Georges is vandaag in Loker.

28 oktober, donderdag. De hele dag slecht weer. Ik doe een berechting bij Wyckaert bij het exercitieplein. Enkel Wyckaert en Mouton op de hofstee Pattyn zijn daar nog thuis. Ik merk dat de Belgen bij hun kanonnen wondermooie aarden huizen en bunkers hebben, waarlijk curieus om zien, mooier dan de Engelsen. Café Français is helemaal verdwenen.

29 oktober, vrijdag. Niets bijzonders. Van langsom flauwer met Servië. Een tolk vertelt mij dat telkens de Duitsers Poperinge beschieten de Engelsen ook een Duitse plaats beschieten. Zo hebben de Engelsen zondag Passendale beschoten.

30 oktober, zaterdag. In de voormiddag vallen verscheidene schrapnels en granaten rond het Zweerd en Hallebast. Mijn zuster Hélène was om 11.30 uur aan het Zweerd onderweg naar Westouter. Opeens hoort zij een granaat recht naar haar komen, die gelukkig niet ontploft. Ze boort zich in de grond op 20 meter van haar vandaan. Aanstonds begint zij te lopen, hopende buiten gevaar te zijn, wanneer een tweede zou afkomen. Het duurt geen 20 seconden of zij hoort een tweede op haar afkomen. Zij springt bij de derde boom links langs deze kant en nauwelijks is zij erbij of er volgt een ontploffing. Van de eerste boom, anderhalve meter dik, wordt de helft afgeslagen en op de kasseiweg gesmeten. Het stuift rond haar van modder, hout en scherven ijzer. Zij ziet dat zij helemaal vuil is en voelt ook een lichte pijn. Maar zij heeft geen tijd te verliezen en spoedt zich naar De Klijte. Daar aangekomen onderzoekt zij zich en ziet dat een stukje ijzer haar getroffen heeft. Het is door haar mouw gedrongen, waar het alle kledingstukken doorboord heeft, dan door haar mantel, korset en overige kledingstukken tot vooraan in het vlees, waarin het is blijven steken. Daar hebben zij het uitgehaald. De wonde was niet erg en zij mag waarlijk van geluk spreken. Nochtans was zij door het voorval wat ontsteld en is zij verscheidene dagen onpasselijk geweest.

Die dag is ook een grote granaat gevallen in het vernielde huis van Remi Onraet en ze heeft een grote put gemaakt daar waar vroeger de keuken was. Zo heeft die familie nog geluk in haar ongeluk.

31 oktober, zondag. Vandaag en gisteren zijn veel personen te biecht gekomen voor de hoogdag van Allerheiligen.

Nogmaals zijn de soldaten in de kerk binnengebroken, ze zijn zelfs op de toren geweest en hebben klokslagen gegeven. Wij hebben zeer veel moeite om ze buiten onze kerk te houden en dikwijls moeten wij de deur herstellen. Het is volstrekt nodig want anders ware het houtwerk weldra weg en verbrand. Daartoe zal de Engelse politie ons nooit de minste hulp bieden.

1 november, maandag, Allerheiligen. Zeer slecht weer. Zeer veel biechten en communies. In beide missen moet het volk buiten staan. Hoogmis plechtig gezongen. In de namiddag voor het officie van de overledenen is de kerk vol.

Tijdens de hoogmis geweldig geschut aan de vijver en weer vallen schrapnels aan de Hert en aan de tenten van Sint-Hubertushoek.

2 november, dinsdag, allerzielendag. Voor de eerste maal doe ik 3 missen. Verder slecht weer waardoor veel mensen belet zijn in de zielendienst aanwezig te zijn. Kalme dag.

3 november, woensdag. Altijd maar regen. De straten zijn echte modderpoelen. Het is om erin te verzinken. Geen enkel aardeweg kan nog gebruikt worden. Ook met de kasseiweg wordt het ellendig gesteld. Naast de kasseiweg is de modder een halve meter diep, ook de boorden ervan zijn afgereden. Elke dag ziet men wagens of auto’s die verzonken zijn en soms zelfs die omgekeerd zijn. En wij zijn helaas nog maar in het begin van de winter. In de voormiddag houd ik lering in de Paddebroek in de herbergzaal. 27 kinderen zijn aanwezig.

Om 23 uur vallen schrapnels rond de hofstee van Emiel Vandenbroucke. Een soldaat wordt erg gewond. In de namiddag schieten de kanonnen van De Klijte geweldig. Schrapnels vallen aan de hofstee van Petrus Storme en granaten aan Vierstraat. Een valt op het huis van Boudry van Kemmel, waar 2 personen gedood worden.

Men moet verscheidene kanonnen die in het water staan verplaatsen. Men ziet dat het konvooi van Vlamertinge nog loopt tot bijna aan Ieperstation. Sedert lang ligt daar een dubbel spoor.

4 november, donderdag. Men komt verscheidene huizen van de dorpsplaats, waaronder ook de pastorie, opvorderen om er troepen in te logeren. Ook soldaten logeren in mijn huis, waarvan de ene kant nu bewoond is door Louis Van Peteghem, vluchteling van Westrozebeke.

5 november, eerste vrijdag. Veel volk gaat te communie. Er staan overal wachten om alle voorbijgangers hun vrijgeleide en dagverblijf te vragen. Een algemene controle. Verscheidene personen die naar de mis komen en hem juist niet bij zich hadden, worden teruggestuurd. Aan anderen wordt zelfs een proces aangedaan. 3 weken nadien moeten zij voor de rechter verschijnen in Poperinge, die de zaak belachelijk vond en hen eenvoudig vrijsprak. Sedert 1 november moet de foto op de verblijfsvergunning staan.

Veel vliegtuigen in de namiddag waartussen gevochten wordt met de mitrailleurs. Een nieuw politiereglement wordt uitgeplakt nopens de prijs van de waren. Deze verordening komt van generaal Andringa, militaire gouverneur van West-Vlaanderen. De melk mag 12 centimes per pint verkocht worden, de boter 4,80 fr., rundvlees zonder been 3,40 fr., met beenderen 3 fr., varkensvlees 2 fr. (dit is niet in proportie daar de varkens een derde duurder zijn dan de koeien), verse eieren 20 centimes, ingelegde 13 centimes. Alle reclamaties van burgemeesters daartegen moeten ingezonden zijn voor de 15de van deze maand.

Op de hofstee van Emiel Thuylie hebben Engelse soldaten zeer mooi het kerkhof van de Franse chasseurs alpins opgeschikt, met een afsluiting errond en nieuwe kruisen.

Petrus Leroye, landbouwer van Kemmel voorbij de vijver die daar nog thuis was, is met geweld door de Canadese soldaten buitengezet en moest alles achterlaten. Gelukkig heeft hij zijn rechten laten gelden en hij mocht ’s anderendaags terugkeren en die er klein uitkwamen, waren die soldaatjes.

6 november, zaterdag. Vandaag staan er geen wachtposten meer. Er zijn reeds verscheidene soldatenkantines in het dorp. Deze hebben het grote voordeel geen rechten te moeten betalen. In de ochtend geweldig kanongeschut. Ik zie de grote Engelse kanonnen schieten bij Petrus Storme en landbouwer Desmedt bij de Groene Jager. 7 jongelingen, die 3 maanden uitstel hadden gekregen, moeten voor de krijgsraad verschijnen in De Panne. Abel Nollet en Barbez worden voorgoed vrijgesteld. Cannaert Elie, Vermeulen Cyriel en Jules Boudry krijgen 3 maanden uitstel en Achiel Timperman wordt goedgekeurd en vertrekt dezelfde dag naar Frankrijk voor de opleiding.

7 november, zondag. Mis voor Engelse soldaten in onze kapel door de Franse tolk-priester. Er komt een bevel dat geen enkele Belgische soldaat nog naar de dorpsplaats mag komen. De gendarmes gaan de herbergiers erover verwittigen. Waarom, dat zegt men niet. Een grote reden is voorzeker omdat zij dikwijls twist hebben met de Engelsen en dat men de gelegenheid wil vermijden. Ook omdat zij soms veel drinken en geweldig zijn en voorzeker ook nog omdat zij te veel in sommige huizen zitten.

8 november, maandag. De boeren trachten allen zo vroeg mogelijk hun vruchten te dorsen, maar zij kunnen weinig dorsen in de schuren daar die meestal gebruikt worden door de soldaten. Ook zijn dorsmachines zeldzaam en is er bijna geen werkvolk te krijgen. Vandaag zie ik Henri Desmarets dorsen. 5 Belgische soldaten helpen aan de machine. Geheel de ene kant van de dorpsplaats zit vol soldaten. Gisterennamiddag is de keuken van herberg Het Paviljoen aan Café Français ingeslagen en de dochter is lichtgewond. Toch blijven zij er wonen totdat binnen enkele dagen geheel de doening ingeslagen wordt. Nagenoeg elke dag wordt Kemmel beschoten, soms verschrikkelijk, en het volk gaat vlug weg.

Om 16.30 uur gebeurt er een ramp in Vlamertinge. Op de Geithoek was er betaling voor beek- en loopgraafwerkers. Het was gesteld om 16 uur, maar om 16.30 uur was de betaler nog niet afgekomen. Niet minder dan 90 mannen wachtten in en rond het huis waar de betaling moest geschieden. Het was er niet aangenaam, want nu en dan kwam er een granaat in de nabijheid afgezoemd. Verscheidene Dikkebusnaren wilden niet langer meer in het gevaar blijven en stonden op het punt om naar huis te komen. Nauwelijks waren zij een minuut weg of plotseling komt een granaat afgezoemd en ontploft juist voor de deur te midden van de groep. Iedereen die kon, sprong en vluchtte weg. Verscheidene mannen waren op de grond gesmeten, anderen lagen onder het puin. Men vermoedde een verschrikkelijke ramp! Inderdaad, nauwelijks was de zwarte rook van het moordtuig wat opgetrokken of men kon het verschrikkelijkste toneel aanschouwen. Voor de deur was er een put van 3 meter diep. Daarin lag de 78-jarige Edward Depuydt van Voormezele met het hoofd af. Henri Legrand van Ten Brielen, 66 jaar, was ook dood en verminkt. Beiden waren vluchtelingen in Dikkebus. Nog 2 andere lijken lagen naast de put. Georges Braem van Voormezele, een jongen van 17 jaar, lag er met beide benen af. Ook Emiel Comyn, 18 jaar, met een arm en een been af. Beiden waren vluchtelingen in Dikkebus. Richard Vanderhaeghe van het Hemelrijk lag met één been af. Zijn broer Marcel was erg gewond aan het been. Gouwy en Deschepper van het Hemelrijk waren minder erg gewond. De gebroeders Rappoli, ook van het Hemelrijk: een zwaar- en een lichtgewond. Daarnaast nog veel andere gewonden, de een erg, de ander licht. Allen lagen in of rond het huis. De 4 mannen die op slag dood waren, werden naar Brandhoek gebracht en daar ’s anderendaags zonder kist op een veld begraven. Al de gewonden werden naar het hospitaal van Poperinge gevoerd. Georges Braem stierf er ’s anderendaags en Comyn en Richard Vanderhaeghe 8 dagen later. Stierven ook nog: Decaestecker van De Klijte en Fivez van Vlamertinge. Het is een ramp die in de streek een grote opschudding verwekt heeft.

9 november, dinsdag. Om 11 uur granaten aan het Zweerd. Kemmel, de dorpsplaats en het platteland, worden nogmaals beschoten. Niet minder dan 66 granaten vallen op de dorpsplaats alleen. Verscheidene op het kerkhof, zelfs tot op de lijken.

Een tolk-priester, professor aan het kleinseminarie van Langres, woont in de tenten bij Marcel Coene en doet hier mis. Zeer slecht weer. Ik ga naar Westouter en kom laat in de avond naar Dikkebus terug door een hels donker weer.

10 november, woensdag. Ik draag de H. Communie naar 14 zieke mensen. Weinig geschut.

11 november, donderdag. Hoofdonderwijzer Nollet, die sedert 1 jaar in Proven gevlucht was, is weergekeerd naar huis. De kanonnen rond weduwe Huyghe schieten geweldig.

12 november, vrijdag. Buitengewoon slecht weer, regen en wind geheel de dag. In de namiddag schieten de kanonnen van Dikkebus geweldig, vooral deze van de kant van Kemmel.

13 november, zaterdag. Slecht weer. Op Vierstraat staat de molen nog recht, maar men kan erdoor kijken. Men breekt veel huizen af langs deze kant van Vierstraat en gebruikt de stenen om de wegen te herstellen en zakjes te vullen en het hout om schuilkelders te maken en om het te verbranden.

14 november, zondag. Schoon weer en veel vliegtuigen. Aan het Hemelrijk werken de Belgen om er kanonnen te plaatsen. Ook een spoorweg ligt vandaar naar Voormezele. Een Duitse vliegmachine moet zulks gemerkt hebben. Om 13 uur vallen granaten aan de bossen van Voormezele, aan het kasteel van madame de Gheus, dan van langsom dichter bij het Hemelrijk en weldra op het Hemelrijk zelf. Voortdurend de ene granaat na de andere. Niet minder dan 45 vallen er van 13 tot 14.30 uur. Dan veranderen zij hun geschut van richting en zenden enkele granaten naar de dorpsplaats. 1 op het Engels kerkhof, 1 op het hoekje land van Jules Philippe bij de pastorie en 1 bij de weduwe Alfons Gontier. Maar om 16.30 uur vallen weer granaten, op het Hemelrijk voortdurend tot 18 uur, meer dan 40. Geen burgerlevens zijn te betreuren, de bewoners waren bijtijds wat verder gevlucht. Maar verscheidene personen mogen van geluk spreken. De zieke Rosalie Ryckeghem was juist uit haar huis gedragen toen het ingeslagen werd. Edmond Deroubaix en Jules Derycke werden bedolven onder het puin van hun schuur, maar kwamen er met lichte ontsteltenis van af. Ongelukkiglijk werd er 1 Engelse officier gedood en 1 gewond. Maar het gehucht, tot nu toe zo goed bewaard, was verschrikkelijk om zien. Van de 14 huizen dat het omvatte, bleven er slechts 3 die een weinig bewoonbaar waren, 5 waren helemaal plat, de andere half. 4 grote bomen werden afgeslagen en men zag de ene granaatput naast de andere. Ik heb er gemerkt die zeer groot waren, tenminste 6 meter diep en 6 meter in doorsnede. De beschieting van het gehucht is het werk geweest van een halve dag. Een droevige vaststelling is dat bij de beschieting de soldaten weer kwamen toegelopen en de huizen van de gevluchte burgers plunderden. Enkel 2 of 3 huisgezinnen zullen nog op het Hemelrijk blijven. Ook veel granaten vallen op Kemmel en bij de kanonnen langs de kant van Kemmel. Schrapnels ontploffen bij Jerome Decroos. Jerome en zijn tweede meisje worden licht gewond.

15 november, maandag. Vandaag herbeginnen onze scholen, die geschorst geweest zijn sedert 7 oktober 1914. Tot nu toe heeft men nooit een lokaal vrij gehad. Ook geen meester. Ook hadden wij gehoopt op een spoediger verwijdering van de vijand uit onze streek. Gelukkig is het merendeel van onze kinderen in de schoolkolonies, maar helaas zijn nog veel kinderen hier, meestal vluchtelingen, en zij verkeren in de grootste gevaren naar ziel en lichaam en zijn verwilderd en onwetend. De school zal hun goeddoen, al is het nog geen halve school: 2 uur in de voormiddag, 2 in de namiddag en 4 afdelingen. Maar het is beter dan niets. In het begin om de andere dag voor jongens en voor meisjes samen. Ongelukkiglijk zijn het enkel de kinderen van en rond de dorpsplaats die ervan profiteren. Voor die van te lande zijn de wegen te slecht en vooral is er te veel gevaar voor granaten.

Heden heeft het gevroren. Rond de middag vallen 3 granaten rond Hallebast. In de avond vallen er verscheidene op en rond de hofstee van de burgemeester, het Engels kerkhof, de weide van Thevelin en de hofstee van Jules Gontier. Ook onze kanonnen schieten geweldig. Granaten vallen vandaag op Dranouter, zelfs tot tegen de kerk.

Nog elke dag gaat veel volk werken aan de loopgraven. Het loon verschilt, van 3,5 fr. tot 6 fr., volgens het gevaar en het werk dat zij doen. In Kemmel zijn er nog 400 mensen, waarvan enkel 5 huisgezinnen op de dorpsplaats.

16 november, dinsdag. De hele dag veel geschut langs Langemark. ’s Avonds om 21 uur vallen granaten rond het Engels kerkhof, de hofstee van Jules Gontier en de burgemeester. Ook schrapnels aan de hutten van de Canada. Langs de kant van Vlamertinge hebben wij nu de 9de divisie en langs Kemmel en het dorp de 24ste.

17 november, woensdag. ’s Namiddags om 14.30 uur valt een granaat tussen herberg De Koevoet van Opsomer en de waterleiding van de vijver. Ongelukkiglijk waren veel soldaten met hun waterkarren in de buurt. 4 ervan werden op slag gedood en niet minder dan 16 gewond, van wie er nog verscheidene gestorven zijn. Een iep van anderhalve meter dik werd rats afgeslagen. De gewonde soldaten werden naar de Melkerij gebracht, die reeds sedert september eerstehulppost is. Ook verscheidene paarden werden gedood. Daarna vielen granaten voorbij de pastorie. Rond 17 uur weer granaten voorbij de pastorie en daarna aan de Canada. 2 mannen kwamen van hun werk van de Kemmelse loopgraven en waren rond 17 uur in de Kapelstraat toen zij door het vijandelijke vuur getroffen en gedood werden. Het was reeds halfdonker en niemand wist van dat ongeluk af en het is pas ’s anderendaags ’s morgens dat hun lijken daar ontdekt werden. Het was Charles Bau, 58 jaar oud, vluchteling van Zillebeke en wonende in het huis van Désiré Delanotte. Nooit heb ik een lijk gezien dat zo afschuwelijk was, de man was wel in 30 stukken. De Belgische gendarmes hebben hem in een zak bijeengeraapt en ik heb hem aanstonds begraven. Onmogelijk hem in een kist te doen. De andere was Henri Deburggraeve, 35 jaar, van Ieper en gevlucht bij Jan Rosselle. Deze was minder verminkt maar ook lelijk gesteld. Ik heb hem op vrijdagmorgen begraven.

Om 14.30 uur vallen ook granaten op De Klijte, ten minste 18. 3 soldaten worden gedood en 4 gewond. Onder de doden was er een ltaliaan van het Canadese leger. Ook op Kemmel vallen veel granaten. 17 november is 2 jaar na elkaar een rampvolle dag voor Dikkebus.

18 november, donderdag. Veel geschut langs Langemark. Een vliegtuig werpt bommen op Reningelst en op het station van Poperinge. Ook Ieper wordt erg beschoten. Deze voormiddag heb ik de kanonnen van De Klijte zien schieten. De buis ging omhoog en was wel 7 meter hoog. Wat een lawaai wanneer men juist voor die zware kanonnen passeert en zij juist schieten.

De cichoreien gaan 4 fr. Maar het is onzeglijk wat een werk de boeren hebben om ze te leveren en de drogers om hun eesten te mogen of te kunnen gebruiken en om aan cokes te geraken. Een landbouwer heeft nu nog zomertarwe in stuiken op zijn veld staan.

19 november, vrijdag. Geen granaten, maar in de namiddag zeer veel kanongeschut rond Ieper. Lievin Meerseman, een oude man van 75 jaar, is deze nacht in zijn woning door dronken soldaten erg geslagen. Veel vliegtuigen de hele de nacht. Bij valavond daalt een vliegtuig neer in de Kapelstraat niet ver van Hallebast. Het was een Duits waarin 2 officieren zaten met een mitrailleur. Zij werden aanstonds gevangengenomen en vertelden dat zij opgestegen waren in Gent. Hier gekomen meenden zij nog in het Duitse deel te zijn, en zo waren zij bij vergissing neergedaald.

20 november, zaterdag. De hele nacht en de voormiddag geweldig kanongeschut. In de namiddag wat minder. Rond 9 uur vallen 2 granaten bij de hofstee van Arthur Cafmeyer en daarna een ter hoogte van de bos van Florent Dauchy. Toch geen ongelukken. 3 granaten vallen op De Klijte bij de grote kanonnen. In de avond weer hetzelfde geweld.

21 november, zondag. De hele dag weer zeer veel kanongeschut rond Ieper. Ook de kanonnen van de vijver schieten geweldig. Toch zien wij weinig granaten vallen.

22 november, maandag. Hard gevroren. Goede tijd voor kantwerksters. Een meisje verkoopt kraagjes die haar 2 dagen werk vergen voor 12 fr. Hier en daar ziet men winkels waar kant te koop gesteld wordt.

23 november, dinsdag. Vuile dooi. De Salvage Company is weergekeerd op de hofstee van Hector Dalle. De kanonnen om te schieten naar de vliegtuigen staan nu op de hofstee van Camiel Vermeersch. Engels voetvolk oefent zich hier in het werpen van granaten. Daartoe bezigen zij lege jamdozen die zij met aarde gevuld hebben en weer gesloten. Deze werpen zij van de ene loopgraaf naar de andere.

24 november, woensdag. De Engelsen vallen aan tussen Kemmel en Wulvergem. Veel kanongeschut langs daar.

25 november, donderdag. Inzegening van het huwelijk van Heron Braem met Irma Brutsaert in onze schoolkapel.

26 november, vrijdag. In de nacht vallen veel granaten rond het kasteel van meneer Verschoore en de Belgische en Engelse kanonnen schieten geweldig. Bezoek van heer volksvertegenwoordiger Arthur Nevejan en Waes, burgemeester van Poelkapelle, beiden van het vluchtelingencomité.

27 november, zaterdag. Veel kanongeschut langs Boezinge. Deze week hebben de Duitsers veel granaten geworpen rond de vijver, waarvan zeer vele niet ontploft zijn. In een enkele namiddag wierpen zij er ten minste 40 die niet ontploften. Granaten vallen aan het kasteel van meneer Vandenpeereboom en op de hofstee van Henri Derycke. Het scheelde weinig of de zoon Camiel, die gehuwd is, verongelukte. Samen met de koewachter was hij bezig cichoreien te drogen in de hommelkeet toen plotseling een granaat viel op een boom van 2 meter dik, juist voor de keet, en die helemaal afsloeg. Zo was de slag gebroken, anders ging hij terechtkomen op de keet en Camiel ging waarschijnlijk het lot ondergaan van zijn 2 ongelukkige broers.

28 november, zondag. Hard gevroren en bitter koud. Helder weer en veel geschut naar vliegtuigen. Weer granaten rond het kasteelVandenpeereboom.

29 november, maandag. Regen. 4 oude vrouwen vertrekken in auto naar het gasthuis van Montreuil. Ik heb veel moeite gehad om plaats voor hen te krijgen. Het zijn Rosalie Ryckeghem en Lucie Deroubaix van het Hemelrijk, de weduwe Legrand van Ten Brielen, Amelie Devos van Dikkebus. Zij zijn daar zeer content.

Ik doe de volksoptelling van het dorp en vind inwoners: 570 boven de 14 jaar, 190 beneden 14 jaar, 760 tezamen. Vluchtelingen: 345 boven de 14 jaar, 90 beneden de 14 jaar, 435 tezamen. Totaal: 1195. Voor de oorlog was de bevolking 1380 inwoners, daaronder gerekend veel jongelieden in dienst buiten het dorp. Nog zijn 760 gebleven in het dorp; 86 zijn overleden tijdens de oorlog; 77 zijn soldaat; 130 kinderen zijn in de schoolkolonies, waaronder 106 boven de 7 jaar (46 jongens en 60 meisjes); 24 beneden de 7 jaar. Ongeveer 300 zijn gevlucht.

30 november, dinsdag. Niets bijzonders.

1 december, woensdag. Deze winter schieten de Duitsers veel op Voormezele met hun mitrailleurs en het wordt zeer gevaarlijk daarnaartoe te gaan. Ook vallen er veel schrapnels. Een Belgisch aalmoezenier is vandaag bij het kasteel Lankhof van meneer Vercruysse geweest. Van nu af aan wordt slechts om de andere zondag mis gedaan bij Theophiel Huyghe of Cyriel Lamerant. Het is zeer koud in de huizen. Men kan ze moeilijk afsluiten daar er geen glas te vinden is. Een gewone ruit kost 3 frank. Sedert enkele dagen hebben wij elke dag kans op kranten. Jules Maes van Wijtschate, hier gevlucht, gaat ze halen naar Bailleul en verkoopt ze, maar het is avond eer wij bediend worden. Rond 3 uur aanval rond Kemmel.

2 december, donderdag. Niets bijzonders.

3 december, eerste vrijdag. Slecht weer. ’s Nachts vallen een 20-tal granaten rond de Muizenval. Tijdens de dag weinig geweld.

4 december, zaterdag. Altijd maar regen. In de namiddag vallen granaten bij de huizenrij van Krommenelst.

5 december, zondag. Meer kanongeschut dan gewoonlijk. Sedert 30 november is de 24ste divisie weg. De 3de is in haar plaats gekomen. Ik maak een rekening op ten haren koste van 245 fr. voor de pastorie. Naar ik nadien vernam, hebben de Engelsen op 2 december Komen beschoten. Dat is nog niet vaak gebeurd. Bange vrouwen, kinderen en oudelui werden door de Duitsers naar Nederland gevoerd. Het mansvolk moet blijven.

6 december, maandag. Slecht weer en door zo’n weer ben ik gedwongen een reis te maken naar Poperinge. Immers, zaterdagavond ontving ik een bevel waarbij ik mij moest aanbieden bij de inspecteur principal de Sûreté in Poperinge voor een zaak die mij aanging. Het was een eigenaardig bericht en ik trok er zonder uitstel naartoe door regen en wind. En ik vond die heer daar rustig zitten aan zijn bureau. En het was… om te weten of er niets van waarde meer was in onze kerk om het te kunnen redden! Is dat niet met de mensen de aap houden! Ik heb die mooie heer die denkt dat de priesters er maar zijn om met hen te spotten wel duizendmaal bedankt. In Poperinge zijn nu veel soldaten. In de avond vallen granaten aan Krommenelst en het huis van Beun wordt ingeslagen.

7 december, dinsdag. In de namiddag vallen veel granaten in en over de vijver en ook langs deze kant.

8 december, woensdag, feestdag van O.L. Vrouw-Onbevlekt. Zeer veel communies, ongeveer 110, alle voor grote mensen. In de voormiddag zijn hier 2 Russen gepasseerd. Het waren krijgsgevangenen van de Duitsers. Die hadden hen gebruikt voor hun loopgravenwerken. Met 7 waren ze overgelopen naar de Engelsen, daartoe hadden zij ongelooflijke hinderpalen moeten trotseren. Ongelukkiglijk werden er 5 op hun vlucht gedood, naar het schijnt door de Engelsen, die dachten dat zij met Duitsers te maken hadden. De ontvluchten waren deerlijk gesteld, met blauwe petten aan zoals voor de oorlog onze Belgische piotten en verder in haveloze kledij.

9 december, donderdag. De hele nacht geweldig geschut vooral door de grote Engelse kanonnen. Rond 10 uur vallen veel granaten aan Krommenelst. De Belgische soldaten dragen een ijzeren helm in kakikleur als beschuttingsmiddel tegen stukjes granaten en schrapnels. Het duurde niet lang of zij ondervonden er het nut van. Deze week immers krijgt een dokter een stukje ijzer op de helm dat er vandaan springt en in zijn schouder terechtkomt en hem licht verwondt.

In Nieuwkerke is nog één mens thuis, het is notaris Thery, oud- en nu weer dienstdoende burgemeester. Hij heeft reeds 4 granaten gehad op het huis dat hij bewoont. In Ploegsteert, alhoewel maar 20 minuten van de vijand, is er nog veel volk thuis en het dorp is niet meer beschadigd dan Dikkebus.

10 december, vrijdag. In de namiddag veel geschut en granaten rond Krommeneist. Voortdurend veel troepen op de dorpsplaats en veel geweld in de straten.

11 december, zaterdag. Veel granaten aan de Muizenval en Krommenelst naar de Belgische en Engelse batterijen. Elke dag worden er gewonde soldaten binnengebracht in de hulppost van de Melkerij. De soldaten hebben 2 vensters van mijn huis verbrand. Daarvoor ontving ik 15 fr.

12 december, zondag. Veel volk in de missen. Veel granaten vallen in de namiddag aan de Groene Jager. Een wachtmeester van de 3de Belgische batterij 7de regiment wordt getroffen door een zeer klein stukje ijzer vlak in het hart en is op de slag dood. Dit gebeurt bij de hofstee van Ampe toen hij terugkeerde van de kanonnen. Aan de vijver mag niemand op de dam gaan. Burgers worden in het Vijverhuis toegelaten maar moeten beneden blijven. Daar verblijven Engelse officieren. Veel Belgische officieren gaan daar ook. Daar wordt zeer veel tering gedaan en nooit in tijd van vrede werd er daar zoveel geld verdiend. Veel burgers die gemakkelijk geld verdienen, verteren het helaas even gemakkelijk en drinken bij de minste gelegenheid champagne. Deze week is de kerk van Woesten beschoten.

13 december, maandag. Mooi weer, tamelijk veel geschut. Er is in het dorp een omhaling gedaan ten voordele van de Belgische soldaten om hun een nieuwjaarsgeschenk te kunnen aanbieden. Die omhaling werd op Dikkebus gedaan door Jules Opsomer, student van het college van Ieper. De inschrijving beliep voor Dikkebus alleen 855 frank. Deze inschrijving is verschenen in de Belgische Standaard.

14 december, dinsdag. Veel geschut in de namiddag. Granaten op Krommenelst.

15 december, woensdag. Guldenmis waarin 130 personen aanwezig zijn. Rond de middag vallen granaten aan het Zweerd en Hallebast, ten minste 15 grote. Maar in de avond vallen er veel rond de hofstee van de burgemeester, 1 zelfs in het tuintje en 1 juist achter het huis. Verscheidene rond de hommelkeet, 1 achter het huis van Henri Fivez.

16 december, donderdag. Grote beschieting rond de kanonnen voorbij de vijver bij de weduwe Vandepitte, waar er een valt op de koestal en 3 Engelse soldaten doodt en 4 koeien. Ook bij de hofsteden van Claeys, Lemahieu, Dewilde. Ook zeer veel bij de kanonnen tussen het exercitieplein en Café Français. Het gaat er schuw aan toe bij de hofstee van Pattyn, waar Mouton van Voormezele, zijn vrouw en zijn dochter verblijven. Een droevig maar treffend feit is hetgeen vrouw Mouton mij de volgende zondag vertelde. Tijdens de beschieting stond de keuken vol Belgische soldaten en officieren en vrouw Mouton was aan het bidden voor het beeld van O.L. Vrouw met de gewijde kaars, toen een onderluitenant haar kwam bespotten en haar zei dat O.L.Heer doof was en dat er zekerlijk granaten gingen vallen als zij verder bad. Dezelfde rimram ging dat beslagmakertje reeds 6 maanden uit, hij beweerde ook dat er granaten vielen telkens als de aalmoezenier naar de hofstee kwam. Nauwelijks waren de woorden uit zijn mond of plotseling een ijselijke ontploffing: een granaat was gevallen aan de achterdeur en de spotter werd gewond aan het been. Niemand anders kreeg enig letsel, zelfs vrouw Mouton niet, wier kleren doorboord werden door een stuk ijzer. Zo laat God met zich spotten! In de nacht en ’s anderendaags, weer op die hofstee, een hevige beschieting zodat de soldaten en de bewoners voortdurend in de schuilkelders moesten blijven. Een nieuwe onderluitenant was aangekomen en hij was er nog geen halfuur toen zijn ordonnans gewond werd en zijn paard doodgeslagen. Men verwacht een aanval van de Duitsers, die veel versterking krijgen.

17 december, vrijdag. Niets bijzonders.

18 december, zaterdag. Veel volk trekt naar de loopgraven, men vreest immers een aanval. De 9de divisie, die op het noordelijk deel van het dorp verblijft, vertrekt en wordt vervangen door de 50ste. Bij deze zijn 3 aalmoezeniers: pater Evans S.J. 149ste brigade, pater Wolferston S.J. 150ste brigade, pater Johnson O.S.F. 151ste brigade. Deze laatste, een man van in de 50, komt hier een tijdje mis lezen. Pater Wolferston verblijft hier 7 weken op de dorpsplaats bij Jules Noyelle, de kinderen Cannaert en Edward Lauwyck. Hij doet mis in het huis waar hij woont. Hij is een bekeerde protestant, eerst zeeofficier geweest tot 33 jaar, daarna katholiek geworden en reeds 20 jaar jezuïet. Hier heeft zich ook een protestants officier van de genie bekeerd, hij is gedoopt in het nieuwe huis van Vermeulen.

19 december, zondag. Zoals wij verwachtten hebben de Duitsers aangevallen. Om 5 uur werden wij wakker geschud door het kanongeschut. Het ging er verschrikkelijk aan toe. Ik stond op het punt om naar de kerk te gaan, maar nauwelijks was ik buiten of een verstikkende geur sloeg mij tegen. Er was een lichte oostenwind en geen twijfel aan: de vijand had zijn vergiftigd gas gebruikt. Ik kon het niet laten om een 30-tal stappen ver te gaan en een oogslag te werpen op de kant van het gevecht. Het was het ergst tussen ’t Hoge en Langemark, voortdurend het ene weerlicht na het andere, wel 10 ontploffingen samen, alles een verlichting. Maar het was een oogslag, want langer buiten blijven kon ik niet, want wie een paar minuten buiten zou blijven, zou riskeren de adem afgesneden te worden. Om 7.15 uur was het gas wat verminderd en dan eindelijk kon ik naar de kerk gaan. De reuk was nu draaglijk maar er was nog voortdurend hevige beschieting. Ik doe de mis om 7.45 uur. Slechts 100 mensen waren aanwezig. De kanonnen bleven geweldig en bijna voortdurend hoorden wij het akelige gezoef van de granaten gevolgd door de verschrikkelijkste ontploffingen. Zeer grote granaten immers vielen op de dorpsplaats van Vlamertinge en ook veel rond onze hofsteden, in het bijzonder rond de Razelput tot op 7 minuten van de kapel. De deur van de kapel vloog voortdurend open door de verschrikkelijke schokken. Om 9.30 uur was het gas geheel weg en ook het lawaai van het geschut begon weldra te verminderen. Gelukkig waren de Engelsen voorzien tegen de aanval, dankzij hun maskers werden zij weinig gestoord door het gas en wanneer de Duitsers met de bajonet uit hun loopgraven kwamen gesprongen, werden zij door het Engelse geschut weggemaaid en ondergingen grote verliezen. Op sommige plaatsen hebben zij zelfs uit hun loopgraven niet durven komen. ’s Namiddags om 5 uur herbegonnen zij de aanval maar nogmaals zonder uitslag. De reuk van het gas geleek op die van sterke chloor.

In de voormiddag waren veel vliegtuigen te zien. Deze hebben bommen geworpen op Poperinge. In de namiddag en ’s avonds hebben ook de kanonnen Poperinge beschoten. 105 granaten zijn in die tijd gevallen, waarvan er gelukkig veel niet ontploft zijn. In de avond vielen ook granaten op Hallebast.

20 december, maandag. In de namiddag veel geschut en in de avond granaten rond de hofstee van de burgemeester. In de vuurlijn plaatst men nu meestal de telefoondraden in de grond, zo worden ze niet in stukken geschoten. Bezoek van meneer Biebuyck, die komt voor het inrichten van het plaatselijke vluchtelingencomité. Weer granaten op Poperinge.

21 december, dinsdag. ’s Avonds vallen granaten rond de hofstee van de burgemeester.

22 december, woensdag. Nogal veel geschut.

23 december, donderdag. In de namiddag worden verscheidene Engelse soldaten door een granaat doodgeslagen aan Café Français.

24 december, vrijdag. Sedert enkele dagen zijn 5 winkels van het dorp gesloten voor de soldaten. Vandaag worden er nog 19 gesloten. De reden is dat zij verkopen boven de gestelde prijzen. Nochtans verkopen zij hier niet duurder dan in de omliggende dorpen alhoewel het vervoer hier duurder is. Daarbij kunnen veel waren onmogelijk verkocht worden aan de gestelde prijs, daar men ze zo duur moet inkopen. Wat ook eigenaardig is: sommige winkels waar de prijs dezelfde is, worden niet gesloten. Ware het vredestijd, de zaak zou onderzocht kunnen worden. Maar nu is het oorlog en het beste dat men kan doen, is zwijgen. De eigenlijke reden van die handeling is gewis het de inwoners van Dikkebus moe te maken zodat ze hun huizen zouden verlaten. Daarbij kunnen sommige Belgen niet verdragen dat alle Belgen niet even ongelukkig zijn en dat er zelfs zijn die wat geld vergaren met de oorlog. Wie hier een pluim verdient, is advocaat Hoornaert van Antwerpen, tolk bij de Engelse A.P.M. (Assistant Provost Marshall) van de 3de divisie. Hij is de opstoker van de hele zaak en schijnt maar te leven om de burgerbevolking moeilijkheden aan te doen.

Verleden nacht zijn veel granaten gevallen aan Café Français bij de Belgische batterijen. Een Belgische luitenant van de 6de batterij die in zijn schuilkelder te slapen lag, werd door een granaat getroffen en stierf een uur nadien.

25 december, zaterdag, Kerstdag. Is goed gevierd geworden. Om 6, 8 en 10 uur gezongen missen. Schoon gezang van de jonge meisjes. In alle 3 de missen de kerk vol. Meer dan 200 communies. In het lof de kerk weer ongeveer vol.

In alle winkels zijn deze laatste weken mooie geïllustreerde postkaarten te koop, sommige wel van een waarde van 2 fr. De Engelse soldaten kopen die op en zenden ze naar hun familie als Christmas-souvenir. De Engelsen krijgen veel geschenken gezonden van hun land, ook veel drinkgeld. Geen wonder dat er veel baldadigheden gebeuren.

Nog nooit is het zo rustig geweest als op Kerstdag. Geen 5 kanonschoten werden gehoord op de hele dag.

26 december, zondag, tweede kerstdag. In herberg De Kruisstraat werd 4500 fr. gestolen op de voutekamer, terwijl de bewoners drank bestelden aan de soldaten. In de namiddag vallen veel granaten rond de Muizenval.

27 december, maandag. Om 13 uur vallen granaten tussen het Zweerd en de dorpsplaats, bij Cannaert en op de dorpsplaats. Geen ongelukken.

28 december, dinsdag. Niets bijzonders.

29 december, woensdag. ’s Middags om 1 uur waren op hetzelfde moment niet minder dan 21 Engelse vliegtuigen te zien die alle de lijn overtrokken en waarnaar de Duitsers vaak schoten. Voorzeker hebben zij een reisje gedaan om de Duitsers wat te plagen. Ook Duitse vliegtuigen waren te zien en tijdens die tijd schoten de Engelse grote kanonnen van De Klijte. Zij moeten het gemerkt hebben. Weldra zond de vijand granaten bij de hofstee van Oscar Ghesquiere. Daarna dichter bij De Klijte en weldra op De Klijte zelf. Het ging er de hele namiddag vervaarlijk aan toe. Er vielen niet minder dan 70 granaten rond De Klijte. 2 burgers van Loker werden gedood. Ook Duitse vliegtuigen hebben granaten geworpen op Poperinge.

Vandaag is voor de eerste maal het hulpgeld uitgedeeld aan de vluchtelingen. Het plaatselijk comité bestaat uit burgemeester Engel Heugebaert, voorzitter; onderpastoor Achiel Van Walleghem, schrijver; J. Labaere, vluchteling van Langemark, lid. Zijn uitgesloten: 1) zij die handeldrijven, 2) die van openbaar slecht gedrag zijn, 3) wier inkomsten het gewoon bedrag van het hulpgeld (1,25 fr. boven de 18 jaar. en 0,50 beneden de 18 jaar) te boven gaan. Voor het werkloon wordt enkel de helft gerekend, om de personen geen aanleiding te geven het werk te verwaarlozen. Al de overigen krijgen zoveel als het gewoon hulpgeld hun inkomsten te boven gaat. Deze betaling wordt gedaan door de gemeente onder toezicht van het comité (hier doet het comité alles). Het is de regering die de sommen voorschiet. Maar de gemeenten waar de vluchtelingen voor de oorlog hun domicilie hadden, zullen het later moeten vergoeden. Zo wordt het gezegd. Nochtans zal dat voor ongeveer alle gemeenten onmogelijk zijn. De plaatselijke comités handelen onder toezicht van het officieel comité, maar ze hebben grote macht. 34 families vluchtelingen zijn hun hulpgeld komen afhalen. 1070 fr. werd uitgedeeld voor de maand december.

30 december, donderdag. 5 winkels, gesloten voor soldaten, worden nu ook gesloten voor de burgers. Maar ze moeten na 3 dagen weer geopend worden.

Veel granaten vallen op Poperinge. Gisteren vielen veel granaten op en rond de hofstee van Fernagut bij het kasteel Vandenpeereboom. Niet minder dan 250 op 2 gemeten grond in een enkele namiddag. 2 Engelse officieren en soldaten werden doodgeslagen. Ook de paarden van de boer. Bij die granaten waren veel gasgranaten en verscheidene dagen nadien was het nog al gas dat men rook.

Sedert 14 dagen zijn de Engelse dokters die in het huis van meneer Angillis woonden, gaan wonen in Poperinge. Maar ze komen nog 2 of 3 maal per week naar Dikkebus, waar de burgers hen mogen raadplegen en ten huize vragen. De gezondheidstoestand van soldaten en burgers is uitmuntend. Reeds verscheidene soldaten van 1915 zijn op het front.

De Belgen hebben geen kanonnen meer voorbij Ieper. Op hun hoeven zijn zij goed geïnstalleerd, ze hebben propere hutten en slapen soms met 3 boven elkaar.

Sedert enige tijd horen wij maar weinig geweren en mitrailleurs.

31 december, vrijdag. Tamelijk veel geschut.

Zo eindigt het oorlogsjaar 1915.

Tijdens het jaar werden hier 38 kinderen gekerstend. Daarvan waren verscheidene kinderen van vluchtelingen. Ook Dikkebusse vrouwen zijn voor de geboorte van hun kind naar veiliger dorpen getrokken en zo zijn kinderen van Dikkebus elders gedoopt. 3 huwelijken werden ingezegend. 133 sterfgevallen (daarbij gerekend de personen van het Hemelrijk die hier begraven werden. Ook Dikkebusnaars die gevlucht zijn en elders gestorven zijn). In 1915 zijn 66 personen van Dikkebus overleden.