Levensverhaal van Roma Ligocka (1938), het kleine meisje met de rode jas (het enige fragment in kleur in de film 'Schindler's list') dat angstig toekijkt als de Duitsers het getto van Krakau ontruimen. Roma en haar moeder ontsnappen en duiken onder bij een Poolse familie. Roma, haar moeder en haar neef, de latere cineast Roman Polanski, overleven de Holocaust. Pijnlijk eerlijk levensverhaal van een vrouw die na vijftig jaar terugkijkt naar de gevolgen van de Holocaust op haar persoonlijke leven: hoe zo'n heel klein kind de verschrikkingen van de oorlog beleefde. Maar ook het zwervende leven dat zij samen met haar man leidde onder het Stalinistische bewind, dat ze aanvankelijk als enthousiast lid van de communistische jeugdbeweging omarmde. Ze beschrijft hoe ze als kunstenares (schilderen, schrijven, theaterkostuums ontwerpen) succes heeft, maar telkens ten prooi valt aan depressies waarvan ze de oorzaak niet begrijpt, tot ze zichzelf in 1994 bij de premiere (waarvoor overlevenden van het getto van Krakau waren uitgenodigd) van de film 'Schindler's list' terug ziet in bovengenoemd fragment (op het omslag gereproduceerd). Onopgesmukt, boeiend verteld; ook interessant door de beschrijving van het kunstenaarsmilieu waarin de schrijfster verkeerde.