Hoofdstuk 15
Kelly slikte en werd steeds zenuwachtiger toen ze met Ryan het restaurant betrad. Ryan sprak even op gedempte toon met de gerant, waarna ze naar een tafel achter in het restaurant werden geleid.
Ryan begon breed te glimlachen toen hij Rafael zag zitten, naast een vrouw van wie Kelly aannam dat het zijn echtgenote Bryony was. Ook Ryans moeder en Devon en Cameron zaten er al. Heel fijn. Dan waren zij dus de laatsten die binnenkwamen.
Kelly bleef naast Ryan staan, terwijl hij iedereen begroette en toen zei: ‘Jullie kennen allemaal Kelly nog wel. Alleen jij nog niet, Bryony.’
Hij wendde zich tot Kelly. ‘Kelly, dit is Bryony de Luca, de vrouw van Rafael. Bryony, dit is mijn verloofde, Kelly Christian.’
Hij had dit nog niet gezegd of er viel een grote stilte. Zijn moeder kon haar afgrijzen nauwelijks verbergen en van de gezichten van zijn vrienden was de verbazing af te lezen.
Zelfs Bryony keek sceptisch toen ze opstond om Kelly een hand te geven. Toen pas viel het Kelly op dat Bryony net als zij hoogzwanger was.
‘Leuk met je kennis te maken,’ zei Bryony met een geforceerde glimlach.
Tjonge, wat wist Bryony nu eigenlijk helemaal van haar af, vroeg Kelly zich af. Zo lang draaide ze nog niet in de vriendenkring mee. Maar net als de anderen, rolde ze nu niet bepaald de welkomstmat uit.
Kelly glimlachte nerveus en ging zitten op de stoel die Ryan bijschoof. Dit zou een heel lange avond worden.
‘Hoe gaat het met je, Kelly?’ vroeg Devon beleefd.
Hij zat naast haar, en ze begreep dat hij haar dit uit puur fatsoen vroeg.
‘Prima,’ zei ze zacht. ‘Al ben ik wel nerveus.’
Hij leek verrast door haar eerlijkheid.
Ryan kletste met zijn moeder en zijn vrienden. Kelly zat stilletjes naast hem en keek toe. Niemand deed zijn of haar best om haar bij het gesprek te betrekken en toen ze op een gegeven moment zelf een opmerking plaatste, viel er een pijnlijke stilte, waardoor zij genoeg wist.
Ze duldden haar omwille van Ryan, maar de blikken die ze hem toewierpen als ze dachten dat ze niet keek, ontgingen haar niet. Ze vroegen zich duidelijk af of Ryan gek was geworden.
Ze was dan ook blij dat het eten op een geven moment werd opgediend, zodat ze zich daarop kon richten. Ze voelde zich een buitenstaander. Ze voelde zich bekeken. Ze had nog nooit zo’n vreselijk avond meegemaakt, en ze telde de minuten tot zij en Ryan ervandoor konden gaan.
Het eten voelde als zaagsel aan in haar mond. Haar maag kwam in opstand, dus gaf ze het na een paar happen maar op. In plaats daarvan nipte ze van haar water en fantaseerde dat ze weer met Ryan op het strand was, en met hem danste in het maanlicht.
Dat was eigenlijk precies haar probleem. Ze leefde in een fantasiewereld, ver van de realiteit. En die realiteit was waardeloos. Haar realiteit was dat ze hier aan tafel zat met vijf mensen die een hekel aan haar hadden. Haar realiteit was dat ze ging trouwen met een man die vond dat hij haar moest vergeven voor iets wat ze niet gedaan had.
Sinds wanneer nam ze hier genoegen mee, alsof ze niet wat beters verdiende? Ze was er zelf onthutst van. Het was alsof de schellen van haar ogen vielen. Waarom pikte ze dit allemaal?
Ze wilde net aan het hele gedoe een eind maken toen ze opkeek en zag dat Jarrod aan kwam lopen. Hij kuste zijn moeder op haar wang, stak zijn hand op naar de anderen ter begroeting en richtte zijn blik toen op haar en Ryan.
Het klamme zweet brak haar uit. Ryan zat als verstard naast haar en de anderen hielden abrupt hun mond. Het was alsof iedereen zat te wachten op het onvermijdelijke vuurwerk.
Haar hoofd begon pijnlijk te bonzen. Haar maag kromp samen, en ze voelde zich tot op het bot gekrenkt. Sterker nog, ze was blind van woede.
‘Sorry dat ik zo laat ben,’ zei Jarrod. ‘Ik zat in een file.’
Hij ging op de lege stoel naast zijn moeder zitten, en Kelly kreeg een bittere galsmaak in haar mond. Ze weigerde naar Ryan te kijken. Hoe kon hij haar dit aandoen? Waarom had hij hem niet duidelijk te verstaan gegeven dat hij niet welkom was?
Alle ogen waren gericht op haar. Ze vonden waarschijnlijk dat ze al die beledigingen die ze vanavond over zich heen had gekregen, dubbel en dwars verdiende. Maar ze keek hen niet aan. Ze mochten niet zien hoe kapot ze ervan was. Dat gunde ze hun niet.
In plaats daarvan richtte ze haar blik op Jarrod Beardsley en zijn moeder.
Ze moesten haar wel intens haten. Kelly zag de ijzig kille blik waarmee Ramona Beardsley naar haar keek. Een blik die zei: Je wint het toch nooit. Daar waak ik wel voor.
Wat had ze ooit misdaan? Ze had alleen van Ryan gehouden. Maar nu was het genoeg. Ze verdiende beter. Ze wilde geen boete meer doen. Ze had er genoeg van om veracht, veroordeeld en ‘vergeven’ te worden.
Met een geforceerde glimlach schoof ze haar stoel naar achteren en stond langzaam op alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Ze wierp een blik op Jarrod en zijn moeder. De haat droop van hen af. Het kon haar niet schelen dat ze haar nooit zouden accepteren. Zij accepteerde hen niet. Ze konden allebei de pest krijgen. En wel acuut.
Toen wendde ze zich tot de rest van het gezelschap. ‘Ik heb het gehad met jullie. Jullie hebben de hele avond met afkeurende blikken naar me zitten kijken, en Ryan meelijwekkend aangekeken. Ik ben door jullie beoordeeld en afgekeurd. Jullie kunnen allemaal opvliegen.’
Vervolgens keek ze weer naar Jarrod en beet hem toe: ‘Grote schoft, laat mij en mijn kind met rust. Waag het niet nog een keer bij me in de buurt te komen.’
Ryan wilde opstaan, maar ze duwde hem terug op zijn stoel. ‘Blijf vooral. Je wilt je familie en vrienden toch niet teleurstellen?’
Voordat hij iets kon zeggen, beende ze weg. Ze liep regelrecht door naar de uitgang. Eenmaal buiten in de kou, huiverde ze, want ze was haar jas vergeten. Maar de ijskoude lucht deed haar goed.
Ze had de hele middag al hoofdpijn gehad, maar na het afgelopen uur waarin ze zich had zitten verbijten, was de pijn alleen nog maar erger geworden.
Ze was nauwelijks de straat uit of ze voelde de kou door de dunne stof van haar jurk heen dringen. Ze bleef staan om een taxi aan te houden, maar hij reed haar voorbij. Pas na de derde poging stopte er één voor haar. Ze kon nog net Ryans adres stamelen en barstte toen in tranen uit.
Ryans eerste opwelling was om achter Kelly aan te gaan, maar hij was razend. Hier moest nu eerst een eind aan komen. Niemand moest ooit weer het lef hebben om Kelly zo’n ellendig gevoel te geven als ze deze avond blijkbaar had gehad, want dan kregen ze met hem te maken. Hij sprong op, met zijn handen plat op de tafel, vloekte en schreeuwde tegen zijn broer: ‘Wat heeft dit te betekenen?’
Hij richtte zijn boze blikken tevens op zijn moeder, die geschrokken terugdeinsde.
Jarrod zag er ontdaan uit, en was wit weggetrokken. Het leek alsof hij zich niet goed voelde, maar dat kon Ryan nu even niets schelen. Hij had er schoon genoeg van. Dit was een grove vergissing, en deze keer zou hij het niet tolereren. Dat had hij eigenlijk nooit moeten doen. Hij had die wederzijdse afkeer tussen Kelly en zijn familie nooit moeten bagatelliseren.
Hun moeder boog zich met een strak gezicht naar hem toe. ‘Wees niet boos op hem, Ryan. Ik heb hem uitgenodigd. Jij wilt nu eenmaal een relatie met deze vrouw, dus dan zouden ze elkaar uiteindelijk toch een keer zijn tegengekomen. Of was je van plan je familie voortaan te vermijden? Heeft ze ons niet genoeg narigheid bezorgd?’
Ryan vloekte zo hard, dat zijn moeder ineen kromp.
‘Heb jij haar niet genoeg pijn gedaan? Maar nu is het afgelopen. Ik ben het zat. Ik wil niet meer dat je Kelly zo respectloos behandelt en dat je botweg probeert ons uit elkaar te halen.’
Toen wendde hij zich tot zijn vrienden. ‘Rafael, ik vond het fijn jou en Bryony weer te zien. Hopelijk zie ik jullie ook nog even voor jullie vertrekken.’
Hij knikte kort naar Devon en Cam, die eruitzagen alsof ze liever heel ergens anders waren. Dat gold ook voor hem.
‘Sorry, maat,’ mompelde Devon.
Zonder zijn moeder en zijn broer nog een blik waardig te keuren, liep hij weg en ging op zoek naar Kelly, in de hoop dat ze nog niet vertrokken was. Hij zou haar mee naar huis nemen, uitgebreid zijn excuus aanbieden en haar beloven dat ze nooit meer mee hoefde naar zijn familie en vrienden.
Hij had haar nu ook niet moeten meenemen, maar hij had gehoopt… Eigenlijk wist hij niet wat hij gehoopt had, maar het was een stomme zet van hem geweest en hij had Kelly ontzettend veel verdriet gedaan.
Hij liep naar de garderobe en zag dat Kelly’s jas er nog steeds hing. Haastig ging hij naar de ingang, maar daar zag hij haar ook niet. Hij werd ongerust.
‘Hebt u een zwangere vrouw zien weggaan? Klein, blond en met een blauwe jurk aan?’ vroeg hij de gerant.
‘Jazeker. Ze is net de deur uit gegaan.’
Ryan onderdrukte een vloek. ‘Hebt u gezien welke kant ze opging?’
‘Nee, helaas. Maar misschien weet iemand buiten of ze in een taxi is gestapt.’
Ryan liep snel naar buiten, vurig hopend dat ze naar huis was gegaan. Maar stel dat dat niet zo was? Stel dat ze het helemaal gehad had en dat wat haar betrof iedereen – ook hij – de boom in kon?
Nadat iemand hem zei dat hij Kelly verderop had zien lopen, begon hij in paniek te rennen. Hij werd vreselijk ongerust bij het idee dat ze nu verdrietig en alleen over straat rondzwierf, terwijl ze zich in haar toestand juist niet mocht inspannen.
Hij botste onderweg tegen allerlei voorbijgangers aan, en even later zag hij haar een straat verder in een taxi stappen. Hij riep haar naam, maar het portier ging met een klap dicht en de taxi reed weg, hem buiten adem op de stoep achterlatend.
Hij stak zijn hand op naar een taxi die net langskwam, maar tot zijn ergernis stopte die niet. De volgende deed dat wel. Hij stapte in en gaf de chauffeur zijn adres op. De hele weg naar zijn appartement bad hij dat ze er zou zijn.
Terwijl de taxi nog reed, legde hij het geld neer en zodra de taxi voor de deur gestopt was, sprong hij eruit en rende naar de ingang. Aan de portier vroeg hij: ‘Weet je of Ms. Christian is thuisgekomen?’
De portier knikte. ‘Ja, sir. Ze kwam vlak voor u aan.’
Opgelucht haastte hij zich naar de lift, en even later liep hij zijn appartement in.
‘Kelly? Kelly, lieverd, waar ben je?’
Zonder haar antwoord af te wachten liep hij snel naar de slaapkamer en zag haar op de rand van het bed zitten, met een bleek en van pijn vertrokken gezicht. Zodra ze hem hoorde, keek ze op, en toen hij de doffe blik in haar ogen zag kromp hij ineen.
Ze had gehuild.
‘Ik dacht dat het me wel zou lukken,’ zei ze hees, voordat hij haar om vergeving kon vragen. ‘Ik dacht dat ik gewoon kon doorgaan alsof er niets gebeurd was, en dat het me niet zou deren hoe er over me gedacht werd, zolang het tussen jou en mij maar goed zat. Maar ik heb mezelf een slechte dienst bewezen.’
‘Kelly…’
Iets in haar blik deed hem echter zwijgen, en dus keek hij alleen maar hulpeloos toe hoe zij zich trachtte te vermannen.
‘Ik zat daar vanavond, terwijl je moeder en je vrienden me vol afschuw zaten aan te kijken en jou meelijwekkende blikken toewierpen. Alleen maar omdat jij me had teruggenomen. De sloerie die jou op zo’n schandelijke manier bedrogen had. En ik dacht bij mezelf dat ik dit niet verdiende. Ik heb dit nooit verdiend. Ik verdien beter.’
Ze keek hem aan, en hij huiverde bij het zien van de pijn in haar ogen. Toen begon ze te lachen. Een harde, kille lach die hem door merg en been ging.
‘En eerder vanavond vergaf je me. Je stond daar en zei dat het er niet meer toe deed wat er indertijd gebeurd was, want je vergáf mij en je wilde vooruit kijken.’
Ze balde haar vuisten en haar ogen fonkelden van woede. Ze ging staan en keek hem aan, terwijl de tranen over haar wangen biggelden.
‘Nou, ik vergeef jou niet. En ik kan ook niet vergeten dat jij me in de steek hebt gelaten. Iets ergers kan een man zijn geliefde niet aandoen.’
Hij deinsde van schrik achteruit. Hij kneep zijn ogen samen. ‘Jij vergeeft mij niet?’
‘Ik heb je die dag de waarheid verteld,’ zei ze, met een stem die schor was van het huilen. ‘Ik smeekte je me te geloven. Ik heb je letterlijk op mijn knieën gesmeekt. En wat deed jij? Jij gaf me die rotcheque en zei dat ik kon vertrekken.’
Hij deinsde nog iets verder terug, en streek met zijn hand door zijn haar. Hier klopte iets niet, er was hier iets vreselijk mis. Hij kon zich zo weinig van die dag herinneren. Hij wist nog wel dat ze op haar knieën had gelegen, hem met een betraand gezicht bij zijn been had gepakt en gefluisterd had: ‘Doe dit alsjeblieft niet.’
Hij werd er beroerd van. Zo ellendig als op die dag wilde hij zich nooit meer voelen, maar op de een of andere manier was het nu nog erger, want er was iets vreselijk mis. Dat zag hij aan haar blik, en hij hoorde het aan haar stem.
‘Je broer heeft me aangerand. Hij heeft zich aan mij vergrepen. Ik had er niet om gevraagd. Ik heb twee weken lang onder de blauwe plekken gezeten. Twéé weken. Ik was zo ondersteboven van wat hij me had aangedaan dat ik alleen nog maar naar jou toe wilde. Ik wist dat jij het wel zou oplossen. Jij zou me beschermen en voor me zorgen. Ik wilde alleen maar zo snel mogelijk naar jou toe. En dat deed ik dus, en jij wees me af.’
Hij werd steeds misselijker en kreeg het zo benauwd, dat hij bijna geen adem kon halen.
‘Je wilde niet luisteren,’ zei ze verdrietig. ‘Je wilde absoluut niet horen wat ik te zeggen had. Je had je mening al klaar.’
Hij slikte en liep naar haar toe, bang dat ze zou vallen als ze niet ging zitten.
Ze schudde zich echter los, en draaide hem, zachtjes snikkend, haar rug toe.
‘Maar nu luister ik wel naar je, Kelly,’ zei hij moeizaam. ‘Zeg me wat er gebeurd is. Ik zweer je dat ik je zal geloven.’
Hij wist het best. Eigenlijk wist hij het al. Flarden van wat er die dag gebeurd was, maalden door zijn hoofd en plotseling werd hem nu wel duidelijk, wat hij eerder geweigerd had te geloven.
Hij was er kapot van. Zijn broer had toch tegen hem gelogen. Niet alleen dat, maar Jarrod had de waarheid ook nog eens zo slim verdraaid dat hij er met open ogen in was getrapt.
Ze draaide zich om en keek hem met een verslagen blik aan. ‘Het maakt niet meer uit of je me gelooft,’ fluisterde ze. ‘Want je wilde me niet geloven toen het nodig was. Hij wilde me verkrachten. Hij randde me aan. Hij betastte me en deed me pijn. En toen ik hem van me af had geslagen en hem zei dat ik jou zou vertellen wat hij had gedaan, zei hij dat hij ervoor zou zorgen dat je me nooit zou geloven. En weet je wat zo grappig is? Ik zei hem dat hij het mis had. Dat jij van me hield en dat jij het hem betaald zou zetten.’ Ze stopte huilend.
O hemel. Wat had hij gedaan? Hij kon zich het telefoontje van zijn broer nog als de dag van gisteren herinneren. Hij had hem niet geloofd. Eerst niet. Totdat Kelly helemaal over haar toeren bij hem was gekomen en hem hetzelfde verhaal vertelde als Jarrod even daarvoor gedaan had.
‘Hij vertelde je exact wat er was gebeurd,’ zei Kelly smalend, alsof ze zijn gedachten kon lezen. ‘Alleen zei hij erbij dat het allemaal gelogen was. Dat ik het verzonnen had omdat ik niet wilde dat je te weten kwam wat er zogenaamd echt gebeurd was. Hij wilde ervoor zorgen dat je me totaal niet zou geloven. En dus zei hij tegen je dat ik zou beweren dat hij me had willen verkrachten.’
Ryan keek haar vol ontzetting aan toen hij besefte wat er werkelijk was gebeurd die dag.
‘En jawel hoor. Ik ga als een speer naar je toe om je te zeggen dat dat dierbare broertje van je zojuist heeft geprobeerd me te verkrachten, en jij kijkt me met een kille blik aan en maakt me uit voor leugenaar. Alleen maar omdat hij je gezegd had dat ik met die smoes zou komen.’
‘Was het zo?’ vroeg Ryan bijna fluisterend. ‘Heeft hij je verkracht, Kelly?’
‘Hij heeft me betast. Hij zat aan me zoals alleen jij aan me mag zitten. Hij heeft me geslagen. Bont en blauw. Is dat niet genoeg?’ vroeg ze hysterisch. ‘Het ironische van dit alles is dat jij nog bang was dat ik zwanger van hem was ook. We hebben nooit seks gehad, al lag dat niet aan hem.’
Ze stopte weer en begroef haar gezicht in haar handen. Hij wilde naar haar toe gaan, haar in zijn armen nemen, maar hij was bang dat zij hem zou wegduwen.
Ze trok haar handen van haar van verdriet verwrongen gezicht. ‘Ik mocht verwachten dat ik bij jou terechtkon,’ fluisterde ze. ‘Van alle mensen ter wereld had juist jij in me moeten geloven. En daar kan ik me maar niet overheen zetten. Juist jij had me in je armen moeten nemen en me moeten troosten. Ik was die dag net zo blij. Ik had die ochtend een zwangerschapstest gedaan waaruit bleek dat ik in verwachting was. Ik was zo opgetogen en nerveus. Zo benieuwd hoe je zou reageren. En zo blij dat ik zwanger was van jouw kind.’
Weer stopte ze, en ze begon hevig te huilen. Ze begroef schokschouderend haar gezicht in haar handen.
‘Kelly, het spijt me verschrikkelijk. Ik dacht… Hij was mijn broer. Ik dacht er niet aan dat hij tot zoiets in staat was. Hij gaf er nooit enige blijk dat hij je niet mocht. Hij was alleen maar vriendelijk tegen je. Jullie leken het goed met elkaar te kunnen vinden. Ik had nooit gedacht dat hij zoiets afschuwelijks zou doen.’
Ze hief haar hoofd op en keek hem met een doffe blik aan. ‘Maar dat dacht je wel van mij.’
Er viel een verpletterende stilte. Hij keek haar volkomen verstard aan. Hij had geen enkel verweer, want toentertijd had hij Jarrod geloofd. Hij had gekozen, maar niet voor Kelly. Zelfs niet toen ze hem gesmeekt had. Ze had hem de waarheid verteld. Ze had bij hem bescherming gezocht. Ze was bang en verdrietig naar hem toe gekomen. En hij had haar de deur gewezen, na haar het gevoel te hebben gegeven dat ze een hoer was. En alleen maar omdat hij zich niet kon voorstellen dat zijn bloedeigen broer zoiets vreselijks zou doen.
Zijn ogen brandden. Zijn keel zat dicht. Voor het eerst van zijn leven wist hij niet wat hij moest doen. Als ze hem haatte, dan was dat terecht.
Ze wreef met haar hand over haar voorhoofd. Ze stond te zwaaien op haar benen en klapte toen dubbel alsof ze ging vallen.
‘Kelly!’ Hij wilde haar beetpakken, maar ze schoot weer omhoog en stak afwerend haar hand uit.
‘Blijf uit mijn buurt,’ zei ze zacht en wanhopig.
‘Kelly, toe nou.’
Nu was het zijn beurt om te smeken. En dat zou hij doen ook. Hij wilde koste wat kost zorgen dat ze bleef, zodat hij het kon goedmaken.
‘Ik hou van je. Ik ben altijd van je blijven houden.’
Met betraande ogen keek ze hem aan. ‘Liefde mag niet zoveel pijn doen. Dit is geen liefde. Liefde is vertrouwen.’
Hij kwam weer wat dichter naar haar toe, want hij wilde haar graag in zijn armen nemen en haar de troost geven die ze niet van hem had gekregen, toen ze die het meest nodig had. Hij was zowel razend als intens verdrietig.
Ze hield haar hand weer tegen haar voorhoofd en wilde langs hem heen lopen.
Hij wist dat ze weg zou gaan. Hij verdiende geen nieuwe kans. Hij verdiende het niet dat ze bleef. Hij verdiende haar liefde niet. Maar hij wilde het wel. Met heel zijn ziel en zaligheid.
Hij pakte haar elleboog. ‘Ga niet weg, alsjeblieft.’
Ze draaide zich naar hem om en keek zo bedroefd, dat het hem pijn deed om naar haar te kijken. ‘Snap je het dan niet, Ryan? Het gaat nooit lukken tussen ons. Je vertrouwt me niet. Je vrienden en je familie hebben een hekel aan me. Dat is toch geen leven voor mij? Ik verdien meer dan dat. Daar ben ik met pijn en moeite achter gekomen. Ik voegde me weer naar jou, ook al had ik gezworen dat nooit te doen. Ik zei dat ik met je wilde trouwen. Ook weer. Omdat ik erg veel van je hield en ik ervan overtuigd was dat we vooruit konden kijken. Maar dat was dom van mij. Sommige obstakels zijn onoverkomelijk.’
Ze sloot haar ogen, en even vertrok ze haar gezicht opnieuw van de pijn. Ze wankelde op haar benen en zocht steun tegen de ladekast.
‘Kelly, wat is er aan de hand?’ vroeg hij.
Ze wreef met haar hand over haar voorhoofd en deed haar ogen open, maar haar blik was wazig. ‘Mijn hoofd…’ Ze kreunde.
Hij wist dat er iets mis was. Iets anders dan de emotionele pijn die ze voelde. Hij schrok van haar grauwe gezicht.
De paniek stond in haar ogen, en even keek ze hem smekend om hulp aan. Maar nog voordat hij iets kon doen, zakte ze door haar knieën en zeeg op de vloer ineen.