Hoofdstuk 3

Ryan liep de trap op naar Kelly’s appartement. Hij had niet echt verwacht dat ze thuis zou zijn, maar toen hij voor de zekerheid bij het café langs was gegaan, had een zekere Ralph, een chagrijnige vent, hem meegedeeld dat ze er niet was.

Tot zijn ergernis zag hij dat haar deur niet op het slot zat. Hij duwde hem open en zag dat ze op haar handen en knieën onder de gammele leunstoel gluurde. Met een gefrustreerde zucht hees ze zichzelf overeind.

‘Wat ben je in vredesnaam aan het doen?’

Met een kreet van schrik draaide ze zich om. ‘Ga weg!’

Hij stak sussend zijn hand uit. ‘Sorry dat ik je heb laten schrikken. Je deur was niet op slot.’

‘En dan kom je dus zomaar binnen? Nooit gehoord van kloppen? Luister nou eens, Ryan. Ik wil je hier niet zien.’ Ze liep de keuken in en klapte, blijkbaar naar iets op zoek, de kastdeurtjes open en dicht.

Hij zuchtte. Hij had heus niet verwacht dat ze deze dag iets welwillender zou zijn, maar hij had wel gehoopt dat ze na de eerste schrik minder boos zou zijn.

Geërgerd zag hij dat ze zich weer op de grond liet zakken. Hij liep de kamer door en boog zich voorover om haar overeind te helpen. ‘Wat zoek je?’

Ze duwde zijn hand weg en veegde de haren uit haar ogen. ‘De cheque. Ik zoek de cheque.’

‘Welke cheque?’

‘De cheque die jij me hebt gegeven.’

Fronsend haalde hij verfomfaaide papiertje uit zijn zak. ‘Deze cheque?’

Ze wilde hem uit zijn handen grissen, maar hij hield hem buiten haar bereik.

‘Ja. Ik heb me bedacht. Ik ga hem inwisselen.’

Verward schudde hij zijn hoofd. ‘Kelly, ga zitten voordat je valt. En vertel me dan waar dit allemaal in vredesnaam op slaat. Je doet er al die tijd niks mee, smijt die cheque naar mijn hoofd en zegt dat ik de pot op kan met mijn geld. En nu heb je je opeens bedacht. Ben je gek geworden of zo?’

Tot zijn grote verbazing liet ze zich op een van de stoeltjes aan de kleine keukentafel zakken, waarna ze haar hoofd in haar handen begroef. Onthutst zag hij dat haar schouders schokten en ze zachtjes begon te snikken.

Even bleef hij staan, zonder precies te weten wat hij moest doen. Hij had er nooit goed tegen gekund als ze huilde. Hij boog door zijn knieën en trok zachtjes haar handen bij haar gezicht weg.

Ze wendde haar hoofd af, opgelaten dat ze zich zo had laten gaan.

‘Wat is er aan de hand, Kelly?’ vroeg hij vriendelijk.

‘Ik ben ontslagen,’ zei ze schor. ‘En dat is jouw schuld.’

Hij ging weer staan. ‘Mijn schuld? Wat heb ik dan gedaan?’

Met een fonkelende blik keek ze hem aan. ‘Je geijkte reactie. “Wat heb ik dan gedaan?” Jij hebt nooit wat gedaan. Het was vast mijn eigen schuld, net als alles wat er in onze relatie misging. Geef me die cheque nou maar en duvel op. Van mij zul je geen last meer hebben.’

Ongelovig staarde hij haar aan. ‘Denk je nu echt dat ik zomaar vertrek?’ Hij stak de cheque weer in zijn zak, de neiging onderdrukkend om net zo tegen haar tekeer te gaan als zij tegen hem deed. ‘We hebben heel wat te bespreken, Kelly. Ik vertrek voorlopig niet en jij ook niet. Allereerst gaan we naar de dokter zodat je eens grondig onderzocht kan worden. Je ziet er, op zijn zachtst gezegd, niet goed uit.’

Ze kwam langzaam omhoog en keek hem recht aan. ‘Ik ga nergens heen met jou. Als je me de cheque niet wilt geven, dan kun je vertrekken. Ik ben uitgepraat met jou. Voor altijd.’

Zijn hand gleed even over de cheque in zijn zak, waarna hij haar aankeek. ‘Over die cheque hebben we het pas weer als we naar de dokter zijn geweest.’

Haar ogen fonkelden vol afschuw. ‘Ga je me nu chanteren?’

‘Noem het zoals je wilt, het kan mij niks schelen. Jij gaat met mij naar de dokter. Als hij zegt dat je gezond bent, krijg je de cheque van mij en ben ik weg.’

Ze kneep haar ogen achterdochtig samen. ‘Zonder verder gedoe?’

Hij knikte, en nam maar niet de moeite om te zeggen dat geen dokter ter wereld haar gezond zou verklaren. Ze zag er beroerd uit. Ze was doodsbleek en veel te mager.

Ze kauwde een tijdje op haar lip alsof ze in dubio stond. Uiteindelijk sloot ze haar ogen en blies langzaam haar adem uit.

‘Oké. Dan ga ik wel met je naar de dokter. En zodra hij heeft bevestigd dat er met mij niets aan de hand is, wil ik je nooit meer zien.’

‘Als hij dat inderdaad doet, leg ik me daarbij neer.’

Ze liet zich, zichtbaar uitgeput, weer op de stoel zakken.

Hij onderdrukte een vloek. Was ze nu blind of wilde ze het niet zien? Ze had iemand nodig die voor haar zorgde. Die erop toezag dat ze drie keer per dag goed at en ervoor zorgde dat ze rust kreeg.

Hij keek op zijn horloge. ‘We moeten gaan. De afspraak is over een halfuur en ik weet niet hoe druk het op de weg is.’

Even keek ze verslagen, maar toen werd haar blik harder. Ze kwam overeind, pakte haar tas van de stoel en liep naar de deur, met hem in haar kielzog.

Kelly staarde met een niets ziende blik uit het raam, terwijl Ryan door het verkeer heen manoeuvreerde. Het bekvechten met Ryan had haar geestelijk uitgeput. Ze wenste dat hij wegging. Als ze alleen al naar hem keek, voelde ze alle pijn en verdriet weer bovenkomen.

Hij parkeerde de auto in de garage van de kliniek en liep met haar het gebouw in. Ze namen de lift naar de derde verdieping, waarna Ryan zich bij de receptioniste meldde.

Nadat ze haar medische gegevens had ingevuld, werd ze weggestuurd om in een bekertje te plassen. Toen ze weer terugkwam van het toilet, bracht een verpleegster haar naar een van de spreekkamers, waar Ryan al zat te wachten.

Ze wilde hem net toesnauwen weg te gaan toen hij met een verbeten blik zijn hand opstak.

‘Ik wil graag rechtstreeks horen wat de dokter te zeggen heeft.’ Hij duldde duidelijk geen tegenspraak.

Ze slikte nerveus, en wist dat hij herrie zou maken als ze zou protesteren. Ze ging met haar rug naar hem toe tegen de onderzoekstafel aan staan.

Ze hoefde zich alleen maar te laten onderzoeken, en zodra de dokter had gezegd dat alles in orde was, zou ze van hem af zijn.

Een paar minuten later verscheen de jonge arts die haar glimlachend aankeek. Hij gebaarde dat ze op de tafel moest gaan liggen. Nadat hij haar buikomvang had gemeten en naar het hartje van de baby had geluisterd, reed hij een apparaat naar binnen en smeerde koude gel op haar buik.

Ze hief haar hoofd op. ‘Wat doet u nu?’

‘Ik wil even een echo maken om te zien hoever je bent en of alles in orde is. Vind je dat goed?’

Ze knikte en de dokter liet een staaf over haar buik glijden. Toen stopte hij en hij wees naar het scherm. ‘Daar heb je het hoofdje.’

Ryan ging vlak voor de monitor staan om goed zicht te hebben. Kelly moest haar nek strekken om ook wat te kunnen zien. Ryan wierp een blik achterom en gaf haar toen snel met zijn hand een steuntje in haar nek zodat ze ook kon kijken. De tranen sprongen in haar ogen en er verscheen een glimlach om haar lippen. ‘Wat is ze mooi.’

‘Dat is ze zeker,’ zei Ryan hees in haar oor.

‘Of hij,’ zei ze snel.

‘Wil je weten wat het is?’ vroeg de dokter. ‘We kunnen wel even kijken.’

‘Nee, nee, doe maar niet,’ zei ze. ‘Ik wil dat het een verrassing is.’

De dokter ging nog even door en veegde toen haar buik schoon. Hij gaf haar het printje van de echo en schreef het een en ander op zijn notitieblok.

Toen hij klaar was, wendde hij zich weer tot haar. ‘Ik maak me zorgen om je.’

Fronsend trachtte ze omhoog te komen. Ryan hielp haar tot ze overeind zat.

‘Je bloeddruk is te hoog en je urine vertoont sporen van eiwit. Je handen en voeten zijn opgezet en gezien je lage gewicht krijg je waarschijnlijk te weinig voedingstoffen binnen. Je vertoont tekenen van pre-eclampsie en dat kan tot vervelende gevolgen leiden.’

Kelly keek hem verbijsterd aan.

Ryan wendde zich met een fronsend gezicht tot de dokter. ‘Wat is pre-eclampsie?’

‘Het is een combinatie van verhoogde bloeddruk en eiwitverlies via de urine. Het komt het vaakst voor na de twintigste week van de zwangerschap en kan in het ergste geval leiden tot epileptische stuipen oftewel eclampsie.’

De arts keek ernstig naar Kelly en ging toen verder.

‘Je zit op het randje van ziekenhuisopname en -verblijf tot aan je bevalling. Ik wil dat jij en je man me beloven dat je van nu af aan bedrust neemt en beter voor jezelf zorgt, anders laat ik je direct opnemen.’

‘Hij is niet mijn –’ begon ze.

‘Daar kunt u op rekenen,’ onderbrak Ryan haar. ‘Ze doet helemaal niks meer, dat beloof ik u.’

‘Maar –’

‘Geen gemaar,’ zei de dokter. ‘Volgens mij beseft u nog niet helemaal de ernst van de situatie. Als uw toestand verergert, kunt u eraan overlijden. Eclampsie is doodsoorzaak nummer twee bij zwangere vrouwen en de voornaamste oorzaak van complicaties bij de foetus. Dit is bijzonder ernstig en u zult er alles aan moeten doen om erger te voorkomen.’

Ryan werd bleek, en ze voelde dat alle bloed uit haar gezicht wegtrok.

‘Dokter, ik verzeker u met de hand op mijn hart dat ze van nu af aan alleen maar rust en goed eet,’ zei Ryan bars.

De dokter knikte instemmend en schudde hen beiden de hand. ‘Ik wil haar graag over een week terugzien. En als ze intussen nog meer vocht vasthoudt of zware hoofdpijnen krijgt, wordt ze acuut opgenomen.’

Nadat de dokter was vertrokken, bleef Kelly onthutst op de onderzoekstafel zitten.

Ryan legde zijn hand op de hare en gaf er een kneepje in. ‘Ik wil niet dat je je zorgen maakt, Kelly.’

Geen zorgen? Ze ging nog net niet hysterisch lachen. Haar leven was een complete puinhoop, maar zij moest zich geen zorgen maken? Het liefst wilde ze krijsend het pand verlaten.

‘Kom op,’ zei hij zachtjes. ‘We gaan.’

Ze volgde hem gedwee de spreekkamer uit naar de auto. Dit kon gewoon niet waar zijn. Ze zat zwijgend in de auto, terwijl ze wegreden, en weigerde naar Ryan te kijken. Ze had geen werk. Maar ook al zou ze niet ontslagen zijn, dan had ze toch niet kunnen werken, als ze de dokter mocht geloven. Hoe moest ze zichzelf onderhouden, laat staan haar baby? Het beetje spaargeld dat ze had, was allemaal voor het kindje en haar studie bestemd.

Tot haar grote ongenoegen voelde ze zich plotseling hulpeloos. Ze schrok van het schrille geluid van een mobieltje en zag dat Ryan het tegen zijn oor drukte. Ze spitste haar oren toen ze haar naam hoorde.

‘We gaan nu naar Kelly’s appartement om haar spullen op te halen. Boek een vlucht voor ons vanaf Houston en bel me terug met de vluchtgegevens. Daarna bel je de praktijk van dokter Whitcomb in Hillcrest en vraag of ze Kelly’s medische gegevens naar dokter Bryant in New York willen faxen. Over een paar dagen ben ik terug op kantoor.’

Hij hing abrupt op en legde het mobieltje naast zich neer.

‘Waar sloeg dat allemaal op?’ vroeg Kelly perplex.

Hij keek opzij, met een barse uitdrukking op zijn gezicht. ‘Ik neem je mee naar huis.’

‘Over mijn lijk,’ snauwde ze. Ze sloeg haar armen over elkaar en kneep haar lippen stijf op elkaar.

‘Je gaat mee,’ zei hij op een toon die geen tegenspraak duldde. ‘Je hebt iemand nodig die voor je zorgt aangezien je het zelf niet doet. Wil je de gezondheid van je kindje riskeren? Of je eigen gezondheid?’

Ze keek hem ijzig aan. ‘Snap je dan niet dat ik niks met je te maken wil hebben?’

‘O jawel, hoor. Dat was me wel duidelijk toen je met mijn broer in bed dook. Maar het feit is dat je waarschijnlijk zwanger bent van mijn kind, of anders is het mijn neefje of nichtje. Dus je zit aan me vast tot ik weet dat alles met jullie in orde is. Je gaat met me mee naar New York, ook al moet ik je het vliegtuig in dragen.’

‘Het kind is niet van jou,’ zei ze fel.

Zijn blik gleed over haar heen. ‘Van wie is het dan?’

‘Dat gaat je niks aan.’

Het bleef een tijdje stil, en ten slotte zei hij: ‘Je gaat met me mee. Ik doe dit niet alleen vanwege het kind.’

‘Waarom dan nog meer?’ vroeg ze ijzig.

Hij negeerde haar en staarde strak door de voorruit, zijn vingers stevig om het stuur geklemd.

Toen ze bij haar appartement waren gearriveerd, stapte ze uit voordat hij haar kon helpen en snelde de trap op. Ze hoorde dat hij haar achterna kwam en toen ze de deur achter zich dicht wilde doen, was hij haar net voor en kwam hij alsnog binnen.

‘We moeten praten, Kelly.’

Met een ruk draaide ze zich om. ‘Inderdaad. Over die cheque. Daar liep je mee te wapperen toen je me voor “hoer” uitmaakte. En nu wil ik hem hebben en het kan me geen moer schelen wat je daarvan vindt.’

‘Je krijgt hem niet meer.’

‘Fraai is dat,’ zei ze sarcastisch.

‘Ik wil dat je met me mee gaat naar New York.’

Haar mond viel open. ‘Je bent niet goed snik. Waarom zou ik met je mee gaan?’

‘Omdat je me nodig hebt.’

Ze voelde een steek in haar borst en hapte naar adem. ‘Destijds had ik je nodig. Nu niet meer.’

Ze draaide zich om voordat hij kon reageren. Ze legde haar handen op haar buik, en trachtte de paniek te onderdrukken.

Achter haar bleef het angstvallig stil. Toen Ryan uiteindelijk iets zei, klonk zijn stem gespannen. ‘Ik ga je recept ophalen bij de apotheek en iets te eten halen. Als ik terugkom, heb jij je koffers gepakt.’

Zijn voetstappen dreunden door de flat en toen viel de deur zachtjes achter hem dicht.

Ze liet zich in de leunstoel zakken en masseerde haar voorhoofd. Twee dagen geleden had ze een plan gehad. Een goed plan. Ze had alles helemaal uitgedokterd. En nu zat ze opeens zonder werk, haar gezondheid was hachelijk en haar ex-verloofde eiste dat ze mee terugging naar New York.

Huiverend besefte dat ze haar moeder moest bellen. Ze had ooit gezworen dat ze op sterven na dood moest zijn, wilde ze haar moeder om een gunst vragen, maar nu leek het haar de minste van twee kwaden.

Ze pakte de telefoon, haalde diep adem en toetste het recentste nummer in dat ze van haar moeder had. Het was heel goed mogelijk dat Deirdre niet langer in Florida woonde. Met haar wist je het nooit.

Zodra Kelly haar middelbare school had voltooid, had haar moeder haar handen van haar afgetrokken en haar zo goed als uit huis gezet, zodat zij bij haar vriendje kon intrekken. Ze had Kelly gezegd dat ze haar plicht had gedaan en de achttien mooiste jaren van haar leven had opgeofferd aan de opvoeding van een kind dat ze nooit had gewenst.

‘Het ga je goed, tot ziens,’ had haar moeder gezegd. ‘Bij mij hoef je niet meer aan te kloppen.’

Kelly wilde net ophangen toen ze haar moeders stem hoorde.

‘Mam?’ zei Kelly aarzelend.

Het bleef even stil. ‘Kelly? Ben jij dat?’

‘Ja, mam. Hoor eens, ik heb je hulp nodig. Ik zoek onderdak. Ik ben zwanger.’

Weer bleef het even stil. ‘Hoe zit het met dat rijke vriendje van je?’

‘We zijn niet meer bij elkaar,’ zei Kelly zacht. ‘Ik zit in Houston. Ik ben ontslagen en voel me niet goed. De dokter is bezorgd over de baby. En nu zoek ik dus onderdak. Het is maar tijdelijk, tot ik mezelf weer kan redden.’

Haar moeder zuchtte. ‘Ik kan je niet helpen, Kelly. Richard en ik hebben het druk en we hebben ook geen plek voor je.’

Kelly voelde haar hart samentrekken van verdriet. Ze had van tevoren geweten dat het zinloos was, maar toch had ze ergens hoop gekoesterd. Zonder iets te zeggen hing ze op. Wat had ze moeten zeggen?

Haar moeder was nooit meer dan een onwillige oppas geweest.

Ze streelde haar buik. ‘Ik hou van je,’ fluisterde ze. ‘Ik zal van geen enkele seconde spijt hebben van jou.’

Ze leunde achterover in de stoel en staarde naar het plafond. Volkomen uitgeput sloot ze haar ogen.

Ze voelde dat iemand haar wakker schudde, sperde haar ogen open en zag Ryan over zich heen gebogen staan met een glas water en een bord in zijn hand.

‘Ik heb Thais eten meegenomen,’ zei hij korzelig.

Daar was ze dol op. Het verraste haar dat hij dat had onthouden. Ze ging overeind zitten en pakte het glas en het bord van hem aan.

Hij haalde een stoel uit de keuken en ging tegenover haar zitten en keek naar haar, terwijl ze at. Ze voelde zich ongemakkelijk onder zijn doordringende blikken, dus concentreerde ze zich op haar bord.

‘Me negeren is geen oplossing.’

Ze stopte, legde haar vork neer en keek hem aan. ‘Wat wil je, Ryan? Ik snap nog steeds niet wat je hier doet. En waarom wil je dat ik met je mee ga naar New York? Wat kan het je schelen? Je hebt me duidelijk te verstaan gegeven dat je niets meer met me te maken wilde hebben.’

‘Je bent zwanger. Je hebt hulp nodig. Is dat niet voldoende?’

‘Nee.’

Hij klemde zijn kaken op elkaar. ‘Laat ik het dan zo zeggen. Jij en ik hebben heel wat te bespreken, vooral of je al dan niet zwanger bent van mij. Jij hebt hulp nodig, en die kan ik je geven. Je hebt medische verzorging nodig, en dat kan ik regelen.’

Ze streek met haar hand door haar haar en leunde achterover.

Hij boog zich voorover, zakte van de stoel af en knielde voor haar neer. Hij streelde voorzichtig over haar arm. ‘Ga met me mee, Kelly. Je weet dat hier het laatste woord nog niet over gezegd is. Je moet aan de baby denken.’

Ze rukte haar arm weg, kwaad dat hij op haar schuldgevoel werkte.

Hij duwde haar hand echter omlaag en ging meedogenloos door. ‘Je kunt niet werken. De dokter zei dat je moet rusten, anders breng je jezelf en je kindje in gevaar. Als je niet wilt dat ik je help, doe het dan voor de baby.’

‘En hoe moet het dan verder als we in New York zijn, Ryan?’

‘Dan ga jij uitrusten en gaan we plannen bedenken voor onze toekomst.’

Haar maag kneep samen. Dat klonk zo onheilspellend. Hun toekomst.

Ze was bereid geweest om haar trots opzij te zetten en de cheque te verzilveren. Zou ze dan ook niet bereid moeten zijn om zijn hulp aan te nemen omwille van haar kindje? Van hun kindje?

‘Kelly?’

‘Ik ga mee,’ zei ze zacht.

Er verscheen een triomfantelijke blik in zijn ogen. ‘Dan gaan we nu je spullen pakken en vertrekken we als de bliksem.’