Hoofdstuk 25

Goov stapte de grot uit, knipperde tegen het zonlicht, wreef in zijn ogen en rekte zich uit. Hij zag Mog-ur ineengedoken op een boomstam naar de grond zitten staren. Er zijn zoveel lampen en toortsen uitgegaan, dacht hij, er zou wel eens iemand een verkeerde gang in kunnen slaan en verdwalen. Ik zal Mog-ur vragen of ik de lampen moet bijvullen en nieuwe toortsen ophangen. De leerling stapte energiek op de tovenaar af, maar bleef staan toen ze het afgetrokken gezicht en de somber gebogen schouders van de oude man zag. Misschien kan ik hem maar beter niet lastig vallen en het gewoon doen.
Mog-ur wordt oud, dacht Goov toen hij de grot weer in liep met een blaas vol berevet, nieuwe lonten, en extra toortsen. Ik vergeet altijd hoe oud hij eigenlijk al is. De reis hierheen zal hem niet gemakkelijk zijn gevallen, en de ceremonieën eisten ook veel van hem. En dan straks de terugreis weer. Vreemd, peinsde de jonge tovenaarsleerling, ik heb hem nooit eerder oud gevonden. Enkele andere mannen kwamen zich slaperig in de ogen wrijvend de grot uit, en staarden naar de her en der verspreid liggende vrouwen, zich als altijd afvragend waar ze toch zo uitgeput van waren. De eerste vrouwen die wakker werden, zochten haastig hun omslag op en begonnen daarop de anderen te wekken voor er nog meer mannen naar buiten kwamen. Ayla,' riep Oeba, de vrouw heen en weer schuddend. 'Ayla, word wakker.'
Mnmmff,' mompelde Ayla en rolde zich op haar andere zij. 'Ayla! Ayla!' zei Oeba weer, haar pogingen verdubbelend. Ebra, ik kan haar niet wakker krijgen.'
Ayla!' zei de vrouw, luider, en schudde haar ruw dooreen. Ayla opende haar ogen en probeerde een antwoord te seinen, sloot ze dan weer en rolde zich tot een bal ineen.
' Ayla! Ayla!' riep Ebra opnieuw. Nogmaals opende de jonge vrouw haar ogen.
<'.i maar in de grot verder slapen, Ayla. Je kunt hier niet blijven liggen, de mannen zijn al op,' beval Ebra. De jonge vrouw kwam overeind en wankelde naar de grot. Een ogenblik later was ze weer buiten, nu klaarwakker en spierwit. Wat heb je?' gebaarde Oeba. 'Je ziet zo bleek. Je kijkt alsof je een geest hebt gezien.'
Oeba. Oh Oeba. De kom.' Ayla zakte op de grond en begroef haar gezicht in haar handen.
'De kom? Welke kom, Ayla? Ik begrijp je niet.'
'Hij is gebroken,' slaagde Ayla erin te gebaren.
'Gebroken?' herhaalde Ebra. 'Waarom trekje het je zo aan als
er een kom breekt? Je kunt toch een andere maken?'
'Nee, dat kan ik niet. Niet zo een. Het is Iza's kom, de kom die ze
van haar moeder heeft gekregen.'
'Moeders kom? Moeders speciale kom voor de ceremonie?' vroeg Oeba met een ontdaan gezichtje.
Het droge, broze hout van de oude relikwie had na zoveel generaties lang gebruikt te zijn alle veerkracht verloren. Er had zich een haarscheurtje gevormd dat onder de witte laag patina onopgemerkt was gebleven. De val uit Ayla's hand op de harde stenen vloer van de grot was te veel geweest voor de oude kom. Hij was in tweeën gebroken.
Ayla had Creb niet zien opkijken toen ze de grot uit rende. Het nieuws dat de eerbiedwaardige kom gebroken was, gaf zijn gedachten een grimmig definitief tintje. Daar heb je het al. Nooit zal de toverij van die wortels meer worden gemaakt. Ik zal er geen ceremonie meer mee houden, en ik zal Goov niet meer leren hoe ze vroeger gebruikt werden. De Stam zal ze vergeten. De gebrekkige oude man leunde zwaar op zijn staf en hees zich op terwijl zijn reumatische gewrichten pijnlijk staken. Ik heb lang genoeg in koude grotten gezeten; het wordt tijd dat Goov het overneemt. Hij is er nog wat jong voor, maar ik ben te oud. Als ik er een beetje vaart achter zet, kan hij over een jaar of twee klaar zijn. Misschien zal hij ook wel móeten. Wie weet hoe lang ik nog mee ga?
Brun merkte een uitgesproken verandering in de oude tovenaar op. Hij dacht dat Mog-urs neerslachtigheid een natuurlijke reactie was na de opwinding, vooral waar dit zijn laatste Stambijeenkomst zou zijn. Toch maakte Brun zich zorgen hoe hij de thuisreis zou doorstaan en hij was er zeker van dat Creb hen op zou houden. Brun besloot zijn jagers nog op één laatste stroop tocht mee te nemen en dan het verse vlees in te ruilen voor hel een en ander van de opgeslagen voorraden van de gastheerstam om hun voedselpakket voor onderweg aan te vullen. Na de geslaagde jacht kreeg Brun haast om te vertrekken. EnkeIe stammen hadden de thuisreis al aanvaard. Nu de festiviteiten achter de rug waren, gingen zijn gedachten weer uit naar de thuisgrot en de mensen die daarin achtergebleven waren. Mam hij was zeer opgewekt. Nog nooit was zijn positie zo ernstig bedreigd geweest als deze keer; zijn overwinning was er des te zoeter door. Hij was tevreden; over zichzelf, over zijn stam, en over Ayla. Ze was een goede medicijnvrouw; hij had dat al eens eerder opgemerkt. Wanneer iemands leven in gevaar was, vergat al het andere, net als Iza. Brun wist dat Mog-ur zich had ingespannen om de andere magiërs te overtuigen, maar Ayla zelf had zijn beweringen gestaafd toen ze de jonge jager het Ieven redde. Hij en zijn gezellin zouden bij de gastheerstam blijven tot hij sterk genoeg was om te reizen, en zouden er waarschijnlijk wel overwinteren.
Mog-ur zei niets meer over Ayla's clandestiene bezoek aan dat kleine vertrek diep in de berg behalve één keer. Ze was aan het pakken en alles in gereedheid aan het brengen om de volgende morgen te kunnen vertrekken, toen Creb de tweede grot binnenschuifelde. Tot groot verdriet van de jonge vrouw die zoveel van hem hield, had hij haar sinds haar vergrijp ontweken. Hij bleef met een ruk staan toen hij haar zag en wendde zich om om weer weg te gaan, maar ze sneed hem de pas af door op hem af te schieten en zich aan zijn voeten te werpen. Hij keek neer op haar gebogen hoofd, slaakte een zucht en tikte haar op de schouder.
Ze keek naar hem op en schrok toen ze zag hoeveel ouder hij in slechts enkele dagen was geworden. Het ontsierende litteken en het losse vel over zijn lege oogkas waren verschrompeld en dieper in de schaduw van zijn zware wenkbrauwoog weggezonken. Zijn grijze baard hing slap van zijn vooruitstekende kaken omlaag en zin lage terugwijkende voorhoofd werd geaccentueerd door een toenemende kaalheid; maar wat haar het sterkste aangreep was
de peilloze droefheid in zijn vochtige diepbruine oog. Wat had ze hem aangedaan? Ze wenste vurig dat ze haar tocht van die nacht de berg in ongedaan kon maken. De pijn die ze om Creb voelde wanneer ze zijn lichamelijk lijden zag, was niets vergeleken bij haar brandend verdriet om de pijn in Mog-urs ziel.
Wat is er Ayla?' gebaarde hij.
Mog-ur, ik … ik …' hakkelde ze, barstte dan los. 'Oh, Creb, ik kan er gewoon niet tegen als je zo verdrietig bent. Hoe kan ik je toch helpen? Ik zal naar Brun gaan, als je dat wilt, ik zal alles doen wat je wilt zeg me alleen wat ik moet doen.' Wat je kan doen, dacht hij. Kun je veranderen wie je bent? Kun je de schade ongedaan maken die je hebt aangericht? De Stam zal sterven, alleen jij en je soort zullen overblijven. Wij zijn een oud volk. We hebben onze tradities in ere gehouden, de geesten en de Grote Ursus geëerd, maar voor ons is het uit, afgelopen.
Misschien moest het zo zijn. Misschien komt het niet door jou, Ayla, maar door je soort. Werd je daarom naar ons toegeleid? Om het me te laten weten? De aarde die we gaan verlaten, is mooi en rijk; ze heeft ons alle generaties dat we hebben bestaan alles gegeven wat we nodig hadden. Hoe zal jij haar achterlaten wanneer het jouw beurt is? Wat kun je doen? 'Ja, er is één ding dat je kunt doen, Ayla,' gebaarde dé Mog-ur traag, iedere beweging benadrukkend. Er kwam een koude blik in zijn oog. 'Er nooit meer over spreken.' Hij stond zo rechtop als zijn goede been hem wilde toestaan en probeerde niet te zwaar op zijn staf te leunen. Toen, met al de trots die hij voor zichzelf en zijn Volk bijeen kon rapen, wendde hij zich stijfjes en waardig om en liep de grot uit.

'Broud!'
De jonge man stapte op de man die hem begroet had toe. De vrouwen van Bruns stam waren gehaast bezig het ochtendmaal te bereiden, ze wilden dadelijk na het eten vertrekken, en de mannen namen de laatste gelegenheid waar om nog even een praatje te maken met mensen die ze pas weer over zeven jaar terug zouden zien. Sommigen zouden ze nooit meer terugzien. Ze namen nog eens uitgebreid de details van de opwindende bijeenkomst door, om haar nog een beetje langer te laten duren. 'Je hebt een heel goed figuur geslagen bij deze bijeenkomst, Broud, en bij de volgende zul je leider zijn.' 'De volgende keer zul jij misschien een even goed figuur slaan,' gebaarde Broud, een hoge borst opzettend van trots. 'We hebben gewoon geluk gehad.'
'Geluk hebben jullie zeker. Jullie stam is eerste, jullie Mog-ur is eerste, zelfs jullie medicijnvrouw is eerste. Weetje, Broud, jullie hebben het getroffen met Ayla. Niet veel medicijnvrouwen zouden een holebeer trotseren om een jager te redden.' Broud trok een enigszins zuur gezicht, kreeg dan Voord in het oog en liep op hem toe.
'Voord!' riep hij, een begroetingsgebaar makend. 'Je hebt je goed geweerd deze keer. Ik was blij toen ze jou kozen in plaats van Nouz. Hij was wel goed, maar jij was beslist beter.' 'Maar jij verdiende het de eerste keus te zijn, Broud. Jij hebt ook een prachtige wedren gelopen. Jullie hele stam verdient haar eerste plaats; zelfs jullie medicijnvrouw is de beste, hoewel ik eerst mijn twijfels had. Ze zal een goede medicijnvrouw zijn om in de buurt te hebben als je de leider bent. Ik hoop alleen dat ze
niet nog langer wordt. Onder ons gezegd, ik vind het maar een
gek gevoel om tegen een vrouw op te moeten kijken.'
'Ja, de vrouw is te lang,' zei Broud met stijve gebaren.
'Maar wat doet het er toe, als ze maar een goede medicijnvrouw is, niet?'
Broud knikte flauwtjes, wuifde dan verdere ontboezemingen weg en liep door. Ayla, Ayla, ik krijg genoeg van Ayla, dacht hij, de open ruimte voor de grot overstekend.
Broud, ik wou je graag nog even spreken voor jullie weggingen,' zei een man die hem halverwege tegemoet kwam lopen. 'Je weet dat ik een vrouw in mijn stam heb met een dochtertje dat net zo mismaakt is als de zoon van jullie medicijnvrouw. Ik heb met Brun gesproken en hij heeft erin toegestemd haar op te nemen, maar hij wilde dat ik er ook met jou over sprak. Jij zult tegen die tijd hoogst waarschijnlijk de leider zijn. De moeder heeft beloofd haar dochter tot een goede vrouw op te voeden, die de eerste stam en de zoon van de eerste medicijnvrouw waardig is. Je hebt toch geen bezwaar, Broud? 't Is een logische koppeling.' Nee,' gebaarde Broud kortaf en draaide zich op zijn hielen om. Als hij niet zo geïrriteerd was geweest, zou hij misschien wél bezwaar hebben gemaakt, maar hij had geen zin om in een discussie over Ayla verwikkeld te raken.
Tussen twee haakjes, dat was een mooie wedloop, Broud.'
De jonge man zag de opmerking niet meer, hij had de ander al de rug toegewend. Toen hij op de grot toebeende, zag hij twee vrouwen druk met elkaar staan praten. Hij wist dat hij weg zou moeten kijken om niet te zien wat ze zeiden, maar hij bleef gewoon recht voor zich uit staren, alsof hij hen niet zag ik kon gewoon niet geloven dat ze een vrouw van de Stam was, toen ik haar kleine zag . . . Maar zoals ze recht op Ursus afging net alsof ze van de gastheerstam was, helemaal niet bang of zo. Ik had het niet gekund.'
Ik heb even met haar gepraat, ze is echt aardig, en ze doet heel gewoon. Maar ik vraag me toch af, zal ze ooit een metgezel
vinden Ze is zo lang, welke man zal een vrouw willen hebben die langer is dan hij? Ook al is ze de hoogst geplaatste medicijnvrouw.
Iemand vertelde me dat één stam wel overwoog haar op te nemen er was niet genoeg tijd om alles te regelen en ik denk dat ze er nog over willen praten. Ze zeiden dat ze een boodschapper zouden sturen als ze haar wilden hebben.' Maar hebben ze niet een nieuwe grot? Ze zeggen dat zij hem gevonden heeft en dat hij heel groot is en hen ook al veel geluk heeft gebracht.'
"t Schijnt dicht bij de zee te zijn, en de paden zijn goed platgetreden. Ik denk dat een goede loper hen wel zou kunnen vinden.'
Broud liep de twee vrouwen voorbij en weerstond de neiging om de twee kletskousen een draai om de oren te geven. Maar ze waren niet van zijn stam, en hoewel hij het recht had elke willekeurige vrouw terecht te wijzen, was het niet zo verstandig er een van een andere stam een oorvijg te geven zonder toestemming van metgezel of leider, tenzij er duidelijk van een vergrijp sprake was. Hun vergrijp was voor hém duidelijk genoeg, maar voor een ander misschien niet.
'Onze medicijnvrouw zegt dat ze heel bedreven is,' merkte Norg op, net toen Broud de grot betrad.
'Ze is Iza's dochter,' gebaarde Brun, 'en Iza heeft haar goed opgeleid.'
'Spijtig dat zij niet kon komen. Ze is ziek, heb ik gehoord.' 'Ja, dat is een van de redenen waarom ik voort wil maken. We moeten nog een heel eind reizen. Je hebt ons zeer gastvrij ontvangen, Norg, maar iemands eigen grot is zijn thuis. Dit is een van de beste Stambijeenkomsten geweest. We zullen er nog lang aan terugdenken,' zei Brun.
Broud wendde zich met gebalde vuisten af, voor hij het compliment kon zien dat Norg de zoon van Bruns gezellin maakte. Ayla, Ayla, Ayla. Iedereen heeft het over Ayla. Je zou denken dat niemand anders iets bij deze Stambijeenkomst gedaan heeft dan alleen zij. Is zij als eerste uitgekozen? Wie zat er op de kop van de beer terwijl zij veilig en wel op de grond stond? Wat is er nou zo geweldig aan dat ze die jager het leven heeft gered, hij zal waarschijnlijk toch nooit meer kunnen lopen. Ze is lelijk, ze is te lang, en haar zoon is mismaakt, en ze moesten eens weten hoe onbeschaamd ze thuis is.
Net op dat moment rende Ayla hem met allerlei bundels in haai armen voorbij. Brouds blik vol haat was zo kwaadaardig dat zier van schrok. Wat heb ik nu weer misdaan? dacht ze. Ik heb Broud al die tijd dat we hier zijn nauwelijks gezien. ~ Broud was een volgroeide en krachtig gebouwde man van do Stam, maar hij was in een ander opzicht nog veel bedreigend dan alleen in lichamelijk opzicht. Hij was de zoon van de gezellin van de leider en voorbestemd om eens zelf leider te zijn. Dam dacht hij nu ook aan, terwijl hij toekeek hoe Ayla haar bundel buiten de grot neerzette.
Na het eten pakten de vrouwen vlug de weinige voorwerpen in die ze voor het bereiden van het ochtendmaal hadden gebruikt. Brun wilde nu snel weg, en zij ook. Ayla wisselde nog een paar laatste gebaren met enkele van de medicijnvrouwen, Norgs gezellin en nog een of twee andere vrouwen, wikkelde haar zoon in haar draagmantel en nam haar plaats aan het hoofd van de vrouwenrij in. Brun gaf een teken en daar gingen ze over het nut boste terrein voor de grot op weg. Voor ze de bocht in het pad rondden, bleef Brun staan en ze keken allen nog een laatste keer KIN. Norg en zijn stam stonden bij de ingang van de grot. 
Ga met Ursus,' seinde Norg.
Brun knikte en liep weer door. Het zou zeven jaar duren voor ze Norg terug zouden zien of misschien zouden ze hem wel nooit terugzien. Alleen de Geest van de Grote Holebeer wist het.

Zoals Brun wel had verwacht, viel de thuisreis Creb zwaar. Nu hij niet langer door vreugdevolle verwachtingen op de been werd gehouden en sombere gedachten over de wetenschap die hij voor zich had gehouden hem terneer drukten, liet het lichaam van de oude man liet keer op keer afweten. Bruns bezorgdheid groeide; hij had de grote tovenaar nooit zo terneergeslagen gezien. Hij bleef steeds achter. Telkens weer moest Brun een jager terugsturen om hem te gaan zoeken terwijl de anderen wachtten. De leider verlaagde het tempo in de hoop dat Creb hen dan gemakkelijker zou kunnen bijhouden, maar het scheen Creb gewoon niet te kunnen schelen. De enkele avondceremonieën die op Bruns instigatie werden gehouden, misten bezieling. Mog-ur scheen ze met tegenzin en met houterige gebaren uit te voeren, alsof zijn hart er niet bij was. Brun merkte op dat Creb en Ayla elkaar ontweken, en hoewel zij geen moeite had het tempo bij te houden had Ayla's tred haar veerkracht verloren. Er is iets mis tussen die twee, dacht hij.
Sinds halverwege de morgen waren ze door hoog, dor gras voortgetrokken Brun keek achterom; Creb was nergens te zien. Hij wilde al een van de mannen een wenk geven, maar bedacht zich en liep plaats daarvan naar Ayla terug. Ga Mog-ur eens zoeken,' gebaarde hij. Ze keek verrast op, knikte dan. Na Durc aan Oeba te hebben overhandigd, haastte ze zich terug over het spoor van geknakt en
platgetreden gras. Ze vond hem een heel eind terug, langzaam lopend en zwaar op zijn staf leunend. Hij scheen pijn te hebben. Ayla was zo verpletterd geweest door zijn reactie op haar liefdevolle betuigingen van spijt, dat ze daarna niet meer geweten had wat ze tegen hem moest zeggen. Ze was er zeker van dat zijn reumatische gewrichten hem veel pijn bezorgden, maar hij had geweigerd haar hem iets voor de pijn te laten geven. Na de eerste kortaffe weigeringen had ze het niet meer aangeboden, hoewel haar hart voor hem bloedde. Hij bleef staan toen hij haar zag. 'Wat doe je hier?' vroeg hij. 'Brun heeft me teruggestuurd om je te zoeken.' Creb knorde wat en zette zich weer in beweging. Ayla ging achter hem lopen. Ze keek naar zijn langzame pijnlijke schuifelgang tot ze het niet langer kon aanzien. Ze liep om hem heen en liet zich voor hem op de grond vallen, zodat hij wel moest blijven staan. Creb keek lang op de jonge vrouw neer voor hij haar op de schouder tikte.
'Deze vrouw zou graag willen weten waarom de Mog-ur vertoornd is.'
'Ik ben niet vertoornd, Ayla.'
'Waarom wil je me dan niet laten helpen?' vroeg ze smekend. 'Je hebt nooit eerder geweigerd.' Ayla deed haar best kalm te blijven. 'Deze vrouw is een medicijnvrouw. Ze werd ervoor opgeleid om hen die pijn lijden te helpen. Dat is haar werk, haar bestemming. Het doet deze vrouw pijn Mog-ur te zien lijden, en hem niet te kunnen helpen.' Ayla kon de formele spreektrant niet langer volhouden. 'Oh, Creb, laat me je toch helpen. Weetje niet meer dat ik van je hou? Voor mij ben je als de metgezel van mijn moeder. Je hebt voor me gezorgd, voor me gepleit, ik heb mijn leven aan je te danken. Ik weet niet waarom je bent opgehouden van mij te houden, maar ik ben niet opgehouden van jou te houden.' De tranen stroomden haar over het wanhopig gezicht. Waarom komt er toch altijd water in haar ogen als ze denkt dat ik niet van haar houd? En waarom roepen haar zwakke ogen altijd het verlangen in me op iets voor haar te doen? Hebben al de Anderen die kwaal? Ze heeft gelijk, ik heb er vroeger nooit bezwaar tegen gehad dat ze me hielp, wat zou het dan nu nog voor verschil maken? Ze is geen vrouw van de Stam. Wat De anderen ook denken, ze is bij de Anderen geboren, en ze zal altijd een van hen zijn. Ze weet het zelf niet eens. Ze denkt dat /<• een vrouw van de Stam is, dat ze een medicijnvrouw is. Ze is ook een medicijnvrouw. Ze is dan misschien niet van Iza's geslacht, maar ze is een medicijnvrouw en ze heeft echt geprobeerd een vrouw van de Stam te worden, hoe moeilijk het soms ook voor haar was. Ik vraag me af hóe moeilijk het voor haar is? Dit is niet de eerste keer dat er water in haar ogen staat, maar hoe vaak heeft ze niet uit alle macht geprobeerd het tegen te houden? Ze kan ze alleen niet tegenhouden wanneer ze denkt dat ik niet meer van haar houd. Kan haar dat werkelijk zo veel verdriet doen? Hoeveel verdriet zou 't mij doen als ik dacht dat ze niet meer van mij hield? Meer dan ik mezelf graag zou bekennen. Als zij op dezelfde manier liefheeft als wij, kan ze dan zo anders zijn? Creb probeerde haar als een vreemdelinge, als een vrouw van de Anderen te zien. Maar ze was nog steeds Ayla, nog steeds het kind van de gezellin die hij nooit had gehad. 'We moesten maar eens doorlopen, Ayla. Brun staat op ons te wachten. Veeg je ogen af en als we halt houden kun je me wat wilgebastthee maken, medicijnvrouw.'
Een glimlach brak door haar tranen heen. Ze krabbelde overeind en stelde zich weer achter hem op, maar na enkele stappen kwam ze naast hem lopen, aan zijn zwakke kant. Hij bleef even staan, knikte dan en liet zich door haar ondersteunen.
Brun bemerkte onmiddellijk een verbetering op en verhoogde weldra het tempo, hoewel ze nog steeds niet zo snel vorderden als lui wel had gewild. De oude man straalde nog steeds iets droefgeestigs uit, maar hij scheen zich meer moeite te geven. Ik wist wel dat er iets met die twee aan de hand was, dacht Brun, maar ze schenen het opgelost te hebben. Hij was blij dat hij op het idee was gekomen Creb door Ayla te laten ophalen. Creb liet zich inderdaad door Ayla helpen, maar toch bleef er nog steeds een zekere afstand tussen hen bestaan, een kloof die hij niet kon overbruggen. Hij kon de discrepantie tussen hen beider bestemmingen niet vergeten en dat schiep een gespannen sfeer die de gemakkelijke warme relatie van vroeger dagen belette terug te keren.

Hoewel het overdag nog warm was tijdens de reis, werden de nachten al koel. Het eerste verschijnen van met sneeuw bedekte bergtoppen ver in het westen gaf de stamleden nieuwe moed, maar toen de afstand met het verstrijken der dagen nauwelijks kleiner leek te worden, werd de bergketen op de zuidpunt van het schiereiland gewoon een onderdeel van het landschap. De afstand werd echter kleiner, hoe onmerkbaar ook. Terwijl ze dag na lange dag in westelijke richting bleven voorttrekken, gaven
blauwe kloven en spleten de gletsjers ieder hun eigen gezicht en nam het vage purper onder de ijzige bergtoppen de vorm van pieken en richels aan.
De laatste nacht op de steppe sjouwden ze tot donker door voor ze hun kamp opsloegen, en iedereen was bij het krieken van de dag wakker. De vlakte ging over in een heuvelachtig landschap met veel gras en hoge bomen en de aanblik van een grazende neushoorn uit de gematigde zone gaf het iets vertrouwds, vooral toen hij verder liep zonder zich te verwaardigen hen op te merken. Ze versnelden hun pas toen ze bij een pad kwamen dat de uitlopers van de bergen inliep. Dan rondden ze een bekende richel en zagen hun grot, en aller harten sloegen een slag over. Ze waren thuis.
Daar kwamen Aba en Zoug hen al tegemoet snellen. Aba begroette haar dochter en Droeg vol vreugde, omhelsde de oudere kinderen, sloot dan Groeb in haar armen. Zoug knikte Ayla toe terwijl hij zich Grod en Oeka, en dan naar Ovra en Goov haastte.
'Waar is Dorv?' gebaarde Ika.
'Dorv wandelt nu in de wereld der geesten,' antwoordde Zoug. 'Zijn ogen werden zo slecht dat hij niet meer zien kon wat je zei. Ik denk dat hij de moed opgaf en niet meer op jullie terugkomst wilde wachten. Toen de geesten hem kwamen halen, ging hij met hen mee. We hebben hem begraven en de plek gemarkeerd zodat Mog-ur hem zal kunnen vinden voor de doodsriten.' Ayla keek om zich heen, plotseling ongerust. 'Waar is Iza?' 'Ze is erg ziek, Ayla,' zei Aba. 'Ze is al sinds de vorige maan niet meer uit bed geweest.'
'Iza! Niet Iza! Nee! Nee!' riep Ayla, naar de grot rennend. Toen ze bij Crebs vuurplaats kwam wierp ze haar bundels neer en vloog op de vrouw af die daar op haar bontvachten lag. 'Iza! Iza!' riep de jonge vrouw. De oude medicijnvrouw sloeg de ogen op.
'Ayla,' zei ze, haar schorre stem was nauwelijks hoorbaar. 'De geesten hebben mijn wens verhoord,' gebaarde ze zwakjes, 'jullie zijn terug.' Iza strekte haar armen uit. Ayla omhelsde haar en voelde hoe mager en broos haar lichaam was, nauwelijks meer dan beenderen met gerimpelde huid erover. Haar haar wan sneeuwwit; de huid van haar gezicht spande als dor perkament over het bot rond de holle wangen en de diepliggende ogen. ze leek wel duizend jaar oud. En ze was nog maar net zesentwintig
Ayla kon nauwelijks zien door de tranen die haar over hol gezicht stroomden. 'Waarom ben ik toch naar de Stambijeenkomst gegaan? Ik had hier moeten blijven en voor jou moeten zorgen. Ik wist toch dat je ziek was; waarom ben ik weggegaan en heb ik je in de steek gelaten?'
'Nee, nee, Ayla,' wenkte Iza af. 'Je moet jezelf er niet de schuld van geven. Je kunt niet veranderen wat zo moet zijn. Ik wist dat ik stervende was toen jullie weggingen. Je had me niet kunnen helpen, niemand had me kunnen helpen. Ik wilde jullie alleen nog één keer zien voor ik me bij de geesten voegde.' Mc mag niet sterven! Ik laatje gewoon niet sterven! Ik zal voor je zorgen. Ik zal je beter maken,' gebaarde Ayla wild. 'Ayla, Ayla. Er zijn nu eenmaal dingen waar zelfs de beste medicijnvrouw niets aan kan verhelpen.'
I De inspanning van het spreken deed een hoestbui opkomen. Ayla hield Iza ondersteund tot het hoesten afnam. Ze schoof de vrouw haar bontvacht in de rug om haar meer rechtop te laten zitten, zodat ze gemakkelijker ademde, en begon dan in de medicijnvoorraden bij haar bed te rommelen.
Waar is de alantswortel? Ik kan de alantswortel niet vinden.' Ik denk niet dat er nog is,' gebaarde Iza zwakjes. De hoestaanval had haar uitgeput. 'Ik heb er een heleboel van gebruikt en kon het zelf niet meer van gaan halen. Aba is ervoor uitgegaan, maar ze kwam met zonnebloemen terug.'
II Ik had niet weg moeten gaan,' zei Ayla en rende de grot uit. Bij de ingang kwam ze Oeba met Durc en Creb tegen.
Iza is ziek,' gesticuleerde Ayla wanhopig, 'en ze heeft zelfs helemaal geen alantswortel meer. Ik ga wat halen. Er is geen vuur in
de vuurplaats, Oeba. Waarom ben ik toch naar De Stambijeenkomst gegaan? Ik had hier bij haar moeten blijven. Waarom ben
ik toch weggegaan?' Ayla's ontstelde gezicht, smoezelig van het
reizen was helemaal streperig van de tranen, maar ze bemerkte
het niet en het zou haar ook niet hebben kunnen schelen. ze
rende helling af terwijl Creb en Oeba zich de grot in haastten.
Ayla In holde pletsend door de stroom en dan regelrecht naar de wei waar de planten groeiden en groef daar de wortels met haar blote handen op, ze onbeheerst uit de grond rukkend. Ze bleef net lang genoeg bij de rivier staan om ze te wassen en snelde daarop terug naar De grot.
Oeba had een vuur gemaakt, maar het water dat ze was begonnen te verhitten, was nog maar nauwelijks warm. Creb stond over Iza heen gebogen en maakte met meer vuur dan hij vele dagen gevoeld formele gebaren, waarmee hij alle geesten die hij kende te hulp riep om haar levensgeesten te versterken, en hen smeekte haar nog niet mee te nemen. Oeba had Durc opeen matje gelegd. Hij was juist begonnen te kruipen en richtte zich op zijn handen en knieën op. Hij schoof naar zijn moeder toe die bezig was een wortel in kleine stukjes te snijden, maar ze duwde hem weg toen hij probeerde bij haar te drinken. Ayla had geen tijd voor haar zoon. Hij begon te jengelen toen ze de wortel in het water gooide en er vol ongeduld hete stenen bij deed om het sneller te laten koken.
'Laat me Durc eens zien,' gebaarde Iza. 'Hij is zo gegroeid.' Oeba nam hem op en bracht hem bij haar moeder. Ze legde De baby bij Iza op schoot, maar hij was niet in de stemming om zich door een oude vrouw die hij zich niet herinnerde te laten knuffelen en spartelde hevig om weer van haar schoot af te komen. 'Hij is sterk en gezond,' zei Iza, 'en heeft er helemaal geen moei te mee zijn hoofd rechtop te houden.'
'Hij heeft zelfs al een gezellin,' zei Oeba, 'of tenminste, een meisje dat hem is toegezegd.'
'Al een gezellin? Welke stam zou hem nu een meisje beloven? Hij is nog zo jong, en dan die mismaaktheid.' 'Er was een vrouw bij de Stambijeenkomst met een mismaakt dochtertje. Ze kwam de eerste dag naar ons toe,' legde Oeba uil 'Haar kleine ziet er net zo uit als Durc, wat haar hoofd betreft ten minste. Haar gezichtje is een beetje anders. De moeder vroeg of ze misschien aan Durc gekoppeld kon worden. Oda was zo bang dat haar dochter nooit een metgezel zou vinden. Brun en De leider van haar stam hebben het allemaal geregeld. Ik denk dal ze na de volgende Bijeenkomst wel hier bij ons zal komen wonen zelfs als ze dan nog geen vrouw is. Ebra heeft gezegd dat ze wel bij haar kon wonen tot ze beiden oud genoeg zouden zijn om gekoppeld te worden. Oda was zo blij, vooral nadat Ayla *)«
drank voor de ceremonie had gemaakt.' 'Ze hebben Ayla dus inderdaad als medicijnvrouw uit mijn geslacht geaccepteerd. Ik vroeg me nog af of ze dat zouden doen,' gebaarde Iza, dan legde ze haar handen in haar school Spreken vermoeide haar, maar het zien van haar dierbaren om haar heen schonk haar geest nieuwe kracht, zij het niet haar lichaam. Ze rustte even en vroeg dan: 'Hoe heet het meisje?' 'Oera,' antwoordde Iza's dochter.
'Een aardige naam, hij ligt goed in het gehoor.' Iza rustte weer enkele ogenblikken en stelde dan een andere vraag. 'En Ayla Heeft zij nog een metgezel bij de Stambijeenkomst gevonden '
De stam van Zougs verwanten overweegt haar op te nemen. Eerst weigerden ze haar, maar toen ze als medicijnvrouw was geaccepteerd, besloten ze er nog eens over na te denken. Er was geen tijd om iets definitiefs af te spreken voor we weggingen. Misschien zullen ze Ayla wel nemen, maar ik denk niet dat ze Durc willen.'
Iza knikte alleen en sloot haar ogen.
Ayla was vlees aan het fijnstampen om er vleesnat voor Iza van te trekken. Ze proefde telkens het kokende water met de wortel erin om te kijken of de kleur en smaak al goed waren, vol ongeduld wachtend tot het zover was. Durc kroop opnieuw drenzerig naar haar toe, maar ook nu duwde ze hem weg.
Geef hem mij maar, Oeba,' gebaarde Creb. Het jongetje was een tijdje stil toen hij op Crebs schoot zat en geïnteresseerd zijn baard bekeek. Maar ook daar kreeg hij vlug genoeg van. Hij wreef in zijn oogjes en maakte zich los uit de arm die hem omsloot, en kroop toen hij vrij was weer regelrecht naar zijn moeder. Hij was moe, en hij had honger. Ayla stond over het vuur gebogen en scheen het nauwelijks op te merken toen hij zich op wankele beentjes aan haar been probeerde op te trekken. Creb hees zich op, liet zijn staf vallen en wenkte Oeba hem de jongen op de arm te geven. Zwaar hinkend zonder zijn stok schuifelde hij naar Brouds vuurplaats en gaf Durc aan Oga.
Durc heeft honger en Ayla is druk bezig medicijnen voor Iza te maken. Wil jij hem voeden, Oga?'
Oga knikte, nam de baby van hem over en legde hem aan haar borst. Broud trok een zuur gezicht, maar een donkere blik van Mog-ur deed hem snel zijn boosheid wegfrommelen. Zijn haat jegens Ayla strekte zich niet uit tot de man die haar beschermde en voor haar zorgde. Broud vreesde Mog-ur te zeer om hem te haten, Hij had echter al jong ontdekt dat de grote heilige man zich zelden met het wereldlijk leven van de stam bemoeide en zijn activiteiten tot de wereld der geesten beperkte. Mog-ur had
Broud nooit belet de baas te spelen over de jonge vrouw die bijzijn vuurplaats woonde maar de jonge man had er geen behoefte aan rechtstreeks degens met de magiër te kruisen. De oude man schuifelde terug naar zijn vuurplaats en begon in de onordelijke neergeworpen bundels naar de blaas met holebeervet te zoeken, zijn aandeel van het gesmolten vet van het ritueel geslachte dier. Oeba zag hem bezig en schoot hem te hulp. Creb nam de blaas mee naar de plek van de geesten. Hoewel hij van het hopeloze van de situatie overtuigd was, zou hij ook het kleinste beetje magie dal tot zijn beschikking stond aanwenden om Ayla te helpen bij haar pogingen Iza in leven te houden. De wortel had lang genoeg gekookt en Ayla schepte een kommetje vol van de vloeistof, nu weer ongeduldig wachtend tot die afkoelde. Het warme vleesnat dat Ayla haar al eerder had gevoerd, met kleine teugjes, terwijl ze Iza's hoofd ondersteunde, net als Iza voor haar had gedaan toen ze vijf jaar oud en de dood nabij was, had ervoor gezorgd dat de oude medicijnvrouw weer wat opknapte. Ze had weinig gegeten sinds ze op bed was gaan liggen en daarvóór ook al niet veel. Het voedsel dat haar gebracht werd, bleef vaak onaangeroerd. Het was een troosteloze, eenzame zomer geweest voor Iza. Met niemand om haar heen om op haar te letten en ervoor te zorgen dat ze at, vergat ze het dikwijls of nam gewoon de moeite niet. De drie anderen hadden allen geprobeerd haar te helpen toen ze zagen dat ze achteruit ging, maar ze wisten niet hóe ze moesten helpen. Iza had zich vermand toen Dorvs einde nabij was, maar het oudste lid van de stam ging snel heen en ze kon weinig anders doen dan proberen hem het sterven te verlichten. Zijn dood had een sombere schaduw over de anderen geworpen. De grot scheen veel leger zonder hem en het gebeurde deed hen alle drie beseffen hoe dicht ze de volgende wereld waren genaderd. Hij was de eerste dode na de aardbeving.
Ayla zat naast Iza op het vocht in het benen kommetje te blazen, het zo nu en dan proevend om te kijken of het al voldoende was afgekoeld. Ze was zo volledig op Iza geconcentreerd dat ze niet merkte dat Creb met Durc wegging en ze zag hem evenmin de kleine grot binnengaan, en ze was zich er ook niet van bewust dal Brun naar haar stond te kijken. Ze hoorde de zachte pruttelende geluidjes van Iza's ademhaling en wist dat ze stervende was, maar wilde het niet geloven. Koppig zocht ze haar geheugen al naar mogelijke behandelingswijzen.
Een nat verband van de onderbast van de moerasden? Ja, en een thee van duizendblad, 't Zou ook moeten helpen als ze de stoom inademt. Bramen en hertshooi, en venushaar. Nee, dat is alleen voor een lichte kou. Kliswortels? Misschien. Stijfselkruid' Natuurlijk, en de wortel is in de herfst het best. Ayla was vastbesloten Iza met allerlei soorten thee vol te gieten, met vochtige doeken te overdekken en haar zonodig in stoom te verdrinken als het maar hielp. Alles, alles wilde ze doen om het leven vim haar moeder, de enige moeder die ze kende, te verlengen. Ze kun de gedachte dat Iza zou sterven niet verdragen.
Hoewel Oeba zich de ernst van haar moeders ziekte scherp bewust was, had ze Bruns aanwezigheid wel degelijk opgemerkt. Het was niet gebruikelijk dat een man de vuurplaats van een andere man in diens afwezigheid bezocht, en Brun maakte Oeba nerveus. Ze schoot gehaast toe om de links en rechts bij de vuurplaats neergeworpen pakken en bundels te verzamelen om het er wat netter te laten uitzien, steeds van Brun naar Ayla en van Ayla weer naar haar moeder kijkend. Daar er niemand was om haar leiding en iets duidelijks te doen te geven, wist ze niet wat ze met Bruns bezoek aan moest. Niemand reageerde op hem, niemand heette hem welkom, wat verwachtte men van haar? Brun sloeg de drie vrouwen gade de oude medicijnvrouw, de verbeten werkende jonge medicijnvrouw die geen gelijkenis met de Stam vertoonde en toch hun hoogst geplaatste genezeres was, en Oeba, die eveneens voorbestemd was om medicijnvrouw te worden. Hij was altijd op zijn bloedverwante gesteld geweest. Zij was het kleine meisje dat geknuffeld en vertroeteld werd en o zo welkom was toen er eenmaal een gezonde jongen geboren was "in het leiderschap over te nemen. Hij had altijd de neiging gehad haar te beschermen. Hij zou nooit de man die haar metgezeI was geweest voor haar hebben gekozen, Brun had hem nooit gemogen, een opschepper die zijn gebrekkige broeder bespotte. I /,i had geen keus, maar ze had zich goed gehouden. Toch was ze na de dood van haar metgezel gelukkiger geweest dan ooit tevoren Ze was een goede vrouw, en een goede medicijnvrouw. De stam zou haar missen.
Iza's dochter wordt ook al groot, dacht hij, het meisje gadeslaand. Oeba zal weldra een vrouw zijn. Ik zou eigenlijk eens over een metgezel voor haar moeten nadenken. Het moet een goede metgezel zijn, iemand met wie ze goed overweg kan. 't is trouwens ook beter voor een jager als zijn gezellin hem toegewijd is. Maar wie is er anders dan Vorn? Ik moet ook aan Ona denken en zij kan Vorns gezellin niet worden, ze zijn bloedverwanten. Ze zal moeten wachten tot Borg een man is. Als ze vroeg vrouw wordt, zou ze al een kind kunnen hebben voor Borg zo ver is dat hij gekoppeld kan worden. Misschien zou ik er wat vaart achter moeten zetten, hij is ouder dan Ona. Als hij oud genoeg is om zich verlichten is hij ook oud genoeg om een man te worden. Zou Vorn een goede metgezel voor Oeba zijn? Droeg heeft een gunstige invloed op hem gehad, en hij doet wel graag flink als ze in de buurt is. Hij ziet misschien wel wat in haar. Brun borg zijn overpeinzingen in zijn ordelijk brein weg om er later op
terug te kunnen komen.
De alantswortelthee was afgekoeld en Ayla wekte de oude vrouw die nu ingedommeld was en ondersteunde haar hoofd teder terwijl ze haar de medicijn liet drinken. Ik denk niet dat je haar er deze keer doorheen sleept, Ayla, zei Brun bij zichzelf, naar de broze vrouw kijkend. Hoe heeft ze zo snel zo oud kunnen worden? Ze was de jongste van ons; nu ziet ze er ouder uit dan Creb. Ik herinner me nog dat ze mijn gebroken arm zette. Ze was toen niet veel ouder dan Ayla toen die Bracs arm zette, maar een vrouw en al gekoppeld. Ze heeft 't ook keurig gedaan. Ik heb er nooit meer last van gehad, afgezien van wat scheuten de laatste tijd. Ik word ook al oud. Mijn dagen als jager zullen weldra voorbij zijn en dan zal ik het leiderschap aan Broud over moeten dragen.
Is hij er wel klaar voor? Hij deed 't zo goed bij de Stambijeenkomst, ik heb hem toen al bijna tot leider gemaakt. Hij is dapper, iedereen vertelde me steeds wat een geluksvogel ik was. Dat ben ik ook; ik was bang dat die misschien uitverkoren zou worden om met Ursus mee te gaan. 't Zou een eer zijn geweest, maar ik was deze keer blij dat hij ons niet te beurt viel. Gom was een goede kerel, het was een hard gelag voor Norgs stam. Dat is het altijd wanneer Ursus iemand uitkiest. Soms kan je eerder van geluk spreken als de eer je neus voorbij gaat; de zoon van mijn gezellin wandelt nog in deze wereld. En hij is onbevreesd. Misschien té onbevreesd. Een beetje overmoed en roekeloosheid is best voor een jonge man, maar een leider moet bedachtzamer zijn. Hij moet om zijn mannen denken. Hij moet denken en plannen maken zodat de jacht zal slagen, maar toch zijn mannen niet nodeloos in gevaar brengen. Misschien zou ik hem eens enkele jachten moeten laten leiden. Hem het eens laten meemaken. Hij moet leren dat leider zijn meer omvat dan het tentoonspreiden van veel durf. Je hebt er ook nog verantwoordelijkheidsgevoel en zelfbeheersing voor nodig.
Wat is het toch aan Ayla dat altijd het slechtste in hem naai buiten brengt? Waarom verlaagt hij zich tot rivaliteit met haar ' Ze mag er dan wat anders uitzien, ze is nog steeds maar een vrouw. Maar wel dapper voor een vrouw, wilskrachtig. Ik vraag me af of Zougs verwanten haar nog zullen willen nemen? ’t Zou vreemd zijn zonder haar, nu ik aan haar gewend ben. En ze is een goede medicijnvrouw, een waardevol lid voor elke stam Ik zal doen wat ik kan om ervoor te zorgen dat ze haar nam waarde schatten. Kijk haar nu eens zelfs haar zoon, de zoon die ze bereid was naar de volgende wereld te volgen, kan haar gedachten niet van Iza afleiden. Er zijn er niet veel die een holebeer zouden trotseren om iemand het leven te redden. Ze kan ook onbevreesd zijn, en ze heeft geleerd zich te beheersen. Ze heeft zich bij de Bijeenkomst goed gedragen, in elk opzicht als
een fatsoenlijke vrouw, niet zoals toen ze jonger was. Niemand sprak anders dan lovend over haar toen de Bijeenkomst afgelopen was.
'Brun!' riep Iza met zwakke stem. 'Oeba, breng de leider wat thee,' gebaarde ze, en probeerde wat meer rechtop te gaan zitten. Nog steeds was zij de meesteres van Crebs vuurplaats. 'Ayla, breng Brun een vacht om op te zitten. Deze vrouw betreurt dat ze de leider niet zelf kan bedienen.'
Iza, doe geen moeite. Ik ben niet voor thee gekomen, ik ben voor jou gekomen,' gebaarde Brun terwijl hij bij haar bed ging zitten. Hoe lang sta je daar al?' vroeg Iza.
'Niet lang Ayla was druk, ik wilde har niet storen, en jou ook niet, voor ze klaar was. Men heeft je gemist bij de Stambijeenkomst.'
Was het een geslaagde bijeenkomst?'
Deze stam is nog steeds de beste. De jagers hebben zich goed
geweerd; Broud werd als eerste voor de Beerceremonie gekozen.
Ook Ayla heeft een goed figuur geslagen. Ze heeft veel complimenten gekregen.'
Complimenten! Wat heb je aan complimenten? Te veel complimenten maken de geesten jaloers. Als ze het maar goed heeft
i" 'I i in, als ze de stam eer heeft aangedaan, dat is genoeg.' Ze heeft het  goed gedaan. Ze is geaccepteerd, ze heeft zich als een fatsoenlijk vrouw gedragen. Ze is jouw dochter, Iza. Hoe zou iemand iets anders kunnen verwachten?'
Ja, ze is mijn dochter, net als Oeba mijn dochter is. Ik heb geluk gehad, de geesten hebben mij verkozen mij met twee dochters te begunstigen, en ze zullen beiden goede medicijnvrouwen zijn. Ayla kan Oeba's opleiding afmaken.'
Nee! Ayla haar in de rede. 'Jij zult Oeba's opleiding afmaken. Je zult weer beter worden, wacht maar af,' gebaarde ze in
een wanhopig optimisme. 'Je móet beter worden, moeder.'
Ayla kindje.. De geesten wachten al op me, ik zal weldra met hen mee moeten gaan. Ze hebben mijn laatste wens vervuld, om mijn dierbaren nog te zien voor ik ga, maar ik kan hen niet veel langer laten wachten.'Het vleesnat en de medicijn hadden de laatste reserves van de zieke vrouw gemobiliseerd. Haar temperatuur steeg in nog één heldhaftige poging van haar lichaam om de ziekte die haar levenskrachten had ondermijnd te verslaan. De glans in haar koortsig starende ogen en de hoge kleur op haar wangen verleenden haar een valse schijn van gezondheid. Maar er lag een doorschijnende gloed over Iza's gezicht alsof het van binnenuit werd verlicht. Het was geen blos van gezondheid. Het onaardse schijnsel werd de gloed des doods genoemd, en Brun had het al eens eerder gezien. Het was het laatste opgloeien van het leven voor het het lichaam verliet.
Oga hield Durc lang bij Brouds vuurplaats en bracht het slapende kind pas terug lang nadat de zon was ondergegaan. Oeba legde hem neer op Ayla's bontvachten, die ze op de grond had uitgespreid. Het meisje voelde zich angstig en verloren. Ze kon zich tot niemand wenden om steun; ze was bang Ayla te storen bij haar pogingen Iza te redden, en ook bang haar moeder te storen. Creb was alleen lang genoeg terug geweest om met een pasta van rode oker en berevet symbolen op Iza's lichaam te schilderen, terwijl hij zijn gebaren over haar maakte. Daarna was hij meteen weer naar de kleine grot teruggegaan en er niet meer uit teruggekeerd.
Oeba had alles uitgepakt en de vuurplaats aan kant gemaakt, een avondmaal bereid dat niemand at, en het weer opgeruimd. Toen ging ze stil naast de slapende baby zitten, wensend dat ze iets te doen kon vinden, het gaf niet wat, als ze maar bezig was. Het zou weliswaar de angst in haar hart niet verminderen, maar het leidde haar ten minste af. Het was beter dan maar te zitten toekijken hoe haar moeder stierf. Tenslotte ging ze op Ayla's bed liggen, legde haar arm om de baby heen en kroop dicht tegen hem aan in een verloren poging althans bij iemand een beetje warmte en geborgenheid te vinden.
Ayla was voortdurend met Iza in de weer, en probeerde elke medicijn en behandelingswijze die ze maar kon bedenken. Ze bleef onafgebroken aan haar zijde, bang om haar ook maar even te verlaten, bang dat de vrouw weg zou glippen als ze haar een ogenblik alleen liet. Ze was niet de enige die die nacht een wake hield. Alleen de kleine kinderen sliepen. Bij elke vuurplaats in de verduisterde grot staarden mannen en vrouwen in de rode kooltjes van omwalde vuurtjes of lagen met wijd open ogen op hun bontvachten.
Buiten was de hemel bedekt en de sterren onzichtbaar. De duisternis in de grot ontmoette bij de wijde grotingang een nog dieper zwart, zodat elk blijk van leven achter de smeulende sintels van het grotvuur aan het oog werd onttrokken. In de stilte van de vroege morgen, toen de nacht op haar diepst en donkerst was, hief Ayla met een ruk het hoofd uit een korte dommeling. 'Ayla,' zei Iza opnieuw in een schorre fluister. 'Wat is er, Iza?' gebaarde Ayla. De ogen van de oude medicijnvrouw glansden in het zwakke licht van het rood gloeiend houtskool in de vuurplaats.
'Ik wil je nog iets zeggen voor ik ga,' gebaarde Iza, liet dan haar handen weer vallen. Het kostte haar grote inspanning ze te bewegen.
'Probeer maar niet te praten, moeder. Rust nu maar. Morgenochtend zul je sterker zijn.'
'Nee, kind, ik moet het nu zeggen. Ik zal de ochtend niet halen.'
'O jawel. Je moet. Je mag niet doodgaan,' gebaarde Ayla. 'Ayla, ik ga, je moet het aanvaarden. Laat me uitspreken; ik heb niet veel tijd meer.' Iza rustte opnieuw, terwijl Ayla in stomme wanhoop afwachtte.
'Ayla, ik heb van jou altijd het meest gehouden. Ik weet niet waarom, maar het is zo. Ik wou je bij me houden, wilde dat je bij De stam bleef. Maar ik zal er gauw niet meer zijn. Creb zal over niet te lange tijd ook zijn weg naar de wereld der geesten vinden, en Brun wordt al oud. Dan zal Broud leider worden. Ayla, je Kunt hier niet blijven wanneer Broud de leider is. Hij zal een manier bedenken om je kwaad te doen.' Weer rustte Iza, waarbij tv haar ogen sloot en vocht om adem en kracht om verder te spreken.
Ayla, mijn dochter, mijn vreemd, gedreven kind dat altijd zo haar best deed, ik heb je tot medicijnvrouw opgeleid zodat je genoeg aanzien zou hebben om bij de stam te blijven, zelfs als je nooit een metgezel vond. Maar je bent een vrouw, je hebt een metgezel nodig, een man voor jezelf. Je behoort niet tot de Stam, Ayla Je bent bij de Anderen geboren, je hoort bij hen. Je moet hier weggaan, kind, je moet je eigen soort zoeken.' Weggaan?' gebaarde Ayla ontsteld. 'Waar zou ik heen moeten, Iza Ik ken helemaal geen Anderen, ik zou niet eens weten waar ik ze moest zoeken.'Er zijn er velen ten noorden van hier, Ayla, op het vasteland achter het schiereiland. Mijn moeder vertelde me dat de man die haar moeder genas uit het noorden kwam.' Weer zweeg Iza even, dwong zich dan verder te spreken. 'Je kunt niet hier blij ven, Ayla. Ga ze zoeken, mijn kind. Zoek je eigen volk, je eigen
metgezel.'
Toen vielen Iza's handen neer en haar ogen sloten zich. Haar ademhaling ging stotend en oppervlakkig. Ze spande zich nog eenmaal in diep adem te halen en sloeg haar ogen weer op. 'Zeg Oeba dat ik van haar houd, Ayla. Maar jij was mijn eerste kind, de dochter van mijn hart. Hield altijd van jou . . . van jou het
meest. . .'
Iza's adem ontsnapte in een beverige zucht. Ze ademde niet meer in.
'Iza! Iza!' gilde Ayla. 'Moeder, ga niet weg, laat me niet alleen! Oh, moeder, ga niet weg!'
Oeba ontwaakte door Ayla's jammerkreten en ze rende op hen af. 'Moeder! Oh nee! Mijn moeder is dood, mijn moeder is
dood!'
Het meisje en de jonge vrouw staarden elkaar aan. 'Ik moest je van haar zeggen dat ze van je hield, Oeba,' zei Ayla. Haar ogen waren droog, de schok was nog niet helemaal tot haar doorgedrongen. Creb schuifelde op hen af. Hij was zijn grot al uit voor Ayla schreeuwde. Met een hoge snik strekte Ayla haar armen naar de beide anderen uit en ze klemden zich gedrieën in hun gezamenlijke smart en wanhoop aan elkaar vast. Ayla's tranen bevochtigden hen allen. Oeba en Creb hadden geen tranen, maar hun verdriet was er niet minder om.