Hoofdstuk 15

Toen het jachtgezelschap op weg ging, terug naar het zuiden, volgden de seizoenen elkaar in omgekeerde volgorde op de winter ging over in herfst. Een dreigend uitziend wolkendek en de geur van sneeuw hadden hun vertrek verhaast; ze hadden weinig zin om door de eerste echte sneeuwstorm van de winter in het noorden van het schiereiland verrast te worden. Het warmere weer van de zuidpunt gaf hen een vals gevoel van naderende lente, waarbij een verwarrende verwisseling optrad. In plaats van nieuwe jonge halmen en ontluikende wilde bloemen deinde hoog gras in gouden golven op de steppen, en de bomen op de beschutte zuidpunt bloeiden in een bonte lappendeken van karmijn en barnsteen, afgewisseld met het eeuwig groen van naaldbomen. Maar van een afstand gezien was het effect misleidend. De meeste loofbomen hadden hun bladeren laten vallen en weldra zou de winter over het land komen. De terugreis duurde langer dan de tocht naar het gebied der mammoeten toe. De snelle, afstand verslindende marspas was met hun zware bepakking een onmogelijkheid. Maar Ayla ging niet alleen gebukt onder het gewicht van het mammoetvlees. Schuldgevoelens, angstige gespannenheid en neerslachtigheid drukten haar zwaarder terneer. Niemand zei iets over het incident, maar het was niet vergeten. Dikwijls ving ze bij het argeloos opkijken iemands starende blik voordat deze snel werd afgewend en slechts enkelen richtten zich tot haar wanneer dat niet absoluut noodzakelijk was. Ze voelde zich geïsoleerd, eenzaam en erg angstig. Zelfs uit de weinige gesprekken die ze had gevoerd was al voldoende duidelijk geworden waaruit de straf voor haar vergrijp bestond.
De bij de grot achtergeblevenen hadden naar de terugkeer van de jagers uitgekeken. Vanaf de dag waarop ze op zijn vroegst werden terugverwacht werd er iemand, meestal een van de kinderen, op de uitkijk gezet bij de richel, van waaraf men een goed uitzicht over de steppen had.
Toen Vorn vroeg op de dag als eerste de wacht betrok, keek hij aanvankelijk een tijdje gewetensvol over het uitgestrekte panorama uit, maar dat begon hem alras te vervelen. Hij was niet graag alleen weg van de grot, met zelfs niet eens Borg om mee te spelen. Hij begon allerlei jachtscènes te fantaseren en joeg zijn nog niet geheel op mannenmaat gesneden speer zo dikwijls in de
grond dat de punt ondanks het feit dat hij gehard was, begon te rafelen. Het was zuiver toeval dat hij juist even naar beneden keek toen het jachtgezelschap in het gezicht kwam. 'Slagtanden! Slagtanden!' schreeuwde Vorn, naar de grot terugrennend.
'Slagtanden?' vroeg Aga, 'wat bedoel je, "slagtanden"?' 'Ze zijn terug!' gesticuleerde Vorn opgewonden. 'Brun en Droeg en de anderen, en ik zag dat ze slagtanden bij zich hadden!' Iedereen rende tot halverwege de steppe de heuvel af om de zegevierende jagers te begroeten. Maar toen ze hen bereikten, was het duidelijk dat er iets aan de hand was. De jacht was geslaagd, de jagers zouden uitgelaten hebben moeten zijn. In plaats daarvan was hun tred zwaar en hun manier van doen bedrukt. Brun keek grimmig en Iza had aan één blik op Ayla voldoende om te weten dat er iets vreselijks was gebeurd, iets waar haar dochter bij betrokken was.
Terwijl het jachtgezelschap een gedeelte van zijn last aan de thuisblijvers overdroeg, werd de reden voor de sombere stemming uiteengezet. Ayla sjokte met gebogen hoofd de heuvel op, zonder acht te slaan op de steelse blikken die er in haar richting werden geworpen. Iza was met stomheid geslagen. Als ze zich al eerder over het onorthodoxe gedrag van haar dochter zorgen had gemaakt, was dat niets vergeleken bij de ijskoude angst die haar nu om harentwil besprong.
Bij de grot gekomen, brachten Oga en Ebra het gekwetste kind bij Iza. Ze sneed de berkebasten spalk weg en onderzocht het jongetje.
'Zijn arm hoort binnenkort weer zo goed als nieuw te zijn,' was haar oordeel. 'Hij zal wel wat littekens overhouden, maar de wonden sluiten zich al en de arm is goed gezet. Maar ik kan er toch maar beter weer een spalk omheen doen.' De vrouwen ademden verlicht op. Ze wisten dat Ayla weinig ervaring had en hoewel er niet veel anders op had gezeten dan Brac door het meisje te laten behandelen, waren ze er niet gerust op geweest. Een jager had twee gezonde sterke armen nodig. Als Brac de macht over één arm verloor zou hij nooit leider kunnen worden, wat zijn eigenlijke bestemming was. Als hij niet op jacht zou kunnen, zou hij zelfs nooit een man worden, maar zijn leven slijten in het tweeslachtig vacuüm waarin de oudere jongens verkeerden die de fysieke volwassenheid bereikt, maar nog niet hun eerste grote prooi gedood hadden.
Ook Brun en Broud waren opgelucht. Maar Brun hoorde het goede nieuws met gemengde gevoelens aan. Het maakte het hem nog moeilijker tot een beslissing te komen. Ayla had Brac niet alleen het leven gered, ze had er ook voor gezorgd dat hij een volwaardig leven zou kunnen leiden. Hij had het probleem lang genoeg voor zich uit geschoven. Hij wenkte Mog-ur en de beide mannen wandelden samen weg.
Het verhaal dat Brun hem deed, schokte Creb tot in het diepst van zijn ziel. Hij was verantwoordelijk voor Ayla's opvoeding en onderricht en hij had kennelijk gefaald. Maar er was iets anders dat hem nog meer hinderde. Al toen hij voor het eerst hoorde van de dieren die de mannen telkens vonden, had hij het gevoel gehad dat geesten daar niets mee van doen hadden. Hij had zich zelfs afgevraagd of Zoug of een van de andere mannen de anderen een ingewikkelde poets aan het bakken was. Het leek onwaarschijnlijk, maar zijn intuïtie zei hem dat de dode dieren door mensenhand gevallen waren. Hij had ook veranderingen in Ayla opgemerkt, veranderingen die hem nu hij erover nadacht iets hadden moeten zeggen. Vrouwen liepen niet met de geluidloze sluipgang van de jager, ze maakten lawaai en dat was maar goed ook. Meer dan eens had Ayla hem laten schrikken door zo zachtjes te naderen dat hij haar niet hoorde. Er waren ook andere dingen, kleinigheden die zijn achterdocht hadden moeten wekken.
Maar hij was verblind geweest door zijn liefdevoor haar. Hij had zichzelf niet op het idee willen laten komen dat ze misschien jaagde, hij wist veel te goed wat de consequenties waren. Het deed de oude tovenaar twijfelen aan zijn eigen integriteit, aan zijn geschiktheid voor zijn functie. Hij had zijn gevoelens voor het meisje voor laten gaan boven de geestelijke veiligheid van de stamleden. Verdiende hij hun vertrouwen nog? Was hij Ursus nog waardig? Was hij nog gerechtigd als Mog-ur te blijven functioneren?
Creb gaf zichzelf de schuld van hetgeen Ayla had gedaan. Hij had haar aan de tand moeten voelen; hij had haar niet zo vrij rond moeten laten zwerven; hij had haar een strengere tucht moeten opleggen. Maar al zijn zelfverwijt over wat hij had moeten doen, veranderde niets aan hetgeen hij nog zou moeten doen. Het vonnis berustte bij Brun, maar in zijn functie van Mog-ur moest hij het voltrekken, was het zijn plicht het kind dat hij liefhad ter dood te brengen.
'Het is nog maar een vermoeden dat zij degene is die die dieren heeft gedood,' zei Brun. 'We moeten haar daar nog over ondervragen, maar ze heeft de hyena gedood en ze had een slinger. Ze moet ergens op geoefend hebben, anders had ze nooit zo bedreven kunnen zijn. Ze is beter dan Zoug met dat wapen, Mog-ur, en 't is nog wel een meisje! Hoe heeft ze het in vredesnaam kunnen leren? Ik heb me al eerder afgevraagd of er niet iets mannelijks in haar steekt, en ik ben niet de enige. Ze is net zo lang als een man en nog steeds geen vrouw. Denk je dat er enige waarheid kan schuilen in de gedachte dat ze misschien nooit een vrouw zal worden?'
'Ayla is een meisje, Brun, en eens zal ze een vrouw worden, net als ieder ander meisje, of dat zou ze geworden zijn. Ze is een meisje dat een wapen heeft gebruikt.' De tovenaar klemde zijn kaken opeen; hij wilde zich niet aan illusies vastklampen. 'Nu, ik wil toch wel eens weten hoe lang ze al jaagt. Maar het kan nog wel tot morgenochtend wachten. We zijn nu allemaal vermoeid; het is een lange reis geweest. Zeg Ayla maar dat we haar morgen zullen ondervragen.'
Creb hinkte terug naar de grot, maar bleef maar heel even bij zijn vuurplaats staan, net lang genoeg om Iza te seinen dat ze het meisje moest zeggen dat ze 's morgens ondervraagd zou worden, en begaf zich toen naar de kleine zijgrot. Hij keerde de hele nacht niet bij zijn vuurplaats terug.

De vrouwen staarden de mannen zwijgend na toen ze met Ayla als laatste in de rij het bos inliepen. Ze begrepen niets van wat er gebeurde en waren van tegenstrijdige gevoelens vervuld. Ayla zelf begreep er ook niets van. Ze had altijd geweten dat ze er verkeerd aan deed op jacht te gaan, al wist ze niet hoe ernstig het vergrijp was. Zou het iets hebben uitgemaakt als ik het wél geweten had? vroeg ze zich af. Nee. Ik wilde jagen. Ik zou hoe dan ook zijn gaan jagen. Maar ik wil niet dat de bozen mede hele weg naar de wereld der geesten achtervolgen. Ze sidderde bij de gedachte.
liet meisje vreesde de onzichtbare, kwaadaardige machten al evenzeer als ze geloofde in de macht van beschermtotems. Zelfs de geest van de Holeleeuw had haar immers niet tegen hen kunnen beschermen? Ik moet me vergist hebben, dacht ze. Mijn totem zou me geen teken gegeven hebben dat ik op jacht kon gaan als hij wist dat ik ervoor zou moeten sterven. Hij heeft me waarschijnlijk de eerste keer dat ik een slinger opraapte al verlaten. Ze dacht er niet graag over na.
De mannen bereikten een open plek en zetten zich om Brun heen op omgevallen boomstammen en rotsblokken, terwijl Ayla aan zijn voeten neerzonk. Brun tikte haar op de schouder ten teken dat ze hem aan mocht zien en begon haar zonder enige inleiding te ondervragen.
'Was jij degene die de vleeseters doodde die de jagers telkens vonden, Ayla?'
'Ja,' knikte ze. Het had geen zin nu nog iets te willen verbergen. Haar geheim was ontdekt en ze zouden het gemerkt hebben als ze probeerde een ontwijkend antwoord te geven. Ze was al evenmin tot liegen in staat als enig ander lid van de stam. 'Hoe heb je met een slinger leren omgaan?' 'Dat heb ik van Zoug geleerd,' antwoordde ze. 'Van Zoug!' herhaalde Brun. Aller hoofden wendden zich beschuldigend naar de oude man.
'Ik heb het meisje nooit met een slinger leren omgaan,' gebaarde hij verdedigend.
'Zoug wist niet dat ik van hem leerde,' gebaarde Ayla vlug, de oude man te hulp schietend. 'Ik keek toe wanneer hij Vorn aanwijzingen gaf.'
'Hoe lang jaag je al?' was Bruns volgende vraag.
'Nu twee zomers. En de zomer daarvoor heb ik alleen geoefend,
niet gejaagd.'
'Dat is net zo lang als Vorn aan het oefenen is,' merkte Zoug op.
'Dat weet ik,' zei Ayla. 'Ik ben op dezelfde dag begonnen als hij.'
'Hoe weetje zo precies wanneer Vorn begonnen is, Ayla?' vroeg Brun, nieuwsgierig hoe ze dat met zo'n stelligheid kon zeggen. 'Ik was erbij, ik keek toe.' 'Hoe bedoel je, je was erbij? Waar dan?' 'Bij het oefenveldje. Iza had me erop uitgestuurd om wat bast van de wilde kers te halen, maar toen ik er aankwam waren jullie er ook allemaal,' legde ze uit. 'Iza had de kersebast nodig en ik wist niet hoe lang jullie zouden blijven, dus bleef ik wachten en keek toe. Zoug gaf Vorn toen juist zijn eerste les.' 'Zag je Zoug Vorn zijn eerste les geven?' kwam Broud tussenbeide. 'Weetje zeker dat het zijn eerste was?' Broud herinnerde zich die dag maar al te goed. De herinnering joeg hem nog steeds het bloed naar de kaken. 'Ja Broud, ik weet het zeker,' antwoordde ze. 'Wat heb je nog meer gezien?' Brouds ogen hadden zich tot spleetjes vernauwd en zijn gebaren waren hoekig en kortaf. Ook
Hum herinnerde zich plotseling wat er op de dag dat Zoug met Vorns lessen begon op het oefenveld was gebeurd, en was niet erg meenomen met de gedachte dat een meisje van het voorval getuige was geweest.
Ayla aarzelde. 'Ik zag de andere mannen ook oefenen,' antwoordde ze, in een poging het kritieke punt te omzeilen, maar toen zag ze de strenge uitdrukking die in Bruns ogen verscheen. En ik zag Broud Zoug omver duwen, en toen werd je heel kwaad op hem, Brun.'
Dal heb je ook gezien? Je hebt dat allemaal gezien?' vroeg Broud ontzet. Hij trilde van woede en schaamte. Waarom moest vim alle mensen, van alle mensen van de stam, uitgerekend zij «Int gezien hebben? Hoe meer hij erover nadacht, hoe erger de vernedering brandde en hoe razender hij werd. Ze was getuige geweest van de ergste uitbrander die hij ooit in het openbaar van Hum had gekregen. Broud herinnerde zich zelfs weer hoe jammerlijk hij toen bij alle worpen gemist had en het schoot hem plotseling te binnen dat hij ook de hyena gemist had. De hyena die zij had gedood. Een meisje, dat meisje, had hem een figuur luien slaan.
Iedere vriendelijke gedachte, ieder sprankje dankbaarheid dat lui ooit jegens haar had gevoeld, verdween als sneeuw voor de zou Ik zal zo blij zijn als ze dood is, dacht hij. Ze verdient het. Hij kon de gedachte niet verdragen dat ze door zou blijven leven mei die herinnering aan het akeligste en meest beschamende moment in zijn leven.
Ui mi sloeg de zoon van zijn gezellin gade en kon zijn gedachten bijna aflezen aan de uitdrukkingen op zijn gezicht. Spijtig, dacht hij, juist nu er een kansje was dat er een einde aan de vijandschap lussen hen zou komen. Niet dat het er nog toe doet. Hij zette de ondervraging voort.
Je zei dat je op dezelfde dag als Vorn begon te oefenen, vertel daar eens wat over.'
I oen jullie weg waren, stak ik het veldje over en zag de slinger als Broud had weggegooid op de grond liggen. Niemand had er
aan gedacht nadat jij zo kwaad op Broud was geworden. Ik
weet niet waarom, maar ik was gewoon nieuwsgierig of ik het ook zou kunnen. Ik herinnerde me wat Zoug allemaal had gezegd en probeerde het. Het was niet gemakkelijk, maar ik bleef het de hele middag proberen. Ik vergat hoe laat het al werd. Ik raakte de paal één keer, het zal wel toeval zijn geweest, maar In i r i' me het idee dat ik het best wéér zou kunnen als ik goed oefende, dus hield ik de slinger.'
'Ik neem aan dat je van Zoug ook leerde hoe je er een moest
maken.'
'Ja.'
'En die zomer heb je geoefend?' 'Ja.'
'Toen besloot je ermee te gaan jagen, maar waarom jaagde je op vleeseters? Dat is moeilijker, en ook gevaarlijker. We hebben dode wolven en zelfs dode lynxen gevonden. Zoug heeft altijd gezegd dat die met de slinger gedood konden worden en jij hebt bewezen dat hij gelijk had, maar waarom vleeseters?' 'Ik wist dat ik nooit iets voor de stam mee zou kunnen nemen, ik wist dat ik niet eens een wapen aan mocht raken, maar ik wilde jagen, het in ieder geval proberen. De vleeseters stelen altijd eten van ons; ik dacht dat ik de stam zou helpen als ik ze doodde. En het zou niet zo'n verspilling zijn, want we eten ze niet. Dus besloot ik op hén te gaan jagen.'
Het bevredigde zijn nieuwsgierigheid naar haar beweegredenen om op roofdieren te gaan jagen, maar vertelde hem niet waarom ze nu eigenlijk wilde jagen. Ze was een meisje; geen enkel vrouwelijk lid van de stam wilde ooit op jacht gaan. 'Je weet dat het gevaarlijk was om de hyena op zo'n afstand proberen neer te leggen; je had Brac wel kunnen raken,' ging Brun verder. Hij had op het punt gestaan zijn bola te gebruiken, hoewel de kans dat hij de jongen met een van de grote stenen zou doden vrij groot was. Maar een ogenblikkelijke dood door een verbrijzelde schedel was te verkiezen boven die welke het kind te wachten stond, en dan zouden ze tenminste het lichaam van de jongen gehad hebben om te begraven, zodat ze hem met alle bijbehorend ritueel zijn reis naar de wereld der geesten konden laten beginnen. Ze zouden van geluk hebben mogen spreken wanneer ze nog wat verspreide botten hadden gevonden als de hyena zijn gang had kunnen gaan.
'Ik wist dat ik hem kon raken,' antwoordde Ayla eenvoudig. 'Hoe kon je dat zo zeker weten? De hyena was buiten bereik.' 'Hij was niet buiten mijn bereik. Ik heb wel eerder dieren op die afstand neergelegd. Ik mis niet vaak.'
'Ik dacht de wonden van twee stenen te zien,' gebaarde Brun.
'Ik heb ook twee stenen gegooid,' bevestigde Ayla. 'Dat heb ik
mezelf geleerd nadat die lynx me aangevallen had.'
'Je bent door een lynx aangevallen?' vroeg Brun.
'Ja,' knikte Ayla, en vertelde van haar hachelijke ontmoeting met de grote kat.
'Wat is je bereik?' vroeg Brun. 'Nee, zeg 't maar niet, laat het ons maar eens zien. Heb je je slinger bij je?' Ayla knikte en stond op. Allen liepen naar de overzijde van de open plek, waar een smal beekje over een rotsige bedding murmelde. Ze zocht enkele kiezelstenen van de goede grootte en vorm bijeen. Ronde waren het best om ver en trefzeker mee te gooien, maar met puntige, scherpkantige brokstukken ging het ook wel.
'Die kleine witte steen naast de grote kei aan de overkant,' gebaarde ze.
Brun knikte. Het was ruim anderhalf maal zo ver als een van hen een steen kon slingeren. Ze mikte zorgvuldig, legde een steen in haar slinger, smeet, en had er dadelijk daarop een tweede in en onderweg. Zoug draafde erheen om haar trefzekerheid te condoleren.
Er zijn twee schilfers van de witte steen geslagen. Ze heeft beide keren doel getroffen,' kondigde hij bij zijn terugkeer aan, met een lichte verwondering en éven iets van trots in zijn ogen. ze was een meisje. Ze had de slinger nooit zelfs maar mogen aanraken de Stamtraditie was op dat punt heel duidelijk maar ze kon er wél mee omgaan. Ze deed hem als instructeur eer aan, zelfs al had hij haar les gegeven zonder het te weten. Dat kunstje met die twee stenen, dacht hij, dat is een techniek die ik ook wel wil leren. Zougs trots was de trots van de echte leraar op een uitstekende leerling; een leerling die goed oplette, goed leerde en dan de meester overtrof. En ze had zijn gelijk bewezen. Mi mis blik ving een beweging op in het open veld. Ayla!' riep hij. 'Dat konijn! Leg het neer!' Ze keek even in de richting waarin hij wees, zag het diertje over In i veld springen en deed het ter plekke neervallen. Het was nu mei nodig haar trefzekerheid te controleren. Brun wierp een waarderende blik op het meisje. Ze is vlug, dacht hij. Het idee dat een vrouw op jacht ging, botste met zijn gevoel voor betamelijkheid, maar bij Brun gingen de belangen van de stam altijd
voor de veiligheid, het zeker bestaan, het welzijn van de stamleden kwamen op de eerste plaats. Ergens in zijn achterhoofd wist lui wat een aanwinst ze voor de stam zou kunnen zijn. Nee, het I in niet, zei hij tegen zichzelf. Het druist tegen de tradities in, 't is geen Stamzede.
Creb kon niet dezelfde waardering voor haar vaardigheid opbrengen. Als hij nog getwijfeld had, was hij nu door haar 
De gedachte dat ze het misnoegen van de tovenaar had opgewekt, was voor haar erger dan wat dan ook. 'Je hebt hem niet alleen aangeraakt. Je hebt ermee gejaagd, ermee gedood, terwijl je wist dat je er verkeerd aan deed.' 'Mijn totem gaf me een teken, Creb. Ik dacht ten minste dat het een teken was.' Ze maakte de knopen van haar amulet los. 'Toen ik besloten had te gaan jagen, vond ik dit.' Ze overhandigde Mog-ur het fossiel.
Een teken? Haar totem gaf haar een teken? Opschudding onder de mannen. Ayla's openbaring wierp een nieuw licht op de zaak; maar waaróm had ze besloten te gaan jagen? De tovenaar bekeek het fossiel aandachtig. Het was een heel bijzondere steen, in de vorm van een zeedier, maar beslist een steen. Het zóu een teken kunnen zijn. Maar dat bewees niets. Tekens waren iets tussen de ontvanger en zijn totem; niemand kon de tekens van iemand anders begrijpen. Mog-ur gaf de steen aan het meisje terug.
'Creb,' zei ze smekend, 'ik dacht dat mijn totem me op de proef stelde. Ik dacht dat de manier waarop Broud me behandelde de proef was. Ik dacht dat als ik dat kon leren verdragen mijn totem me zou toestaan te gaan jagen.' De mannen wierpen ironische blikken in de richting van de jonge man om zijn reactie te zien. Had ze werkelijk gedacht dat haar totem Broud gebruikte om haar op de proef te stellen? Broud keek gegeneerd. 'Ik dacht dat het ook een proef was toen de lynx me aanviel. Ik ben daarna bijna met jagen opgehouden, ik was te bang. Toen kwam ik op het idee het met twee stenen te proberen, zodat ik nog eens zou kunnen gooien als ik de eerste keer miste. Ik dacht zelfs dat mijn totem me het idee ingaf.'
'Juist,' zei de heilige man. 'Ik zou graag wat tijd hebben om hierover te mediteren, Brun.'
'Misschien moesten we er allemaal maar een tijdje over nadenken. Morgenochtend zullen we weer bijeenkomen,' kondigde de leider af, 'zonder het meisje.'
'Wat valt er na te denken?' wierp Broud tegen. 'We weten toch allemaal welke straf ze verdient.'
'Haar straf kan gevaarlijk zijn voor de hele stam, Broud. Ik moet absoluut zeker zijn dat we niets over het hoofd hebben gezien Droeg. 'Zou het met haar totem te maken hebben? Het is een mannentotem.'
Ik wilde Mog-urs uitspraak toen niet in twijfel trekken,' zei Zoug, 'maar ik ben nooit helemaal van die Holeleeuw van haar overtuigd geweest, zelfs niet met die tekens op haar been. Nu I wij fel ik niet meer. Hij had gelijk, zoals altijd.' Zou ze niet gedeeltelijk een man kunnen zijn?' opperde Crug. "t Is wel eens meer gezegd.'
Dat zou haar onvrouwelijk gedrag kunnen verklaren,' voegde Dorv eraan toe.
<) nee, 't is een meisje hoor,' zei Broud. 'Geen twijfel aan. Ze moet ter dood gebracht, dat weet iedereen.' Waarschijnlijk heb je gelijk, Broud,' zei Crug. Ook al zou ze gedeeltelijk een man zijn, het idee dat een vrouw op jacht gaat staat me niet aan,' merkte Dorv grimmig op. 'Ik vind het niet eens prettig haar in de stam te hebben. Ze is te anders.'
' Ie weet dat ik dat ook altijd gevonden heb, Dorv,' viel Broud hem bij. 'Ik weet niet waarom Brun er nog eens over wil praten. Als ik leider was zou ik haar gewoon veroordelen en daarmee uil.'
I lol is geen beslissing die men lichtvaardig neemt, Broud,' zei Grod. 'Waarom zo'n haast? Eén dag meer doet er toch niet toe.'
Broud liep door zonder de moeite te nemen hem te antwoorden. Die oude man moet me altijd beleren, dacht hij, hij neemt 't altijd voor Brun op. Waarom kan Brun geen besluit nemen? Ik heb het mijne allang genomen. Waar dient al dat gepraat voor? Misschien wordt hij oud, te oud om nog langer leider te zijn.

Ayla strompelde achter de mannen aan terug naar de grot. Ze liep rechtstreeks naar Crebs vuurplaats en naar haar slaapvacht, waar ze voor zich uit ging zitten staren. Iza probeerde haar over te halen wat te eten, maar ze schudde alleen het hoofd. Oeba begreep niet erg wat er aan de hand was, maar ze wist wel dat het lange, zo door haar bewonderde en geliefde meisje, ergens verdriet over had. Ze ging naar Ayla toe en kroop bij haar op schoot. Ayla wiegde het kleine meisje zwijgend in haar armen. Op een of andere manier wist Oeba dat ze haar troost verschafte. Ze stribbelde niet tegen, maar liet zich door Ayla wiegen en viel na een tijdje in slaap. Iza nam het kind uit Ayla's armen en legde haar in bed, kroop dan ook in haar slaapvacht, maar slapen kon ze niet. Haar hart was te zwaar van droefheid om het vreemde meisje dat ze haar dochter noemde en dat daar maar stil in de gloeiende kooltjes van het stervend vuur zat te staren. De ochtend kwam helder en koud. Er vormde zich al ijs aan de oevers van de stroom en 's morgens was de stille door de bron gevoede vijver bij de ingang van de grot bedekt met een dun vliesje gestold water, dat gewoonlijk gesmolten was tegen de tijd dat de zon hoog aan de hemel stond. Over niet al te lange tijd zou de stam zich weer voor de winter in de grot moeten opsluiten. Iza wist niet of Ayla had geslapen; toen ze ontwaakte, zag ze het meisje nog steeds op haar bontvacht zitten. Ze sprak niet, ze bevond zich in een eigen wereld, zich nauwelijks van haar gedachten bewust. Ze wachtte slechts. Creb was ook deze tweede nacht niet bij zijn vuurplaats teruggekeerd. Iza had hem de donkere spleet zien binnenschuifelen die toegang verleende tot het binnenste heiligdom. Hij kwam pas 's morgens weer naar buiten. Na het vertrek van de mannen bracht Iza het meisje wat thee, maar Ayla reageerde niet op de zachte vragen van de medicijnvrouw. Toen deze later terugkwam, stond de thee nog steeds naast haar, koud en onaangeroerd, 't Is alsof ze al dood is, dacht Iza. Haar adem stokte haar in de keel toen de ijzige klauw van haar smart zich om haar hart sloot. Het was bijna meer dan Iza kon verdragen.
Brun leidde de mannen naar een plek in de luwte van een groot rotsblok dat hen tegen de felle wind beschutte en liet een vuur aanleggen voor hij de vergadering opende. Het ongerief van het zitten in de kou zou de mannen tot overhaaste uitspraken kunnen verleiden en hij wilde al hun gevoelens en overwegingen vernemen. Toen hij begon, was het in de volkomen klankloze symbolen waarmee de stamleden zich tot de geesten richtten en daarmee deelde hij de mannen mee dat dit geen informele bijeenkomst was, maar een officiële vergadering. 'Het meisje Ayla heeft een slinger gebruikt om de hyena te doden die Brac had aangevallen. Zij hanteert het wapen al drie jaar. Ayla is van het vrouwelijk geslacht; volgens de traditie van de Stam moet een meisje of vrouw die een wapen gebruikt sterven. Heeft iemand iets naar voren te brengen?' 'Droeg zou willen spreken, Brun.' 'Droeg mag spreken.'
'Toen de medicijnvrouw het meisje vond, zochten wij naar een nieuwe grot. De geesten waren vertoornd en hadden een aardbeving gezonden om ons thuis te vernietigen. Misschien waren ze niet eens zo vertoornd, misschien wilden ze alleen een beter onderkomen en misschien ook wilden ze ons het meisje laten vinden. Ze is vreemd, ongewoon, zoals een teken van je totem. We hebben sinds we haar vonden steeds geluk gehad. Ik denk dat zij geluk brengt en ik denk dat het door haar totem komt. Dat zij door de Grote Holeleeuw is uitverkoren, is slechts een onderdeel van haar vreemd-zijn. Wij vonden haar eigenaardig omdat ze zich graag in het water van de zee begaf, maar als ze niet zo eigenaardig was geweest zou Ona nu in de wereld der geesten vertoeven. Ona is maar een meisje en niet eens bij mijn vuurplaats geboren, maar ik ben zeer op haar gesteld geraakt. Ik zou haar gemist hebben; ik ben dankbaar dat ze niet verdronken is.
Wij vinden haar vreemd, maar wij weten weinig over de Anderen. Ze behoort nu tot de Stam, maar ze is niet bij de Stam geboren. Ik weet niet waarom ze ooit op jacht heeft willen gaan; voor vrouwen van de Stam is jagen verkeerd, maar hun vrouwen doen het misschien wel. Het doet er niet toe, ze deed er nog steeds verkeerd aan, maar als ze zichzelf niet met de slinger had leren omgaan zou ook Brac nu dood zijn. De gedachte aan de dood die hij gestorven zou zijn is geen prettige. Dat een jager door een vleeseter gedood wordt, gebeurt nu eenmaal wel eens, maar Brac is een klein kind.
Zijn dood zou een verlies voor de hele stam betekend hebben, Brun, niet alleen voor Broud en jou. Als hij gestorven was, zouden we hier niet bijeenzitten om te proberen te besluiten wat wc met het meisje dat zijn leven redde moesten doen; we zouden touwen om de jongen die eens leider had zullen zijn. Ik vind wel •lat liet meisje gestraft moet worden, maar hoe kunnen we haar ter dood veroordelen? Ik heb gezegd
.' Zoug zou willen spreken, Brun.
' Zoug mag spreken.''Wat Droeg zegt, is juist; hoe kun je het meisje veroordelen nadat ze Brac het leven heeft gered? Ze is anders, ze is niet in de Mam geboren en misschien denkt ze niet helemaal zoals een vrouw betaamt, maar afgezien van de kwestie met de slinger, gedraagt ze zich als een goede vrouw uit de Stam. Ze is altijd een modelmeisje geweest, gehoorzaam, eerbiedig 
'Dat is niet waar! Ze is opstandig, onbeschaamd,' viel Broud hem in de rede.
ik ben aan het woord, Broud,' gebaarde Zoug scherp. Brun wierp Broud een afkeurende blik toe en hij deed er verder het zwijgen toe.
"t Is waar,' ging Zoug voort, 'dat het meisje toen ze jonger was zich onbeschaamd tegen je gedragen heeft, Broud. Maar je was er zelf schuld aan, jij bent degene die er zo'n drukte over maakt. Als jij je als een kind gedraagt, is het dan zo vreemd dat het meisje je niet als een man behandelt? Ze is tegen mij nooit anders dan gehoorzaam geweest en vol plichtsbesef. Ook heeft ze zich nooit jegens welke andere man ook brutaal gedragen.' Broud gluurde de oude jager woedend aan, maar hield zich in. 'Zelfs al was dat niet het geval,' sprak Zoug verder, 'ik heb nog nooit iemand gezien die zo goed met de slinger was als zij. Ze zegt dat ze het van mij heeft geleerd. Ik heb het nooit geweten, maar ik wil hierbij openlijk zeggen dat ik wilde dat ik zo'n getalenteerde leerling had en ik moet toegeven dat ik nu van haar zou kunnen leren. Ze wilde voor de stam gaan jagen en toen dat niet kon, zocht ze een andere manier om de stam te helpen. Ze mag dan bij de Anderen geboren zijn, in haar hart behoort ze tot de Stam. Ze heeft altijd de belangen van de stam boven die van zichzelf gesteld. Ze heeft niet aan het gevaar voor zichzelf gedacht toen ze Ona achterna ging. Ze kan zich dan wel goed door het water bewegen, maar ik zag hoe uitgeput ze was toen ze Ona aan de kant bracht. De zee had ook haar kunnen meesleuren. Ze wist dat het verkeerd was dat ze op jacht ging, hield haar geheim drie jaar verborgen, maar ze aarzelde niet toen Bracs leven in gevaar was.
Ze is zeer bekwaam met dat wapen, beter dan wie ook die ik ken. Het zou jammer zijn die vaardigheid te verspillen. Ik zeg, laat haar zich nuttig maken voor de stam, laat haar jagen . . .' 'Nee! Nee! Nee!' Broud sprong woedend overeind. 'Het is een meisje. We kunnen niet toestaan dat vrouwen op jacht gaan.' 'Broud,' zei de trotse oude jager, ik ben nog niet uitgesproken. Je mag het woord vragen wanneer ik klaar ben.' 'Laat Zoug uitspreken, Broud!' waarschuwde de leider. 'Als je niet weet hoe je je bij een officiële vergadering hoort te gedragen, kun je gaan.'
Broud ging weer zitten, worstelend met zijn drift.
'De slinger is geen belangrijk wapen. Ik begon mijn vaardigheid
ermee pas te vergroten toen ik te oud werd om met een speer te jagen. De andere wapens zijn de echte mannenwapens. Ik zeg: laat haar jagen, maar alleen met de slinger. Laat de slinger het wapen zijn van oude mannen en van vrouwen, of althans van deze vrouw. Nu ben ik uitgesproken.'
'Zoug, je weet evengoed als ik dat een slinger moeilijker te hanteren is dan een speer en vele malen heb jij voor vlees gezorgd wanneer de jacht mislukt was. Verklein je eigen verdienste niet terwille van het meisje. Met een speer heb je alleen een sterke arm nodig,' zei Brun.
en sterke benen en een sterk hart, en goede longen en een heleboel moed,' antwoordde Zoug.
'Ik vraag me af hoeveel moed ervoor nodig was om een tweede lynx tegemoet te treden na er door een aangevallen te zijn, alléén, met niets anders dan een slinger in je hand?' merkte Droeg op. ik zou geen bezwaar tegen Zougs voorstel hebben als ze alleen met een slinger jaagt. De geesten schijnen geen bezwaar te hebben; ze brengt ons nog steeds geluk. Kijk maar naar de mammoetjacht.'
Ik weet niet of dat een beslissing is die we kunnen nemen,' zei Brun. ik zie geen mogelijkheid haar in leven te laten, laat staan haar te laten jagen. Je kent de tradities, Zoug. Het is nog nooit gedaan; zouden de geesten zich ermee kunnen verenigen? Hoe hen je eigenlijk op het idee gekomen? Vrouwen van de Stam lagen niet.'
'Nee, vrouwen van de Stam jagen niet, maar deze heeft 't wél gedaan. Ik zou waarschijnlijk niet op het idee gekomen zijn als ik niet wist dat ze het kón, als ik het niet met eigen ogen had gezien. Al wat ik zeg is: laat haar blijven doen wat ze al gedaan heeft.' 'Wal vind jij ervan, Mog-ur?' vroeg Brun. 'Wat verwacht je dat hij zal zeggen, ze woont bij zijn vuurplaats!' merkte Broud bitter op.
Ui oud!' voer Brun uit. 'Beschuldig jij Mog-ur ervan dat hij zijn eigen gevoelens, zijn eigen belangen vóór die van de stam laat gaan? Is hij niet Mog-ur? Dé Mog-ur? Denk je dat hij niet zal zeggen wat juist, wat rechtvaardig is?'Nee, Brun. Brouds opmerking is terecht. Mijn gevoelens voor Ayla zijn bekend; 't is niet gemakkelijk te vergeten dat ik haar liefheb, Ik vind dat jullie dat geen van allen moeten vergeten, al heb ik geprobeerd mijn gevoelens opzij te zetten. Maar ik kan er niet zeker van zijn dat mij dat gelukt is. Sinds jullie thuiskomst heb ik gevast en gemediteerd, Brun. Vannacht vond ik de weg terug naar herinneringen die ik nog niet eerder heb ontdekt, misschien omdat ik er nooit naar hebt gezocht. Lang geleden, lang voordat wij ons tot een Stam verenigd hadden, hielpen vrouwen mannen bij de jacht.' Overal geluiden van ongeloof.
'Ja, werkelijk. We zullen een ceremonie houden en dan zal ik jullie erheen geleiden. Toen we nog maar pas geleerd hadden werktuigen en wapens te maken en we geboren werden met een kennis die als de herinneringen was, maar anders, doodden zowel vrouwen als mannen dieren voor voedsel. Net als een berin jaagde een vrouw voor zichzelf en haar kinderen. Pas later begonnen mannen voor een vrouw en haar kroost te jagen, en nog weer later bleven vrouwen met kinderen thuis. Toen mannen voor de kinderen begonnen te zorgen, toen ze voedsel thuis begonnen te brengen, was dat het begin van de Stam en daardoor kon de Stam ook groeien. Als de moeder van een kleintje stierf terwijl ze op zoek was naar voedsel, kwam ook de kleine om. Maar pas toen de mensen ophielden elkaar te bevechten en leerden samenwerken, samen op jacht te gaan, ontstond de Stam in haar tegenwoordige vorm. En ook toen nog jaagden sommige vrouwen wel, toen zij nog degenen waren die met de geesten spraken.
Brun, je zei zojuist dat het nooit eerder is gedaan. Je vergist je; de vrouwen van de Stam hebben vroeger gejaagd. De geesten keurden dat toen goed, maar het waren andere geesten, oeroude geesten, niet de geesten van totems. Het waren machtige geesten, maar zij zijn reeds lang ter ruste gegaan. Ik weet niet zeker of ze wel met recht Stamgeesten genoemd kunnen worden. Het was niet zo dat ze vereerd of aanbeden werden, ze werden meer gevreesd; maar ze waren niet boosaardig, alleen machtig.' De mannen waren perplex. Hij sprak van tijden die zo oud en zo zelden herinnerd waren, dat ze bijna vergeten, bijna nieuw waren. En toch deed alleen al zijn vermelding van die tijden een herinnering aan de angsten boven komen en meer dan één van hen huiverde.
ik betwijfel of in de Stam geboren vrouwen nu nog ooit zouden willen jagen,' ging Mog-ur voort, ik ben er niet zeker van dat ze het zouden kunnen. Het is te lang geleden, de vrouwen zijn sindsdien veranderd, evenals de mannen. Maar Ayla is anders, de Anderen zijn anders, ze verschillen sterker van ons dan we beseffen. Ik denk dat als we haar toestonden te blijven jagen, dat wat de andere vrouwen betreft geen verschil zou maken. Haar jagen, haar verlangen om op jacht te gaan verbaast hen evenzeer
als ons. Meer heb ik niet te zeggen.'
Heeft er nog iemand anders iets te zeggen?' vroeg Brun. Hij was u echter niet zeker van dat hij nog meer wilde horen. Er waren naar zijn smaak al te veel nieuwe ideeën geopperd. Goov zou willen spreken, Brun.' Goov mag spreken.'
'Ik ben nog maar een leerling, ik weet niet zoveel als Mog-ur, maar ik denk dat hij iets vergeet. Misschien komt het doordat hij zo zijn best heeft gedaan zijn gevoelens voor Ayla erbuiten te houden. Hij heeft zich geconcentreerd op de herinneringen, niet op het meisje zelf. Misschien uit angst dat dan zijn liefde zou spreken en niet zijn verstand. Hij heeft niet aan haar totem gedacht.
I leeft iemand er wel eens over nagedacht hoe een machtig mannentotem een meisje gekozen kan hebben?' Hij gaf zelf het antwoord op zijn retorische vraag. 'Na Ursus is de Holeleeuw de machtigste totem. De holeleeuw is machtiger dan de mammoet; lui bejaagt hem, weliswaar alleen de jonge en de oude, maar in elk geval jaagt hij soms op mammoeten. De holeleeuw jaagt niet op mammoeten.'
Ie bent niet logisch, Goov. Eerst zeg je dat de holeleeuw op mammoeten jaagt, dan zegje dat hij niet op ze jaagt,' gebaarde Brun.
'Mij niet, zij. We zien dat over het hoofd wanneer we over beschermtotems spreken; zelfs bij holeleeuwen is het mannetje de beschermer. Maar wie is de jager? De grootste vleeseter van alle, de sterkste jager is de leeuwin! Het vrouwtje! Is zij niet degene die de buit naar het mannetje brengt? Hij kan wel doden, maar zijn taak is bescherming te geven terwijl zij jaagt. Vreemd dal een Holeleeuw een meisje kiest, nietwaar? Heeft iemand er ooit aan gedacht dat haar beschermer misschien niet de Holeleeuw, maar de Holeleeuwin kan zijn? Het vrouwtje? De jager? Zou dat niet kunnen verklaren waarom het meisje wilde jagen? Waarom ze een teken kreeg? Misschien was het de Leeuwin die haar het teken gaf, misschien is dat de reden dat ze op haar linkerbeen getekend werd. Is het werkelijk zoveel vreemder dat ze jaagt dan dat ze een dergelijke totem heeft? Ik weet niet of ik dit juist zie, maar jullie moeten toegeven dat het een mogelijkheid is. Of haar totem nu de Holeleeuw of de Holeleeuwin is, als In i de bedoeling is dat ze jaagt, mogen wij 't haar dan beletten? Mogen wij haar machtige totem weerstreven? En durven wij het dan op ons nemen haar te veroordelen omdat ze doet wat haar totem wenst dat ze doet?' besloot Goov. ik heb gezegd.' Bruns hoofd tolde. De ideeën kwamen te snel op hem af. Hij had tijd nodig om na te denken, om het uit te puzzelen. Natuurlijk is het de leeuwin die jaagt, maar wie heeft er ooit van een vrouwelijke totem gehoord? De geest, het wezen van een beschermgeest is toch altijd mannelijk? Alleen iemand die zich dagenlang in de wegen der geesten verdiepte, zou tot de conclusie kunnen komen dat de totem van het meisje dat gejaagd had de jager was van de soort die haar totem belichaamde. Maar Brun wilde dat Goov niet de gedachte had geopperd dat zij wel eens tegen de wensen van een zo machtige totem in zouden kunnen gaan. Het hele idee van een jagende vrouw was zo iets bijzonders, riep zoveel gedachten op, dat verscheidene mannen huns ondanks de kleine extra stap hadden moeten zetten die de grenzen van hun behaaglijke, veilige, duidelijk geordende wereld verschoof. Iedere man sprak vanuit zijn eigen opvattingen, vanuit zijn eigen belangen of belangstelling, en ieder had de grens alleen op dat éne punt verschoven; maar Brun moest hen allen volgen en het was bijna te veel voor hem. Hij voelde het als zijn plicht ieder aspect in overweging te nemen voordat hij een vonnis velde en hij wenste dat hij tijd had ze allemaal zorgvuldig te overdenken. Maar de beslissing kon niet veel langer worden uitgesteld. 'Heeft iemand anders nog een bepaalde mening?' 'Broud zou willen spreken, Brun.' 'Broud mag spreken.'
'Al deze ideeën zijn belangwekkend en kunnen ons misschien stof verschaffen om op koude winterdagen over na te denken, maar de tradities van de Stam zijn duidelijk. Bij de Anderen geboren of niet, het meisje behoort tot de Stam. Vrouwen van de Stam mogen niet jagen. Ze mogen nog niet eens een wapen aanraken of een werktuig dat gebruikt wordt om er een wapen mee te maken. We kennen allen de straf. Ze moet sterven. Het maakt geen verschil of de vrouwen lang geleden wél op jacht gingen. Dat een berin jaagt of een leeuwin, wil nog niet zeggen dat een vrouw het mag. Wij zijn beren noch leeuwen. Het maakt geen verschil of ze een machtige totem heeft of de stam geluk brengt. Het maakt geen verschil of ze goed met een slinger kan omgaan of zelfs dat ze de zoon van mijn gezellin het leven heeft gered. Ik ben haar daar natuurlijk dankbaar voor iedereen zal opgemerkt hebben dat ik dat op de terugweg meermalen heb gezegd maar het maakt geen verschil. De tradities van de Stam laten geen afwijkingen toe. Een vrouw die een wapen gebruikt, moet sterven. We kunnen dat niet veranderen. Het is Stamzede. Deze hele bijeenkomst is tijdverspilling. Er is geen ander besluit dat je nemen kunt, Brun. Ik heb gezegd.'
Broud heeft gelijk,' zei Dorv. 'Het is niet aan ons om de tradities van de Stam te veranderen. De ene uitzondering leidt tot de andere. Er zou al gauw niets meer zijn waar we op konden bouwen. De straf voor haar vergrijp is de dood; het meisje moet sterven.'
Hier en daar werd instemmend geknikt. Brun reageerde niet onmiddellijk. Broud heeft gelijk, dacht hij. Welk ander besluit zou ik kunnen nemen? Ze heeft Brac het leven gered, maar daarbij heeft ze een wapen gebruikt. Brun was niet dichter bij een oplossing gekomen dan op de dag dat Ayla haar slinger te voorschijn trok en de hyena doodde.
Ik zal al jullie gedachten in overweging nemen voor ik tot een beslissing kom. Maar nu wil ik ieder van jullie vragen mij een definitief antwoord te geven,' zei de leider ten slotte. De mannen zaten in een kring rond het vuur. Ieder balde een hand tot een vuist en hield deze voor zijn borst. Een op en neer gaande bewering zou een bevestigend antwoord betekenen, een heen en weer gaande beweging een ontkennend.
Grod,' begon Brun bij zijn tweede man, 'vind jij dat het meisje Ayla sterven moet?'
Grod aarzelde. Hij voelde met de leider mee in diens dilemma. Grod was al vele jaren Bruns tweede man, hij kon zijn gedachten bijna lezen en zijn respect voor hem was mettertijd toegenomen. Maar hij kon geen andere mogelijkheid ontdekken. Hij bewoog
zijn vuist omhoog, dan omlaag.
Wat voor keus hebben we, Brun?' voegde hij eraan toe.
Grod zegt ja. Droeg?' vroeg Brun, zich tot de gereedschapmaker wendend.
Droeg aarzelde niet. Hij bewoog zijn vuist voor zijn borstkas heen en en weer.
Droeg zegt nee. En jij, Crug? 
Crug keek naar Brun, dan maar Mog-ur, ten slotte naar Broud
Hij bewoog zijn vuist omhoog.
Grug zegt ja, het meisje moet sterven,' bevestigde Brun.
Groov?'
De jonge leerling reageerde onmiddellijk door zijn vuist zijdelings. over zijn borst te bewegen. Goov vindt van niet. Broud?'Broud bewoog zijn vuist al omhoog voor Brun zijn naam kon noemen, en Brun ging even snel door naar de volgende. Hij kende Brouds antwoord al. 'Ja. Zoug?'
De oude meester-slingeraar ging trots rechtop zitten en bewoog zijn vuist voor zijn borstkas heen en weer met een nadrukkelijkheid die geen ruimte voor twijfel liet.
'Zoug vindt dat het meisje niet moet sterven, wat vind jij, Dorv?'
De hand van de andere oude man ging omhoog en voor hij hem omlaag kon brengen, richtten aller ogen zich al op Mog-ur. 'Dorv zegt ja. Mog-ur, wat is jouw mening?' vroeg Brun. Hij had wel vermoed wat de anderen zouden zeggen, maar van de oude tovenaar was de leider niet zo zeker.
Creb werd door tweestrijd verscheurd. Hij kende de tradities van de Stam. Hij gaf zichzelf de schuld van Ayla's vergrijp, omdat hij haar te veel vrijheid had gegeven. Hij voelde zich schuldig over zijn liefde voor haar, vreesde dat deze zijn redelijk denken zou beïnvloeden, dat hij aan zichzelf zou denken in plaats van aan de stam en begon zijn vuist opwaarts te bewegen. Zich aan de wetten van de logica vastklampend, besloot hij dat ze moest sterven. Maar vóór hij de beweging kon voltooien schoot zijn vuist opzij, alsof iemand anders hem vastgegrepen had en hem voor Creb bewoog. Hij kón zich er niet toe brengen haar te veroordelen, hoewel hij zou doen wat hij moest doen wanneer de beslissing eenmaal was gevallen. Hij had geen keus. De keus was aan Brun en alleen aan Brun.
'De meningen zijn gelijk verdeeld,' verklaarde de leider. 'De beslissing heeft trouwens toch al steeds bij mij gelegen, ik wilde alleen weten wat jullie ervan vonden. Mog-ur zegt dat we vanavond een ceremonie zullen houden. Dat is een goede gedachte. Ik zal de hulp van de geesten nodig hebben en wij zullen allen misschien hun bescherming nodig hebben. Jullie zullen mijn besluit morgenochtend horen. Zij zal hem dan ook horen. Ga nu en maak je gereed voor de ceremonie.'
Nadat de mannen waren heengegaan, bleef Brun alleen bij het vuur achter. Langs het uitspansel joegen wolken, voortgejaagd door de felle wind, die onder het passeren ijzige regenbuien lieten vallen, maar Brun bemerkte al evenmin iets van de regen als van het sputteren van de laatste stervende sintels in het vuur, Het was bijna donker toen hij tenslotte moeizaam overeind kwam en langzaam naar de grot terug sjokte. Hij zag Ayla nog steeds zitten waar ze gezeten had toen ze die morgen de grot verlieten. Ze verwacht het ergste, zei hij bij zichzelf. Wat kan ze anders verwachten?