*

'Wat ben je toch een prachtig dier, echt heerlijk.'

In haar blauwe trui, witte T shirt, spijkerbroek en sandalen die ze die ochtend had aangetrokken toen ze met Abby naar het park ging, aaide Rosemary de neus van de nieuwste aanwinst van Justin Cove. Elke keer als ze haar vingers over de zachte neus liet glijden probeerde ze zonder veel succes de golf van verwarring in haar lijf tegen te gaan. Het nieuwe paard van meneer Cove was echt een schoonheid. De merrie torende hoog boven haar, haar kastanjebruine vacht glom, haar zwarte manen glansden, haar donkere ogen stonden helder en intelligent. Rosemary begreep heel goed waarom Justin een weddenschap was aangegaan om dit paard te winnen. Ze had alleen liever gezien dat hij fatsoenlijk genoeg was geweest om iets anders in te zetten dan het kindermeisje van zijn dochter.

Rosemary had er afgelopen zaterdag aan gedacht om zonder aankondiging op te stappen, nadat haar duidelijk was geworden wat de inzet van de weddenschap was. Maar dat idee had ze al gauw weer laten varen. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen om Abby achter te laten, Abby was als een dochter voor haar. Ze had besloten te blijven, zelfs in deze gênante situatie. De Coves waren niet bepaald aardige mensen, dus veel erger kon het niet worden. Rosemary zou doorgaan met haar werk en zou haar uiterste best doen hen te mijden.

Ze wilde dat ze net zo gemakkelijk haar gedachten over Nathaniel van zich af kon zetten. Helaas kon ze de afgelopen weck aan niets anders meer denken dan aan hem e n aan d e tijd die ze samen hadden doorgebracht. En aan haar gevoelens voor hem. Ze had het geprobeerd, maar het lukte haar niet om hem te haten. Ze was uiteraard erg teleurgesteld dat hij anders was dan ze in eerste instantie dacht, maar diep van binnen had ze daar altijd al een vermoeden van gehad, dus misschien was ze er niet zo ondersteboven van als ze anders misschien zou zijn geweest.

Ze liet een geluid van afkeuring horen en vocht tegen de tranen. )a. van streek was ze wel. En teleurgesteld was veel te mild uitgedrukt. Ze had hem vertrouwd. Ze had hem bewonderd. Ze was verliefd op hem geworden. En niet zo'n klein beetje ook. En ze had gedacht dat hij om haar gaf. Nog nooit in haar leven had ze er zo vreselijk naast gezeten.

De merrie was op deze frisse en heldere zaterdagochtend al vroeg gebracht, precies een week nadat Justin Cove rijn weddenschap met Nathaniel had verloren en Rosemary nog veel meer had verloren. Het was nu laat in de middag en verbazend stil in huis. Alexis was met Abby naar een specialist voor haar dyslexie en voor de eerste keer in haar leven had het meisje niet tegengesputterd. Nu Abby wist dat juffrouw Lucy ook dyslectisch was en ze niet de enige was die moeite had met leren lezen was ze zich heel anders gaan gedragen. Ze liep almaar achter de huishoudster aan en stelde haar vragen over haar eigen jeugd. Lucy had zelfs een inniger band met het kind gekregen dan Rosemary ooit was gelukt Rosemary was daarom alleen maar meer van Lucy gaan houden.

Over Lucy gesproken, waar was rij eigenlijk? Normaal gesproken werkte ze ook op zaterdag. Maar Rosemary had haar niet meer gezien sinds ze met Abby van het park was teruggekomen, precies toen Alexis terugkwam van de kapper. Abby was letterlijk van de ene auto overgestapt in de andere en Alexis was weer weggereden, bijna te laat voor haar afspraak. Max was ook nergens te bekennen, dacht Rosemary.

Ze glimlachte. Maar natuurlijk hadden ze zich allebei uit te voeten gemaakt nu beide werkgevers weg waren. Ze zaten waarschijnlijk waar ze elke keer waren als ze eventjes vrijaf hadden. Rosemary hoopte dat ze inmiddels een betere plek hadden gevonden dan de linnenkamer. Er waren nog steeds veertjes te vinden in de gang.

Toen moest ze er weer aan denken hoe rij en Nathaniel ook de mogelijkheid hadden gehad om tussen de kussens te liggen en haar glimlach verdween als sneeuw voor de zon. Hoe lang zou het duren, vroeg ze zich af, voor ze niet meer aan hem hoefde te denken? Ze zuchtte diep. Ze stond nog steeds de fluwelen neus van het nieuwe paard te strelen. Wat had ze graag gewild dat het tussen haar en Nathaniel anders was gelopen.

'Ze is prachtig, niet?'

Toen ze zijn stem hoorde, was Rosemary ervan overtuigd dat ze het zich verbeeldde, omdat ze zo veel aan hem moest denken en hem zo miste en wilde dat. .. tja Dat het onmogelijke zou gebeuren. Maar toen ze het stro achter zich hoorde ritselen en ze zich langzaam omdraaide, wist ze dat ze het zich niet had verbeeld. Nathaniel Finn stond er echt, in het late zonlicht dat door de deuropening scheen.

Hij zag er op de een of andere manier nog knapper uit dan ze zich herinnerde. Hij ging gekleed in een verschoten Levi's en een marineblauwe polo die zijn biceps aangenaam omspande. Ze kon het niet helpen, maar moest gelijk weer denken aan die keer dat ze hard in zijn spierballen kneep toen hij diep bij haar binnendrong. Ze moest haar ogen stijf dichtknijpen om dat beeld te laten verdwijnen. Maar diep in zich voelde ze dat ze dit beeld niet wilde laten verdwijnen. Ergens wist ze dat ze die beelden nodig had om zich staande te houden. Tot ze een andere man zou ontmoeten die haar hart zo op hol kon brengen als Nathaniel Finn had gedaan.

Dat zou vast nog wel een keer gebeuren, ergens in dit millennium, zei ze tegen zichzelf. Ze moest gewoon een paar honderd jaar geduld hebben, dat was alles.

Ze opende haar mond om te zeggen dat hij hier niet welkom was, maar bedacht toen dat 'hier' niet van haar was en zij dus het recht niet had om hem weg te sturen. Ze kon hem alleen de rug toekeren en zei zachtjes: 'Meneer Cove is niet in de stad en komt pas dinsdag weer terug. Probeer het dan nog eens.'

'Ik probeer het liever nu,' zei Nathaniel meteen. 'Vooral omdat ik hier niet voor lustin kom.'

Een aangenaam warm gevoel golfde door haar buik en ze vervloekte zichzelf dat ze zo gretig wilde toeschieten. 'Waarom wil je mij zien?' vroeg ze zonder zich om te draaien.

Hij liet een ongelukkig lachje horen. 'Wat een vraag.' zei hij somber. 'Er zijn zoveel redenen. Ik weet niet waar ik moet beginnen.' Maar hij ging meteen door: 'Omdat ik je mis.' En toen hij dat zei, verspreidde de golf van warmte in haar buik zich door haar hele lichaam. 'En omdat ik je mijn verontschuldigingen moet aanbieden,' vervolgde hij.'Niet dat een verontschuldiging ooit goed kan maken wat ik je heb aangedaan.' voegde hij er snel aan toe. 'En omdat ik me de hele weck zo leeg voel van binnen. En omdat ik het graag wil uitleggen. En omdat ik steeds aan je moet denken. En omdat mijn leven opeens zo nutteloos lijkt En omdat jij voor mij het allerbelangrijkste in mijn leven bent. En omdat... omdat ik van je hou, Rosemary .'

Rosemary draaide zich om en keek hem vol ongeloof aan.

'Zit hier misschien iets bij wat je graag had willen horen?' vroeg hij. Hij glimlachte toen hij dat zei, maar ze kon zien dat hij vreselijk onzeker was over hoe zij het op zou nemen.

Goed zo, dacht ze. Hij had het recht niet zich ergens zeker over te voelen. Vooral niet nu zij zich zo onzeker voelde.

'Misschien.' gaf ze met tegenzin toe. 'lk wil wel een verklaring of veront schuldiging horen. Niet dat ik die zal accepteren,' voegde ze snel toe toen ze zag dat hij een hoopvolle blik in rijn ogen kreeg. Waarom zou hij hoopvol mogen rijn, nadat hij al hiér hoop de grond in had geboord?

Hij zette een weifelende stap naar voren, tot hij op een armlengte afstand van haar stond. Misschien om hem te laten voelen dat rij hem echt nog niet vergeven had, stapte Rosemary naar achteren. Daarbij botste ze tegen de staldeur van het paard dat ze net nog had staan bewonderen. De merrie hinnikte en liep geschrokken bij haar vandaan. Rosemary nam het haar niet kwalijk. Ze had zelf ook zin om te briesen en weg te lopen. Ergens naar toe waar ze kon nadenken over haar gevoelens voor Nathaniel

Maar hij was duidelijk niet van plan haar te laten ontsnappen, want hij stapte opnieuw naar voren. Deze keer kon Rosemary nergens heen. Vreemd genoeg merkte ze dat ze ook helemaal niet meer wilde vluchten.

'Het spijt me,' zei hij simpelweg. Van zo dichtbij kon ze zien dat zijn groene ogen zorgelijk stonden en dat hij vage kringen onder rijn ogen had. Zij was duidelijk niet de enige geweest die slecht sliep, ik weet dat dat nauwelijks een verontschuldiging is te noemen voor wat ik heb gedaan, maar Rosemary, het spijt me echt,' voegde hij haast smekend toe

Ze keek hem hooghartig aan. 'Goed. Dat was het excuus,' zei ze. 'Kom nu maar op met je verklaring.'

Hij lachte weer even zonder emotie, ik wou dat ik er een kon geven die ergens op sloeg,' zei hij. ik heb er de hele week over nagedacht, maar ik. ..'

Hij zuchtte diep, zette nog een stap, maar raakte haar niet aan. Rosemary dacht dat hij dit deed omdat hij graag dicht bij haar wilde rijn, en niet omdat hij haar wilde tegenhouden als ze weg zou rennen. Dus ze bleef staan waar ze stond en wachtte af wat hij ging zeggen, ik had nooit op de weddenschap van lustin in moeten gaan,' zei hij. 'Inderdaad,' stemde ze in, 'dat had je niet moeten doen. Een echte heer... een fatsoenlijke man, doet zoiets niet.'

ie hebt helemaal gelijk,' zei hij meteen. Toen glimlachte hij triest, ik heb me echt misdragen. Ik was de Slechte longen van de Renbaan. Iedereen dacht er zo over, behalve jij,' voegde hij er zachtjes aan toe.

Toen leek hij het niet langer uit te houden. Hij móest haar aanraken en bracht heel voorzichtig zijn hand naar haar gezicht. Hij wachtte even of ze zou terugdeinzen, maar toen ze dat niet deed, liet hij zijn vingertoppen zachtjes over haar wang glijden. Rosemary sloot haar ogen en probeerde niet te denken aan die nacht toen ze hem verzekerde dat hij geen slecht mens was. Maar de herinneringen kwamen weer één voor één bij haar boven, ze kon ze niet langer tegenhouden.

'Jij zei dat ik niet slecht was,' zei hij zachtjes. 'En weet je, die nacht geloofde ik jou. Omdat ik die nacht ook niet slecht was. Al die tijd dat ik bij jou was, Rosemary, was ik niet slecht. Dat kon ook gewoon niet anders. Niet wanneer een vrouw als jij om me kan geven.'

Ze opende haar ogen weer, wilde hem geloven, maar wilde zich niet zomaar aan hem overgeven. Ze had zich al een keer in hem vergist, bedacht ze. Ze wilde dat niet nogmaals meemaken.

'Je gaf toch om mij, nietwaar?' vroeg hij met onzekere stem.

Ze kon het niet helpen en knikte, waardoor hij weer met zijn vingers over haar wang streek, wat haar deed branden van verlangen. Hij ademde langzaam uit toen zij zijn vermoeden bevestigde, alsof hij er tot aan dat moment niet zeker van was geweest.

'En geldt dat nog steeds?' vroeg hij. 'Geef je nog steeds om mij?'

En weer kon Rosemary niets anders doen dan zwijgend knikken.

'Ik geef ook heel veel om jou,' zei hij.

Hij wilde verdergaan en Rosemary werd bang dat hij weer zou zeggen dat hij van haar hield. Ze was er nog niet klaar voor om dat te horen. Als ze het hoorde voordat ze het geloofde, werd het alleen maar moeilijker voor haar om het te accepteren. Het leek wel of hij dat in de gaten had, want hij veranderde van onderwerp.

'Ik dacht gewoon niet na, die avond dat ik de weddenschap met Justin aanging. En heel eerlijk gezegd, zelfs al had ik erover nagedacht, dan nog zou het me niets hebben uitgemaakt of ik er anderen mee zou kwetsen. God, ik dacht toen altijd alleen maar aan mezelf.' Hij lachte zenuwachtig. 'Dat klinkt alsof ik het over lang geleden heb, maar dat was pas een paar weken terug.'

Hij voelde zich duidelijk wat moediger, dacht ze, want hij streelde nu met zijn knokkels over haar jukbeen. Haar ogen sloten automatisch bij de zoete sensatie die ze in haar buik voelde.

'Maar daar gaat het nu juist om, Rosemar y,' vervolgde hij nu met zachtere start 'Dat was ook een tijd geleden. Dat was voordat ik jou ontmoette. Toen ik jou ontmoette, veranderde alles.'

Ze opende haar ogen en zag de vrees en het verlangen in zijn ogen. 'Hoe kan alles nu veranderen omdat je mij hebt ontmoet?' vroeg ze sceptisch.

'Omdat jij mij veranderde,' zei hij. 'De gevoelens die ik voor je kreeg... Ik heb zoiets nog nooit gevoeld voor iemand. En daardoor...' Hij schokschouderde. 'Daardoor voelde ik me anders. Voordat jij in beeld verscheen, leek alles volstrekt onbelangrijk. Maar toen kwam jij en...'

ia?' spoorde ze hem aan toen zijn stem wegstierf.

Hij glimlachte, en voor de eerste keer leek hij dat uit blijdschap te doen. 'Toen was alles nog steeds onbelangrijk. Maar jij niet... lij werd alles voor mij.'

Ze spoorde zichzelf aan dat ze er niet op moest hopen, dat ze er geen woord van moest geloven. Maar ergens wist ze dat hij de waarheid sprak. En misschien kwam dat wel omdat zij ook was veranderd, nadat ze hem voor het eerst had ontmoet.

ie had vorige week helemaal gelijk, toen je zei dat ik niet waardeerde wat ik had lk kan werkelijk niets bedenken wat ik zou missen als ik het kwijt zou raken. Jij vormt daarop de uitzondering. Het idee dat ik jou moet kwijtraken, Rosemary...' Hij zette nog een stap vooruit en hield haar gezichtje in zijn handen. 'Ik kan me gewoonweg geen leven zonder jou voorstellen,' zei hij. 'Alles kan me gestolen worden, maar zonder jou kan ik niet en wil ik niet leven.'

Ze voelde hoe ze naar hem overhelde, maar ging snel weer rechtop staan. Ze merkte dat hij haar gedachten beïnvloedde, dat ze niet meer zo woedend en boos kon zijn als ze zou moeten zijn.

'Je hebt gemakkelijk praten, als je net een gemakkelijk verdiende vier miljoen dollar hebt gevangen,' zei ze.

Hij schudde zijn hoofd koppig. 'Dat was helemaal niet zo gemakkelijk,' zei hij. ik heb er meer onder geleden dan ik ooit had kunnen bedenken. En ik heb die vier miljoen dollar niet in mijn zak gestoken,' vervolgde hij.

Ze keek hem met toegeknepen ogen achterdochtig aan. 'Heb je meneer Cove het paard gegeven én het geld laten houden?' vroeg ze vertwijfeld.

'God, nee,' zei Nathaniel. 'Ik heb het geld gekregen waar ik recht op had.'

Haar hart zonk haar weer in de schoenen. 'Als je het geld niet hebt gehouden.' zei ze, 'wat heb je er dan mee gedaan?'

Ze dacht even dat hij het haar niet zou vertellen, wat haar nog bedroefder maakte. Maar toen zei hij, duidelijk gegeneerd door wat hij had gedaan: 'Ik heb het verdeeld onder de katholieke kerken in Derry.'

Rosemary's mond viel open. 'Je hebt vier miljoen dollar weggegeven?' vroeg ze ongelovig. 'Aan de kerk?'

Hij knikte, nog steeds een beetje onzeker, alsof hij zich er niet bij op zijn gemak voelde dat hij zo gul was geweest. 'Het geld had geen waarde voor mij,' zei hij nuchter. 'Integendeel, door dat geld ben ik het mooiste kwijtgeraakt dat ik wilde hebben en heb ik me nog nooit zo leeg van binnen gevoeld. Maar ik dacht dat het geld wel van pas kon komen voor de mensen uit de streek waar jij vandaan komt, snap je? Dat er mensen mee geholpen konden worden of zo.'

Ze was met stomheid geslagen. Nathaniel kwam nu nog dichter op haar staan, duidelijk niet meer onder de indruk van haar afstandelijkheid. Hij legde zijn handen op haar schouders. Maar hij bleek toch nog niet zeker genoeg van zijn zaak om haar tegen zich aan te drukken.

'Niets of niemand in de wereld is zo belangrijk voor mij als jij, Rosemary.' zei hij. 'Ik zou al mijn bezit weggeven als ik je daarmee zou terugwinnen. Want hoe rijk ik ook ben, zonder jou is dat niets waard. Ik voel me berooid zonder jou. Ik hou van je.' zei hij ditmaal heel doordringend, terwijl hij zijn greep om haar schouders verstevigde, alsof hij zijn bekentenis fysiek kracht wilde bijzetten. 'Nooit eerder hield ik van een vrouw, maar jij hebt dat veranderd. Ik zal alles doen wat nodig is om je terug te winnen. Zeg me wat ik moet doen, en ik doe het. Ik...' Hij klonk nu bijna wanhopig toen hij zei: 'Je moet me geloven als ik zeg dat ik van je hou. Dat mijn leven geen betekenis meer heeft zonder jou. Dat ik bij je wil zijn. Voor altijd.'

Opnieuw stond Rosemary in vuur en vlam. Ze keek hem aan. 'Heb je dat geld echt allemaal aan de katholieke kerken van Derry gegeven?' vroeg ze.

Hij knikte en liet een hand langzaam over haar hals glijden tot bij haar opgestoken haar.

'Als ik je boekhouder bel, zal zij dat bevestigen?' vroeg ze verder.

'Ze kan je de cheques laten zien,' zei hij en bracht zijn andere hand onder haar arm door naar haar rug en durfde haar eindelijk tegen zich aan te drukken.

'En je houdt echt van me?' vroeg ze.

'Echt,' bevestigde hij. Zo'n zachte, tedere stem had ze nog nooit van hem gehoord. Nathaniel spreidde zijn vingers uit over haar rug en hield haar hoofd liefdevol in zijn andere hand.

'En jc kunt je echt geen leven zonder mi; voorstellen?' zei ze.

'Nee, echt niet.'

ie wilt voor altijd bij me zijn?' ia.'

Ze glimlachte bij zijn antwoord. 'Maar meneer Finn,' zei ze, 'dat klinkt haast als een huwelijksaanzoek.'

'Haast?' herhaalde hij. 'Dan doe ik iets verkeerd.' Hij bracht zijn gezicht dicht bij het hare, kuste haar lichtjes op haar wang en keek haar toen weer aan. 'Rosemary Shaugnessy,' zei hij, 'wil je met me trouwen?'

Haar ogen werden zo groot als schoteltjes. Ze had werkelijk niet gedacht dat hij dat zou vragen. Nog niet in ieder geval. Niet voordat ze alles hadden opgehelderd. Maar hij w as overduidelijk van plan alles op te lossen, wat hem dat ook zou kosten.

De vraag was nu:'Wil ik... wat?'

Hij glimlachte zelfverzekerd. Trouw met mij.' zei hij weer. dit keer was het geen vraag, maar een bevel.

Rosemary kneep haar ogen samen en keek hem speels aan. 'Denk maar niet dat je me kunt commanderen, meneer De Rijke Stinkerd, alleen omdat ik mevrouw De Rijke Stinkerd word'

Pas toen besefte ze dat hij nog helemaal niet zo zeker was geweest van haar antwoord. Want toen hij had gehoord wat zij zei, verscheen er zo'n stralende glimlach om zijn lippen, dat de zon erbij verbleekte en haar hele lichaam werd verwarmd O, jazeker, dacht ze. De familie Finn ging een zonnige toekomst tegemoet. Mits ze meneer Finn een paar dingen duidelijk kon maken.

'Maar omdat ik mevrouw De Rijke Stinkerd wordt,' zei ze resoluut, 'moet je nog niet denken dat ik mijn baan opzeg, want dat zal niet gebeuren. Abby heeft mij nodig en ik wil er voor haar zijn, zolang dat nodig is. Ik hou van haar alsof ze mijn eigen dochter is, begrijp je.'

'Maar dat neemt vast niet weg dat jij er zelf ook een paar wilt?' vroeg hij hoopvol.

Ze glimlachte en moest blozen. 'Nee. Daar heb ik niets op tegen.'

'Goed dan,' zei hij, 'ik kan er dus vanuit gaan dat ik je in ieder geval in de weekenden voor mijzelf heb?'

Haar glimlach werd breder en ze werd nog roder. 'Wannéér je me kunt hebben meneer Finn, hangt er nog maar van af,' zei ze.

Hij kneep zijn ogen wantrouwend samen. 'Waarvan hangt dat af?'

Rosemary tilde haar hoofd zelfverzekerd op. 'Vergeet nou maar niet dat je je nog voor heel wat daden moet verantwoorden,' zei ze. 'Het zal nog wel een tijd duren voor ik je vergeven heb voor wat je hebt gedaan. Ik voorzie dat je nog veel door het stof zult moeten kruipen.'

'Ik begin er direct aan,' verklaarde hij. 'Zodra ik je onder de zoenen heb bedolven.'

En voor ze hier iets tegenin kon brengen, had hij zijn lippen al op de hare.

Pas bij het avondeten kwam Rosemary erachter wat er eerder die dag op Harborcourt was gebeurd. Ze hoorde dat Lucy French de huishoudster, Lucinda Hollander de erfgename, bleek te zijn. Of misschien Lucinda Hollander de moordenares, zoals Alexis Cove volhield. Alexis had haar afschuw uitgesproken over het feit dat ze al die tijd onder hetzelfde dak hadden gewoond met een moordenaar. Rosemary dacht daar anders over, maar dat hield ze voor zich. Lucy woonde namelijk niet onder één dak met de Coves. Bovendien mocht Alexis Cove zich wel eens gaan bezighouden met de normen en waarden van de andere mensen die op Harborcourt woonden, te beginnen bij zichzelf en meneer Cove. Verder kon Rosemary eenvoudigweg niet geloven dat Lucy iemand had vermoord. Daar was ze veel te aardig en zorgzaam voor.

Wat betreft het verhaal dat Lucy erfgename van een rijke familie zou zijn, tja.. . dat geloofde Rosemary wel. Zij had immers een tijdje terug met Lucy gepraat en Lucy had toen zelf onthuld dat haar familie erg rijk was. Rosemary had aangenomen dat Lucy zich van haar familie had afgekeerd, om wat voor reden dan ook. Als Rosemary aan de rijke families dacht die ze in haar leven had meegemaakt en de manier waarop die met elkaar omgingen, kon ze wel een paar redenen bedenken waarom iemand zich van zijn familie afkeerde. Ze begreep wel dat Lucy een nieuw leven wilde beginnen en ze wist zeker dat Lucy hier in Harborcourt gelukkig genoeg was om nooit meer terug naar huis te gaan.

Maar.

Nu Rosemary hoorde dat Lucy een nieuw leven wilde omdat ze gezocht werd voor moord, tja. ..

Eigenlijk veranderde dat niets, wat Rosemary betrof. Dat ze verdacht werd van moord was idioot. Ze was ervan overtuigd dat Lucy van die onzin zou worden vrijgesproken. En als Lucy eenmaal onschuldig was verklaard, dan zou ze zeker teruggaan naar Harborcourt. Dat wist Rosemary gewoon.