Nathaniel zuchtte geërgerd en dwong zichzelf om zijn stek aan de schouw te verlaten om zich te voegen bij een drietal vrienden eveneens uit het paardenvak dat druk gebarend met elkaar in gesprek was. Hij haalde een hand door zijn steile, ravenzwarte haar en trok zijn Valentino das een beetje los. Alexis wilde een goede indruk maken op haar vrienden van buiten de stad en had er daarom op aangedrongen dat alle gasten een jasje en een das droegen. Hij had gehoor gegeven aan haar verzoek, maar echt lekker zat het allemaal niet. Hij voelde zich meer op zijn gemak in een spijkerbroek en met een paar laarzen aan zijn voeten. Bovendien gaf hij de voorkeur aan het gezelschap van paarden boven dat van nette mensen.

'Justin,' zei hij, bij wijze van groet tegen zijn gastheer en beste vriend.

Justin droeg een keurig grijs pak en een oerdegelijke bordeauxrode das. Zijn golvende bruine haar was een stuk dunner en iets grijzer dan het was geweest toen zij twintig jaar geleden op de campus van de Vanderbilt universiteit woonden. Onder zijn bruine ogen waren donkere kringen verschenen, veroorzaakt door de lange werkweken die hij draaide. Maar ja, wat wil je, hij was een sluwe zakenman die met een aantal slimme investeringen en door hard te werken een paar nullen had weten toe te voegen aan het familiekapitaal. Justin zag er die avond even kwiek uit als altijd, ook al had hij net weer een bodempje whiskey in zijn kristallen glas laten schenken.

'Nathaniel,' begroette Justin hem joviaal. 'Leuk dat je gekomen bent Sorry dat ik niet eerder naar je toe ben gekomen om even een praatje met je te maken, maar Alexis wil altijd dat ik alle gasten bij de deur verwelkom, of ik ze nu graag mag of niet. En aangezien er vanavond voornamelijk vrienden van haar zijn...' Hij maakte zijn zin niet af, maar dat was ook niet nodig, want hij rolde veelbetekenend met zijn ogen. 'Hoe gaat het met de Slechte Jongen van de Renbaan?' vroeg hij. 'Hoe was het in Belize?'

'Geweldig, zoals altijd,' antwoordde Nathaniel plichtmatig. Het was helemaal niet waar. Hij had zich in Belize helemaal kapot verveeld, net als hij thuis deed. Na verloop van tijd had hij het wel gezien met die ongerepte natuur, al die naamloze, gewillige vrouwen en het uitzicht vanaf het luxe jacht waarop hij logeerde.

'Was Tracy met je mee?'

Nathaniel schudde zijn hoofd. 'Candy.'

'Aha, weer aan de haal met die charmante vuurtoren?'

Nathaniel lachte om de bijnaam voor de langbenige, roodharige vrouw met wie hij de afgelopen jaren een knipperlichtrelatie had onderhouden.

Maar hij had wel gelijk: Candy wist iedere man te verblinden, en ook Nathaniel. Het boterde de laatste tijd weer niet zo tussen die twee. Hij ergerde zich niet alleen aan haar nadrukkelijke aanwezigheid, maar aan nog een heleboel andere dingen.

'We zijn maar even samen geweest,' zei Nathaniel geruststellend. 'Ze is in Belize achtergebleven. Iets met een fotograaf. Hen fotosessie of zo. Ik weet niet meer precies wat ze heeft gezegd.'

Justin grinnikte en keek zijn vriend veelbetekenend aan. 'Wat een rotleven heb je toch als Slechte Jongen van de Renbaan.' zei hij droogjes.

Ja hè, dacht Nathaniel.

Justin keek vlug de kamer rond. 'Goh, ik zou je graag aan iemand voorstellen, maar ik geloof dat je alle vrouwen al kent de meesten van hen zelfs van haver tot gort. Behalve Alexis dan natuurlijk.'

Natuurlijk, dacht Nathaniel instemmend Niet dat Alexis niet al een paar keer had geprobeerd of hij te porren was voor een avontuurtje.

Zijn gastheer schudde zijn hoofd 'Nee, sorry. Ik geloof toch echt dat je op twee of drie na, met alle vrouwen in deze kamer het bed al eens hebt gedeeld en als je die twee ook nog had begeerd, je ze natuurlijk allang had kunnen krijgen. lij krijgt altijd precies wat je wilt Of een vrouw nu getrouwd is of niet.' Deze laatste opmerking flapte hij eruit, maar Justin zei het zonder kwade bijbedoelingen, omdat hij zeker wist dat zijn vrouw hem trouw was. De sufferd Toch had hij gelijk toen hij beweerde dat Nathaniel geen belangstelling had voor de vrouwen in de kamer met wie hij het niet gedaan had. De ene was te jong, de andere te mager en de derde hing gewoonweg te veel aan haar man. Hij liet zich overigens niet altijd leiden door dit soort overwegingen het maakte hem allemaal niet zoveel uit. zolang een vrouw maar geen gekke dingen deed. Hij kon bijvoorbeeld afknappen op het feit dat een vrouw fin was van 'NSYNC, dat ze een eetstoornis had of een dwingende voorkeur voor de missionarishouding. Suzanne Dormer was nog maar net eerstejaars en moest eerst nog een paar studentenfeestjes afwerken voor ze zich met hem mocht inlaten, Patrice Gordon zou het nog van Magere Hein winnen als het erom ging wie het magerst was en Sissy Donovan had een man met wie hij graag golfde. Hij was bang dat zijn concentratie op de green zou verslappen als hij het met zijn vrouw zou doen. Concentratieverlies betekende onherroepelijk een verloren partij en dat moest koste wat het kost voorkomen worden. Voilà: deze vrouwen zouden het zonder zijn seksuele expertise moeten doen, de arme zielen.

'Hoe gaat bet met die merrie van je?' vroeg Justin, zoals hij altijd deed als hij Nathaniel zag.

Het was geen geheim, en Nathaniel wist het dus ook, dat Justin zijn oog had laten vallen op die bijzondere merrie die hij voor het fabelachtige bedrag van twee miljoen van de hand wilde doen. Justin was vastbesloten haar over een paar maanden in zijn bezit hebben. Hij had zelfs al een paar maal bod op haar uitgebracht, maar de krentenkakker had maar de helft willen betalen van het bedrag dat Nathaniel voor haar wilde vangen.

'O, ze is in topvorm. Zoals altijd, trouwens,' zei Nathaniel. 'De zwangerschap verloopt prima. Het veulen wordt in januari geboren.'

'Geweldig,' zei Justin, waarop hij zei wat hij op dit moment in de conversatie altijd zei: 'Ik ben bereid je een miljoen voor haar te betalen.'

Nathaniel lachte. 'Amerikaanse dollars? Laat me niet lachen.'

'Je weet niet zeker hoe ze er in januari aan toe is, laat staan in november,' zei Justin. 'Er kan in de tussentijd van alles gebeuren. Straks zit je met een paard dat lang geen miljoen meer waard is. Misschien is ze later in het jaar zelfs helemaal niets meer waard!'

Nathaniel keek zijn vriend strak aan. 'Wat zijn dat voor toespelingen, lustin?' zei hij kalmpjes. Hij achtte zijn vriend tot alles in staat. Justin had nog minder last van gewetensbezwaren dan hij. En dat wilde iets zeggen, want Nathaniel deinsde werkelijk nergens voor terug.

Zijn vriend lachte hem poeslief toe. 'Natuurlijk zit ik je hier niet te bedreigen. Ik zou zo'n dier nooit opzettelijk iets aan kunnen doen.'

Inderdaad, dacht Nathaniel instemmend, daarvoor had lustin te veel respect voor zaken van waarde. Dat was trouwens het enige op de hele wereld waar Justin respect voor had.

'Ik bedoel alleen maar,' legde zijn vriend uit, 'dat je nu een miljoen kunt pakken. Hoeveel ze in november waard is, moet je nog maar afwachten.'

'Ik waag het erop,' zei Nathaniel.

'Ja, dat doe je altijd,' antwoordde Justin grinnikend.

Het was beide heren volstrekt duidelijk dat Nathaniel aan het langste eind zou trekken. Hij kreeg altijd zijn zin. Nathaniel Finn had niet alleen heel veel verstand van paarden, hij was bovendien een charmeur van de bovenste plank en was ook nog eens een gokker. Gokken zat hem in het bloed. In tegenstelling tot Justin had hij niet kunnen steunen op een riant familiekapitaal. Hij was niet helemaal op de onderste sport van de ladder begonnen, maar Nathaniel had iedere cent op zijn bankrekening zelf verdiend

Hij was net van plan van onderwerp te veranderen, toen het hem opviel dat zijn gastheer hem op een vreemde manier stond op te nemen.

'Wat is er?' zei hij.

'Je waagt het er dus op.' zei lustin. 'Dat doe je altijd, of niet?'

Nou ja. zou hij de Slechte Jongen van de Renbaan zijn als hij geen grote risico's durfde te nemen, vroeg Nathaniel zich af. 'Ja. Heb je daar iets op tegen?'

'Zullen we eens een wedje maken op dat paardje van jou?'

In Nathaniels hoofd gingen bij het horen van deze woorden onmiddellijk allerlei alarmbellen rinkelen, maar hij was nieuwsgierig naar wat Justin precies bedoelde en de twee glazen whiskey die hij die avond al genuttigd had deden de rest. 'Wat bedoel je precies?' zei hij.

'Ik bedoel dat ik een weddenschap met je wil aangaan,' herhaalde Justin. 'Daar ben je toch zo dol op. Volgens mij heb je nog nooit weerstand kunnen bieden aan een leuke weddenschap.'

'Behalve als ik zeker weet dat ik hem ga verhezen,' zei Nathaniel.

'Jij verliest nooit,' zei Justin.

'Omdat ik geen domme dingen doe,' antwoordde Nathaniel.

'Durf je het dit keer aan?' vroeg Justin.

'Alleen omdat je zo aandringt,' zei Nathaniel.

Justin wilde een botte opmerking maken, maar hield zich in. De alarmbellen in Nathaniels hoofd vroegen steeds nadrukkelijker om aandacht, maar hij schonk er nog altijd geen aandacht aan.

'Waar zou je om willen wedden?' vroeg hij. Hij wist dat hij zijn vriend niet onnodig onder druk moest zetten, maar hij was wel heel nieuwsgierig naar zijn voorstel.

'Als ik win,' legde Justin uit, 'dan krijg ik dat paard van jou zonder dat ik er een cent voor hoef te betalen. Als jij wint, betaal ik je vier miljoen dollar voor haar.'

'Dus jij krijgt het paard, wat er ook gebeurt,' vatte Nathaniel samen. Er was iets aan de overeenkomst dat hem niet beviel, ook al had hij de kans zijn vraagprijs te verdubbelen.

'Als jij wint, heb je je merrie voor tweemaal zoveel geld verkocht als je aanvankelijk in je hoofd had,' herhaalde Justin nog maar eens.

Nathaniel zou nooit vier miljoen dollar krijgen voor die merrie, ook al was de koper nog zo dom of onervaren. En toch beviel de weddenschap hem niet. Het leek hem allemaal iets te gemakkelijk. Bovendien wilde Justin wel heel erg graag. Als hij risico's nam met zoveel geld, moest hij wel heel zeker zijn van de uitkomst. Maar toch...

'En wat zijn de voorwaarden van deze weddenschap?' vroeg Nathaniel.

'O, het is echt iets voor jou, wees daar maar gerust op.'

Nathaniel wist het allemaal nog niet zo zeker. 'Nee, dank je Justin. Ik geloof dat ik '

'Nee, echt, geloof me nou maar,' viel Justin hem in de rede. 'Deze weddenschap is je op het lijf geschreven. Het gaat namelijk om seks.'

'Met een vrouw?' vroeg Nathaniel. Je wist het met Justin maar nooit.

Justin schaterde het uit. 'Natuurlijk met een vrouw.'

'Een menselijke vrouw?'

'Ja, een menselijke vrouw,' stelde zijn gastheer hem lachend gerust. 'Ik durf er vier miljoen op te zetten dat er in deze kamer een vrouw aanwezig is die jij niet in bed weet te krijgen. Naar bed in bed, wel te verstaan," legde hij uit. 'Ie zou dus wel echt met haar moeten neuken.'

Dit was ongetwijfeld de ranzigste weddenschap die ooit ergens op de wereld was voorgesteld, dacht Nathaniel. Hij zag het wel zitten. 'Moet ik het voor het eerst met die vrouw doen? Want je hebt zelf al gezegd, Justin, ik heb zowat iedereen hier al gehad' Als zijn vriend met zijn eigen vrouw zou komen aanzetten, dacht Nathaniel, dan zou het helemaal een fluitje van een cent zijn; Alexis had zich tot nu toe minstens zes keer onverholen aan hem aangeboden.

'Nee, het hoeft niet per se voor het eerst te zijn,' zei Justin. 'Trouwens, het zou eigenlijk best een uitdaging voor je zijn om te proberen er een voor de tweede keer bij je in bed te lullen. Ik wéét gewoon dat er een paar vrouwen tussen zitten die nooit meer iets met je te maken willen hebben.'

Nathaniel lachte. 'Dat beweren ze misschien, maar hun ogen spreken andere taal...'

'Hou toch op,' zei Justin. 'Ik weet dat je je zaakjes niet altijd even netjes afhandelt. Ik hoorde dat je het met Cornelia Portman per fax hebt uitgemaakt Dat kan toch niet!'

'Nee, dat is niet waar,' zei Nathaniel.'Het was een e mail en dat was omdat ze op Bermuda zat.'

Justin keek hem gemaakt ernstig aan. 'O, sorry als ik het niet helemaal goed begrepen heb. Natuurlijk zou je haar nooit opzettelijk kwetsen.'

Zijn vriend had wel een punt, moest Nathaniel toegeven. Hij ging niet altijd even netjes met vrouwen om en sommigen lieten zich niet zonder meer wegsturen, dat had hij in de loop der jaren wel gemerkt. Sommige vrouwen weigerden naar bepaalde feestjes te komen als ze wisten dat hij ook zou komen. Toch kostte het hem doorgaans weinig moeite om een vrouw voor zich te winnen. Het juiste zinnetje, de juiste blik, het juiste gebaar... een duur sieraad. Hij wist wel hoe hij het voor elkaar moest krijgen.

'Dus als ik iedere willekeurige vrouw in deze ruimte het bed in weet te krijgen betaal je me vier miljoen dollar voor mijn paard?' Het klonk allemaal wel heel erg simpel. De alarmbellen rinkelden inmiddels zo luid dat het een wonder was dat Nathaniel niet op slag doof geworden was, maar om de een of andere reden had hij nog steeds wel oren naar deze weddenschap. Hij wist niet of het hem om die vier miljoen dollar ging, het vooruitzicht van een spannende weddenschap of de weddenschap zelf, maar dit alles tezamen...

'Niet elke willekeurige vrouw.' corrigeerde Justin. 'Ik mag zeggen wie het wordt. Je moet naar bed met de vrouw die ik aanwijs. Binnen een maand. Anders win ik.'

Aha, dacht Nathaniel. Er zat dus toch een addertje onder het gras. Maar toch, als hij de aanwezige dames zo eens bekeek, hij had het met bijna allemaal wel eens gedaan en de overige dames hadden hem maar al te duidelijk gemaakt dat ze in hem geïnteresseerd waren. Er waren geen vrouwen bij die hij afstotelijk vond. En diegenen die hij even daarvoor nog als het minst aantrekkelijk had bestempeld, leken opeens toch wel mee te vallen. Voor vier miljoen dollar wilde hij best een keer naar een 'NSYNC concert. Er waren heus wel erger dingen dan een vrouw met iets te weinig vlees op haar botten, en wat dat golfen betreft, hij moest zich gewoon een beetje meer inspannen op de green.

Hoe hij ook zijn best deed om alle bezwaren weg te wuiven, de alarmbellen hielden maar niet op met rinkelen. Nathaniel wist dat hij op het punt stond een stommiteit te begaan, maar leek niet in staat het tij nog te keren.

'Ik weet het niet. Justin,' zei hij en nam nog een slokje whiskey. 'Ik heb zo mijn twijfels over je oneerbare voorstel.'

'Wat? Je gaat me toch niet vertellen dat je geweten opspeelt?' riep zijn vriend ongelovig uit 'Hoe kan dat nu opeens? Ben je er al mee naar de dokter geweest? Ze kunnen tegenwoordig zoveel, zelfs goede gewetens vormen geen probleem meer voor de medische wetenschap.'

Nathaniel trok een grimas en bracht zijn glas nog eens naar zijn mond. 'Nee, er is helemaal niets mis met mijn normen en waarden. Natuurlijk heb ik geen last van gewetensbezwaren. Er is toch niets mis met een leuke vrijpartij? En wat maakt het uit of het gaat om een weddenschap? Nee hoor, daar maak ik me totaal niet druk om Ik bedoel dat het me niet lekker zit om je vier miljoen dollar lichter te maken. Deze weddenschap is me iets te makkelijk. Je pakt ook een peuter zijn snoep niet af. Dat jij er zelf mee gekomen bent, doet daar niets aan af.'

Justin glimlachte weer veelbetekenend, ik ben helemaal niet van plan om jou die vier miljoen cadeau te doen, Nathaniel. Ik wil dat paard van je zonder er een cent voor te hoeven betalen.'

Of het nu kwam doordat Justin hem zo zelfgenoegzaam en haast arrogant stond aan te kijken of doordat de whiskey naar zijn hoofd gestegen was, wist Nathaniel niet, maar hij besloot op Justins voorstel in te gaan. 'Oké dan, we doen het,' zei hij tegen zijn gastheer van die avond. 'Jij wijst een vrouw in deze ruimte aan en ik sleep haar voor het einde van de maand mee mijn bed in om het met haar te doen. Als ik daar niet in slaag, mag jij mijn merrie voor noppes hebben. Maar als ik win, dan betaal je me het vorstelijke bedrag van vier miljoen voor mijn paard.'

Justins grijns liep van oor tot oor. 'Neem alsjeblieft de tijd om haar het bed in te krijgen,' zei hij. 'Je zult die maand zeker nodig hebben, want, Nathaniel, de vrouw die ik voor je in gedachten heb zie je... daar... aan het andere eind van de kamer.'

Hij wees naar het raam, waar twee grote planten in potten naast de vleugel stonden. Op het pianoknikje zat Justins acht jaar oude dochter Abby, die vreselijk haar best deed een eenvoudig deuntje te speten. Het was Justin niet om haar te doen. Gelukkig maar, anders had Nathaniel onmiddellijk de telefoon gepakt om zijn vriend te laten arresteren. Het leek er dus toch op dat hij er een of twee principes op na hield. Nee, lustin wees niet op zijn dochter, maar op het kindermeisje, die saaie, kleurloze vrouw die Nathaniel nooit een blik waardig keurde als hij op Harborcourt te gast was. Ook vanavond had hij haar over het hoofd gezien. Verdomme.

'Rosemary,' zei Justin. 'De au pair. Nathaniel, beste man, als je vier miljoen dollar wilt verdienen en je kostbare merrie niet wilt verspelen, dan moet je naar bed met ons kindermeisje.'

Rosemary stond neuriënd bij het aanrecht een bordje af te wassen. Abby kon vaak moeilijk in slaap komen en kwam 's avonds nog wel eens om iets lekkers vragen. Rosemary werkte al een hele tijd voor de Coves. Ze was als negentienjarig meisje in Ierland op de boot gestapt om in Kentucky een nieuw leven te beginnen. Ze had net het examen gehaald en was een gediplomeerd kindermeisje. Bij aankomst op Harborcourt leek het of alles nieuw was: ze had een nieuw leven, een nieuwe baan, nieuwe perspectieven, kortom alles was nieuw. Ze stond te popelen om een nieuwe start te maken. Het leek net of ze nooit een vorig leven had gehad.

Nu het diner achter de rug was en de gasten zich voornamelijk met de drank bezighielden, had het personeel van de cateraar het iets minder druk, Dit soort feestjes duurde altijd tot in de kleine uurtjes, maar de bediening ging om een uur of twaalf naar huis. Meneer Cove zou later zelf achter de bar gaan staan om iedereen rijkelijk van drank te voorzien en mevrouw Cove zou plaatsnemen achter de piano en net zo lang Broadway hits spelen tot ze de allerlaatste gast het huis uit had gejaagd.

Rosemary keek uit het keukenraam en zag op het terras een van de werknemers van de cateraar een sigaretje roken. Ze lachte. Hoe vaak had zij niet als tiener bij een kast van een huis als dit even een peukje gerookt? Hoe vaak had zij geen dingen gedaan die eigenlijk niet mochten? Ach ja, dat was vroeger. Het leek wel een mensenleven geleden. Ze rookte allang niet meer. En ze deed geen dingen meer stiekem. Ze deed nooit iets wat niet mocht. Ze was een volwassen vrouw met een goede baan en een fijn leven, en ze was niet van plan er een zootje van te maken. In dit land wist niemand iets over haar verleden. Iedereen dacht dat zij een keurige vrouw was. En dat was ze ook. Nu wel, tenminste.

Zelfs haar weerspiegeling op de donkere ruit toonde een nette vrouw. Nou ja, het was ook niet zo moeilijk om gunstig af te steken tegen de boerenkinkels in deze staat. Haar haar zat in een nette knot op haar hoofd en haar roze katoenen jurk met een rij knoopjes, die liep van de zoom tot aan de zedige halslijn, was het toonbeeld van keurigheid. Rosemary Shaugnessy was tegenwoordig van onbesproken gedrag, en het laatste wat ze wilde was een smet op haar blazoen.

Zodra de mensen van de catering vertrokken waren, sloot Rosemary de keukendeur af en deed hier en daar wat lampen uit. Ze liet in de keuken een lichtje branden, want anders zouden de Coves hun nek nog breken als ze met hun dronken kop nog een doosje wijn kwamen halen. Terwijl ze zo bezig was, merkte ze opeens dat er achter haar iemand de keuken was binnengekomen. Het was niet meneer of mevrouw Coves en dronken was deze persoon al evenmin.

Het was een van de gasten, die vriend van meneer Coves, Nathaniel Finn. Rosemary had hem een paar jaar geleden voor het eerst ontmoet, maar had verder nooit aandacht aan hem besteed. Ze wist natuurlijk wel wie hij was. Hij was een van de meest vooraanstaande paardenfokkers uit de wijde omgeving en hij woonde in een reusachtig huis ergens langs Highway 42. Ze reed er wel eens langs als ze nog wat tijd over had voor ze Abby van school moest halen. Het was haar ook opgevallen dat hij nog nooit tweemaal met dezelfde vrouw aan zijn arm naar het huis van de Coves gekomen was niet dat het Rosemary wat aanging, trouwens. Hij was tweeënveertig, geboren en getogen in Kentucky, had de Vanderbilt universiteit doorlopen en was nooit getrouwd geweest. O ja, en iedereen noemde hem de Slechte di ngen van de Renbaan.

Maar verder wist ze niets over hem. Behalve natuurlijk dat het een razend knappe vent was met de mooiste groene ogen die ze ooit had gezien.

'Hallo,' zei hij, voordat zij iets had kunnen zeggen.

'Hallo,' antwoordde ze beleefd, en hoopte dat ze zich had ingebeeld dat haar maag een sprongetje maakte bij het horen van die zware, fluwelen stem. Omdat ze niet snapte wat hij in de keuken kwam doen en aannam dat hij er per ongeluk verzeild was geraakt, voegde ze eraan toe: 'Kan ik u ergens mee helpen? Zoekt u misschien iemand?'

Hij knikte traag en kwam de keuken in. Zijn mooie groene ogen waren strak op haar gericht. 'Ik was inderdaad naar iemand op zoek,' zei hij. 'En goddank heb ik haar nu gevonden.'

Rosemary keek achterom om te zien over wie hij het had, maar ze zag verder niemand in de schemerige, lege keuken. Ze wendde zich weer tot meneer Finn, die haar nog altijd stond op te nemen. Toen ze in de gaten kreeg dat het hem om haar te doen was, raceten de zenuwen door haar lijf.

'Ik?' vroeg ze ongelovig, en prikte met haar wijsvinger tegen haar borst om haar vraag kracht bij te zetten.

Hij grinnikte. Het was een donker, fluwelen geluid en zijn mond vertoonde een brede grijns. 'Ia, jij ja,' zei hij op een toon die nog soepeler klonk dan de allerbeste Ierse whiskey.

Rosemary stiet een kort, nerveus lachje uit 'Dit is zeker een grap.'

Hij keek haar niet begrijpend aan. 'Hoezo?'

'Omdat ik Rosemary ben,' zei ze. 'Rosemary Shaugnessy. Ik werk voor de Coves. Ik ben Abby's kindermeisje.'

Zijn glimlach werd iets minder breed, maar was nog altijd even charmant en duizelingwekkend sexy. 'Ik weet wel wie je bent,' zei hij. 'Waarom vind je het zo vreemd dat ik naar jou op zoek was?'

Rosemary sloeg een hand voor haar mond, bang dat ze heel hard en heel onbeheerst zou gaan lachen. 'Omdat ik Rosemary ben,' herhaalde ze, met haar hand nog altijd haar mond bedekkend. 'Rosemary Shaugnessy, ik werk voor de Coves. Ik ben het kindermeisje.'

ie bent ook een heel aantrekkelijke vrouw.' zei hij.

Op dat moment drong tot Rosemary door wat er hier aan de hand was. Nathaniel Finn wilde haar voor zich winnen, haar versieren en het was hem nog bijna gelukt ook omdat het feestje hier op zijn einde liep. Hij had zeker een paar drankjes op en had wel zin in een potje seks, en met het kindermeisje kon je ook prima het bed (of de achterbank van zijn auto, of de keukentafel of welke plek dan ook) delen. Het zou in ieder geval beter zijn dan helemaal niets, toch? Het overkwam haar niet vaak. maar het was toch een paar keer gebeurd dat een van de gasten van de Coves na een paar borrels dacht dat het kindermeisje wel een gemakkelijke prooi zou zijn. Het kostte Rosemary in dat soort gevallen weinig moeite om zo'n man op afstand te houden, maar die had niet van die sexy groene ogen.

'Meneer Finn,' begon ze.

ie weet dus hoe ik heet,' onderbrak hij haar en kwam nog iets verder de keuken in, nog iets dichter naar Rosemary toe.

'Ik ken bijna alle vrienden van de Coves.' zei ze. 'Ik werk hier al een paar jaar.'

"Ken je sommigen beter dan anderen?' vroeg hij.

Het klonk zo onschuldig, maar er was iets in deze vraag dat Rosemary alarmeerde. 'Misschien,' zei ze, en deed onwillekeurig een stapje achteruit.

Meneer Finn deed daarop weer een stap vooruit. Hij zag er ontspannen uit. Zijn jasje hing open, de knoop van zijn das was omlaag getrokken en hij had het bovenste knoopje van zijn overhemd geopend. Hij had geen drankje in zijn hand, had geen kegel en maakte ook niet de indruk dronken te zijn. Rosemary was slim genoeg (ze had op dit gebied genoeg ervaring) om te weten dat mannen die te veel op hadden wel eens heel onvoorspelbaar gedrag konden vertonen.

'Zou je het leuk vinden mij eens wat beter te leren kennen?' vroeg hij, met een onschuldige glimlach op zijn gezicht nog iets dichterbij komend.

Rosemary voelde zich geen moment door hem bedreigd, maar zette niettemin nog een stapje achteruit. Ze liep in een vloeiende beweging rond het kookeiland, zodat deze een veilige barrière vormde tussen haar en de onvoorspelbare meneer Finn.

'Nou... eh, vanavond niet,' zei ze, en stond er versteld van hoe beleefd dat klonk, terwijl deze situatie toch echt behoorlijk gênant was.

'Waarom vanavond niet?' vroeg hij. Hij voelde blijkbaar aan dat ze niet van plan was op zijn avances in te gaan en bleef aan 'zijn' kant van het kookeiland staan. Hij zei op zachte toon: 'Je hoeft niet bang voor me te zijn, Rosemary.'

Ze slikte. 'Wie zegt er dat ik bang voor u ben? Alstublieft, wilt u me miss Shaugnessy noemen?'

Hij glimlachte, wat ze een elegante reactie vond. 'Maar natuurlijk, miss Shaugnessy.' zei hij beleefd. 'Het is niet mijn bedoeling u te laten schrikken.'

'Maar wat is dan eigenlijk wél uw bedoeling?'

Hij trok één schouder op en liet hem vervolgens weer zakken. Hij kwam nu toch iets gespannen over. 'Ik wilde gewoon even met je kletsen,' zei hij op vriendelijke toon. ik zou je graag wat beter willen Ieren kennen.'

'Een andere keer misschien,' zei ze. 'Nu moet ik even kijken of alles goed is met Abby."

Hij keek haar vragend aan. 'Volgens mij is Abby uren geleden al naar bed gegaan. Ik heb gezien dat ze haar ouders nog een nachtkusje kwam vragen.'

'Ze slaapt nogal onrustig.' zei Rosemary. 'Het duurt altijd even voor ze in slaap valt. En ze wordt vaak wakker. Dus als u het niet erg vindt...'

Meneer Finn negeerde haar hint en zei: ik wacht hier wel even tot je terug bent'

Ze schudde haar hoofd. 'Ik kom niet meer naar beneden.'

Nathaniel Fin n trok zijn groene ogen tot spleetjes. 'Waarom ben je zo wantrouwig?' vroeg hij.

'Waarom bent u hier?' kaatste ze terug.

'Dat zei ik al. Ik wil je graag wat beter leren kennen. Je bent een prachtige

vrouw.'

'En u hebt een glaasje te veel op,' flapte ze eruit

'Ik ben niet dronken,' zei hij kalm.

Misschien was hij dronken, misschien ook niet, dacht Rosemary. Wat ze op dat moment in ieder geval wel zeker wist. was dat ze in een schaars verlichte ruimte stond met een man die ze niet goed kende, maar die de allermooiste ogen van de hele wereld had en die had gezegd dat hij haar graag beter wilde leren kennen, en ook dat ze tegen beter weten in hoopte dat hij het echt meende, maar dat ze zich toch behoorlijk opgelaten voelde. Ze wist niet of dat kwam door zijn gedrag of door haar reactie op zijn vragen. Ze wist maar één ding: er moest zo gauw mogelijk een einde komen aan dit gesprek, want ze kon niet meer helder denken.

Rosemary was nog altijd even beleefd en zei: 'Wilt u me nu excuseren, meneer Finn? Ik moet echt gaan.'

Heel even was ze bang dat hij rond het kookeiland zou komen rennen en zou proberen haar te grijpen. Zijn houding verried veel spanning en ze was bang dat die tot een kookpunt was gekomen. Rosemary wist niet eens zo zeker of ze dat wel zo vervelend vond. Ze kon het niet verklaren, maar ergens wilde maar wat graag op zijn avances ingaan. Er was iets met die Nathaniel Finn, iets dat haar deed fantaseren over dingen die ze eigenlijk beter niet zou kunnen doen, dingen die ze al heel lang niet meer gedaan had, dingen waarvan ze zichzelf had voorgenomen ze nooit meer te doen.

Toen leek plotseling alle spanning uit zijn ledematen te vloeien. Hij strekte zijn armen een eindje uit, ten teken dat hij zich gewonnen gaf. 'Het spijt me.' zei hij. 'Het was niet mijn bedoeling je van streek te maken.'

'Dat hebt u niet gedaan.'

'Echt niet?'

'Nee.'

Hij lachte. 'Mijn techniek is blijkbaar niet meer wat hij geweest is.'

'Goedenacht, meneer Finn,' zei Rosemary stijfjes.

Hij beantwoordde haar groet met een bescheiden hoofdknik. Maar Rosemary had zo'n vermoeden dat hij misschien bereid was toe te geven dat hij deze slag verloren had, maar dat de strijd nog lang niet gestreden was. Wat dit ook allemaal te betekenen had, waarom hij haar ook in de keuken was komen opzoeken, het was duidelijk dat het nog niet voorbij was. Zoveel was zeker. Ze wou dat ze er iets van begreep.

'Welterusten, mejuffrouw Shaugnessy,' zei hij met die fluwelen stem die haar eerder zo van haar stuk gebracht had Hij draaide zich rond op zijn hakken en liep de keuken uit. Bij de deur stopte hij nog even en draaide zich weer naar haar om. 'Tot de volgende keer,' zei hij op vlakke toon.

'Er komt geen volgende keer.' verzekerde Rosemary hem.

Maar Nathaniel Finn was al vertrokken. Ze wist vrijwel zeker dat hij haar laatste opmerking niet gehoord had.

Het was vier uur in de ochtend toen Nathaniel zich eindelijk wist los te maken uit de magere armen van Patrice Gordon en afscheid nam van lustin en Alexis. Onwillekeurig rilde hij bij de gedachte aan een seksuele escapade met zon stakerig iemand. Ze kon je zo een oog uitsteken met die puntige ellebogen van haar. Hij verkoos vrouwen met wulpse vormen. Godzijdank had Justin Rosemary Shaugnessy aangewezen en niemand anders.

Het bevreemdde Nathaniel enigszins dat hij dit soort gevoelens in zich voelde opkomen. Hij had stiekem best veel spijt dat hij met lustin in zee was gegaan, maar nu hij eenmaal zo stom was geweest om de weddenschap aan te nemen, was het mooi meegenomen dat hij niet onwillig stond tegenover het kindermeisje.

Natuurlijk was hij bij nader inzien helemaal niet blij geweest met lustins keuze. Aanvankelijk had hij gevreesd dat hij zijn kostbare merrie verkwanseld had Hij kon zich niet voorstellen dat er iets te beginnen viel met die kouwe kikker. Zelfs Nathaniel Finn had zo zijn beperkingen. Maar nadat hij haar een tijdje had gadegeslagen bij de piano, begon hij wel iets in Rosemary te zien. Ze glimlachte veel en schaterde het uit met de kleine Abby. Hij vond haar eigenlijk best mooi om te zien. Een beetje braaf, dat wel. Ze ging vast iedere zondag naar de kerk, at iedere dag een portie verse groenten en had iets heel alledaags over zich, maar toch leek ze hem wel de moeite waard.

Later die avond, tijdens hun ontmoeting in de keuken, was hij er van overtuigd geraakt dat de vooruitzichten goed waren. Hij had onmiddellijk aangevoeld dat hij niet alleen een behoorlijke kans maakte bij die koele kikker, maar dat ze zich net zo makkelijk zou laten inpakken als alle andere vrouwen. Er was iets in haar houding, iets in de manier waarop ze naar hem keek dat verried dat er iets smeulde onder de oppervlakte. Ze was waarschijnlijk vastbesloten zich ertegen te verzetten, haar gevoelens te verbergen, maar uiteindelijk zou Rosemary Shaugnessy het uitbarsten van de vulkaan niet kunnen tegenhouden.

Het eind van het liedje zou zijn dat Rosemary Shaugnessy van hem zou zijn.

Zodra Nathaniel Finn tot dit inzicht gekomen was, was ook de verveling op slag verdwenen. Hij kon niet wachten tot het ochtend was. Het zou wel even duren hij zou waarschijnlijk de maand die lustin hem gegeven had tot op de laatste dag nodig hebben maar Nathaniel zou Rosemary krijgen. Het zou nog leuk zijn om haar het hof te maken ook.

Toen hij bij zijn auto was aangekomen, aarzelde hij. Hij was een van de eerste gasten geweest en had, zoals altijd, zijn auto geparkeerd achter het huis, vlak bij de garage. Terwijl hij de sleutels van zijn donkerblauwe jaguar uit de zak van zijn jasje viste, zag hij dat achter hem in de keuken het licht werd aangedaan. Automatisch draaide hij zich om. Hij zag dat Rosemary de kleine Abby Cove de keuken in droeg en haar op het aanrecht zette. Het lange, kastanjebruine haar van Abby hing los over haar schouders en ze veegde haar neus af met de mouw van haar roze pyjamajasje.

Het raam stond open en Nathaniel hoorde dat ze op zachte toon tegen elkaar spraken. Hij kun niet verstaan wat ze zeiden, maar merkte dat hij genoot van het zachte gezoem van de vrouwenstemmen. Tot zijn verbazing hoorde hij ze zelfs even lachen. Bij het zien van dit nachtelijke tafereeltje werd Nathaniel plotseling overspoeld door warme gevoelens.

Hij wist niet waarom, maar hij kon zich er niet toe zetten het portier van zijn auto te openen. Hij voelde sterk de behoefte om nog even te blijven kijken. Waarschijnlijk had dat alles te maken met de witte, katoenen nachtpon van Rosemary, die van die mooie smalle bandjes had, waarvan er een van haar roomwitte schouder gegleden was. En met het feit dat ze haar lange haar in een paardenstaart droeg, die ze losjes had samengebonden met een lichtblauw lint

Hij hield zichzelf voor dat dit tafereel zijn aandacht nauwelijks verdiende: een schriele peuter die de slaap niet kon vatten en een kindermeisje in een zedige witte nachtpon. Toch kon hij zijn blik er niet van losscheuren. Abby zwaaide met haar beentjes langs de keukenkastjes en Rosemary kwam weer in beeld. Ze reikte het meisje een glas met aan en ze

Grote god. Nathaniels hart stond even stil toen hij zag wat Rosemary deed. Het was zo iets bijzonders en geweldigs wat Rosemary daar deed. Ze lachte. Rosemary lachte.

Het was niet zomaar een lach. Nee, toen ze Abby haar melk aanreikte lachte ze zoals Nathaniel nog nooit van zijn leven iemand had zien lachen. In zijn beleving lachten mensen nooit zomaar, maar stak er altijd iets achter iemand probeerde je voor zich in te nemen of had iets van je nodig. Mensen lachten nooit zonder reden naar hem, maar die lach die Rosemary Abby schonk was zo natuurlijk, zo ongekunsteld, zo open. Er zat niets achter, behalve dan de liefde die ze voelde voor het kind dat aan haar was toevertrouwd Ze lachte omdat ze op dat moment gelukkig was. Omdat ze midden in de nacht een kind een glas melk kon geven. Niets meer en niets minder. Bij het zien van die lach brak er iets in Nathaniel. Het gebeurde zo onverwachts en met zo'n kracht, dat hij even wankelde.

Hij had zichzelf snel weer onder controle, maar liet zijn autosleutels uit zijn handen glippen. Het geluid waarmee ze op de tegels ketsten klonk hard in de stilte van de donkere tuin. Hij wist zeker dat Rosemary het had gehoord. Ze boog zich voorover langs Abby en tuurde het duister in. Toen ze hem zag staan gleed de glimlach van haar gezicht.

Ze zei niets, maar sloeg haar arm beschermend om Abby heen, alsof ze bang was dat iemand haar iets aan zou doen. Dit gebaar bracht een lachje op Nathaniels gezicht. Het had wel iets ironisch dat Rosemary meende Abby te moeten beschermen, terwijl ze zelf het meeste gevaar liep, vond hij. Haar dagen als zedige non waren geteld, dacht hij, zich bukkend om zijn sleutelbos op te rapen. Hij opende het portier. Ze mocht zich verschuilen achter een fa^de van kuisheid en onkreukbaarheid, maar hij had die avond iets in haar ontdekt dat hij wilde onderzoeken. Ze zou voor hem vallen. Binnenkort Hij moest nog heel even zijn geduld bewaren.

Hij draaide de sleutel om in het contact en genoot van het regelmatige gesnor van de motor. Hij moest nog eens goed nadenken over die weddenschap, hij mocht geen fouten maken. Hij besteedde geen aandacht aan het onbehaaglijke gevoel dat ergens in zijn gemoed had postgevat. Hij zette de auto in zijn achteruit en draaide soepel het pad op. De Slechte longen van de Renbaan keek niet meer om naar het vredige tafereeltje in de keuken.

Hij had niet het hart.