*

Als ze niet bij Abby Cove was, ging Rosemary het liefst naar de Wild Irish Rose. Het restaurant, een voormalig Victoriaans huis in de Highlands, bestond uit drie gezellig ingerichte verdiepingen en gaf haar het gevoel alsof ze bij vrienden thuis was in plaats van in een commerciële eetgelegenheid. Iedere vrijdagavond zat de Rose vol met bierdrinkende, sigarettenrokende stamgasten. Luid gelach weerklonk tussen de kringelende rook, de Clancy Brothers zongen over een kan met punch, er stonden worstjes met puree op het menu en er was Harpbier van de tap. Dichter bij Ierland kon Rosemary niet komen zonder dit land te verlaten, en daarom zou ze altijd van deze plek houden.

Vanavond was ze hier echter minder gelukkig, maar dat was vooral haar eigen schuld. Door haar late vertrek en het drukke verkeer was ze vijfenveertig minuten te laat voor de afspraak met haar vriendin Charlotte, die als kindermeisje werkte voor een van de vrienden van Abby. Nu was Charlotte weg en de gereserveerde tafel was aan iemand anders gegeven. Rosemary ging daarom maar tussen twee druk pratende stelletjes aan de bar zitten en bestelde een glas bier, dronk de helft ervan op en probeerde ondertussen Charlotte te bereiken op haar mobieltje. Maar ze kreeg geen gehoor. Dit was eerder ook al niet gebeurd toen ze wilde zeggen dat bet later zou worden. Charlotte nam ook niet op in haar appartement.

Ach iaat ook maar, dacht Rosemary toen ze haar mobieltje terug in haar tas stopte. Misschien had Charlotte wel iemand ontmoet en vermaakte ze zich zonder Rosemary. Leuk voor haar. Maar het betekende wel dat Rosemary alleen was op een van haar weinige vrije avonden. Ze zag er piekfijn uit, al zei ze het zelf, zoals ze gekleed was in een rechte, mouwloze jurk van zachte, lichtgroene katoen, tot bijna op haar enkels, met bijpassende platte sandalen. Ze had haar haar in een lange vlecht gedaan die los op haar rug hing en ze had zelf haar nagels gemanicuurd, alles om de week van zich af te schudden en zich voor te bereiden op een feestelijk avondje uit lammer dat het allemaal voor niets was geweest. Misschien kon ze nog naar de film als ze opschoot...

Ze wilde juist het koele, vochtige glas pakken met daarin de laatste slokken van haar bier toen ze te midden van de luidruchtige menigte iemand haar naam hoorde noemen, heel dicht bij haar oor. En hoewel deze persoon niet haar voornaam had gebruikt, klonk de diepe, mannelijke stem toch persoonlijk en teder, wat bij haar een gevoel van iets aards en elementairs teweegbracht.

'Miss Shaugnessy.'

Ze draaide zich om en keek daarop tegen een mannenborst aan. Een brede, goed gevormde borst, gehuld in een marineblauwe polo, die aan de onderkant in een licht verschoten spijkerbroek was gestopt en waarvan het boordje open was geknoopt zodat er een stukje donker borsthaar zichtbaar was. Toen Rosemary opkeek zag ze dat het gezicht boven de borst nog sterker getekend en fraaier gevormd was dan de rest, maar helaas toebehoorde aan een man die ze liever nooit meer had willen zien.

'Meneer Finn.' zei ze verrast, maar zijn naam lag ongemakkelijk op haar tong.

Ze had hem maar één keer gezien in de week die voorbij was gegaan sinds hij haar bij de Coves in de keuken in het nauw had gedreven de maandagavond die volgde op het fiasco, toen meneer Cove hem onaangekondigd had meegenomen voor het eten. Meneer Finn had die avond tegen Rosemary met geen woord gesproken over het gebeuren. Niet dat ze dat verwacht had, natuurlijk. Hij vond het kennelijk niet nodig om zich voor zijn gedrag te verontschuldigen, omdat hij waarschijnlijk niet vond dat hij iets verkeerd had gedaan, of hij herinnerde het zich niet meer, aangezien hij te zeer door de alcohol beneveld was geweest. En zij had zeker geen reden gezien om het ter sprake te brengen. Zij probeerde zo snel mogelijk te doen alsof er niets was gebeurd en hoopte maar dat ze het kon vergeten. Hoewel ze zich oprecht afvroeg of ze de herinnering aan die vreemde, opwindende gevoelens van die avond ooit volledig kon uitbannen.

Hoewel hij maandag bij de Coves niet tegen haar had gesproken, had Nathaniel Finn steeds als zij en Abby in dezelfde kamer waren naar Rosemary gekeken. Ze had zijn ogen voortdurend op haar gevoeld en iedere keer als ze opkeek had ze hem aandachtig zien kijken, zelfs peinzend, maar waarover hij peinsde, dat wilde ze liever niet weten. Hij had zelfs een keer geglimlacht, op zo'n manier dat ze dacht dat hij heel goed wist wat er die avond in de keuken gebeurd was en van plan was om het incident bij de eerstvolgende gelegenheid te herhalen, maar dit maal met een volkomen ander resultaat. Zelfs als Rosemary bij wijze van antwoord haar wenkbrauwen had gefronst om aan te geven dat een herhaling van het gebeuren was uitgesloten, was hij toch schaamteloos doorgegaan met haar te observeren, zelfs als ze hem daarbij betrapte.

Het zorgwekkendst was echter dat als Rosemary naar hem keek, ze zich langzaam, diep van binnen warm voelde worden, een warmte die zich geleidelijk door haar hele lichaam verspreidde. Het was hetzelfde verontrustende gevoel dat ze die avond in de keuken had ervaren, iets dat tegelijk gevaarlijk en intrigerend was. een mengeling van afkeer en fascinatie. Ze realiseerde zich toen dat Nathaniel Finn een veel gevaarlijker man was dan ze eerst had gedacht. Want ondanks alles, wilde ze meer van hem weten.

Hier, dacht ze, lag haar kans. Als ze besloot die te nemen. Maar dat zou ze, vanzelfsprekend, niet doen. Want hoe fascinerend ze hem ook vond, deze man bracht problemen. En haar problemen had ze achtergelaten in Ierland. Ze wilde nooit meer problemen in haar leven.

'U ook hier,' zei ze, als eerste dat in haar hoofd opkwam. Nou ja, het was waarschijnlijk niet het eerste dat in haar hoofd opkwam. Maar als ze zou hebben uitgekraamd hoe vreselijk aantrekkelijk hij wel niet was en dat ze wilde weten hoe het was om hem te kussen, had dat vast een paar probleempjes gegeven.

Hij haalde zijn schouders op. ia, met een naam als Finn kan ik dit café toch moeilijk negeren. Mijn grootvader is zeventig jaar geleden uit Ierland hierheen gekomen. Ik heb voordat hij stierf zoveel verhalen over County Cork gehoord dat het een deel van mezelf is geworden.'

Hij loog niet, wist Rosemary. Toen ze zei dat ze verrast was hem hier aan te treffen, bedoelde ze dat hij naast haar stond, niet dat hij in de Rose was. Ze had hem eerder in het restaurant gezien, meer dan eens zelfs, maar natuurlijk alleen van een afstand, en nooit als iemand met wie je zou praten. Maar ze kon zich niet herinneren dat hij haar ooit had gezien hij had in ieder geval nooit laten blijken dat hij haar herkende. Niet dat ze nu gelijk achterdochtig moest zijn. Maar om een of andere reden was ze dat wel. Er klopte iets niet aan het feit dat hij plotseling voor haar stond. Of misschien klopte het niet dat hij haar aansprak. Waarom zou hij haar vanavond aanspreken als hij dat nog nooit eerder had gedaan?

ik daarentegen,' zei hij, 'ben echt verbaasd om jou hier aan te treffen. Aan de bar, in ieder geval,' verklaarde hij haastig. 'Drinkend,' verklaarde hij nog eens extra, waarbij hij een beweging met zijn hoofd maakte. 'Maar ik vermoed dat elke Ier uiteindelijk zijn weg naar de Rosé vindt.'

Ze wilde hem zeggen dat ze de weg hierheen al lang geleden had gevonden, en waarom hij daar nu pas achter was gekomen. In plaats daarvan knikte ze naar het glas dat hij in zijn hand hield, een middelgroot glas voor de helft gevuld met een amberkleurige vloeistof, zonder ijsklontjes. 'Bent u de enige hier die mag drinken, meneer Finn?' vroeg ze.

Hij schudde zijn hoofd en glimlachte, en iets van binnen bij haar begon als reactie behoorlijk te gloeien. Lieve hemel. Ze moest hem niet aanmoedigen. Niet als ze niet spontaan tot ontbranding wilde komen.

'Dat bedoelde ik niet,' legde hij uit. 'Ik had gewoon niet verwacht dat jij het type was.'

Ze moest daar smakelijk om lachen. 'Waarom zou ik niet het type zijn? vroeg ze. 'En wat is dat eigenlijk, "het" type?'

In plaats dat hij antwoordde, bracht hij zijn vrije hand langzaam naar haar hals. Rosemary zei tegen zichzelf dat ze zijn pols moest pakken en hem tegen moest houden voordat hij haar kon aanraken, maar ze voelde zich verlamd en totaal niet in staat of misschien onwillig om te reageren. Hij sloot zijn hand losjes, behalve zijn wijsvinger, en wees daarmee naar het fijne gouden kruisje dat ze altijd droeg en dat in het kuiltje onderaan haar hals lag. Even dacht ze dat hij klaar was en niet verder zou gaan en ze liet langzaam de hap adem ontsnappen die ze ongemerkt had ingehouden. Maar toen bracht hij zijn vinger nog dichterbij, tot hij het kleine gouden kruisje met zijn vingertop kon aanraken, eerst omlaag, en toen opzij.

Het probleem was dat het kruisje zo klein en dun was dat tijdens het strelen ervan zijn vingertop de huid eronder raakte. Het probleem was dat haar huid al zo gevoelig was dat de ogenschijnlijk onschuldige aanraking een elektrische schok door Rosemary deed gaan die haar naar adem liet snakken. Het probleem was dat Nathaniel Finn dit niet ontging. Het probleem was dat hij begrijpend lachte toen hij opmerkte hoe moeilijk haar ademhaling ging.

Het probleem was dat hij niet ophield toen hij dat opmerkte, maar in plaats daarvan twee vingers onder het kruisje schoof, zodat het tegen zijn vingertoppen lag en zijn knokkels licht over haar huid scheerden tot ze net beneden het kuiltje van haar hals neerstreken, waar het kruisje had gelegen.

'Je lijkt me gewoon niet het type dat drinkt, miss Shaugnessy,' zei hij zachtjes, waarbij hij langzaam met zijn duim over het kruisje wreef, zijn knokkels nog steeds zachtjes op haar borstbeen rustend, haar huid vuurrood waar zijn vingers contact maakten. 'Je lijkt zo'n aardig meisje.'

'Ik ben een aardig meisje,' antwoordde ze snel. Te snel, in feite. Want haar stem was schor en onzeker toen ze het zei, en ze vond zichzelf totaal niet geloofwaardig, en Nathaniel Finn evenmin, vermoedde ze.

Het vreemde was dat hij haar leek te geloven, want hij liet het kruisje abrupt los en liet zijn hand vallen. Ze wist het niet zeker, maar ze had de indruk dat zijn ogen plotseling donkerder waren en zijn wangen een beetje roder dan toen hij haar voor het eerste aansprak. Bovendien had ze de indruk dat het kruisje dat tegen haar huid aanlag tintelend en levend aanvoelde.

'Ik weet het," zei hij. En daarna zachter, zo zacht dat ze zich afvroeg of het de bedoeling was dat ze het zou horen: 'Dat is juist het probleem.'

Rosemary zag hoe het zwart van zijn pupillen groter werd en bijna het donkergroen van zijn irissen overschaduwde en zijn jukbeenderen opgloeiden als gevolg van... ja, van wat? Zijn hartstocht? Dat zal wel niet. Verlegenheid? Nog moeilijker te geloven. Dus waarom werd hij rood? vroeg ze zich at En terwijl ze zich dit afvroeg en de veranderingen bij hem observeerde, realiseerde Rosemary zich dat ze vergat te ademen. Ze realiseerde zich dat omdat ze zich plotseling duizelig voelde, en hoe kwam dat anders dan door een tekort aan zuurstof?

Ze verzette zich legen de aanvechting om haar glas op te pakken en de inhoud in een keer naar binnen te gieten en zocht in plaats daarvan naar een beleefde manier om zich te redden uit een situatie die steeds ongemakkelijker werd. Hier stond ze in een drukke bar vol geroezemoes, en plotseling leek het alsof zij en Nathaniel Finn de enige mensen op aarde waren, omsloten door een sereniteit die alleen door hen twee werd gedeeld. Het was alsof ze in een andere dimensie terecht waren gekomen, waar fysieke gewaarwordingen vergroot en vermenigvuldigd werden en bijna onmogelijk te verdragen waren. Ze moest ergens heen, naar buiten, de frisse lucht in, waar ze zich kon bevrijden van de vreemde irrealiteit waarin ze verzeild was geraakt.

'Als u me niet kwalijk neemt, meneer Finn...' zei ze, waarbij ze haar stem aan het eind zachter liet klinken in de hoop dat hij de hint begreep. Om de een of reden wilde ze niet botweg gedag zeggen.

Hoewel hij de hint leek te begrijpen hij lachte weer zijn begrijpende lach was dat toch niet zo.

'Waarom zo'n haast? vroeg hij. 'Heb je al gegeten?'

Zeg ja, hield ze zichzelf voor. 'Nee,' hoorde ze zichzelf zeggen.' Ik ging met een vriendin eten, maar...' Ze stopte voordat ze ging zeggen dat Charlotte al weg was voordat rij hier was aangekomen. Ze wilde niet dat hij zou weten dat rij hier in haar eentje was. Ze wist niet waarom. Het was gewoon zo.

'Ik heb om half acht een tafel gereserveerd.' zei hij. Hij draaide zijn arm dat hij de wijzerplaat van zijn horloge kon zien. 'En raad eens, het is nu precies half acht.' Hij keek haar weer aan, fixeerde haar met rijn groene, groene ogen.

'Waarom kom je er niet bij?'

'O, ik weet niet ' begon Rosemary.

'Natuurlijk wel,' wierp hij tegen.

'Maar u hebt met iemand afgesproken en '

'Ik heb met niemand afgesproken,' zei hij. 'Ik ben vanavond alleen.'

Daar werd ze even stil van. Hoe was het in godsnaam mogelijk dat een man als hij alleen was op vrijdagavond? Nu werd ze pas echt argwanend. 'Heeft rij u laten ritten of hebt u haar laten ritten?' vroeg ze, in de veronderstelling dat de tweede mogelijkheid waarschijnlijker was.

Hij glimlachte weer. 'Wie zegt om te beginnen dat het een "zij" is?'

Rosemary grinnikte. 'Dus dat is het. Ik had niet gedacht dat u op mannen viel'

Hij kneep rijn ogen samen bij die woorden, maar de glimlach verdween niet van zijn gericht. 'Dat is ook niet zo.' zei hij. 'lk houd juist erg veel van vrouwen,' voegde hij toe en rijn groene, groene ogen begonnen weer te gloeien. 'Soms heeft een man echter behoefte aan wat tijd voor zich zelf. Dat is alles.'

'Dan hou ik u niet langer op.'

Ze slaagde erin om zich los te maken van de plek waar ze sinds de komst van Nathaniel Finn leek te rijn vastgenageld Ze slaagde er zelfs in een pas naar voren te doen voordat hij zijn vingers zachtjes om haar bovenarm klemde.

'Ga niet weg,' zei hij.

Daarbij klonk zijn stem zo zacht en verlangend dat Rosemary een beetje smolt van binnen. Alleen deze keer kwam dat niet door een snelle, onstuimige, explosieve hitte. Nee, deze keer was dat het gevolg van een tedere gloed die door zijn lichaam leek te golven met de traagheid van een zomerdag.

'Zo bedoelde ik het niet,' verduidelijkte hij. 'Ik kwam hier vanavond om alleen te zijn, maar...' Hij aarzelde even voordat hij verder ging. 'Maar nu ik jou heb ontmoet... besef ik dat ik niet alleen wil zijn.'

De manier waarop hij dat zei was haast onweerstaanbaar. Ze durfde hem niet aan te kijken toen ze antwoord gaf, maar hield haar blik gericht op de deur van het restaurant, de deur die naar de vrijheid leidde. Maar wat voor vrijheid? vroeg ze zichzelf af. En wilde ze nu eigenlijk wel vrij rijn?

'Ik moet echt gaan.' zei ze. 'Ik geloof niet dat het een goed idee is om '

'Het is een uitstekend idee,' corrigeerde hij haar voordat ze zelfs de gedachte kon afmaken. 'We kwamen hier allebei om te eten. Jouw vriendin kwam niet opdagen, en ik had er om t e beginnen geen. Het kon niet beter.'

'Hoe weet u dat ik een vriendin zou ontmoeten?'

Hij haalde zijn schouders weer op, maar dit keer had de beweging iets onechts. ik dacht het gewoon,' zei hij. 'Sorry. Is het niet goed? Is er iemand in je leven? Iemand die het niet op prijs stelt dat je met een ander gaat eten?'

Rosemary schudde haar hoofd, en wenste meteen dat ze dat niet had gedaan. Een zogenaamd vriendje had haar misschien uit deze benarde situatie gered. Het was niet goed dat ze hier stond te praten met de Slechte Jongen van de Renbaan. Dat kon alleen maar problemen geven. Maar aan de andere kant, misschien wilde ze zich wel helemaal niet uit deze situatie redden. Misschien was een deel van haar wel op zoek naar problemen. Misschien dat een deel van haar problemen gemist had. Misschien dat een deel van haar ze nog steeds miste.

'Er is niemand anders,' zei ze. 'Ik zou een vriendin ontmoeten, maar ik was hier veel te laat. Ze dacht waarschijnlijk dat ik niet meer zou komen en is weggegaan.'

'Dus waarom eten we dan niet samen, miss Shaugnessy?' vroeg Nathaniel Finn opnieuw, ik trakteer.'

'Nee. Ik betaal voor mezelf, bedankt,' zei ze beslist.

Hij opende zijn mond om te protesteren, hield zich toen in en er verscheen een vrolijke lach om zijn lippen. Pas toen realiseerde Rosemary zich dat ze zojuist had toegestemd om met hem te gaan eten.

'Goed,' zei hij. 'Je mag zelf betalen. Deze keer.' Een weinig subtiele manier om te zeggen dat er een volgende keer zou rijn en dat hij bij die gelegenheid zou betalen, stelde ze vast.

Niet zo snel, meneer Finn, dacht ze vervolgens. De enige reden waarom ze deze keer instemde was omdat ze honger had, omdat ze al sinds de lunch niet had gegeten en zelfs het glas bier op haar lege maag er al voor zorgde dat ze te suf was om naar huis te rijden. Dus ging ze met deze man eten. Vanavond En dan zou ze naar huis rijden en met haar leven verder gaan alsof er niets was gebeurd

Net als meneer Finn, dat wist ze zeker.

Tegen de tijd dat de koffie voor Nathaniel en de thee voor Rosem ary werd gebracht, had hij besloten dat zijn weddenschap met lustin helemaal nog niet zo gek was. Hij was daar eerst helemaal niet van overtuigd geweest natuurlijk en had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan om zo'n riskante weddenschap aan te gaan. Trots en te veel goede Ierse whiskey had hem uiteindelijk over de streep getrokken. Nu had Nathaniel zich neergelegd bij wat Justin en hij hadden afgesproken. Hij keek er zelfs naar uit om de weddenschap af te maken... op een vreemde, verknipte manier. Er stond tenslotte vier miljoen dollar op het spel. En hij was tenslotte de Slechte longen van de Renbaan. De weddenschap mocht dan riskant zijn, vier miljoen dollar is vier miljoen dollar, en een slechte jongen blijft een slechte jongen. Bovendien was Nathaniel een man van zijn woord.

Dat wilde niet zeggen dat hij blij was met het vooruitzicht. Van een afstand had Rosemary Shaugnessy onaantrekkelijk, onopvallend, koel en onbereikbaar geleken. Van dichterbij in het schemerige licht van de keuken bij de Coves een week geleden had hij haar al iets aantrekkelijker, opvallender, minder koel en bereikbaarder gevonden. Maar nog steeds niet heel bijzonder. Nu, van nabij en in het goede licht, zag hij echter dat Rosemary Shaugnessy bijzonder leuk was. Niet het type onweerstaanbare vrouw waar je gelijk slappe knieën van krijgt, waar hij normaal gesproken mee uitging, maar ook niet afstotend.

Nee, beslist niet afstotend

Ze zou onweerstaanbaar zijn, bedacht hij zich. als ze er een beetje meer werk van maakte. Maar ze droeg geen make up, had behalve een vlecht weinig gedaan aan haar haar, droeg de kleding van een domineesvrouw en geen sieraden behalve het minuscule kruisje om haar hals.

Aan de andere kant viel door haar eenvoudige kleding de nadruk juist meer op haar prachtige gezicht. In de loop van de avond had hij diverse keren gefantaseerd hoe bet zou zijn als hij haar vlecht losmaakte en haar lange haar over zijn handen, zijn armen, zijn borst, zijn lichaam, zijn... zou vallen.

Het sprak vanzelf dat hij tot de slotsom was gekomen dat er iets te zeggen vi el voor haar eenvoudige haardracht. Hij besloot ook dat er iets te zeggen viel voor de onopgesmukte perfectie van haar roomwitte, volmaakte gezicht. Een man kon zich iets ergers voorstellen om in te kijken dan de heldere, groene ogen van Rosemary die, bij nadere beschouwing, beslist geen cosmetische verfraaiing behoefden, zo groot, mooi en expressief waren ze. Hij was er in de loop van de avond al een paar maal in verdronken, als hij het niet te druk had gehad met zijn fantasieën over het losmaken van haar vlecht.

Het was echter het kleine gouden kruisje om haar hals dat hem het meeste boeide. Hij was nog nooit in gezelschap geweest van een vrouw die een kruisje droeg. Hij moest denken aan al die dingen waar het gewijde kleinood voor stond religieuze overgave, geestelijke zuiverheid, morele overtuiging. Dat waren geen zaken die in zijn leven voorop stonden; hij was in feite een schoolvoorbeeld van precies de tegenovergestelde levensstijl. Hij geloofde in niets behalve in zichzelf, en er waren tijden dat zelfs dat geloof wankelde. Hij was op geen enkele manier puur. Hij had geen enkele morele overtuiging. Precies om die redenen was hij bereid geweest om in te gaan op lustins afkeurenswaardige weddenschap.

Nathaniel vroeg zich af of Rosemary Shaugnessy nog maagd was. Hij maakte zich een klein beetje zorgen toen hij ontdekte dat hij diep van binnen hoopte dat dat nog wel het geval was.

'Weet je zeker dat je geen dessert wilt?' vroeg hij haar.

Ze schudde haar hoofd. 'Nee, dank u. Ik zit al veel te vol.'

Hij ook. daar niet van. Maar hij wilde de maaltijd zo lang mogelijk rekken.

Ze draaide haar horloge aan het dunne leren bandje naar zich toe. 'O jee, het is bijna tien uur.' zei ze. 'We zitten hier al meer dan twee uur. Het verbaast me dat ze ons er nog niet hebben uitgegooid.'

Nathaniel wist dat niemand hen er die avond zou uitgooien. Hij had de eigenaar vijftig dollar in zijn handen gestopt om een tafel voor hem vrij te houden, terwijl hij niet eens had gereserveerd, en nog eens vijftig om zeker te zijn dat hij en Rosemary ongestoord konden b li jven zitten. Hij had zich van een hoop dingen vergewist vanavond. En dat was nodig ook. Hij had nog maar drie weken om Rosemary in bed te krijgen, hoewe l hij daar nu meer naar uitkeek dan een paar uur geleden. En niet alleen omdat er vier miljoen dollar op het spel stond. Hij deed alles om die weddenschap te winnen.

'Ze doen niet moeilijk hier in de Rosé,' zei hij. 'Bovendien, we zijn allebei vaste gasten.'

'Hoe weet u dat, in mij geval?' vroeg ze.

'Dat weet ik gewoon,' antwoordde hij.

Dat was ook zo. Want lustin had hem dat verteld lustin was ook degene die hem had verteld waar Nathaniel vanavond Rosemary kon vinden, zo groot was zijn vertrouwen dat hij de weddenschap zou winnen. Hij vond het een geweldige grap dat hij Nathaniel hielp om de kindermeisje te veroveren, zo zeker was Justin van de kuisheid van Rosemary Shaugnessy. Justin had zelfs al een plek in zijn stal gereserveerd voor het kampioenspaard van Nathaniel. De stomkop.

'U hebt me hier nooit eerder gezien,' zei Rosemary zacht, en bracht het kopje naar haar lippen. Haar perfect gevormde, volle, bijzonder mooie lippen, zo mooi dat Nathaniel nu al bijna niet kon wachten om ze te kussen, tot ze bepaalde delen van zijn lichaam zouden kussen.

Toen drong haar opmerking tot hem door. Hoe wist zij dat hij haar hier nooit eerder had gezien? Kwam zij hie r vaker? Om eerlijk de waarheid te zeggen, hij had haar nooit eerder opgemerkt. Misschien had Justin tegen hem gelogen. Misschien was ze geen vaste gast. Misschien had zijn vriend dat alleen gezegd om zijn pogingen om haar te verleiden te torpederen.

'Hoe weet je dat ik jou hier nooit eerder heb gezien?' vroeg hij, in de hoop dat zijn vraag plagerig zou klinken, en niet behoedzaam.

Ze aarzelde even, maar haar blikken lieten hem niet los toen ze ten slotte antwoordde. 'Omdat ik u hier wel eerder heb gezien,' zei ze zacht. 'En toen hebt u me niet opgemerkt'

Een gevoel van opluchting stroomde door hem heen. 'Hoe weet je dat ik je nooit heb opgemerkt?' vroeg hij.

'Dat weet ik gewoon,' zei ze.

Omdat ze hem had gezien, realiseerde Nathaniel zich. Ze had hem geobserveerd toen hij hier was, zonder hem zelfs te kermen. Wat interessant. Wat onthullend Wat stimulerend. Wat gemakkelijk zou het rijn om Rosemary Shaugnessy in rijn bed te krijgen. Die vier miljoen pop was al bijna van hem.

'Misschien heb je gewoon niet gezien dat ik je opmerkte,' zei hij.

Ze antwoordde niet, dronk alleen langzaam haar thee en bleef hem aankijken met wat hij zag als een soort ongemakkelijke nieuwsgierigheid. Hij was er nog niet, wist hij. Ze vertrouwde hem nog niet. Maar dat was niet erg. Dat deden er niet veel. Dat had hem bovendien nog nooit in de weg gestaan.

De rekening werd gebracht voor elk apart en na een halfslachtige poging om die van Rosemary van haar af te pakken, gaf Nathaniel toe. Kijk eens. Dat zou haar overtuigen dat hij te vertrouwen was. Hij deed precies wat hij had beloofd en liet haar voor zichzelf betalen. Deze keer. )a, hij was een echte heer. Nadat ze allebei hun rekening hadden betaald, wees Nathaniel naar de uitgang, ten teken dat zij hem voor moest gaan.

ik breng je naar je auto,' zei hij.

Hij kon zien dat ze wilde tegensputteren, maar ze bedacht zich toen ze zag dat het buiten al donker was. Ze was niet dom. Het was geen slechte buurt natuurlijk, maar je wist nooit wie je kon vertrouwen, toch?

'Dank u,' zei ze ten slotte 'Dat stel ik op prijs.'

De septemberavond was vochtig en warm, en uit niets bleek dat de zomer voorbij was en de herfst er aankwam. Het drukke verkeer op de Bardstown Road snelde voorbij en liet in het voorbijgaan een lichte walm van uitlaatgassen achter. Het verkeer was er de oorzaak van geweest dat Rosemary een paar straten verderop had moeten parkeren, wat Nathaniel, vanzelfsprekend, al wist hij had zich van een groot aantal dingen vergewist vanavond dus ze hadden nog een flinke wandeling voor de boeg.

'Mooie avond,' zei hij als afleiding terwijl ze rustig doorwandelden. Tot zijn verrassing realiseerde hij zich dat hij de waarheid sprak. Het was een mooie avond. Daar had het weer alleen weinig mee te maken.

'Mmm,' stemde Rosemary zwijgend in. ik houd van deze tijd van het jaar. Ik vind het heerlijk als de zomer nog zo lang blijft duren.'

Waar Nathaniel van hield was de zachte, melodieuze klank van Rosemary's stem en de warme rilling van genot die deze klank bij hem teweeg bracht. Vreemd dat het nooit eerder de stem van een vrouw was geweest die hem genot had gebracht.

'Uit wel deel van Ierland kom je?' vroeg hij, plotseling nieuwsgierig om meer van haar te weten. Ze hadden alleen oppervlakkig gepraat aan tafel, over boeken en films, en over hoe Abby Cove het op school deed, alsof ze allebei bang geweest waren om te veel over elkaar te weten te komen. Nu wilde Nathaniel echter meer over haar weten.

Ik ben opgegroeid in Derry.' zei ze. 'Rossville Flats,' verduidelijkte ze. En daarna, voor het geval er geen belletje bij hem was gaan rinkelen, 'ln Noord I er land.'

Niet zo'n beste plek om vandaan te komen, dacht Nathaniel. Hij wist weinig van de perikelen in Noord Ierland en kon zich er weinig bij voorstellen de verhalen van zijn grootvader gingen over de goede tijden en het geluk dat hij had gekend in het zuiden maar Nathaniel wist voldoende om zich te realiseren dat Rosemary uit een gebied kwam met veel ellende. Derry stond voor een van de meest gewelddadige episoden in de Britse overheersing en Rossville Flats was een arme katholieke wijk, berucht Maar Bloody Sunday had zich meer dan dertig jaar geleden afgespeeld, toen was Rosemary nog niet geboren. Het had niettemin een lange schaduw geworpen over de gemeenschap, nam hij aan.

'En wat heeft je naar de States gebracht? vroeg hij, in de hoop dat hij geen ongewenste herinneringen wakker had gemaakt, om zich vervolgens af te vragen wat hem dat kon schelen. Het had hem nooit moeite gekost om een onaangenaam onderwerp aan te snijden. Niet dat hij zijn best deed om mensen zich slecht te laten voelen, maar het maakte het hem normaal gesproken weinig uit als het wel gebeurde.

Rosemary glimlachte als antwoord op die vraag en diep van binnen voelde Nathaniel een warme gloed en ook nog iets anders, iets wat hij niet kon identificeren, wat hij niet wilde identificeren, aangezien hij zeker wist dat er niets te voelen was.

'Nannyschool.' zei ze.

Even kon hij zich niet herinneren wat hij haar gevraagd had. Toen herinnerde hij het zich weer en schudde hij de vreemde gewaarwording van zich af die over hem was gekomen. Op een of andere manier slaagde hij erin om te grinniken en hij hoopte maar dat het er niet zo onecht uitzag als het voelde. 'Zijn daar scholen voor. om kindermeisje te worden?' vroeg hij.

'Ja hoor,' zei ze.'Toen mijn tante Brigi t overleed, liet ze me wat geld na en samen met de opbrengst van de overgebleven spullen die ik verkocht, was dat genoeg om me aan te melden bij een hele goede nannyschool in Dublin. Ze plaatsten me bij de Coves toen ik negentien was.'

'Hoe lang ben je daar nu al?'

'Ik kwam vlak voor de eerste verjaardag van Abby.'

Dan is ze nu ongeveer vijfentwintig, besloot Nathaniel. Ouder dan hij eerst dacht Niet veel, maar hij vergreep zich tenminste niet aan een kind.

'Het spijt me van je tante,' zei hij in een onkarakteristiek vertoon van medeleven. Nog onkarakteristieker was dat hij dit gevoel oprecht uitsprak. 'Heb je nog familie in Noord Ierland?'

Ze keek ernstig en haar antwoord was een eenvoudig 'nee'.

'Ouders? Broers of zussen?'

'Mijn ouders zijn dood,' zei ze ronduit. 'Broers of zussen heb ik nooit gehad.'

'Dus je gaat nooit terug voor een bezoek?'

Ze schudde haar hoofd. 'Nee, ik ga nooit terug.'

De beslistheid waarmee ze dat zei gaf aan dat ze nu genoeg over Ierland hadden gepraat, dank u wel, en of ze het nu over iets anders konden hebben. Nathaniel sprak daarna alleen zachtjes over niets in het bijzonder, en het viel hem op hoe fijn het was om zachtjes over niets in het bijzonder te praten tot ze bij de oude Volkswagen Kever van Rosemary kwamen.

Ze haalde haar sleutels tevoorschijn en rammelde er betekenisvol mee in haar handen. 'Bedankt dat u me naar de auto hebt gebracht,' zei ze en ging een stukje uit zijn buurt staan. ' En ook bedankt dat u me gezelschap hebt gehouden bij het diner,' voegde ze eraan toe, hoewel dat wat onwillig klonk, vond hij.

ik moet jou bedanken,' zei hij. 'Dank zij jou is het geen saaie avond geworden.'

'Nou, dat zal wel,' zei ze glimlachend. 'Ik heb me in ieder geval wel vermaakt.'

'Ja, ik ook.'

Geen van beiden bewoog daarna, omdat ze allebei stonden te wachten tot de ander het eerst wat zou doen. Uiteindelijk liep Rosemary om de auto heen en maakte het portier open. 'Nogmaals bedankt,' zei ze en opende het portier, dat een luid wiiiiii liet horen. Ze schrok bij het geluid en Nathaniel grinnikte. 'Ik zal Max moeten vragen of hij daar iets aan kan doen,' zei ze, en bedankte hem nogmaals. 'Goedenavond, meneer Finn.'

Met ander woorden, en nu wegwezen, dacht hij. 'Goedenavond, Rosemary,' antwoordde hij.

Hij zwaaide gedag, maar draaide zich niet om en bleef achteruitlopen tot zij haar auto had gestart. Hij hield zijn pas bewust in en zorgde ervoor dat hij niet uit het zicht verdween. Bij het licht van de straatlantaarns kon hij zien hoe zij de sleutel in het contact stak, deze omdraaide en... waarop er niets gebeurde. Nathaniel ging nog langzamer lopen, tot hij stilstond. Ze draaide de sleutel nog eens om, een poging die werd gevolgd door weer een veelbetekenende stilte. Weer omdraaien. Weer stilte. Nathaniel glimlachte even, trok daarna een bezorgd gezicht en liep naar de kleine gele auto.

Net toen hij aan kwam lopen, probeerde ze de auto weer te starten, maar er gebeurde, zoals hij verwacht had. weer niets. Hij liep om de voorkant van de wagen heen en ging bij het raampje van de bestuurder staan, wachtend tot Rosé het naar beneden zou draaien. Lange tijd staarde ze echter alleen voor zich uit alsof ze hoopte dat hij vanzelf weg zou gaan. Toen Nathaniel geen aanstalten maakte om te verdwijnen, draaide ze haar hoofd en keek hem aan vanachter het glas. Ze produceerde een flauwe glimlach, maar draaide het raampje nog steeds niet naar beneden.

'Problemen?' vroeg hij luid, zodat ze hem zou horen.

Ze sloot haar ogen, zuchtte geërgerd en draaide toen ten slotte het raampje naar beneden, ia', zei ze kortaf. 'Mijn auto wil geloof ik niet starten.'

'Ik kan je naar huis brengen,' bood hij grootmoedig aan.

Ze schudde, niet helemaal onverwacht, haar hoofd.'Laat maar. Ik laat een takelwagen komen. Er is een benzinestation een paar straten verderop misschien kan iemand me daar helpen.'

'Ik geloof dat ze dicht zijn.' zei Nathaniel. in de hoop dat ze het zou geloven. want welke eigenaar van een benzinestation sluit zijn pomp op vrijdagavond in een van de drukste straten van de stad?

Hij had echter geluk. Want Rosemary zei alleen maar 'O'. Maar ze stuurde zijn plannen direct weer in de war toen ze zei: 'Dan moet ik misschien Max bellen.'

'Wat, en hem helemaal hierheen laten komen op vrijdagavond?' vroeg Nathaniel, in de hoop dat hij niet te snel een beroep deed op haar schuldgevoel. 'Hij is waarschijnlijk niet eens thuis.'

'O ja hoor, hij is vast thuis,' zei ze. 'Hij gaat nooit uit in het weekend.'

Dit vond Nathaniel moeilijk te geloven. Want als er één egocentrische vrouwenjager was, dan was het wel de monteur van lustin. Niet dat Nathaniel iets van Max wist behalve dat Justin had gezegd dat hij een expert was op het gebied van auto's. Maar een man herkent soortgenoten van een afstand. Altijd En Max Hogan was ongetwijfeld een voorbeeldig exemplaar van Nathaniels soort.

'Weet u toevallig iets van auto's,' vroeg ze hoopvol.

'Niets,' loog Nathaniel moeiteloos. Behalve natuurlijk hoe je de kabel van een accu moest losmaken zodat de auto niet meer startte. Maar verder ging zijn kennis niet. 'Luister, ik kom praktisch langs je huis,' legde hij uit 'Het is echt geen moeite om je af te zetten.'

'Maar ik moet mijn auto hier wel laten weghalen,' zei Rosemary.

'Dat kan tot morgen wachten,' zei Nathaniel. 'Je kunt Max dan meenemen. Het is al laat, Rosemary," voegde hij toe. 'Je wilt toch niet iemand storen als dat niet nodig is.'

Prima, dat was de juiste hoeveelheid schuldgevoel op het juiste moment. Ze moest nu ja of nee zeggen. Hij zag dat ze hem weer wilde afwimpelen en hij wist niet zeker of hij haar nog meer onder druk moest zetten. Ze had niet helemaal ongelijk wat dat slepen betreft. Maar ja, het was wel laat. En ze zag er moe uit. Hij kon zien dat ze naar huis wilde.

Hallo, hij was precies de persoon die haar kon wegbrengen.

'Hier ben ik,' zei hij vleierig, en probeerde een luchtige toon in zijn stem te leggen, zodat ze niet wantrouwig zou worden. 'Laat me je thuis brengen.'

Ze zuchtte nog eens vermoeid, aarzelde nog even en zei toen, tot opluchting van Nathaniel: 'Goed. Als u zeker weet dat het niet te veel moeite is.'

Niet te veel moeite, herhaalde Nathaniel in zichzelf Dat was een goeie. 'Het is helemaal geen moeite,' zei hij. 'Integendee l Het betekent dat ik nog even in je gezelschap mag vertoeven.'

Ze hield haar hoofd iets achterover om hem beter te kunnen aankijken. In haar uitdrukking lag nog steeds een zekere waakzaamheid. Jeetje, wat moest hij doen dat ze zich bij hem in de buurt op haar gemak zou voelen? vroeg Nathaniel zich af. Hij was zo vriendelijk een invoelend als maar kon. Hoe dan ook, ze reageerde niet op zijn gevlei, trok haar sleutels uit het contact en opende het portier, dat weer een langgerekt müiii liet horen.

'Daar moet ik Max ook naar laten kijken.' mompelde ze toen ze uit de auto kwam.

Toen stond ze weer naast Nathaniel en daardoor leek de avond opeens weer een stuk mooier en warmer. Hij knikte met zijn hoofd in de richting vanwaar ze net gekomen waren. 'Ik sta tegenover het restaurant geparkeerd ben ik bang, zei hij. 'We zullen weer terug moeten lopen en helemaal opnieuw moeten beginnen.'

Waarom, vroeg hij zich af, leek hem dat zo'n ontzettend goed idee?

Ze lachte naar hem, en dat raakte hem. Want voor de eerste keer die avond leek ze niet op haar hoede, alsof ze eindelijk besloten had om hem te vertrouwen. 'Dat is niet erg,' zei ze. 'Het is een heerlijke avond om te wandelen.'

Nathaniel knikte, maar voelde zich een beetje duizelig als hij naar haar keek. ia,' zei hij, 'het is heerlijk.'

Ze spraken weer zachtjes over niets in het bijzonder en opnieuw merkte Nathaniel hoe prettig dat eigenlijk was tot ze bij zijn donkerblauwe Jaguar roadster kwamen. Maar toen ze bij het glanzende, lage voertuig stonden, keek Rosemary ernaar alsof het iets was waar ze bang voor moest zijn. Hij drukte op het knopje van zijn autosleutel met afstandsbediening en opende toen het portier aan de passagierskant. Ze bukte en stapte voorzichtig in. Nathaniel sloot het portier, liep om de voorkant van de wagen heen en ging achter het stuur zitten.

'O, jee,' zei ze zacht terwijl ze de gordels vastgespte. Ze streelde de leren bekleding. 'Dit is... eh... een bijzonder mooie auto.' Na deze mededeling lachte ze, omdat ze waarschijnlijk ook wel voelde wat een understatement het was.

'Hij staat je goed,' zei hij, glimlachend.

Na enige nadenken besefte hij echter dat niet Rosemary er beter uitzag dankzij de dure auto. Het was de dure auto die er beter uitzag dankzij Rosemary. Voordat zij echter kon reageren of voordat hij deze vreemde observatie verder kon uitwerken, stak hij het sleuteltje in het contact en startte de wagen, zonder enige moeite. Wat niet verwonderlijk was, want niemand had bij hem de kabel van de accu losgemaakt, toch?

Nadat hij het parkeerterrein had verlaten en zich tussen het verkeer had gevoegd, deed hij een cd in de speler Paul Des mond, zij n favoriet. Zachte, jazzy saxofo onmuziek, heel romantisch. Hij wist niet of het door de muziek op zich kwam of door de stemming die hij teweeg bracht, maar Rosemary opende zich als een.. . ja, als een schelp. Het grootste deel van de rit zeiden ze niets. Een stilte die niet altijd gemakkelijk was. En met elke mijl die de jaguar aflegde werd Nathaniel zich bewuster van Rosemary. Van de manier waarop haar warmte zich door de kleine ruimte van de auto verspreide en zich vermengde met de zijne. Van de vage geur van lavendel die om haar heen hing. Van de manier waarop het maanlicht door de ruit scheen en haar haar liet glanzen. Van de manier waarop ze kort en onregelmatig leek te ademenen als ze met hem was.

Van de manier waarop ze hem dingen liet willen die hij daarvoor nooit had gewild.

Ten slotte moest ze genoeg hebben gekregen van de stilte, want toen ze de Highlands verlieten en over de Rover Road reden, langs golvende velden die zwart en zilver kleurden in het maanlicht, zei ze: 'lammer dat het donker is. Ik hou ervan om hier te rijden en naar de paarden te kijken als ze buiten zijn.'

Haar bekentenis verraste hem, maar waarom, dat kon hij niet zeggen. 'Hou je van paarden?'

'O ja,' zei ze enthousiast.

'Rij je zelf?' vroeg hij.

'Niet sinds ik in Ame rika ben. Maar toen ik nog in De rry woonde, ging ik geregeld paardrijden.'

'Echt waar?'

Hij vond dit kleine beetje informatie bijzonder interessant en hij realiseerde zich dat hij alles van haar wilde weten, alles wat ze maar over zichzelf wilde vertellen. Wat op zich ook interessant was, want hij besefte dat de dingen die hij van haar wilde weten, persoonlijke dingen waren. Intieme dingen. Dingen die precies zouden vertellen wie zij was onder dat heerlijke schild Meestal was hij helemaal niet zo geïnteresseerd in de dingen die mensen, in het bijzonder vrouwen, bezighield. Hij zou zich eigenlijke helemaal niet moeten verdiepen in de dingen die Rosemary Shaugnessy bezighield. Hij had zichzelf voorgehouden dat hij alleen haar zwakheden hoefde te kennen. Vreemd genoeg wilde hij nog veel meer weten.

'Dus je had paarden toen je in Ierland woonde?' vroeg hij.

'Nee, ik niet,' zei ze. 'Mijn tante Brigid werkte bij mensen die net buiten Dcrry woonden en zij hadden paarden. Toen ik zestien was kreeg ik een baantje in de stallen. Het waren prachtige dieren,' voegde ze dromerig toe. 'Ik heb altijd gedacht dat als ik hierheen zou komen, dat ik dan zelf een paard zou kopen, maar...' Ze zuchtte melancholiek. 'Nou ja, dat is gewoon niet gebeurd. Ze zijn erg duur en eisen bijzonder veel zorg. Ik heb niet zoveel tijd voor ze. Abby is natuurlijk mijn eerste prioriteit.'

Ook interessant, dacht Nathaniel. dat ze het kind van iemand anders als haar eerste prioriteit beschouwde, een kind voor wie ze zorgt omdat ze ervoor betaald wordt. 'En als je een dag vrij hebt?' vroeg hij.

Ze moest lachen, maar er klonk geen plezier in. 'Dat komt niet zo vaak voor.'

'Justin en Alexis geven je geen vrije dagen?'

'Nou ja, technisch gesproken wel,' gaf ze toe. 'Ik heb twee vrije dagen per week, en een doorbetaalde vakantie. Maar het is niet het soort werk waarbij je gemakkelijk van deze dagen gebruikmaakt. Begrijpt u?' 'Nee, eigenlijk wist Nathaniel niet wat ze bedoelde. O, hij zou het hebben begrepen als ze het soort werk als hij had gedaan paarden fokken. Dan moest je altijd beschikbaar zijn. Maar babysitten? Zolang er iemand was die ervoor zorgde dat Abby geen ongelukken maakte en het huis niet in de fik stak, waarom zou Rosemary haar vrije dagen dan niet opnemen?

'Abby heeft me nodig,' zei ze rustig, alsof ze zijn gedachten kon lezen. 'Ze heeft niemand anders.'

'Behalve haar ouders,' zei Nathaniel.

'Dat bedoelde ik juist,' zei Rosemary kortaf.

Misschien bedoelde ze dat, dacht hij, maar hij begreep er niets van. Nee, dan de paarden, dat begreep hij. Hij kon daar bovendien zijn voordeel mee doen.

'Dus wanneer heb je weer een dag vrij?' vroeg hij

'Maandag,' antwoordde ze, maar weer met een behoedzame klank in haar stem. 'Hoezo?'

'Ik moet naar Woodford County om naar een paard te kijken dat iemand wil verkopen. Heb je zin om mee te gaan? Misschien kunnen we een eindje rijden.'

'O, dank je, maar nee,' zei ze snel. 'Abby heeft '

'Abby heeft haar moeder die op haar kan passen die dag,' onderbrak Nathaniel. 'Anders zou je niet vrij hebben.'

ia, maar ze wordt die dag getest voor een leesprobleem, en ik geloof dat '

'Je moet dat aan haar moeder overlaten.' zei hij.

Ia nge tijd was Rosemary stil en in die tijd ging de temperatuur in de auto 30 graden omlaag. Nathaniel kon zich niet voorstellen dat hij iets gezegd had wat zo'n ijskoude reactie teweeg kon brengen.

Toen gaf Rosemary antwoord. 'Dat zou ik, als haar moeder het aankon. Maar als de test niet goed gaat, dan zorgt mevrouw Cove er zeker voor dat Abby zich gaat voelen als een kapot meubelstuk dat je 's ochtends bij het vuilnis zet.'

Goed, dat wilde Nathaniel wel aannemen. Misschien was ook hij niet zo dol op Alexis Cove. Maar Alexis was nog steeds Abby's moeder en als zodanig kon rij beter de leestest bijwonen. 'Misschien,' zei hij,'loopt het allemaal prima. Misschien geeft het Alexis de kans om haar moederliefde te tonen.'

Rosemary moest daar hartelijk om lachen. 'Moederliefde?' herhaalde ze spottend. 'Die vrouw heeft net zoveel moederliefde in zich als een zwarte weduwe.'

Goed, misschien dat Nathaniel zelf ook wel eens de gedachte bekroop dat Alexis op die beruchte zwarte spinnensoort leek. Maar dat kwam vooral omdat het zwarte weduwenvrouwtje het mannetje opat. Of was dat de bidsprinkhaan? Hoe dan ook, daar leek Alexis ook wel wat op.

'Het spijt me,' verontschuldigde Rosemary zich snel. Hoewel er niets verontschuldigends in haar stem klonk, ik ben buiten mijn boekje gegaan. Ik heb niet het recht om zoiets te zeggen over mevrouw Cove. Neem me niet kwalijk.'

Nu was het de beurt aan Nathaniel om te lachen. 'Waarom zou ik je iets kwalijk nemen wat ik zelf ook wel eens denk?'

Rosemary bleef strak voor zich uit kijken, maar toen hij voorzichtig opzij keek. zag hij dat ze glimlachte 'Ze is me d'er een, vindt u niet?' zei ze zacht.

Hij knikte, om zijn aandacht vervolgens weer op de weg te richten. 'Dat is ze zeker.' Daarna liet hij een korte stilte tussen hen vallen. 'Dus wat denk je ervan? Maandag? Heb je zin om mee te gaan naar Woodford County? We kunnen er een leuk dagje van maken.'

Hij had gedacht dat ze zijn aanbod zou aannemen of afwijzen, maar in plaats daarvan draaide ze zich om en keek hem aan. Hij moest zijn ogen natuurlijk op de weg houden, maar hij voelde haar blik op hem gericht.

'Waarom nodigt u me uit?' vroeg ze.

Er speelde iets door hem heen wat hij zelden eerder had ervaren en met een schok realiseerde hij zich ten slotte dat het schuldgevoel was. 'Waarom vraag je zoiets?' kaatste hij terug, in een poging haar vraag te ontwijken.

'Omdat ik me niet kan voorstellen dat u mij bij u in de buurt wilt hebben," zet ze.

'Waarom zou ik je niet bij me in de buurt willen hebben?'

'Waarom beantwoordt u al mijn vragen met een wedervraag?'

'Doe ik dat dan?'

Hij hoorde haar lachen en de achterdocht was er nu uit verdwenen. 'Ja,' zei ze.'Dat doet u. En u moet het me niet kwalijk nemen als ik het een beetje vreemd vind dat u me mee wilt hebben als u een paard gaat kopen.'

Ze reden nu over Glenview Avenue en Nathaniel concentreerde zich op de bochtige, door bomen omzoomde weg omhoog. 'Vind je het vreemd,' zei hij, 'dat ik de dag wil doorbrengen met een prachtige vrouw?'

'Nee, ik vind het vreemd dat u de dag wilt doorbrengen met mij. ik denk dat u tal van andere vrouwen kent die dolgraag met u meewillen.'

'En wil jij niet dolgraag?' vroeg hij.

Even was het stil en toen zei ze rustig: ia, ik zou heel graag mee willen.' Hij wachtte op de 'maar' die ongetwijfeld zou komen...

... en niet kwam.

Hij sloeg linksaf, de vijfhonderd meter lange kronkelweg in die omhoog naar Harborcourt voerde. 'Dan haal ik je maandagochtend op.' zei hij, verbaasd over de zenuwen die hem overvielen bij het uitspreken van die woorden. Nee, het was niet het uitspreken van die woorden die hem nerveus maakte. Het was het besef dat Rosemary Shaugnessy zojuist had ingestemd om een dag met hem door te brengen.

Alsjeblieft, dacht hij spottend. Je zou haast denken dat hij weer veertien was en net Marilee Dewhurst had meegevraagd naar het schoolbal Alleen deze keer had Marilee ja gezegd. Tenminste, Rosemary had ja gezegd. Marilee, herinnerde hij zich, had Nathaniel duidelijk gemaakt dat hij de boom in kon. Maar wat maakte dat nog uit nu hij Rosemary Shaugnessy had?

'Mooi,' zei ze, maar de waakzaamheid was terug in haar stem. Hij moest daar echt nog aan werken. 'Maandagochtend.'

En voor de eerste keer sinds lange tijd merkte Nathaniel dat hij uitkeek naar de komende week.