*

'Maar Phoeb e , ik heb echt geen flauw idee hoe ik zo'n diner moet organiseren!'

Lucy had zo'n klamme hand dat ze de hoorn extra stevig moest omklemmen en ze deed haar uiterste best om de zoveelste paniekaanval te onderdrukken sinds Alexis Cove haar zesenvijftig minuten en vierendertig seconden geleden had meegedeeld dat ze een bescheiden dineetje wilde geven. Ze was bloednerveus. Het was om precies te zijn zesenvijftig minuten en achtendertig seconden geleden. Negenendertig. Veertig. Eenenveertig...

'Rustig maar, Lucy,' zei Phoebe aan de andere kant van de lijn.

Lucy hoorde het onmiskenbare getingel van ijsblokjes tegen glas en nam aan dat Phoebe in de avondzon op haar terras een margarita zat te drinken en haar blik kalm over het diepe blauw van de Atlantische Oceaan liet glijden. Ja, ja, zo kon zij haar kalmte ook wel bewaren. Phoebe zat lekker met een margarita aan zee en hoefde geen 'bescheiden' dineetje te organiseren voor dertig mensen, laat staan dat ze verdacht werd van moord. Zo kon zij het ook.

'Mevrouw Cove heeft zeker een vaste cateraar die ze belt als ze een feestje geeft,' vervolgde Phoebe. 'Ze verwacht heus niet dat jij alles zelf doet, ze wil gewoon dat jij de mensen opbe lt die al het werk moeten doen.'

'Ze heeft me inderdaad een lijst gegeven van mensen die ik moet bellen voor het eten en voor de verhuur van spullen en zo,' gaf Lucy toe. 'Ik heb ook een lijst met telefoonnummers van alle genodigden, zodat ik ze kan bellen en de uitnodigingen in orde kan maken. Dat moet vanmiddag nog,' voegde ze er met een zucht aan toe.

'Je moet die mensen opbellen en wat adressen op enveloppen schrijven.' zei haar vriendin, 'wat is nu eigenlijk het probleem?'

Het probleem was natuurlijk dat Lucy wat mensen moest opbellen en wat adressen op enveloppen moest schrijven, maar ze hield wijselijk haar mond

In plaats daarvan zei ze: 'Ik ben gewoon bang dat ik de verantwoordelijkheid niet aan kan. Ik vind het doodeng.'

Ver weg in Newport snoof Phoebe verontwaardigd. 'Wat nou, verantwoordelijkheid? Als de gevulde champignons mislukken kijkt mevrouw Cove jou daar heus niet op aan. Ze belt dan de volgende keer gewoon een andere cateraar. Ie bent daar maar tijdelijk, Lucy,' zei Phoebe. 'Als ze je ontslaat, moet ze een andere tijdelijke hulp in huis nemen en daar heeft ze zeker geen zin in. Ontspan je nu eens een beetje.'

'Ja, ja, lekker makkelijk. Ik moet me zeker ontspannen terwijl ik het hele politiekorps van tenminste één staat en de FBI achter me aan heb.'

'Ik bedoel alleen maar dat ik me eerder zorgen zou maken om mevrouw Cove dan om de politie en de FBI,' zei Phoebe. 'Dit soort societyvrouwen is heel wat gevaarlijker dan een stelletje overijverige agenten. Zij wil goed voor de dag komen tijdens zo'n dineetje'

'Phoebe...'

'Kom op, Lucy. WZDD?'

Lucy slaakte een zucht. Waf Zou Dino Doen? 'Hij zou zichzelf waarschijnlijk een drankje inschenken, Sinatra en de jongens bellen, een cateraar bestellen en Volare zingen. Maar '

'Luister,' onderbrak haar vriendin haar, 'denk gewoon aan de feestjes waar je zelf bent geweest. Wat heb je gegeten, wat vind je zelf lekker? Denk eens aan al die recepten in Koken met Bitsy en haar v riendinnen.'

'Hé, ja, dat is een goed idee,' zei Lucy, die opeens weer licht aan het einde van de tunnel zag. 'Daar had ik nog niet aan gedacht Pinky Mortonsons artisjoksoesjes vormen een prima voorgerecht. En ik vind Georgie Thurstons coq au vin altijd heel lekker, hoewel iedereen natuurlijk weet dat ze het recept gejat heeft van haar privé kok Raoul Ze heeft hem dik betaald om zijn mond daarover te houden. Vorige winter op de club raakten ze er maar niet over uitgepraat.'

'Nou, zie je wel. Je hoeft alleen de uitnodigingen maar te versturen en de mensen op je lijstje op te bellen,' zei Phoebe, die de roddel over Raoul niet zo interessant vond. Niet dat ze het verhaal in twijfel trok, iedereen wist dat ze het recept gejat had.

Lucy keek naar het briefje met aantekeningen dat ze in haar andere (al even zweterige) hand hield alsof het een keukenmes was waarmee iemand zojuist had geprobeerd haar te scalperen. Die associatie was zo vreemd nog niet, want beide voorwerpen boezemden Lucy evenveel angst in.

'Ik ben geloof ik niet zo blij met mijn baantje,' zei ze treurig.

'Eén troost: 99 procent van de wereldbevolking denkt er precies zo over,' zei Phoebe lachend.

Lucy zweeg een moment en vroeg toen: 'Wanneer denk je dat ik naar huis kan?'

Nu hoorde ze dat haar vriendin een diepe zucht slaakte. 'Ik weet het niet, Lucy. Het ziet er allemaal niet zo best uit.'

'Ben je nog iets te weten gekomen?'

'Nou, je familie is dodelijk ongerust natuurlijk.'

Natuurlijk, ze waren dodelijk ongerust, dacht Lucy. De familienaam was ernstig bezoedeld door de hele affaire. Haar moeder en Antoinetta zouden er een dagtaak aan hebben om de buren uit te leggen dat Lucinda heus niemand vermoord had. 'Ze denken toch niet echt dat ik het gedaan heb, of wel soms?' vroeg ze.

'Natuurlijk niet,' zei Phoebe sussend 'Zij weten ook wel dat die Archie een zakkenwasser is. Ze zijn gewoon bezorgd.'

'Over de goede naam van de Hollanders?'

'Onder andere, ja,' gaf Phoebe toe.

Ze vinden zeker dat ik de familie te schande maak. dacht Lucy.

'Vind jij dat ik ze moet bellen?' vroeg ze, vurig hopend dat het niet nodig

was.

'Absoluut niet,' zei Phoebe. 'De politic komt er dan zo achter waar je zit; ik weet zeker dal ze bij jou thuis alle inkomende telefoontjes registreren.'

'Is de politie bij jou aan de deur geweest?' vroeg Lucy, die steeds zenuwachtiger werd naarmate Phoebe haar meer informatie gaf.

'Yep,' antwoordde haar vriendin.

Lucy was nu zo in paniek dat het leek alsof haar keel werd dichtgeknepen. 'Hoe weet je dat ze niet in de gaten houden wie jij allemaal belt?' vroeg ze.

Phoebe snoof verontwaardigd. 'Ze moesten het eens wagen. Trouwens, ik heb geruild met Dominic, weet je wie ? Die zo dol is op SM? Hij heeft mijn mobieltje en ik dat van hem. Als de politie mijn telefoongegevens nagaat, zien ze alleen wat belletjes naar dubieuze tenten in drie staten en op mijn vaste toestel melden zich alleen leuke mannen die een avondje met me uit willen. Het leven lacht me toe.'

Lucy besloot die laatste opmerking te negeren. In plaats daarvan vroeg ze: 'Wat heb je gezegd toen de politie bij je langs kwam?'

'Ik he b gezegd dat die Archie een eikel is die nog geen deuk in een pakje boter kan slaan, laat staan dat hij iemand kan vermoorden, en dat jij er al helemaal niets mee te maken kan hebben.'

'Zeiden ze toen dat ze je geloofden en dat ze de aanklacht tegen mij zouden intrekken en dat ik naar huis kon?' vroeg Lucy hoopvol.

'Nee.' zei Phoebe.

'Shit'

'Ik heb gezegd dat ik je een tijdje voor het feest bij de Wemberley's voor het laatst gesproken heb,' zei Phoebe. 'En dat ik geen idee had waar je was, maar dat het misschien een idee was om eens rond te kijken bij jullie vakantiehuis in Maine, bij Bar Harbor. Dat houdt ze wel een tijdje zoet.'

'Durf jij te lie gen tegen de politie?' vroeg Lucy, die er versteld van stond dat haar vriendin dat gedaan had, hoe blij ze er ook mee was. 'Ik bedoel, je had toch ook gewoon informatie kunnen achterhouden? Ik had nooit gedacht dat je echt tegen ze zou liegen.'

'Alsjeblieft zeg, Lucy, blaas het niet zo op. Ik heb de waarheid gewoon een beetje verdraaid om ze zand in de ogen te strooien. Ik heb heus wel ergere dingen gedaan.'

'Zoals?'

'Ha, ha, ha. Dat ga ik jou niet aan je neus hangen!'

'Phoebe!'

'Maar goed, volgens mij geloofden ze me wel toen ik zei dat ik je niet gezien had. Ze hebben mijn computer niet in beslag genomen en hebben ook geen vingerafdrukken genomen van mijn glazen of zoiets, hoewel ik het stiekem best interessant had gevonden om te zien hoe ze dat doen.'

'Phoebe. ..' zei Lucy dreigend.

'Ik houd heus mijn mond wel, hoor!' stelde haar vriendin haar gerust. 'Ik zou je nooit verraden. Je weet te veel over mij dat ik liever geheim hou.'

'Heb je nog iets gehoord over Archie?'

'Ik weet alleen dat hij nog steeds voortvluchtig is en dat niemand weet waar hij zit In de krant stond iets over die moord. De dode is iemand die mensen chanteerde met overheidsgeheimen en die illegaal Tupperware verhandelde.'

'Illegale Tupperware?' herhaalde Lucy, die zeker wist dat ze het verkeerd had verstaan.

'Het is blijkbaar heel moeilijk te krijgen in sommige Oost Europese landen. Ze zijn daar dol op die plastic bakjes met bijpassende dekseltjes,' zei Phoebe.

'o:

'En volgens een rechercheur met wie ik een tijdje iets gehad heb '

'Dave?'

'|a, die ja.'

'Ik vond hem altijd hartstikke aardig, Phoebe. lammer dat je hem de bons hebt gegeven.'

'Hij heeft een zesde teen aan zijn linkervoet.' zei haar vriendin. 'Ik kreeg daar op een goed moment echt de kriebels van. Maar goed, hij zegt dat er op het bureau wordt gefluisterd dat de Russische maffia erbij betrokken is, maar dat is allemaal nog onbevestigd nieuws.'

'De Russische maffia ?' herhaalde Lucy ongelovig.

'Heeft Archie zich met de maffia ingelaten?'

'Niet zomaar de maffia,' zei Phoebe. 'De Russische maffia. En volgens Dave zijn de Sicilianen vergeleken met die lui net zo braaf als de acteurs uit de musical Anme.'

'Jemig.'

'Zeg dat wel.'

Lucy was al zo nerveus, maar nu ze dit allemaal hoorde werd het haar allemaal echt te veel. Wat ze nu voelde was veel, veel erger dan paniek. Ze was als de dood. Ze was bloednerveus en doodsbang.

'Phoebe, waar ben ik in verzeild geraakt?'

'Jij kunt er helemaal niets aan doen,' zei Phoebe streng. 'Die eikel van een Archie zit in de nesten, jij niet. We gaan er alles aan doen om je te helpen, maak je daar maar geen zorgen over. Het kost alleen even wat tijd'

'Maar wat gebeurt er als de maffia ook achter mij aan komt?'

'Zing maar een paar liedjes uit Attnic, daar houd je iedereen mee op afstand.'

'Ha ha.'

'Luister, blijf gewoon even zitten waar je zit,' zei Phoebe. 'Ik regel alles hier wel. Niemand weet waar je uithangt. Je bent daar veilig, geloof me maar.'

aha , zeker met die hondsdolle zwerfhond van een Max Hogan aan de andere kant van de hal, dacht Lucy somber. Eén beet van dat wilde beest en ze zou dood neervallen. Maar waarom rilde ze in 's hemelsnaam van genot bij de gedachte aan een beet van Max?

Ze vertelde Phoebe niet dat ze een sexy buurman had. In plaats daarvan zei ze tegen haar vriendin: 'Goed, maar maak wel voort alsjeblieft. Ik weet niet hoe lang ik het hier nog uithoud.'

'Het gaat vast wel goed,' zei Phoebe. 'Gewoon... kalm... blijven.'

Lucy richtte haar aandacht weer op het briefje van Alexis Cove en bestudeerde de namen en de telefoonnummers die erop stonden. Als ze zich heel goed concentreerde zou ze er vast wel achter komen wat ze ermee moest. Maar hoe meer ze haar best deed er iets van te maken, hoe minder ze er iets van snapte.

Ik leer op mijn eigen manier, dacht ze en daarom heb ik altijd een beetje moeite met dit soort dingen.

Gewoon kalm blijven, herhaalde ze, maar wist dat dit een onmogelijke opgave was.

Max was er nog niet achter waar het getik vandaan kwam dat sinds een tijdje te horen was onder de motorkap van de Bugatti 57SC Atlantic Electron coupé uit 1937 (godver, die lustin had echt een goede smaak), maar hij vond dat hij die dag wel hard genoeg gewerkt had. Per slot van rekening waren alle anderen er al een paar uur eerd er afgenokt, dus waarom zou hij er niet eens mee stoppen nu de lucht donkerblauw kleurde? Waarom had hij er altijd zoveel moeite mee om dingen te laten liggen tot de volgende dag? Was het omdat hij, als hij niet aan de auto's aan het sleutelen was, ruim baan maakte voor allerlei gedachten die hij liever naar de achtergrond verdrong? Of was het omdat hij dan de werkplaats moest verlaten en de rest van de avond de lange, eenzame avond in zijn stille, eenzame appartement zou doorbrengen, in de wetenschap dat de mooie en bevallige Lucy French zich aan de andere kant van de hal bevond?

Behoedzaam liet hij de motorkap van de zwarte Bugatti zakken en gaf het gladde metalen oppervlak een liefdevol duwtje, zodat het ding zich met een zacht klikje sloot. Hij hield van zijn werk. Hij was helemaal gek van auto's. Hij hield van hun mooie vormen, hun strakke lijnen, hun robuuste elegantie. Hij hield ervan ze te onderhouden, ze te besturen, hij hield van de geluiden die ze maakten, van de geuren. Hij hield van het geluid van de zuigers, het geruis van de motoren, het trillen van de banden als je een onverhoedse ruk aan het stuur gaf. Hij hield van hun vermogen, hun gebrom, hun snelheid. Hij had bij de geboorte geen hart gekregen, maar een carburateur, en in zijn aderen vloeide geen bloed, maar benzine. Hij voelde zich nergens zo op zijn gemak als achter het stuur van een goed onderhouden auto.

Auto's kon je tenminste vertrouwen. De goede auto's dan. En je wist altijd wat je aan ze had. Dat was met mensen wel anders. Met mensen kon je geen testritjes maken om te zien wat voor vlees je in de kuip had

Max wreef met een schone lap zijn vingerafdrukken van de motorkap van de Bugatti Kon je in het echte leven de dingen ook maar zo gemakkelijk wegpoetsen, dacht hij, niet voor de eerste keer. Hij had in zijn leven vlekken gemaakt die er nooit meer uit zouden gaan, hoe hard hij ook zou poetsen. Hij zou ermee moeten leren leven.

Dat was ook precies waar hij zich nu op concentreerde en het ging hem best aardig af. Dat wil zeggen, totdat die knappe Lucy French ten tonele was verschenen met haar korte, strakke rokje. De komende maanden zou ze dicht bij hem zijn. maar eigenlijk was dat helemaal zo gek nog niet, dacht hij. Hij had dit baantje bij de Coves vijf jaar geleden aangenomen omdat hij zichzelf wilde straffen. Hij zou hier continu omringd zijn door auto's die hij nooit zou kunnen, nooit zou mogen bezitten. En nu had hij Lucy erbij, bij wijze van extra straf. Hij zou juist blij moeten zijn met haar aanwezigheid.

Hij veegde zijn handen zo goed mogelijk schoon, wierp de lap bij de rest van de vuile was en knipte het licht uit. Het was al donker aan het worden en in het schaarse licht dat door de ramen van het koetshuis naar binnen viel bekroop Max het gevoel dat hij terug was gegaan in de tijd lustin stalde hier zijn auto's die stamden uit de tijd voor de Tweede Wereldoorlog. Max bekeek de auto's stuk voor stuk, eerst de Bugatti, daarnaast stond de Duesenberg SJ Arlington Torpedo uit 1933, en de Mercedes Benz 540K Special coupé uit 1933, dat was echt een plaatje. Daarachter had je nog de Isotta Fraschini 8A SS cabriolet uit 1930, met op de radiator een sierlijke art deco engel met uitgestrekte armen.

Plotseling zag Max Lucy weer voor zich.

Hij kreunde kwaaiig, haalde een vettige hand door zijn haar en deed zijn best ergens anders aan te denken. Hij bedacht zich dat hij nog niets gegeten had en vroeg zich af of mevrouw Hill of Rosemary in het grote huis nog iets voor hem konden regelen. Hij herinnerde zich hoe Lucy eerder die middag naar hem gekeken had. Toen hij niet doorliep naar de keuken had ze hem verbaasd aangekeken. Hij had even niet geweten wat hij tegen haar moest zeggen en had daarom volstaan met te melden dat hij het grote huis niet binnen mocht.

Het was niet alleen zo dat Justin en Alexis Cove Max liever niet in hun huis wilden hebben, zoals Lucy geconcludeerd had. Het was ook omdat Max zich er opgelaten voelde. Het huis bracht te veel herinneringen boven aan tijden die hij liever naar de achtergrond verdrong. Hij werd niet graag herinnerd aan zijn vroegere leven. Hij verlangde helemaal niet meer naar zo'n leven, dus het maakte hem verder niet zoveel uit. Hij hoopte dat mevrouw Hill of Rosemary nog aanwezig waren, zodat ze hem iets te eten konden geven. En anders. .. anders had hij vast nog wel ergens wat crackers liggen.

Misschien kon die Lucy French wel iets Nee . Dat was geen goed idee.

Hij keek op de klok die aan het andere eind van het koetshuis aan de muur was bevestigd. Half tien. Wat ging de tijd toch snel als je aan kostbare auto's sleutelde en aan mooie huishoudsters dacht. Mevrouw Hill was allang naar huis. En Rosemary was zeker ook al naar haar kamer, want ze wilde bij Abby in de buurt zijn als zij eenmaal naar bed was.

Max hoorde zijn maag zachtjes knorren. Hij wist dat hij niet zou kunnen slapen als hij nu niet iets te eten zou krijgen. Ach, wat kan het verdomme ook schelen, hij zou gewoon naar het huis gaan. Toen Justin Max aannam had hij gezegd dat Max zich vrij door het huis mocht bewegen. Alexis had daar natuurlijk vlug aan toegevoegd dat dat alleen gold voor de algemene ruimten. Max had geen enkele kamer van Harborcourt ooit als algemeen beschouwd, want de Coves gingen om met de crème de la crème van de samenleving. Wie weet wie je daar tegen het lijf zou lopen. Toch vond hij het vreemd dat hij zich altijd zo opgelaten voelde in het huis waarin hij zich vrij mocht bewegen, zoals lustin had gezegd. Het was helemaal niet zo lang geleden dat hij zelf deel had uitgemaakt van de elite. Nou ja, elite, laten we zeggen 'bovenlaag van de samenleving', want hij was iets te ruig om tot de elite te kunnen behoren. Daarom vond hij het vreemd dat hij zich niet op zijn gemak voelde in het grote huis.

Toen hij aan de achterzijde van het huis op de bel drukte, werd de deur niet opengedaan door een van de Coves. Ook niet door Rosemary. Nee, natuurlijk verscheen die L ucy French aan de deur. Ze droeg nog steeds dezelfde kleren als eerder die middag. Max' ogen dwaalden onmiddellijk af naar de hals van haar truitje en haar sleutelbeenderen, waar hij maar wat graag zijn tong even langs zou laten glijden om te controleren of ze net zo zoet smaakten als ze eruitzagen. Hij kreeg met de minuut meer honger, maar het was een honger die zich niet zou laten stillen met een bord eten.

'Hallo,' zei Lucy.

Hij hield zichzelf voor dat het door de lichtval kwam dat haar ogen zo glinsterden, dat er zo'n aantrekkelijke blos op haar wangen te zien was en dat haar lippen zoveel voller leken dan die middag. Daarop bedacht hij dat het al avond was en dat er dus van enige lichtval niet echt sprake meer kon zijn. Hij zat zich hier net over te verbazen, toen hij merkte dat hij helemaal vrolijk werd.

'Hallo,' antwoordde hij automatisch. 'Ik eh... ik heb het avondeten geloof ik gemist,' zei hij om zijn aanwezigheid te verklaren.

Ze knikte gespannen. 'Rosemary had al gezegd dat je waarschijnlijk nog op zou duiken. Ze zei dat je vaak lang doorwerkt.'

Was dat zo? Hij had niet het idee dat hij langer doorwerkte dan andere mensen. Justin kwam vaak pas thuis als Max het bijltje er al uren geleden bij had neergegooid. Dat Max altijd bekaf was na een dag hard werken, dat het bijna altijd al donker was als hij ermee stopte en dat het 's zomers pas na negenen donker werd, zo bijzonder was dat toch niet?

'Jij bent anders volgens mij ook nog aan het werk,' zei hij.

'Ik, eh, ik moet een feestje organiseren.'

'Mevrouw Cove heeft je dus meteen goed aan het werk gezet!'

Lucy knikte weer en keek schichtig achterom. Grappig, ze is duidelijk ergens zenuwachtig over, dacht Max. Maar ja, dat is niet zo gek, het is tenslotte haar eerste dag vandaag. En mevrouw Cove kon iemand zo koel aankijken dat je erbij zou bevriezen, misschien was ze daar wel een beetje van geschrokken. Max kende haar al vijf jaar, maar voelde zich nog altijd niet op zijn gemak in haar nabijheid. Hij had in zijn vorige leven heel wat vrouwen gekend die precies zo waren als Alexis Cove dat soort mensen was alleen geïnteresseerd in hun eigen zaken en was doodsbang dat anderen niet zouden zien hoe verdomd belangrijk ze eigenlijk waren.

Lucy deed een stapje opzij zodat Max naar binnen kon. Hij deed zijn best er niet bij stil te staan hoe lekker ze rook, zo zoet en vrouwelijk. Hij hoopte maar dat het haar niet zou opvallen hoe smoezelig hij eruit zag vergeleken bij haar. Hij had zijn handen wel gewassen voor hij het koetshuis verliet, maar hij voelde zich toch behoorlijk vies en laag bij de gronds, hoewel dit helemaal niets had te maken met Lucy French en ook niet met het smeer onder zijn nagels.

' E r is nog wat kip,' zei ze, terwijl hij langs haar naar binnen ging.

Hij deed zijn best om haar prettige diepe stemgeluid en haar zangerige manier van spreken niet te horen, maar hij merkte wel dat haar stem hem heel diep van binnen raakte.

'Er is ook nog een beetje rijst over,' voegde ze eraan toe terwijl Max met haar mee liep naar de keuken. Hij deed vreselijk zijn best om Lucy niet van top tot teen in zich op te nemen. 'Ie kunt ook nog een beetje salade nemen of een paar worteltjes, of heeft Abby die allemaal opgegeten, dat weet ik niet meer.'

Hij hoopte dat ze hem verder met rust zou laten, maar ze was veel te aardig om hem zelf op zoek te laten gaan naar het eten. Ze liep hem voorbij en opende de koelkast. Max deed zijn best om niet de hele tijd naar haar te kijken en richtte daarom zijn aandacht maar op het bureau dat naast de reusachtige koelkast tegen de muur stond. Het tafelblad lag bezaaid met spullen. Hij zag een kladblok met notities, een opengeslagen telefoonboek, een paar proppen papier en een potlood dat in tweeën was gebroken. Ze was duidelijk nog aan het werk.

'Ik pak zelf wel iets,' zei hij, en liep naar de koelkast. Met een hoofdknik naar het bureau zei hij: 'Ik wil je niet van je werk houden.'

In stilte dacht hij erachter Trouwens, als je toch moet werken, waarom doe je dat dan niet in een andere kamer? Of nog beter, waarom ga je niet in een andere staat zitten werken, of liever nog, op een andere planeet. Nee. ik weet het, vertrek maar naar een parallel universum.

)a, dat zou mooi zijn.

Lucy volgde met een veelzeggend gezicht zijn blik naar het bureau. Ze keek naar Max en gaf hem daarbij het gevoel dat ze niets liever wilde dan door hem van het werk gehouden te worden. 'O, dat geeft niet hoor,' zei ze. Max had het dus goed aangevoeld. 'Ik ben nodig aan een pauze toe. Trouwens, Rosemary heeft beloofd me te vanavond te helpen met mijn klus.'

Ze nam een vierkante schaal uit de koelkast, waarop Max zich haastte hem van haar over te nemen. Op het moment dat hij vooroverboog om de schaal aan te pakken, raakten hun schouders elkaar. Hij kon zweren dat hij de warmte van haar blote arm door de stof van zijn hemd voelde dringen. Er ging een lichte schok door hem heen toen zijn hand de hare raakte bij het aanpakken van de schaal. Haar hand voelde al even warm aan, niet dat dat nou zo bijzonder was, hield hij zichzelf voor, maar hij kon zich zo goed voorstellen hoe warm de rest van haar lijf aan zou voelen als ze...

Toen ze even naar adem hapte bij hun aanraking, wist hij dat zij op dat moment hetzelfde dacht als hij. Hij was erop bedacht dat ze hierdoor zo van haar stuk raakte dat ze de schaal uit haar handen zou laten glippen. Hij ving het ding moeiteloos op.

'Sorry,' stamelde ze, 'hij gleed zo uit mijn handen.'

'Geeft niet,' zei hij, en liet zich door het woord 'gleed' meevoeren naar de zoveelste fantasie over haar, waarin hij in en uit haar gleed terwijl ze kreunde en hem met die heerlijke stem zei dat hij sneller, dieper, harder, langer door moest gaan en er nooit meer mee op mocht houden.

Verdomme, Max, beheers je nu toch eens, dacht hij. 'Er is niks gebeurd,' zei hij, en hij hield de schaal extra stevig vast.

'Nee, jammer genoeg niet,' fluisterde ze. zo zachtjes dat hij eraan twijfelde of haar verzuchting wel voor zijn oren bestemd was geweest.

Hij wilde haar vragen wat ze precies bedoelde met die opmerking, maar iets in haar houding zei hem dat hij dat maar beter niet kon doen. Hij zette de schaal op het aanrecht en haalde de folie eraf. Er was nog een flinke portie wilde rijst met de overheerlijke kip van mevrouw Hill voor hem over. Hij draaide zich om naar de koelkast om ook de rest van het eten te pakken en kwam daarbij opnieuw in botsing met Lucy. Weer voelde hij haar lichaam legen het zijne, ditmaal aan de voorkant En weer schoot er een bliksemschicht door zijn lijf. De schaal met worteltjes en het bord met salade kletterden met donderend geraas op de harde keukenvloer.

Lucy en hij bukten gelijktijdig om al het eten van de vloer te rapen. Hun handen raakten elkaar voortdurend, zo haastten ze zich om de rommel op te ruimen. Ze verontschuldigden zich allebei voor hun onhandigheid, zonder te horen wat de ander zei, en maakten intussen meer rommel dan ze opruimden, totdat ze zo hard met hun hoofden tegen elkaar stootten dat ze allebei op hun achterste belandden. Op de koude keukenvloer zaten ze elkaar verbaasd aan te kijken. Toen ze gelijktijdig een hand naar hun voorhoofd brachten, begonnen ze onbedaarlijk te lachen. Tijdens die lachbui voelden ze alle spanning die zich die middag tussen hen had opgebouwd uit hun lichaam vloeien.

Maar deze periode van ontspanning duurde niet lang. Max inspecteerde de vloer om de schade op te nemen, waarbij hij totaal geen oog had voor de etensresten die daar lagen. Zijn blik viel direct op Lucy's zwarte kanten slipje dat zichtbaar was omdat haar rokje bij de val een beetje omhoog was gekropen. Ze merkte onmiddellijk waarnaar hij keek, want ze krabbelde vliegensvlug overeind en trok haar rokje omlaag. Ze zei niets, maar bloosde hevig. Ze scheurde ze een flink stuk papier van de keukenrol en begon de vloer schoon te vegen.

Verdomme, dacht Max. Hij wou dat hij dit mooie zwarte kanten slipje niet gezien had, de kant die dat deel van een vrouw bedekt waar iedere man zo vaak over fantaseert. Max deed dat in ieder geval veelvuldig, want op het gebied van erotiek zat er voor hem niet veel anders op dan te fantaseren. Het was een hele poos geleden sinds hij voor het laatst een glimp had opgevangen van sexy ondergoed en hij was er bijna in geslaagd te vergeten wat voor gevoelens dat kon losmaken in een man als hij. Een man met een sterk ontwikkeld libido en ook nog een man die zich lange tijd op seksueel gebied volledig had kunnen uitleven . Nu hij eindelijk weer eens zoiets had mogen zien, herinnerde hij zich maar al te goed hoe hij er vroeger altijd van genoten had...

Goed, hij had het dus gezien, maar hij nam zich voor om het voortaan toch maar bij fantaseren te houden, hoewel hij eraan twijfelde of hij daar nu nog wel genoegen mee kon nemen.

'Ik geloof niet dat er iets gebroken is.' zei Lucy, die gehurkt naast Max aan het opruimen was. Max zat er ontspannen bij, met zijn armen losjes om zijn knieën geslagen.

'Nee, alleen mijn hart maar,' mompelde Max.

'Wat?' vroeg ze, zich opnieuw vooroverbuigend, maar op zo'n manier dat Max niet nog eens onder haar rokje kon kijken.

'Niks,' zei Max, iets harder. 'Nee, niks hoor.' Hij ging knielen en veegde de worteltjes bij elkaar. Hij duwde Lucy zachtjes opzij. 'Ik doe het wel,' zei hij. 'Het was mijn schuld.'

'Nee joh, dit is mijn werk,' verzekerde ze hem en gaf hem op zijn beurt een zetje. 'Ik ben hier de huishoudster. Ik zal dit even schoonmaken.'

'Maar jij hebt andere dingen '

'Het maakt me echt niets uit,' onderbrak ze hem. 'Ik ruim deze rommel op. Warm jij nou maar gewoon je eten even op. Volgens mij heb je hartstikke honger.'

Het understatement van de eeuw, dacht Max. Hij wierp de paar worteltjes die hij had opgeraapt in de vuilnisbak en spoelde zijn handen af. Hij had erin toegestemd dat zij de rommel verder op zou ruimen omdat het hem beter leek nog een aanraking te vermijden. Ze hadden elkaar tweemaal zachtjes opzij geduwd en waren een keer tegen elkaar aan gebotst en dat was al meer direct contact dan zijn arme, eenzame lijf aankon. Hij zou die nacht waarschijnlijk toch al geen oog dichtdoen, zo vaak zou hij hun aanrakingen opnieuw beleven. Hij voelde de vlinders al in zijn buik; er stond hem een onrustige nacht te wachten.

Vanuit een ooghoek hield hij Lucy in de gaten terwijl hij een bord opschepte en het in de magnetron plaatste. Hij wendde zijn blik af zodra ze opkeek, want hij wilde voorkomen dat ze zag dat hij haar goed in de gaten hield Onder het schoonmaken keek ze nu en dan op, maar hij wist niet of ze het deed omdat ze graag even naar hem wilde kijken, of omdat ze wilde controleren of hij naar haar zat te gluren. Hij keek graag naar haar. Veel te graag. Verder kon Max alleen maar hopen dat zij niet net zo graag naar hem keek. Want als ze allebei al genoten van het kijken naar elkaar, wat zouden ze dan niet samen willen doen. En 'doen' was ten strengste verboden. Max mocht niets doen omdat hij zich dit soort pleziertjes niet meer gunde en Lucy mocht niets doen omdat ze een ring droeg met een steen zo groot als Alcatraz, die aangaf dat ze een ander toebehoorde.

Om zijn aandacht van Lucy af te leiden besloot Max die ring nog maar eens goed te bekijken. Hij zat nog altijd aan haar linkerhand en was nog altijd even lelijk. Nog altijd maakte die ring hem duidelijk dat ze een verloofde had. Het maakte niets uit als Lucy French naar hem keek, overwoog Max. Het maakte niets uit als ze allerlei diep weggezakte emoties bij hem losmaakte. Hij mocht haar niet aanraken. Hij mocht niet tegen haar opbotsen. Hij mocht niet met haar lachen. Hij mocht niet naar haar kijken. Hij mocht niet eens aan haar denken. Ze zou trouwen met een andere man, met iemand die de rest van zijn leven met haar wilde delen.

Maar aan de andere kant, dacht Max, die man is hier nu niet. Hij keek toe hoe Lucy de laatste etensresten van de vloer opveegde en de schaal afwaste. Aangezien die vent hier nu niet was, wie moest Lucy er dan op attent maken dat er een veegje boter op haar lip zat?

Max schrok op toen de magnetron voor de tweede keer piepte. Hij zou nu zijn eten uit de magnetron moeten pakken en naar zijn appartement moeten gaan om het op te eten, maar Max kreeg zijn benen met geen mogelijkheid in beweging. Hij werd volledig in beslag genomen door één ding: dat kleine likje boter op Luc/s bovenlip.

'Zeg,' zei hij, terwijl ze hem passeerde op weg naar het bureau. Zonder erbij na te denken pakte hij haar arm vast en hield haar tegen.

Hij had er onmiddellijk spijt van, maar tegelijkertijd genoot hij immens van wat hij had gedaan. Haar huid voelde heel zacht aan. En warm. Vrouwelijk. Het was haast een marteling om haar zijdezachte huid te voelen. Hij vond haar ongelofelijk aantrekkelijk. Het gevoel in zijn hand die haar pols omsloot bracht beelden voor zijn geestesoog van vrijpartijen met vrouwen die zich tegen hem aandrukten, zachtjes kreunden, hem intense, hete blikken toewierpen

Hou toch eens op, vermaande hij zichzelf.

Max kon zich er niet toe zetten haar los te laten. Hij genoot nog te veel van de aanraking.

Aanvankelijk leek ze iets minder gecharmeerd te zijn van zijn daad dan hij, maar toen ze hem aankeek met die donkere pupillen, zag hij dat er een blos op haar wangen verschenen was. Ze trok haar hand niet terug en maakte ook geen opmerking over het feit dat hij haar had vastgepakt. Max wist niet of dit nu een goed of een slecht teken was. Hij besloot daarom maar om er geen aandacht aan te besteden. En hij besloot ook om haar pols nog even vast te houden.

'Je hebt, eh...' Met moeite slikte hij, wat klonk zijn stem opeens hees. 'Je hebt een...' Haar pols nog altijd met zijn vingers omklemmend wees hij met de wijsvinger van zijn andere hand naar haar gezicht 'Er zit een beetje boter op je lip,' zei hij lachend.

Ze sperde haar ogen open, alsof hij haar zojuist van een ernstige misdaad had beschuldigd. 'Echt waar?' Met haar vrije hand veegde ze snel langs haar mond, maar de boter bleef zitten waar hij zat

'Nee. diér!' zei hij.

In een reflex (of deed Max het toch iets bewuster dan hij wel wilde toegeven?) veegde Max met zijn duim voorzichtig de boter van haar lip. Hij deed het nog eens, liet haar geloven dat er nog iets zat, dat het meer was dan in werkelijkheid. Hij deed het om haar nog eens te kunnen aanraken en ging daarbij iets verder. Dit was niet zomaar een aanraking; hij legde zijn handpalm op haar kaak en keek haar diep in de ogen, zich afvragend hoe ze zou reageren als hij zijn lippen op de hare drukte. Eventjes, heel even, leek het erop dat hij een stapje naar voren zou zetten om het te doen, maar op dat moment kwam hij goddank weer bij zijn positieven. Hij liet zijn hand zakken en pakte zijn bord van het aanrecht.

'Bedankt voor je hulp,' zei hij, haar ogen mijdend 'Ik neem dit mee naar mijn appartement'

Zonder op antwoord te wachten vluchtte Max Hogan, een man die de dood meermalen in de ogen had gezien als hij met meer dan 300 kilometer per uur over de weg racete, snel de keuken uit. Hij ontvluchtte een mooie vrouw met de zachtste huid, de mooiste ogen en de liefste lach van de hele wereld. Pas nadat hij ws teruggekeerd in de beslotenhied van zijn eigen appartemen

durfde hij te denken aan wat er allemaal was voorgevallen in de keuken. Hij liet

het gebeuren in slow motion aan zich voorbij trekken, want hij

wilde er geen seconde van missen. Toen hij eraan dacht hoe ze daar op de

grond hadden zitten lachen, besefde hij dat hij in vijf jaar niet een keer zo

ontspannen was geweest. Hij kon zich nietherinneren wanneer hij voor het laatst

zo gelachen had. En toen hij eraan dacht hoe het was geweest om Lucy aan te raken, ook al was het maar

een arm en een wang, besefde hij eveneens dat hij ziczelf de afgelopen jaren

behoorlijk voor de gek had gehouden. Hoe had hij kunnen denken dat hij meer naar vrouwen verlangde?

In een tijdsspanne van nog geen twaalf uur had Lucy French bezit van hem

genomen. Ze had deurtjes in zijn gemoed geopend waarvan Max gezworen

zou hebben dat ze voor altijd gesloten zouden blijven. Ze had ze allemaal

wijd open gezet. Als ze dat al in een halve dag voor elkaar gekregen

had, hoe zou hij er dan na vier maanden aan toe zijn?