Forum Romanum en Palatijn

3


Als je op plaatsen bent waar zoveel historie ligt opgestapeld als op het Forum Romanum, dan kan het je snel te machtig worden. ‘Hier liep Caesar’, ‘Daar rolde keizer Galba uit zijn draagstoel’. Het is zaak rustig te blijven.

Het Forum Romanum was eeuwenlang het politiek, commercieel en religieus centrum van de stad. Daar speelde het openbare leven zich af, in de winkeltjes en de basilica’s, bij de tempels en natuurlijk op de vergaderplaatsen van de senaat en het volk van Rome.

In de 1ste eeuw v.Chr. was het Romeinse Rijk zo uit zijn voegen gegroeid, dat het traditionele stadsbestuur niet meer toereikend was voor een wereldrijk. Gaius Julius Caesar zag de oplossing. Er moest één man voor langere tijd aan de macht komen, een alleenheerser dus. Maar op 15 maart 44 v.Chr. maakte een samenzwering een eind aan zijn leven.

Met Caesar werd ook de Romeinse Republiek ten grave gedragen. De absolute macht was nu aan de keizers, van wie Augustus de eerste was. De keizers van Rome heersten op de Palatijn, in hun paleis.

Forum Romanum

De beschrijving hieronder begint bij de ingang aan de Via dei Fori Imperiali, maar er zijn meer toegangen.

i FORUM ROMANUM. Toegang: Via della Salara Vecchia 5/6, aan de Via dei Fori Imperiali. Geopend: dag. 8.30 uur tot één uur vóór zonsondergang. Toegangsbiljet ook geldig voor Palatijn en Colosseum. Voor tentoonstellingen in het Colosseum geldt een toeslag. Het ticket is twee dagen geldig. Bereikbaarheid: car 40, 60, 70, 75, 84, 85, 87, 117, 175 mtv B-Colosseo.

Forum Romanum

Ooit lag aan de voet van de Romeinse heuvels een moerassig gebied. De nabijheid van een grote rivier was daar niet vreemd aan. De eerste bewoners van de streek zochten hun onderkomen op droge plaatsen hoog op de heuvels. Toen het Etruskische volk zijn invloed vanuit het noorden van Italië uitbreidde naar het zuiden, kwam hierin verandering.

De Etrusken waren bijzonder vaardige technici. Zo hadden ze boogconstructies ontwikkeld, waarmee ze stadspoorten en bruggen konden bouwen. Met behulp van Etruskische technici legden de Romeinen in de 6de eeuw v.Chr. een grote, overwelfde riolering aan door het moeras, de Cloaca Maxima. De enorme uitmonding hiervan in de Tiber is nog steeds te zien, met de typerende boogbouw (zie p. 213). Toen het moeras was drooggelegd, kwam er leven in de brouwerij. Het gebied werd bestemd voor de handel en heette voortaan forum (markt). Ook vonden er politieke vergaderingen en religieuze feesten plaats.

In de loop van de eeuwen werd het Forum Romanum volgebouwd. Er kwam een vergaderzaal van de senaat (Curia) en een spreektribune ervóór (Rostra). Van alle tempels was die van de godin Vesta wel de belangrijkste. Voor de handel en de rechtspraak verrezen basilica’s, grote drie- of vijfschepige ruimtes die door hun hoge bouw koelte boden in de hete Romeinse zomers. Ten slotte stonden er de tekenen van de expansiedrift van Rome: erebogen, erezuilen en heel veel beelden.

Toen Constantinopel in de 4de eeuw n.Chr. het nieuwe wereldcentrum werd, verloor Rome zijn vooraanstaande positie. Het Forum Romanum werd ontmanteld. Rovers sleepten de bronzen beelden weg, het marmer verdween in de kalkovens, bouwmaterialen werden met dank aan de oude Romeinen gebruikt voor nieuwe, meestal christelijke glorie. Op een deel van de Via Sacra zijn de sporen te zien, die de zwaarbeladen karren in de straatstenen trokken, toen zij hun sloopwerk verrichtten.

Stilte daalde neer over het gebied waar eens Latijn werd gesproken. Gras overwoekerde de ruïnes en in de middeleeuwen graasden er koeien. Zoals de geiten hun naam gaven aan het Capitool (Monte Caprino), zo deden de koeien dat voor het Forum (Campo Vaccino). Wat eens een uitbundig stadsleven uitstraalde, kreeg een rustiek en landelijk karakter. Gefundenes Fressen voor de 18de-eeuwse romantici die in de lieflijke ruïnelandschappen van het Forum bijna gek werden van weemoed en Noorse melancholie.

In de 19de eeuw startten de eerste opgravingen op het Forum. Het resultaat van al dat geploeter met marterharen borsteltjes en voorzichtige schepjes krijgt de huidige toerist onder ogen. Lang niet iedereen was daar even gelukkig mee. ‘Het Forum Romanum is nu niet meer een ruïne, maar een geraamte,’ zei de priesterpoliticus Schaepman aan het eind van de 19de eeuw.

1 De Basilica Aemilia (179 v.Chr.), die als beursgebouw diende, werd twee keer door brand verwoest. De eerste keer gebeurde dat in 52 v.Chr. De tweede brand trof de Basilica Aemilia in 410, bij de aanval van Alarik en zijn Goten.

2 Bij de brand van 52 ging ook het aangrenzende senaatsgebouw (Curia) in vlammen op. De herbouw hiervan (iets verderop) duurde nogal lang, zodat Caesar de senaatszittingen in het Theater van Pompeius moest houden. Daar werd hij op 15 maart 44 v.Chr. vermoord. In zijn huidige vorm dateert de Curia van ongeveer 300 n.

page72

Forum Romanum
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: Boven en Onder.

Chr. In deze ruimte vergaderden de senatoren van Rome. ‘Het is een broedplaats van koningen,’ zei de gezant van de Griekse koning Pyrrhus volgens Eutropius vol ontzag. De senatoren zaten op rijen zetels aan de lange zijden.

In de Curia staan de Plutei van Trajanus opgesteld, balustradefragmenten van een oude spreektribune. Aan de binnenzijde zijn monumenten van het Forum Romanum te zien. Op de achtergrond de contouren van de Basilica Iulia.

De bronzen deuren zijn kopieën van de oorspronkelijke deuren. Die hebben een plaats gevonden in de St.-Jan van Lateranen.

3 Vóór de Curia staat de Decennaliabasis, een erezuil die keizer Diocletianus in 303 liet oprichten bij de tiende verjaardag van de ‘tetrarchie’. Vier keizers in één rijk, vier kapiteins op één schip. Dat ging al tien jaar goed.

4 De geplaveide ruimte vóór de Curia is het Comitium, de vergaderplaats van het Romeinse volk. Hier stond de Ficus Ruminalis, een legendarische vijgenboom. Aan zijn wortels bleef het mandje met de tweeling Romulus en Remus hangen, toen ze in de Tiber waren gegooid.

Binnen een vierkant hekwerk liggen wat donkergekleurde stenen, op gezag van keizer Augustus neergelegd over wat men dacht dat het graf van Romulus was. De Lapis Niger (Zwarte Steen), zoals de plek genoemd werd, was van oudsher een heilige plaats in het centrum van Rome.

5 Aan de Rostra, de spreektribune, werden de rostra (snebben: de punten van de voorstevens) van buitgemaakte schepen opgehangen. Ooit lagen de Curia en de Rostra iets verderop. Na een enorme brand in de Curia werd dit deel van het Forum onder Caesar en keizer Augustus gereconstrueerd. Met de verplaatsing van de Curia ging ook de Rostra mee.

Aan de voorkant van de Rostra zijn gaten te zien. Hierin hebben de pinnen vastgezeten, waarmee de snebben in twee rijen waren bevestigd. Ook andere zaken kregen recht van vertoning, zoals het hoofd en de handen van Romes meest befaamde redenaar Cicero,in ongenadige ongenade gevallen bij Marcus Antonius. Wanneer de volkswoede dat eiste, werden de hoofden van de vijanden van Rome op de pieken van de snebben geprikt.

6 Er is maar één ereteken overeind gebleven uit de voorraad die het Forum sierde. Het is meteen ook het laatste, in 608 gewijd als eresaluut aan de keizer van het Oost-Romeinse Rijk: de Zuil van Phocas. De zuil is afkomstig van een veel ouder Romeins bouwwerk, misschien van de ronde ‘Vestatempel’ aan de Tiber, waaraan één dergelijke zuil ontbreekt. Een beeld van Phocas werd erbovenop geplaatst. Hij kreeg dit eerbetoon mede dankzij de bemiddeling van paus Bonifatius IV (608–615). In ruil hiervoor schonk Phocas de paus een jaar later het Pantheon (zie p. 194)

7 Vlak bij de zuil ligt de Lacus Curtius, nu een naambordje en een reliëf, toen een meer (lacus) of iets wat daarop leek in de tijd dat het Forum nog een moeras was. In 362 v.Chr. scheurde een aardbeving de grond open. Volgens het orakel zou de grond zich weer sluiten, als de Romeinen hun kostbaarste bezit erin wierpen. Dejongeman Marcus Curtius begreep de wenk, sprong op zijn paard en dook in volle wapenrusting de afgrond in.

In het turbulente jaar 69, volgend op de dood van Nero, werd keizer Galba op deze plaats vermoord. Zijn moordenaars gooiden de draagstoel omver en Galba rolde eruit. Toen zij aarzelden, strekte hij zijn keel naar voren en zei (aldus Plutarchus): ‘Toe maar, als dat voor het Romeinse volk beter is.’ Suetonius vertelt verder: ‘Men liet hem liggen waar hij lag. Een soldaat die langs kwam, hakte zijn hoofd er af. Omdat er geen haar op stond om het vast te houden, stak hij zijn duim in de mond en bracht het naar zijn bevelhebber Otho.’ Drie maanden later was deze geen keizer meer en ook dood.

8 De Triomfboog van Septimius Severus kreeg zijn plaats in 203 bij gelegenheid van het tienjarig bewind van de keizer en zijn overwinningen in het oosten. In het westen was hij minder succesvol, want van zijn ideaal om heel Britannia te veroveren kwam weinig terecht. In 211 stierf Septimius Severus in York. In de tekst op de triomfboog eerde hij ook zijn zoons Caracalla en Geta, tussen wie het minder boterde dan hij gewenst had. Caracalla vermoordde eerst zijn broer en verwijderde vervolgens alle herinneringen aan hem.

Op de vierde regel van de tekst (aan beide zijden van de boog) staat nu OPTIMIS FORTISSIMISQUE PRINCIPIBUS (aan onze zeer goede en zeer dappere vorsten). Aan de hand van de gaten waarin de bronzen letters waren vastgeklonken, is de oorspronkelijke tekst gereconstrueerd: P. SEPTIMIO GETAE NOB. CAES. (aan P. Septimius Geta, onze edele Caesar).

9 Naast de triomfboog lag de Umbilicus Urbis, de ‘navel van de stad’. Deze (ooit) bijenkorfvormige steen, naar het model van een oude soortgenoot in het Griekse Delphi, symboliseerde het centrum van het centrum van de toen bekende wereld.

Even verderop, richting Tempel van Saturnus, liggen de resten van het Milliarium Aureum, de (ooit) met bladgoud afgedekte mijlpaal die door keizer Augustus werd opgesteld als baken waarvandaan de afstanden tot andere plaatsen in het rijk werden gemeten. ‘Alle wegen leiden naar Rome’, hoor je op deze plek te mompelen.

10 In de 5de eeuw v.Chr. werd de Tempel van Saturnus gebouwd als archief en schatkist. Dit was de plaats van de Saturnalia, feesten aan het eind van december die herinnerden aan de Gouden Tijd dat de god Saturnus zich schuilhield bij koning Janus van Latium. Elk jaar opnieuw herdachten de Romeinen die paradijselijke tijd, toen er nog geen verschillen bestonden tussen arm en rijk, meester en slaaf. Tijdens de Saturnalia werden voor één keer de rollen in huis omgedraaid en iedereen gaf iedereen geschenken, mét een pesterig gedichtje erbij.

11 Tegen het Capitool aan, in de fundamenten van het Senatorenpaleis, liggen de resten van het Tabularium, het archiefgebouw van het oude Rome. Van de tempels ervóór is weinig over. Links de Porticus Deorum Consentium, gerestaureerd in de 4de eeuw n.Chr. Zesmaal twee goden stonden paarsgewijs opgesteld in nissen.

Dan de Tempel van Vespasianus, waarvan nog drie hoekzuilen overeind staan. In 81 n.Chr. begon keizer Titus met de bouw ter ere van zijn overleden vader. Na Titus’ dood zette zijn broer Domitianus het werk voort ter ere van beiden.

Ten slotte de Tempel van Concordia, uit de 4de eeuw v.Chr., ter herinnering aan de verzoening tussen Romes eerste stand (patriciërs) en het volk (plebs). De tempel fungeerde als museum, met talrijke schilderstukken en beeldhouwwerken van de grootste Griekse kunstenaars, stuk voor stuk geroofd door de Romeinen. Zo zijn meer musea groot geworden.

12 Aan de overzijde van de Curia liggen de fundamenten van de Basilica Iulia, in 46 v.Chr. in gebruik genomen als rechtszaal. Het bouwwerk was twee verdiepingen hoog. Keizer Caligula (37–41) zocht op gezette tijden het dak op om geldstukken naar beneden te gooien. Hij vond het een leuk gezicht de mensen om het geld te zien vechten.

Tussen de Basilica Iulia en de aangrenzende Tempel van Castor en Pollux, aan de zijde van de basilica, kun je van achter een deur nog horen hoe goed de oude riolering van Rome, de Cloaca Maxima (zie p. 71) functioneert.

13 Naast de Basilica Iulia staat de Tempel van Castor en Pollux, uit 484 v.Chr. De drie resterende zuilen (van een herbouw uit het begin van de 1ste eeuw n.Chr.) behoren tot de meest gefotografeerde objecten van Rome. Ze staan er dan ook mooi bij. Op de oudRomeinse bestrating vóór de tempel kun je goed zien hoe de karren die in later tijd het marmer en de steenblokken van het Forum wegsleepten, diepe sporen in het plaveisel trokken.

14 Tegen de Palatijn aan bevinden zich de immense resten van delen van het paleis van Domitianus, dat deze keizer aan het eind van de 1ste eeuw n.Chr. aan de rand van de heuvel liet neerzetten. Wat je nu ziet, geeft een aardig beeld van de betonbouw van de oude Romeinen ( p. 20).

15 In de uitlopers van de paleisresten, aan de zijde van het Forum, is de S. Maria Antiqua gehuisvest geweest, een 6de-eeuws kerkje met schilderingen uit de 8ste eeuw. Op weg terug naar het Forum zien we rechts het Oratorio dei XL Martiri, ter ere van veertig soldaten. In het begin van de 4de eeuw dienden zij in Sebaste (Armenië) hun Romeinse keizer en de God van de christenen. Dat laatste was verboden, zodat ze ter dood werden gebracht. Eerst werden ze naakt op een bevroren vijver gezet (zoals de schildering in de apsis laat zien), daarna op de brandstapel verbrand. Van het ene uiterste in het andere dus.

16 De Bron van Iuthurna, waar de paarden van de godentweeling Castor en Pollux gedronken zouden hebben (zie p. 54). Hier bevindt zich een reliëf waarop de Spartaanse koningin Leda te zien is. Zij werd door de oppergod Zeus bemind, die zich voor deze gelegenheid in de gedaante van een zwaan vertoonde. Resultaat van die ontmoeting waren twee eieren. Na verloop van tijd kropen hieruit twee jongetjes (Castor en Pollux) en twee meisjes (Clytaemnestra en Helena, zwaar beladen namen in de Griekse mythologie).

17 De ronde Vesta-tempel is gebouwd in de vorm van de herdershutten die de oudste bewoners van deze streek bewoonden en waarvan je straks de sporen op de Palatijn kunt zien. In oeroude tijden waakten de dochters van de koning over het vuur in een rond huttempeltje. In historische tijden waren het Vestaalse Maagden die het eeuwige vuur in de Tempel van Vesta (de godin van de haard) brandend hielden.

18 Grenzend aan de Tempel van Vesta ligt het Huis van de Vestaalse Maagden, de priesteressen van Vesta. Zij werden op 6- à 10-jarige leeftijd voor deze eervolle functie uitgekozen en dienden dertig jaar lang. Voor die periode beloofden ze kuisheid en trouw aan de godin. Braken ze hun gelofte, dan was de straf hard. De Vestaalse Maagd werd levend begraven, haar minnaar doodgeknuppeld.

19 De Boog van Titus werd in 81 n.Chr. opgericht ter herdenking van de inname van Jeruzalem in 70. Aan de binnenzijde een reliëf, waarop de krijgsbuit uit de tempel wordt meegedragen, onder meer de zevenarmige kandelaar. Lang heeft deze plek de joden tot nadenken gestemd. ‘Geen enkele jood in Rome zal onder de boog doorlopen,’ aldus dr. L. van Egeraat (Nederlands eerste ‘professor in het toerisme’) in 1963, ‘want deze was niet de laatste poort van vernedering voor hem.’

In de middeleeuwen werd de Boog van Titus een onderdeel van het bolwerk van de familie Frangipani. De gevolgen vinden we terug in de gaten in de boog, aan de binnenzijde. Hierin waren forse balken bevestigd. In het begin van de 19de eeuw begonnen in deze hoek van het Forum de opgravingen. De Boog van Titus werd als eerste blootgelegd en gerestaureerd.

De tekst op de boog (aan de kant van het Colosseum) opent met de woorden Senatus Populusque Romanus. Hiermee begon elke officiele bekendmaking: de senaat en het volk van Rome (hebben dit en dat gedaan). De beginletters SPQR. zijn tot een soort stadswapen geworden op al het gemeentelijk materieel, van stadsbussen tot putdeksels. Niet-Romeinen leggen de letters wel uit als Sono Porchi Questi Romani (het zijn varkens, die Romeinen).

20 Op de hoek van het Forum, in de richting van het Colosseum, zie je het uitgestrekte terrein van de Tempel van Venus en Roma, de grootste tempel die Rome heeft gekend, naar een ontwerp van keizer Hadrianus zelf (117–138). In de tempel stonden twee kolossale beelden van de godinnen Venus en Roma. De geschiedschrijver Dio Cassius vertelt over de kritiek van de architect Apollodorus. Hij vond de beelden van de (zittende) godinnen te groot in verhouding tot de hoogte van de tempel: ‘Als ze zouden opstaan en weggaan, dan zou dat niet kunnen. Het dak zou instorten.’ Die opmerking kostte hem zijn leven.

Daar bevindt zich ook het Antiquarium Forense, het museum van het Forum Romanum. Dagelijks geopend 9–18.30 uur. Toegang gratis. Interessant zijn de grafvondsten van de necropolis (nummer 23).

21 De Basilica van Maxentius en Constantijn, waaraan Maxentius in 306 begon en die Constantijn in 312 voltooide. Hier bevond zich het enorme beeld van Constantijn waarvan enige brokstukken in de Capitolijnse Musea te zien zijn.

22 In 307 bouwde Maxentius een tempel voor zijn jong gestorven zoon Romulus. De traditie bestempelt de voor ons liggende tempel als de Tempel van Romulus, maar dat is niet juist. De echte Tempel van Romulus ligt aan de Via Appia. Dit is vermoedelijk een 4de-eeuwse constructie, waarvan ook de aan de tempel vastgebouwde SS. Cosma e Damiano deel uitmaakte. Zeker is dat de bronzen deuren uit de 3de eeuw dateren. Het slot schijnt nog te werken.

23 In het gras naast de Via Sacra (Heilige Weg) is een Necropolis aangegeven, die in het begin van de 20ste eeuw werd uitgegraven. Op deze plaats begroeven de eerste bewoners van het gebied hun doden. De langwerpige graszoden geven de plaats van de begravenen aan, de ronde de plaats waar de urnen met de as van gecremeerden werden bijgezet. Lang golden deze graven uit de 9de tot 7de eeuw v.Chr. als de oudste aanwijzingen van bewoning van dit gebied. In 2005 en 2006 werden bij opgravingen op het Forum van Caesar graven gevonden uit de 11de en de 10de eeuw. Hiermee werd Rome weer een stuk ouder dan het al was. Het kan geen kwaad te bedenken dat op het Forum zo’n zestien eeuwen worden overspannen, vanaf het oudste bekende graf tot aan de plaatsing van de Zuil van Phocas (nummer 6).

24 De Tempel van Antoninus en Faustina dateert uit het midden van de 2de eeuw n.Chr. Keizer Antoninus Pius (138–161) bouwde de tempel voor zijn overleden vrouw Faustina. Voor haar liet hij op de tweede regel beitelen: DIVAE FAUSTINAE EX S.C. (voor de vergoddelijkte Faustina, op grond van een senaatsbesluit). Zo bleef er ruimte open om na zijn dood de tekst op de eerste regel te laten starten met DIVO ANTONINO ET (voor de vergoddelijkte Antoninus en). In de 7de/8ste eeuw werd de tempel een christelijke kerk. In 1602 kwam er een barokgevel bij.

25 De resten van de Regia, eens de woning van de koningen van Rome. Na hun verdrijving (rond 500 v.Chr.) werd de Regia de residentie van de Pontifex Maximus (Opperpriester). Hij had de officiele archieven onder zijn hoede en de aan Mars gewijde schilden en speren. Als die gingen rammelen, was er iets vreselijks op til. Ook in de nacht van 14 op 15 maart 44 v.Chr. moeten ze hun werk gedaan hebben, maar Caesar (ook Opperpriester) vertrok toch uit de Regia om de senaatszitting bij te wonen die zijn laatste zou worden.

26 De moord op Caesar ( pp. 144145) betekende een keerpunt in de Romeinse geschiedenis. Het tijdperk van de Republiek was ten einde. Het wachten was op het begin van de Keizertijd. Het volk van Rome bracht het lijk van Caesar naar het Forum. Bij zijn begrafenisspelen – vertelt Suetonius – verscheen zeven dagen lang een komeet aan de hemel. De Romeinen zagen hierin de ziel van Caesar die was opgenomen onder de goden en op de plaats waar het lijk verbrand werd, liet keizer Augustus een tempel bouwen: deTempel van Caesar, naast de Regia.

Palatijn

De Palatijn: nu een steenklomp met bouwwerken tot diep in de heuvel, vroeger bos en woud met enkele eenvoudige hutten voor de eerste bewoners van de streek. Ten tijde van de Romeinse Republiek woonde op deze heuvel de elite. Met de komst van de eerste keizer, Augustus, werd de Palatijn de residentie van de machthebbers.

Keizer Augustus (die op de Palatijn geboren was) bewoonde er een voor zijn status eenvoudige woning, dicht bij de Tempel van Apollo. Na hem werd de Palatijn 300 jaar lang de woonplaats van de keizers van Rome. De residenties van Tiberius, Nero, de Flavii en Septimius Severus groeiden uiteindelijk uit tot één gigantisch paleiscomplex. Zoging de naam van de heuvel (Palatium) over op de bouwwerken die erop stonden: palazzo, paleis.

PALATIJN. Ingang via het Forum Romanum (bij de Boog van Titus) of via de Via di S. Gregorio (de straat die begint bij de Boog van Constantijn). Geopend: dag. 8.30 uur tot één uur vóór zonsondergang. Toegangsbiljet ook geldig voor Forum en Colosseum. Voor tentoonstellingen in het Colosseum geldt een toeslag. Het ticket is twee dagen geldig.

1 Bij de waterpartij, op de ‘eerste etage’, ga je naar links, tot aan de weg met Romeinse bestrating. Nog even omhoog en dan ben je bij de Domus Augustana, het paleis dat keizer Domitianus aan het eind van de 1ste eeuw n.Chr. liet aanleggen. Het paleiscomplex van de Flavii besloeg het gehele middenterrein van de Palatijn. Het bestond uit een woongedeelte (Domus Augustana), een ceremonieel gedeelte (Domus Flavia) en een privérenbaan.

Dit Hippodroom werd enige eeuwen later benut door de Gotische keizer Theodorik (500–526). Hij blies het Romeinse verleden nog één keer een kortstondig nieuw leven in en koos de Palatijn uit als woonoord. Zo liet hij in het Hippodroom een bouwwerkje aanleg- gen om er zijn Romeinse levensdagen te slijten. De (ovale) fundamenten herinneren aan deze laatste opflakkering van historisch besef (zie p. 122).

f00081-05

Palatijn

2 Doorlopend naar het zuidelijke einde van de Palatijn bereik je een balustrade, waarvandaan de Circus Maximus te overzien is, de oudste en grootste renbaan van de stad, goed voor 200.000 toeschouwers en eeuwenlange spanning en sensatie ( p. 84). Wat je ziet, zijn de contouren van de wedstrijdbaan en tribunes.

Aan de korte zijde links liggen fundamenten van toegangspoorten en zitplaatsen. Ook het restant van een middeleeuwse toren is nog te zien, een van de honderden die Rome in die tijd kende, bolwerk van strijdlustige Romeinse families. Aan de korte zijde rechts lagen de twaalf carceres, de starthokken.

De obelisk die het centrum van de baan markeerde, was de eerste die in Rome werd geïmporteerd. Keizer Augustus liet hem uit Egypte komen, terwijl keizer Constantius II er in 357 een tweede aan toevoegde. Beide hebben de eeuwen getrotseerd, zij het niet op hun oude plaats. De één staat op de Piazza del Popolo, de ander bij de St.-Jan van Lateranen.

3 Het museum. Toegang gratis, op vertoon van het ticket voor de Palatijn. Het museum sluit één uur eerder dan de Palatijn. Beneden: indrukwekkende bouwresten en reconstructies van de eerste paalhutten (nummer 5). Boven: bronzen en marmeren beelden, wandschilderingen, stucwerk uit de cryptoporticus (nummer 9)en een opmerkelijk graffito, waarop een manmetezelskop aan het kruis wordt bespot.

4 Het Huis van Livia (genoemd naar de vrouw van Augustus) is opengesteld voor het publiek. Het behoort tot een groep huizen uit de eerste helft van de 1ste eeuw v.Chr., het eind van de Romeinse Republiek.

De vertrekken zijn vooral bekend om hun muurschilderingen. Kenmerkend voor de Romeinse schilderkunst is de zogeheten architectuurstijl. De muur wordt door bouwelementen, vooral zuilen, opgedeeld in een aantal vlakken. In de open ruimten staan voorstellingen. Het middenvertrek geeft een voorbeeld van de wijze waarop de Romeinen de beslotenheid van hun raamloze muren ophieven. Een perspectivisch geschilderd raam gunt een fantasievolle blik naar buiten.

5 Vlak bij het Huis van Livia, onder een beschermend afdakje, zijn de paalgaten, de sporen van de hutten van Romes oudste bewoners. In de 9de/8ste eeuw v.Chr. woonden hier de herders van de streek in ronde hutten.

6 De Tempel van Cybele dateert uit 191 v.Chr. Veel is er niet van over.

De KleinAziatische godin Cybele werd in 204 v.Chr. op last van de Sibyllijnse Boeken in Rome ingevoerd. Erg voorspoedig verliep dat niet, want het schip dat het beeld van de godin naar Rome bracht, liep vast in de bedding van de Tiber. Een Vestaalse Maagd, die ervan beschuldigd werd haar gelofte van kuisheid te hebben gebroken, greep de kans met beide handen aan. Zij trok het schip aan haar gordel en met behulp van de haar welgevallige godin naar de kade.

7 Van de door Augustus gebouwde Tempel van Apollo is vrijwel niets meer te zien. Hier werden de Sibyllijnse Boeken bewaard, hetverzamelwerk van religieuze voorschriften en verklaringen.

8 Tegenwoordig neemt men aan dat het hele gebied rond de Tempel van Apollo eigendom van Augustus werd, inclusief een woning voor zijn vrouw en een woning voor hemzelf: het Huis van Augustus. In de schilderingen is ook hier de architectuurstijl opvallend aanwezig. Het Huis van Augustus werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw vrij gelegd. Sinds kort is het in beperkte mate voor het publiek toegankelijk.

9 Bij het Huis van Livia bevindt zich de toegang tot de cryptoporticus, een tunnel van 128 m lengte, die Nero liet aanleggen om zijn Domus Aurea met de Palatijn te verbinden. Hier en daar is nog iets van het fraai versierde stucwerk aan het plafond te zien.

10 De Farnesische Tuinen zijn een lust voor het natuurminnend oog. In de 16de eeuw werden deze tuinen aangelegd boven het nog altijd niet uitgegraven Domus Tiberiana. Deze naam wijst op het Paleis van keizer Tiberius (14–37), maar de wetenschap zegt dat dat niet zo is. Misschien van Nero, oppert men voorzichtig.

Naast allerhande bloeiende zaken bevinden zich in de tuinen ook een fotografisch bijzonder geliefd uitkijkpunt over het Forum Romanum en (aan de andere kant) een parmantig doolhof. In een gazon tussen het uitkijkpunt en het 16de-eeuwse bouwwerk dat de ingang van de Palatijn vormt, ligt Giacomo Boni begraven. Hij leidde in de tweede helft van de 19de eeuw de opgravingen op het Forum Romanum. Nu rust hij aan de voet van een palmboom, in eeuwige vrede genietend van de aandacht die zijn werk krijgt.

Wagenrennen

Volgens de traditie heeft de Etruskische koning Tarquinius Priscus in de 6de eeuw v.Chr. de Circus Maximus laten aanleggen als wedstrijdbaan voor wagenrennen. Aan beide uiteinden van de ‘middenberm’ stonden de metae (keerpunten) die uit drie kegelvormige ‘zuilen’ bestonden. Daar gebeurde wat films als Ben Hur (1959) in technicolor laten zien: renwagens in volle snelheid en tegelijk door de bocht, zo dicht mogelijk langs de meta.

De aanhang ging soms heel ver. Plinius Maior vertelt het verhaal van de wagenmenner Felix van de Roden. Die verongelukte en tijdens zijn begrafenis wierp een supporter zich in de vlammen van de brandstapel. De eigen mensen haalden het aan als een staaltje van ongehoorde trouw aan de Roden. De andere partijen meenden dat de supporter bewusteloos in de vlammen was gevallen, bevangen door de stank van de Rode wagenmenner.

Broederlijk vereend met het gewone volk hielden ook de keizers zich bezig met de wagenrennen, de een wat meer dan de ander. Nero was zelf een hartstochtelijk wagenmenner, Caligula (37–41) een hartstochtelijk supporter. Zijn favoriete partij was die van de Groenen, die dan ook verdacht veel wonnen. Toen op een keer een Rode vlak voor een Groene finishte, vonden de Romeinen de volgende dag de lijken van de Rode wagenmenner én het winnende paard. Caligula was ook de man die zijn renpaard een marmeren stal, purperen dekkleden en een hele hofhouding gaf. Ook benoemde hij het dier tot consul, tot ‘premier’ van Rome zullen we maar zeggen.

Volgens Ovidius was de renbaan een zeer geschikte plaats om de jacht op begerenswaardige meisjes met succes te bekronen: ‘Ga vlak bij je uitverkorene zitten, schuif dicht tegen haar aan. Als ze niet wil, zal de indeling van de tribune ervoor zorgen dat je dij aan dij moet zitten. Als er stof op haar kleding valt, moet je dat wegslaan. Als er niets op valt, moet je dat niets wegslaan. En als haar kleding op de vieze grond hangt, til die dan op, dan ben je behulpzaam en krijg je als beloning ook nog haar benen te zien.

Winkels en markten

De detailhandel heeft in Rome aardig standgehouden. Er zijn ontzettend veel winkels en winkeltjes die met liefde voor de stiel de meest uiteenlopende specialiteiten in hun assortiment voeren. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is in Rome een winkel waar je het kunt kopen. Zo heb je een stropdassenwinkel, een speelgoedsoldaatjeswinkel en een gespecialiseerde papierwinkel. In de buurt van het Pantheon is de Via de’Cestari, met een reeks van winkels vol religieuze artikelen en religieuze kleding. Voor overheerlijke chocoladewaren kun je terecht bij de families Moriondo & Gariglio, in de Via del Piè di Marmo 21–22, waar ze sinds 1870 hun zelfgemaakte bonbons in meer dan prachtige verpakkingen aan de man brengen.

Wie zich qua zoeken wil beperken, kan voor van alles (en nog wat) terecht in de Via del Corso, een mooie, lange winkelstraat.

De meeste winkels zijn open: 9–13 en 16–20 uur. Op maandagmorgen zijn ze gesloten. Mooie tijden (voor de liefhebber) zijn de perioden van uitverkoop (saldi) van begin januari tot half februari en van half juli tot begin september.

Tegenover dit fijnmazige handelsnet staan maar weinig grote warenhuizen, zoals wij die kennen. Er is een UPIM aan de Via del Tritone (nr. 169), waar je voor allerhande zaken terecht kunt. Op de hoek van de Via del Corso en de Largo Chigi is La Rinascente, met voornamelijk kleding, accessoires en parfumerie, dit alles in een redelijk luxueuze stijl gepresenteerd. Er is ook een La Rinascente op de Piazza Fiume, bij de Porta Pia. La Rinascente is open: 9.30–22 uur.

Winkelpassage

Sinds enige jaren heeft Rome weer een schitterende winkelpassage, naar grote voorbeelden in Milaan en Napels. In 2003 werd de galleria alberto sordi geopend, genoemd naar de befaamde Romeinse komiek Alberto Sordi die in dat jaar overleed. Sordi beheerste samen met acteurs als Nino Manfredi, Totò en Vittorio Gassman de komische Italiaanse film van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Toegang tot het winkelcomplex aan de Via del Corso (Piazza Colonna) en aan de Via S. Maria in Via.

De Galleria is gebouwd in een Yvorm en bestaat uit een aantal schitterende passages. Tal van toonaangevende winkelbedrijven hebben er een plaats gevonden. Ooit stond op deze plek een eerbiedwaardig palazzo uit de 16de eeuw. Toen dat in het begin van de 20ste eeuw gesloopt werd, zocht men lang naar een nieuwe bestemming. Een prima plek voor een nieuw Centraal Station, was een van de (nooit uitgevoerde) ideeën. Het werd in 1922 een Galleria en wel de Galleria Colonna, een pronkjuweel van de ijzer en glascultuur van die dagen. Deze Galleria is grondig gerestaureerd en van een eigentijdse naam voorzien.

Mode

‘Milaan is de fabriek, Rome de etalage.’ Dat wordt gezegd van de modezaken dan wel boetieks waarvan er veel een plek hebben gevonden in het chique winkelgebied van Rome: tussen de Corso en de Spaanse Trappen.

Toonaangevende modeontwerpers als Versace, Valentino, Armani, Gucci en Laura Biagiotti hebben zich in deze wijk gevestigd: in de Via Condotti, de Via Borgognona, de Via Bocca di Leone en de Via Frattina, om maar een paar dwarsstraten te noemen. Je vindt er kleding, schoenen en lederen accessoires van superieure kwaliteit en prijsklasse. Ook sieraden en parfums. En alles straalt je vanuit fraaie etalages tegemoet. Wie in deze buurt winkelt, winkelt met glamour en chic.

Kledingzaken

Voor redelijk geprijsd spul op kledinggebied kun je terecht in de Via del Corso en de daarop uitkomende Via del Tritone. Mooie winkels op het gebied van betaalbare mode ook in de Via Nazionale en in de Via dei Giubbonari (bij het Campo de’Fiori). Tweedehandszaken zijn in de Via del Governo Vecchio (bij de Piazza Navona) en in de Via Cola di Rienzo (Vaticaan).

Antiekzaken en galerieën

Antiekzaken vind je in de Via del Babuino (bij de Spaanse Trappen), de Via dei Coronari (bij de Piazza Navona) en de Via Giulia (bij de Tiber). Galerieën in de Via Margutta (bij de Spaanse Trappen). In de zomer van 2003 werd (aan het eind van de Via Margutta) de Margutta Arcade geopend, een soort binnenhof met antiekwinkels, juweliers en zaken in lederwaren. Het winkelcentrum(pje) kreeg de titel Il Teatro dello Stile (Het Theater van de Stijl).

Boeken en boekenmarkten

• Feltrinelli International, Via V.E. Orlando 84–86 (bij de Piazza della Repubblica), heeft veel te bieden, in tal van moderne talen. De zaak is internationaal georiënteerd, met onder meer een gevarieerd aanbod in reisgidsen en gespecialiseerde boeken over Rome en Italië.

• Anglo American Bookshop, Via della Vite 102–103 (bij Piazza S. Silvestro).

• Feltrinelli, Largo di Torre Argentina 6–10.

Er is een boekenmarkt op de Largo della Fontanella di Borghese (bij de Piazza Navona), met oude boeken, tijdschriften en prenten. Hier kun je de Piranesi van je keuze vinden ( p. 259). Meer toeristisch is de boekenmarkt op de Largo dei Lombardi (aan de Via del Corso). In de Via delle Muratte (ook aan de Corso) is een boekenmarkt met veel foto’s en andere nostalgische waren uit de filmgeschiedenis.

Markten

Vooraf een enkel advies. Zorg voor een standvastig afdingbeleid en hou rekening met de tactieken van de ‘tegenstander’. Wees bedacht op zakkenrollers. Die zijn op de drukke markten in hun element. De markten zijn geopend: ma.–za. 7 à 8–13 uur. Hier een paar mogelijkheden:

Campo de’Fiori. Al eeuwenlang een kleurrijke markt, met groente, fruit en allerhande levensmiddelen. Alles vers, maar niet spotgoedkoop.

Via sannio (bij de St.-Jan van Lateranen). Tweedehandskleding, schoenen en stoffen. Erg goedkoop.

Piazza Testaccio. Een typisch Romeinse markt bij de ‘schervenberg’.

De heuvel is in klassiek-Romeinse tijd ontstaan, toen de havenarbeiders eeuwenlang miljoenen kapot gevallen amforen en kruiken op een grote hoop gooiden.

Porta Portese (Trastevere). Geopend: zo. 7–13.30 uur. De vlooienmarkt van Rome. Alles is te koop en het is er altijd erg druk. Trionfale. Deze populaire markt in de wijk Prati (ten noorden van het Vaticaan) kreeg in 2008 een nieuw, ruim en modern onderkomen. Alles op het gebied van lekker eten en drinken is daar te krijgen, tal van kleurige, fleurige bloemsoorten zijn er te koop.

Fiere. In de zomermaanden vinden er in de buitenwijken van de stad Fiere plaats. Een Fiera is een combinatie van markt, braderie, kermis en openluchtconcert. Voor informatie: zie de afdeling Fuoriporta in de gids Roma c’è.