18 Een Rotterdammer op de Titanic

E r was een minder bekende Rotterdammer, die stierf aan boord van een heel bekend schip: de Titanic . Op 10 april 1912 begon de Titanic , het grootste en meest luxueuze passagierschip ter wereld, aan haar eerste reis vanuit het Engelse Southampton. Vier dagen later, op zondag 14 april, kwam het schip, dat kort geleden nog ‘onzinkbaar’ werd genoemd, in aanvaring met een ijsberg en zonk in de vroege uren van 15 april in de ijskoude Atlantische Oceaan.

Hotel New York, 1912, door Edward P. de Groot – Het tragische verhaal van de Titanic wordt tot op de dag van vandaag steeds opnieuw verteld in boeken en films.

Het is dan ook een erg sterk verhaal: het grootste en meest luxueuze schip ter wereld vaart uit op haar eerste reis onder uitgebreide aandacht van pers en publiek. Aan boord zijn alle rangen en standen van de maatschappij vertegenwoordigd. In de onderste hutten de arme emigranten die hopen een nieuw leven op te kunnen bouwen in Amerika.

Daarboven de middenklasse die voor zaken of een vakantie in comfort op en neer wil reizen. En daarboven de rijken; de beroemdheden van hun tijd, in luxe hutten
die veel weg hebben van de suites van ’s werelds duurste hotels.

Het is 1912 en al geruime tijd gaat de technologische vooruitgang onophoudelijk verder. De mens lijkt de natuur te hebben overwonnen, en de Titanic is het symbool van die arrogantie. Waarschuwingen voor ijsbergen worden tijdens de reis genegeerd door de buitengewoon zelfverzekerde kapitein en zijn bemanning. En dan die paar uur waarin alles voorgoed veranderde.

Een kalme, doodstille nacht in de Atlantische Oceaan. Geen golfje te bekennen onder de prachtige sterrenhemel. Een uitkijk die een ijsberg pas op het laatste moment ziet. Tweeënhalf uur waarin al snel duidelijk wordt dat er niet genoeg reddingsboten aan boord zijn. Lang niet genoeg. Talloze drama’s spelen zich in die korte tijd af. Families worden verscheurd. Mannen moeten de keuze maken tussen hun reputatie als gentleman en het instinct om te overleven wanneer het bevel ‘vrouwen en kinderen eerst’ wordt gegeven.

Het onwrikbare vertrouwen in een wereld waarin alles dankzij de technologie steeds beter zou worden, liep een flinke klap op door de ramp. Er wordt weleens gezegd dat de twintigste eeuw begon in die koude nacht waarin het onzinkbare schip zonk.

De slachtoffers van de ramp verwierven door hun tragische dood onsterfelijkheid. Er wordt nog steeds over hen geschreven, terwijl de meesten van hun tijdgenoten allang vergeten zijn. Toch is het ene slachtoffer van de ramp beroemder dan het andere. Wie weet vandaag de dag bijvoorbeeld nog dat er een Rotterdammer aan boord was?

Jonkheer Johan George Reuchlin Junior werd op 6 december 1874 in Rotterdam geboren en woonde met zijn gezin in de Calandstraat. Hij was directeur van het Passagebureau van de Holland-Amerika Lijn in Rotterdam.

Toen de Titanic op 31 mei 1912 te water werd gelaten op de scheepsbouwwerf Harland & Wolff in het Ierse Belfast, werd meteen de kiel gelegd voor het volgende schip dat op de zojuist vrijgekomen locatie zou worden gebouwd. Dit moest een Hollands schip worden, de Statendam II . De Holland-Amerika Lijn had vanuit Rotterdam opdracht gegeven voor de bouw van het schip, dat vergelijkbaar met de Titanic zou worden. Het werd iets kleiner, maar nog steeds het grootste schip dat ooit onder een Nederlandse vlag had gevaren. De indeling en de luxe zouden hetzelfde worden als op de Titanic .

De bouw van de Statendam II , ontworpen door de Ierse ontwerper van de Titanic , Thomas Andrews, was al in volle gang toen de Titanic vanuit Southampton aan haar eerste reis begon.

Toen passagiers werden opgepikt in het Franse Cherbourg kwam jonkheer J. George Reuchlin aan boord.

Hij maakte de reis om voor de Holland-Amerika Lijn te bekijken hoe het eraantoe ging op zo’n luxe schip. Scheepsmagnaat J. Bruce Ismay, algemeen directeur van de White Star Line, eigenaren van de Titanic en haar
zusterschip
Olympic , had beloofd er persoonlijk voor te zorgen dat de heer Reuchlin een comfortabele hut toegewezen zou krijgen. Vanzelfsprekend geheel op kosten van de White Star Line.

Reuchlin betrok een luxe hut in de eerste klasse waar hij dagelijks schouder aan schouder liep met de rijkste mensen ter wereld, de jetset waar de roddelpers druk over schreef. Ontwerper Thomas Andrews en J. Bruce Ismay waren ook aan boord voor de reis en waarschijnlijk had de Rotterdammer regelmatig contact met hen, evenals met kapitein Edward John Smith. Vanwege zijn werkzaamheden in de destijds uiterst lucratieve passagiersvaart stond hij op goede voet met deze hoofdrolspelers uit het Titanicdrama.

Er is niet veel bekend over Reuchlins bezigheden tijdens de paar dagen die hij aan boord van het gedoemde schip doorbracht. Net als de andere eersteklaspassagiers vermaakte hij zich zo nu en dan door het laten zenden van telegrammen via de draadloze telegrafie in de marconistenhut, genoemd naar de uitvinder van dit technische wonder. Destijds werd het gezien als weinig meer dan een speeltje.

Het laatste bericht dat hij vanaf de Titanic verstuurde, op 14 april, de dag waarop de zon voor het laatst zou ondergaan boven het schip, luidde: ‘Mooi weer gehad, geen mist, bon voyage, Reuchlin’.

Toen de Titanic die avond een ijsberg raakte en ten onder ging was J. George Reuchlin een van de slachtoffers.

J. Bruce Ismay wist wel aan boord van een reddingsboot te komen, wat hem na aankomst in New York aan boord van de Carpathia , het schip dat de overlevenden de ochtend na de ramp had opgepikt, erg gehaat maakte.

Een van de eerste mensen die Ismay in New York sprak was de heer C. Gips, directeur Amerika van de Holland-Amerika Lijn. Gips vroeg Ismay naar Reuchlin, op wie hij had staan wachten, maar Ismay antwoordde dat hij hem niet had gezien. Niemand had hem gezien.

De heer Gips, die zijn ergste angst bevestigd zag, verstuurde meteen een telegram naar Rotterdam en schreef een persoonlijke brief aan Reuchlins weduwe Agathe Reuchlin.

Het duurde erg lang voor het precies duidelijk werd wie de ramp wel en niet hadden overleefd, maar degenen die Reuchlin kenden hadden al meteen het vermoeden dat hij niet meer terug zou komen.

Een familielid vertelde later: ‘George was een zeer integer en goed mens en zou zich nooit naar voren hebben gedrongen voor een plaats in de reddingsboot.’

Toen het telegram van de heer Gips op 19 april arriveerde, gingen de vlaggen van het Holland-Amerika Lijnkantoor in Rotterdam, evenals alle vlaggen aan de Wilhelminakade, halfstok. De Holland-Amerika Lijn lichtte de pers in en het bericht stond de volgende dag in alle Nederlandse kranten. Talloze condoleancetelegrammen, onder andere van prins Hendrik en koningin-moeder Emma, kwamen binnen op het kantoor. Er kwamen zelfs zoveel brieven binnen dat de Holland-Amerika Lijn ze onmogelijk allemaal kon beantwoorden en dankbetuigingen liet drukken.

Maar hier eindigt het verhaal nog niet, want onbedoeld zorgde de dood van Reuchlin voor een belangrijke nieuwe wet in Nederland.

De directie besloot zich namelijk te ontfermen over de weduwe en twee kinderen van Reuchlin, wiens lichaam nooit werd geborgen. De weduwe kreeg voortaan jaarlijks een pensioen van f 5000,- uitgekeerd van de Holland-Amerika Lijn.

Een mooi gebaar, dat echter niet door iedereen werd gewaardeerd.

In 1917 besloten de Eerste en Tweede Kamer dat giften aan personen voortaan belast moesten worden. Een overijverige (en zijn ze dat niet allemaal?) ontvanger der directe belastingen rook geld en sloeg de weduwe Reuchlin en de Holland-Amerika Lijn in 1924 ieder voor f 60.000,- aan wegens het niet melden van het pensioen van de weduwe als zijnde een gift.

In 1925 kwam de zaak voor de Haagse rechtbank en de belastingontvanger kreeg gelijk. De Holland-Amerika Lijn was tenslotte niet wettelijk verplicht om de weduwe te betalen en dus was het een gift.

De kranten maakten flinke ophef over de zaak.

Termen als ‘weerzinwekkend’ werden gebruikt, vooral toen duidelijk werd dat het gevorderde bedrag hoger was dan de totale som van de uitkering!

Niet lang daarna vernietigde het Hof in Den Haag het vonnis in hoger beroep. Volgens het hof was het ‘algemeen een zedelijke verplichting om werknemers en hun gezinnen in geval van een ongeluk een geldelijke bijdrage uit te keren.’

Het was dus geen gift, maar een morele verplichting.

Zes weken later werd het vonnis van het Haagse Hof opgenomen in de wet als een van de eerste belastingwetten die de pensioenen van weduwen en wezen regelde.

In 1959 stond de wet model voor de A.W.W. (Algemene Weduwen- en Wezenwet) die tot 1996 heeft bestaan.

De Nederlandse Titanic , Statendam II , werd eind 1914 in Belfast te water gelaten. Het was het laatste schip dat Thomas Andrews, die met ‘zijn’ Titanic ten onder was gegaan, had ontworpen. Ook dit schip kende een onfortuinlijk einde. Het werd tijdens de Eerste Wereldoorlog geraakt door een Duitse torpedo en zonk even ten noorden van Ierland.

Mysteries in Nederland - Rotterdam
titlepage.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_0.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_1.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_2.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_3.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_4.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_5.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_6.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_7.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_8.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_9.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_10.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_11.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_12.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_13.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_14.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_15.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_16.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_17.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_18.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_19.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_20.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_21.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_22.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_23.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_24.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_25.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_26.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_27.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_28.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_29.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_30.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_31.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_32.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_33.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_34.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_35.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_36.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_37.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_38.xhtml
Mysteries_in_Nederland_-_Rotterdam_split_39.xhtml