BRONNEN
22 ‘lang mager jong Congreslid’: Carl Sferrazza Anthony, As We Remember Her (HarperCollins, 1997), blz. 37.
22 ‘door de menigte’: Charles Bartletts orale geschiedenis, John F. Kennedy Library.
22 ‘ongedurige verkeringstijd’: Robert Dallek, An Unfinished Life (Little, Brown, 2003), blz. 193.
23 ‘weer zou gaan huilen’: Jacqueline tegen Lyndon Johnson, 9 januari 1964, transcriptie van een telefoongesprek, in: Michael Beschloss, Reaching for Glory (Simon and Schuster, 2001), blz. 22.
23 ‘zijn haarscherpe humor’: The New York Times, 1 maart 2007.
24 ‘Hierbij stuur ik je je brieven’: Jacqueline aan Arthur M. Schlesinger jr., 3 december 1963. Deze en volgende brieven van Jacqueline bevinden zich in haar nog gesloten archief in de Kennedy Library en, in de meeste gevallen, in de archieven van de geadresseerden.
24 ‘na Dallas sterk dacht’: American Archivist, herfst 1980.
24 ‘vanwege urgentieoverwegingen’: ibid.
26 ‘duizenden’ mensen: The New York Times, 6 april 1964.
26 ‘een historicus uit de eenentwintigste eeuw’: American Archivist, herfst 1980.
26-27 ‘Af en toe vroeg ze me’: ibid.
28 ‘grillig wat betreft politieke zaken’: dagboek van Arthur M. Schlesinger jr., 19 juli 1959, Schlesinger papers, New York Public Library.
29 ‘niemand erop let’: John F. Kennedy tijdens het ontbijt bij de Fort Worth Chamber of Commerce, 22 november 1963.
30 ‘wet zouden invoeren’: David Finley, memo van het gesprek, 19 februari 1962, Finley Papers, National Gallery of Art Archives.
30 ‘afgebroken werden’: Jacqueline aan Bernard Boutin, 6 maart 1962.
31 ‘zo goed als niets’: White House History #13, 2004.
31 ‘Hou je vast’: Jacqueline aan David Finley, 18 april 1962.
31 ‘het enige monument’: Time, 20 november 1964.
31 ‘halverwege’: Jacqueline aan Edward Kennedy, 17 september 1970.
32 ‘vroeg Statler’: Mary Van Rensselaer Thayer, Jacqueline Kennedy: The White House Years (Little, Brown, 1971), blz. 93.
32 ‘mijn jachtinstinct’: Jacqueline aan Adlai Stevenson, 24 juli 1961.
32 ‘een bric-à-bracwinkeltje’: Jacqueline aan Lady Bird Johnson, 1 december 1963.
32 ‘het kader waarbinnen’: A Tour of the White House, CBS-tv, 14 februari 1962.
32 ‘New England-huiskamer’: The New York Times, 29 januari 1961.
32 ‘Ze was een werker’: Lady Bird Johnsons orale geschiedenis, Kennedy Library.
33 ‘Wat zo treurig is geweest’: Ms., maart 1979.
33 ‘Het is de grootste tempel’: Jacqueline aan John F. Kennedy, handgeschreven, ongedateerd, 1962.
33 ‘Egyptische stenen’: Richard Goodwin, Kennedy Library Forum, 4 november 2007.
33 ‘om de mensen eraan te herinneren’: Jacqueline aan JFK, memo getiteld ‘Aboe Simbel’, handgeschreven, ongedateerd.
34 ‘ondraaglijk’: Look, 17 november 1964.
34 ‘een nieuw leven’: Jacqueline aan David Finley, 22 augustus 1964.
34 ‘Dus is hij nu een legende’: Look, 17 november 1964.
35 ‘die ik te persoonlijk vind’: Jacqueline aan Arthur M. Schlesinger jr., handgeschreven, ongedateerd, 1965.
35 ‘of ik me voldoende kan wapenen’: Jacqueline aan Lyndon Johnson, 28 maart 1965.
35 ‘Ogen dicht, mamma!’: U.S. News & World Report, 26 juli 1999.
46 ‘Ik had Stevenson openlijk gesteund’: Ted Sorensen, Kennedy (Harper and Row, 1965), blz. 80.
46 ‘Een stormachtige bijeenkomst’: ibid.
52 ‘Mijn leuke, kleine huisje’: Gordon Langley Hall en Ann Pinchot, Jacqueline Kennedy (Frederick Fell, 1964), blz. 141.
54 ‘Ik ga die kamer in’: William Manchester, The Death of a President (Harper and Row, 1967), blz. 186.
62 ‘alsof Jack de president van FRANKRIJK was’: Oleg Cassini, A Thousand Days of Magic (Rizzoli, 1995), blz. 29.
64 ‘een Stevenson met lef’: Dallek, blz. 259.
69 ‘Je herinnert je dat ik in mijn orale geschiedenis’: Jacqueline aan Schlesinger, 28 mei 1965. Haar eerste manuscript werd in 2009 geveild.
80 ‘gewaardeerde vrienden’: Ted Sorensen, Counselor (Harper, 2008), blz. 399.
84 ‘heel veel geld’: The New York Times, 12 december 1996.
85 ‘Ik ben geen Whig!’: James MacGregor Burns, John Kennedy: A Political Profile (Harcourt Brace, 1960), blz.268.
86 ‘Hij was de enige president’: Jacqueline aan Edward Kennedy, 17 september 1970.
90 ‘Volgens mij onderschat u hem’: Jacqueline aan James McGregor Burns, handgeschreven, ongedateerd, 1959.
93 ‘Goschen vergeten’: Winston Churchill, Lord Randolph Churchill (Macmillan, 1908), blz. 647.
99 ‘dat ik stiekem had opgeschept’: Sorensen, Counselor, blz. 150.
101 ‘Mag ik de peetvader’: Edward Kennedy, True Compass (Twelve, 2009), blz. 24.
103 ‘om hoeken kon kijken’: Anthony, As We Remember Her, blz. 60.
107 ‘Ga naar Duitsland’: Michael Beschloss, The Crisis Years (HarperCollins, 1991), blz. 608.
121 ‘een goede democraat’: Schlesinger, Robert Kennedy and His Times, blz. 201.
125 ‘uitrusten sinds dat gekkenhuis’: Schlesinger, A Thousand Days, blz. 103.
126 ‘terug moest komen op een aanbod’: Clark Clifford, Counsel to the President (Random House, 1992), blz. 318.
126 ‘zo leuk’: James Olson, Stuart Symington (University of Missouri, 2003), blz. 362.
126 ‘How’s my little girl?’: Lyndon Johnson tegen Jacqueline, 23 december 1963, transcriptie van een opname van een telefoongesprek, in Beschloss, Reaching for Glory, blz. 18.
127 ‘met beide handen had aangegrepen’: Robert Kennedy’s orale geschiedenis, Kennedy Library.
130 ‘Dat verbaast mij niets’: John Connaly, In History’s Shadow (Hyperion, 1994), blz. 10.
130 ‘In Christus’ naam’: Manchester, The Death of a President, blz. 116.
153 ‘het knapste jongetje’: David Halberstam, The Best and the Brightest (Random House, 1973), blz. 44.
165 ‘nut country’: Manchester, The Death of a President, blz. 121.
167 ‘Mijn leven hier’: Jacqueline aan William Walton, 8 juni 1962.
172 ‘als Jack het haalt’: Letitia Baldridge’s orale geschiedenis, Kennedy Library.
179 ‘De president vertelde me’: Jacqueline aan David Finley, 22 maart 1963.
179 ‘Ik moet eerlijk zijn’: David Finley aan Jacqueline, 27 maart 1963.
179 ‘Ik had nooit kunnen dromen’: Jacqueline aan David Finley, 22 maart 1963.
183 ‘maar er waren er ongeveer honderdduizend’: Sorensen, Kennedy, blz. 383.
184 ‘Ik heb meer over architectuur’: James Abbott en Elaine Rice, Designing Camelot (Wiley, 1997), blz. 86.
185 ‘Boudins meesterwerk’: ibid., blz. 101.
209 ‘de meest afgelegen plek’: Jacqueline tegen Eve Fout, juli 1962, in: Sally Bedell Smith, Grace and Power (Random House, 2004), blz. 113.
211 ‘twintig keer per dag’: The Estate of Jacqueline Kennedy Onassis, 23-26 april 1996 (Sotheby’s, 1996).
212 ‘minimale informatie’: Mary van Renselaer Thayer, Jacqueline Kennedy, blz. 31.
216 ‘zo opgewonden als een jachthond’: ibid., blz. 318.
216 ‘Waarom verlangen sommige mensen’: Jacqueline tegen Henry du Pont, 28 september 1962.
228 ‘Hell, Mr. President’: Beschloss, The Crisis Years, blz. 122.
233 JFK tegen Raskin: interview met Raskin en Raskins ongepubliceerde memoires, beide geciteerd in Beschloss, The Crisis Years.
246 ‘Een muur is een stuk beter’: ibid., blz. 278.
248 ‘Het zal allemaal te maken hebben’: Jacqueline aan William Walton, 8 juni 1962.
254 ‘Duidelijk was ze goed’: Sergej Chroesjtsjov, red., Memoirs of Nikita Krushchev: Statesman, 1953-1964 (Pennsylvania State University, 2007), blz. 304.
256 ‘Jullie bieden ons aan’: Beschloss, The Crisis Years, blz. 325.
272 ‘Nous pensons à vous’: Manchester, The Death of a President, blz. 446.
284 ‘het vreselijkste bezoek van een staatshoofd’: Arthur M. Schlesinger jr., A Thousand Days (Houghton Mifflin, 1965), blz. 526.
285 ‘ieder weekeinde sinds’: J.B. West, Upstairs at the White House (Coward, McCann, 1973), blz. 235.
289 ‘Kun je je vrouw’: Schlesinger, A Thousand Days, blz. 28.
293 Correspondentie tussen Jacqueline en Macmillan: Harold Macmillan Papers, Bodleian Library, University of Oxford.
303 ‘ze allemaal te ondervragen’: Arthur M. Schlesinger jr., Robert Kennedy and his Times (Houghton Mifflin, 1978), blz. 404.
313 ‘Er is altijd wel’: Richard Reeves, President Kennedy (Simon and Schuster, 1993), blz. 416.
321 ‘ik enkele complimenteuze verwijzingen’: Sorensen, Counselor (Harper, 2008), blz. 408-409.
324 ‘de stoom echt uit Lyndons oren’: Benjamin Bradlee, Conversations with Kennedy (Norton, 1975), blz. 226.
339 ‘onder Amerikaanse overheersing’: Schlesinger, A Thousand Days, blz. 824.
343 ‘dit Frankrijk-Engeland-Amerika-gedoe’: Manchester, The Death op a President, blz. 710.
354 ‘in één zin’: Ralph Martin, A Hero for our Time (Macmillan, 1983), blz. 431.
355 ‘een trap van een paard’: Life, 11 mei 1959.
377 ‘aan de leiband’: Schlesinger, A Thousand Days, blz. 50.
394 ‘geestelijk ongezond’: Bradlee, Conversations with Kennedy, blz. 32.
395 ‘je hebt hem naar het gekkenhuis’: opname van een telefoongesprek tussen John F. Kennedy en gouverneur Edmund Brown, 7 november 1962, Kennedy Library.