++

==

==

==

==

Tijdens de campagne werd Cuba een probleem. Had de president zich grote zorgen gemaakt om Castro? Herinner je je wat hij vond toen Castro in ’59 de macht overnam?[235]

Ik herinner me hoe vreselijk hij het vond dat hij [in ons land] was toegelaten. We kenden Earl Smith[236] toen, die op dat moment Eisenhowers ambassadeur was. Toen we in Florida waren, was dat alles waar Earl over kon praten. Ja, toen had Jack er echt de pest over in dat de regering-Eisenhower hem had laten komen en dan The New York Times... hoe heette hij, Herbert Matthews?[237]

Dat is juist.

Ik herinner me dat er veel over werd gepraat en was het niet... schreef zelfs Norman Mailer er niet iets over?

Norman Mailer was erg voor Castro, ja.[238]

Ja, ik herinner me dat Jack...

Dacht Earl Smith dat het... gepraat over communisten... over Castro als communist ging, of over het samenwerken met de communisten? Hij heeft een boek geschreven, zoals je weet...[239]

Ja... The Fourth Floor? Hij zei altijd dat zijn problemen met Buitenlandse Zaken... Ik herinner me dat daar een man zat genaamd Mr. Rubottom, waar hij het maar over bleef hebben en hoe moeilijk het was... waarschuwen tegen Castro en dat het net leek op, wel, muntjes in een bodemloze put gooien of zoiets. Hij kon er op Buitenlandse Zaken gewoon nooit doorheen komen. Dus ik veronderstel dat hij dacht dat dat een communist was, ja.

De visie van de president was toen dat, zoals je zegt, ons beleid verkeerd was door het te laten gebeuren. Maar aan de andere kant was hij ook geen... hij voelde geen sympathie voor Batista.

Nee, nee, ik herinner me wel dat erover gesproken werd, weet je, maar ik ben niet erg goed in...

Toen kwam de campagne. En toen na de campagne... weet je nog dat Allen Dulles kwam...

Oh, Allen Dulles kwam naar Hyannis na... Ja.[240] De eerste twee mensen van wie Jack vond dat hij ze moest houden, waren J. Edgar Hoover en Allen Dulles, en zo aardig als Allen... wel, het bleek dat dat niet zo was... [Grinnikt]

Nixon schreef in zijn boek dat de president tijdens de campagne hierover werd ingelicht, wat onjuist is aangezien de president en Dulles beiden zeiden dat hij er niets vanaf wist tot november, over het feit dat we in het geheim Cubanen trainden...[241]

Tegen mij heeft hij nooit gezegd dat hij er iets van wist, dus geloof ik dat.

Wanneer werd je je bewust van al die intriges?[242]

Wel, van het Cubaprobleem wist iedereen al. Was het niet in die weken voordat het plaatsvond, dat er bij iedere persconferentie of wekelijks iets over Cuba was?

In maart begonnen de verhalen te verschijnen dat een invasie waarschijnlijk was, of zoiets.

Al die tijd moest Jack maar blijven zeggen dat Amerikaanse troepen niet deel zouden nemen, om er op die manier omheen te draaien. Ik wist dat al die mensen getraind werden. Maar ik herinner me, tja, het was net als die tweede keer, toen Keating iedere week maar doorging over dat de raketten nog niet weg waren of er waren nog meer raketten.[243] Ik bedoel, het was alleen maar Cuba, Cuba voor en Cuba na.

Wat... herinner je je hoe de president van tevoren tegenover de invasie stond? Had hij... zo noemde je de vorige keer die vergadering met Fulbright.

In de aanloop voelde hij zich al die tijd ongemakkelijk. Maar de keer die ik me echt goed herinner, was het weekeinde ervoor, wat dan 13 en 14 april moet zijn geweest. We waren in Glen Ora met Jean en Steve Smith en het was ’s middags... jij moet weten of het zaterdag was of zondag... toen hij rond vijf uur in zijn slaapkamer een telefoontje kreeg en hij... ik was daar ook en hij zat op de rand van zijn bed en hij vroeg... het telefoontje was van Dean Rusk... en het duurde maar en duurde, en hij keek zo neerslachtig toen het voorbij was. En ik zei, ‘Wat is er?’ of zo. En ik denk dat Dean Rusk hem verteld moet hebben... of er erg voor heeft gepleit, of zoiets... of zei Jack toen: ‘Doe het maar’? Volgens mij was dat een doorslaggevend telefoongesprek.[244]

Volgens mij was dit het telefoongesprek over de luchtaanval.

Oh, dat Dean Rusk die uit wilde laten voeren, geloof ik. Dat is zo. Hoe dan ook... en Jack zat daar maar op zijn bed en toen schudde hij zijn hoofd en liep maar heen en weer door die kamer, en keek echt... gepijnigd bijna, en toen ging hij naar beneden en je wist gewoon dat hij wist dat wat er gebeurd was, verkeerd was. Maar ik denk dat hij... weet je, het was zoiets vreselijks. Hij was gewoon... wel, hoe dan ook. Zoals ik al zei nam hij beslissingen meestal gemakkelijk en dacht hij er van tevoren over na, maar als hij ze eenmaal genomen had, had hij er vrede mee. Dat was de enige keer dat ik hem verschrikkelijk, echt neerslachtig zag. Het was dus een vreselijk weekeinde.

Denk je dat zijn neerslachtigheid samenhing met dat bepaalde besluit om... over het... herroepen van de luchtaanval of met het algemene besluit om door te gaan met de invasie, of was dat...

Volgens mij was het waarschijnlijk een combinatie van dat alles, denk je niet?

Ja.

Ik bedoel, eerst de invasie en geen luchtaanval... het half uitvoeren en niet helemaal doen, of zou... ik weet het niet. Gewoon een verschrikkelijk iets wat in zijn schoot beland was en waarvoor geen tijd was om er vanaf te komen. En dan alles wat hij me over Cuba vertelde... ik herinner me niet of hij me dat toen vertelde of later... maar weet je, de vergaderingen en hoe hij zei: ‘Oh, mijn God, dat stelletje adviseurs dat we geërfd hebben!’ Later, toen Taylor bevorderd was tot chef-staf, toen zei hij: ‘Weet je, dat laat ik tenminste over aan de volgende president’... en ‘Als Eisenhower me iemand als hij had nagelaten. Kun jij je voorstellen dat je iemand als Lyman Lemnitzer nalaat’ en je weet wel, al die mensen?[245] Ik bedoel, gewoon een hopeloos stelletje mannen. Ik herinner me op een dag... zou het na de mislukking zijn geweest, geloof ik, of daarvoor?... in het Witte Huis? vooral hem, ik was op het gazon met de kinderen en toen kwam hij [JFK] speciaal naar buiten met dr. Cardona[246]...

Oh, ja, dat was daarna.

En, weet je, hij dacht achteraf dat hij het fantastisch gedaan had. Terwijl hij alleen...

Ik denk dat dat op woensdagmiddag...

Oh.

Omdat ik op dinsdagavond naar Florida was gestuurd... Adolf Berle[247] en ik... om dr. Cardona mee terug te nemen en ik hem woensdag aan het einde van de middag meenam, en ik geloof dat hij [JFK] hem mee naar buiten nam en hem aan jou voorstelde.

Hij bleef maar met zijn hoofd schudden en zeggen dat Cardona geweldig was. Maar, als je de chronologie van Cuba wilt reconstrueren, dat hadden we eerst dat vrese... dat weekeinde. Toen gingen we op maandag terug naar Washington. Op dinsdag hadden we de receptie van het Congres, waar Jack uit weggeroepen werd, waarna hij naar zijn kantoor ging en niet eerder terugkwam dan toen ik al in bed lag.[248] Weet je wat grappig was, tijdens de Congresreceptie van het jaar daarop werd hij ook weggeroepen vanwege een of andere crisis. Maar het afgelopen jaar leek het wel alsof die recepties altijd gehouden werden op avonden dat er iets verschrikkelijks gebeurde. Dus jij zegt dat alles op woensdag gebeurde. Volgens mij was het op woensdag dat we foto’s van onszelf moesten laten maken... of misschien was dat donderdag. Maar Jack was zo rusteloos als wat. Het was met Mark Shaw en hij kwam naar boven en poseerde ongeveer tien minuten... we hadden voor de buitenwereld geen enkele foto van ons samen.[249] Oh, het was een vreselijke tijd en weet je, hij zag er echt vreselijk uit.

==

51.tif

Portret van Jacqueline Kennedy, genomen ten tijde van het Varkensbaai-incident

Het moet verschrikkelijk zijn geweest om midden in dit alles naar het Griekse diner te gaan.[250]

Ja, toen moesten we die avond naar dat Griekse diner. Wij ontvingen hen op een van die dagen op een lunch, de dag ervoor of de dag erna. En weet je, ze waren zo aardig, die Grieken. Ze waren bijna onze eerste bezoekers. Maar ik herinner me nog zo goed wat er toen gebeurde, welke dag het ook was, op een ochtend... hij kwam terug naar zijn slaapkamer in het Witte Huis en begon te huilen, alleen met mij. Weet je, alleen die ene... sloeg zijn handen voor zijn gezicht en huilde. Ik heb hem maar drie keer zien huilen. Twee keer in de winter toen hij ziek in het ziekenhuis lag, weet je, uit pure wanhoop, hij huilde dan niet echt, maar er kwamen een paar tranen in zijn ogen, die over zijn wangen rolden. En dan die keer, toen met Patrick, die zomer toen hij terugkwam uit Boston toen ik in het ziekenhuis lag en hij die morgen rond acht uur mijn kamer binnenliep en alleen snikte en zijn armen om me heen sloeg. Het was zo triest, vanwege zijn eerste honderd dagen en al zijn dromen, en toen gebeurde dit verschrikkelijks. Hij vond het zo erg. Hij gaf niks om die honderd dagen, maar al die arme mannen die je uitzond met al hun hoop en de belofte dat we ze zouden steunen en daar werden ze doodgeschoten als honden of gingen ze dood in de gevangenis. Hij gaf zoveel om hen. Toen kwam Bobby me opzoeken. Weet je, er waren duidelijk de hele tijd vergaderingen... vermoedelijk die middag of zo in het Witte Huis... en Bob kwam me opzoeken en zei tegen me: ‘Blijf alsjeblieft heel dicht bij Jack, ik bedoel, zorg dat je er de hele middag bent.’ Voor het geval ik van plan was geweest de kinderen mee uit te nemen... met andere woorden: ga nergens naartoe. Troost hem. Ik bedoel, alleen omdat hij zo triest was.

Hij zei die dag of de volgende dag iets tegen me over Bobby en vroeg zich af of hij Bobby tot hoofd van de CIA zou benoemen. Herinner je je dat?

Oh, ik herinner me dat hij dat een paar keer heeft gezegd, had hij Bobby maar tot hoofd van de CIA kunnen benoemen. Wel, ik veronderstel dat hij dacht dat dat politiek te...

Te riskant.

Ja. Maar weet je, hij had zo graag Bobby daar willen hebben. Ik weet niet precies wanneer hij met John McCone kwam.[251]

Ongeveer... na een maand of zes of zo. Hij stelde hem in het najaar voor. Een van de grote dingen was natuurlijk het feit dat de president, die hier op grond van heel slechte adviezen naartoe was geleid, toch nooit iemand openlijk de schuld heeft gegeven en dat prachtige zogenaamd Chinese spreekwoord gebruikte, weet je nog? ‘De overwinning heeft honderd vaders...’

‘... vaders, een catastrofe is een wees.’[252]

‘Is een wees.’ Waar had hij dat vandaan, weet jij dat?

Ik weet het niet. We kunnen kijken of het in Mao Zedong staat, want ik zei je al dat hij over ontzettend veel Chinese gezegden beschikte. [Grinnikt] Maar hij verzamelde altijd dat soort dingen.

Wat vond hij dan... het was Lemnitzer, die was het, geloof ik, en de gezamenlijke chefs van staven die hij persoonlijk meer verantwoordelijk hield dan iemand anders, is mijn indruk.

Ja, weet je, hij praatte nooit onvriendelijk over hen, maar met een soort hopeloos, wrang lachje sprak hij over Curtis LeMay.[253] Ik herinner me dat hij, ten tijde van de tweede Cuba, een foto kreeg van al onze vliegtuigen in Florida, of in het hele land, die daar maar op de startbanen stonden. Hij belde LeMay. Maar, weet je, die man riep maar dat we alles moesten gaan bombarderen en een kleine oorlog moesten voeren en dat al onze vliegtuigen daarvoor klaarstonden. Weet je, het was moeilijk werken met LeMay. Maar het was het hele gedoe... de gezamenlijke chefs van staven, en dan, denk ik, die arme Allen Dulles. En dan had je nog Dean Rusk. Ik weet niet of je niet... Ik denk dat je, als je het ging doen, luchtsteun nodig had. Weet je, Dean Rusk, zo timide, maar al dat gedoe... Jack die op het laatste moment binnenkwam bij iets en iedereen... ik wilde gewoon dat als hij het moest doen, dat ze hem dan met rust lieten. Dat was nog binnen die honderd dagen.[254] Ik bedoel, het was raar. Hij hield al niet van dat honderd-dagengedoe in de kranten, maar het was nu eenmaal een persdingetje... Roosevelt. Maar weet je, voordat die voorbij waren... kun je zien hoe vroeg dat allemaal kwam in het Witte Huis.

Wat vond je hierna van Dulles?

Hij had Allen Dulles altijd gemogen, weet je, hij dacht dat het een eerzaam mens was, en Allen Dulles mocht Jack altijd. Volgens mij stortte Allen Dulles toen in of zo. Oh, want een tijdje later deed hij de grootst mogelijke moeite om hem voor een diner uit te nodigen... of om iemand anders dat te laten doen. Of was dat Charlie Wrightsman?[255] Ja, Charlie Wrightsman en Jayne waren in Washington en zij kwamen naar het Witte Huis. Dit was maar een paar weken na Cuba, of een maand... en altijd was Allen Dulles hun schoothondje. Ze lieten hem komen, lieten hem opdraven uit Florida en zo. Nu was Charlie Wrightsman er en zei dat hij Allen Dulles niet wilde ontmoeten... gewoonlijk als hij in Washington was... wel, vanwege de manier waarop hij de Varkensbaai had verprutst. Jack vond dat zo walgelijk. Hij was altijd zo loyaal tegen mensen die, weet je, in moeilijkheden zaten. Dus nam hij me even apart en zei: ‘Laat Dulles hier vanmiddag naartoe komen voor thee of een borrel.’ Hij kwam speciaal terug uit zijn kantoor om Jayne en Charlie Wrightsman te zien en om Charlie te laten merken wat hij van Allen Dulles vond. Ik bedoel, voor Allen Dulles betekende het heel veel. Ik was vijf of tien minuten met hem samen voordat Jack kwam. Hij leek wel als, ik weet het niet, kardinaal Mindszenty tijdens zijn proces, nog slechts een schim van wat hij was geweest.[256] Toen kwam Jack en praatte... legde zijn arm om hem heen. Wat was dat ook alweer met Morgan? ‘Als je alleen maar loopt met... door de bank met je arm om me heen, dan hoef je me nog geen lening te verstekken?’... of zoiets?[257] Was dat niet aardig? En dat alleen maar om het aan Charlie Wrightsman te laten zien. Maar het laat ook iets zien van Jack. Ik bedoel, hij wist dat hij... Dulles had duidelijk alles verknoeid. Weet je, hij had een zwak voor die man. Ik geloof dat hij direct hierna of na Cuba, generaal Taylor kreeg.

Ja. Eerst vroeg hij generaal Taylor om een onderzoek te leiden. Weet je nog, generaal Taylor en Bobby deden een soort onderzoek naar wat er was gebeurd. En toen, toen bracht hij generaal Taylor het Witte Huis binnen.

Dat is zo.

Als een soort militair adviseur.

Generaal Taylor liep toen altijd in een grijs pak en soms zei Jack, als er een vergadering was geweest van de gezamenlijke chefs van staven, weet je, dat je gewoon de golven van hen uit kon voelen stralen terwijl ze zich afvroegen hoe Taylor zou zijn en wat een moeilijke situatie het voor Taylor was.[258] En het werkte tot zijn verbazing wonderlijk goed.

Kende hij generaal Taylor daarvoor al?

Ik denk dat hij hem een paar keer had ontmoet, omdat hij het altijd over zijn boek had. Weet je, dan zei hij, ‘Stel je voor, kun jij je voorstellen dat Eisenhower dit gedaan had?’... wat er ook allemaal gebeurd was waardoor generaal Taylor was weggegaan. Generaal Taylor en generaal Gavin schreven allebei een boek, nietwaar?[259]

Ja.

Maar... hij had veel respect voor hem. Hij wist direct tot wie hij zich moest wenden als hij militair advies nodig had.

Wij van de staf van het Witte Huis voelden ons heel beroerd, nog los van de algemene afschuw van het hele gedoe, maar we vonden dat we de president niet goed van dienst waren geweest en sommigen dachten... enkelen waren voor het project geweest en anderen tegen. Maar allemaal vonden we dat we het werk dat de staf van het Witte Huis had horen te doen, niet hadden gedaan op de manier... dat we te geïntimideerd waren door al die grote figuren en het project niet hadden onderworpen aan het soort kritisch onderzoek dat we behoorden te doen. Heeft hij daar ooit iets over gezegd?

Nee, dat heeft hij nooit... maar, ik bedoel, ik vind niet dat jullie je allemaal schuldig moeten voelen, want kijk eens naar wat jullie bij de tweede Cuba hebben gedaan. Het punt was dat jullie allemaal nieuw waren daar en niemand jullie hiervoor had gewaarschuwd. En jullie... al die zogenaamde specialisten terwijl je zelf net begint, wat kun je anders doen dan hun advies overnemen? Daarom heeft Lyndon Johnson zo’n geluk, hij heeft tenminste een team mensen met ervaring. Je hoopt bij God dat, als het land deze acht jaar heeft doorstaan en er crises hebben plaatsgevonden, dat deze mannen dan wisten waar ze over praatten. Dus hij praatte later wel, maar nooit over zijn staf maar wel over wie hij gekregen had, wie hij had geërfd als adviseur. En dat was waar hij nogal bitter over was.

==

52.tif

De president en Jacqueline Kennedy in gesprek met mannen van het Cubaanse invasieregiment die zijn teruggekeerd, Miami, 1962

En toen het echt helemaal verkeerd was gegaan, dan was het Bobby tot wie hij zich wendde, nietwaar, meer dan iemand anders om mee te praten en te overleggen?[260]

Dat is waar. En ik herinner me... dat hij Bobby in die commissie[261] zette en volgens mij begon de vriendschap van Bobby en generaal Taylor daar, want volgens mij was generaal Taylor na Jack de man in Washington met wie Bobby het dikst bevriend was... ik bedoel, buiten vrienden en mensen in het ministerie van Justitie. Maar er is dat echt wederzijdse respect dat ze voor elkaar hebben. Het is heel ontroerend... een heel jonge man en een man die aan het einde van zijn carrière is.

Je zei op een eerdere bandopname dat de keren die jij je herinnerde dat de president het neerslachtigst was en het meest onder druk stond... die ruzie met die man van de staatscommissie in 1956 [de machtsstrijd met ‘Onions’ Burke om het voorzitterschap van de Democratische partij in Massachusetts] was geweest en dat Cubagedoe.

Ja, niet zozeer neerslachtig over dat staatsvoorzitterschap. Dat waren meer zenuwen, ongerustheid, hij praatte over niets anders. Weet je, toen moest hij iets doen om te winnen. Dit was echter meer voortstommelen. Het was niet zijn eigen strijd en dat was dat in Massachusetts wel. En dan die vreselijke neerslachtigheid toen het voorbij was en de zorgen om die mensen.[262] Het medeleven dat daaruit sprak, wel, de manier waarop hij achteraf met me praatte over Cardona en de manier... hij voelde zich echt verplicht om die gevangenen los te krijgen. Dat was... was dat de volgende Kerstmis of twee Kerstmissen later?

Twee Kerstmissen later.

Eerst ging het om die tractoren en Bobby voelde zich zo verplicht om dat te doen. Precies op dat moment verscheen er een artikel over Bobby... herinner je die andere vervelende artikelen, waarin ze zeiden dat hij meedogenloos is? Ik dacht alleen: ‘Als ze eens wisten van het medeleven van die jongen.’ Weet je, je kon die mensen gewoon niet weg laten rotten in de cel. Het was waarschijnlijk beter geweest als je dat wel kon dan dat mensen dat armoedige zootje terug zag strompelen en je er weer aan herinnerde... het hele land eraan herinnerde, aan die grote mislukking. Maar nu die haast om ze eruit te krijgen. Toen zette Jack zich ineens helemaal in voor dat tractorgedoe. Maar hij moest doen wat hij kon om ze terug te halen. [Hier staat de bandrecorder even uit] Zal ik hierover vertellen?

Ja.

Ik heb een andere... ik dacht juist aan iets anders dat met Bobby’s medeleven te maken heeft. Het moet zijn geweest... afgelopen winter... jij kunt wel uitzoeken wanneer dat is geweest... dat de beste spion die we in Rusland hadden, gepakt werd. Was het Penkovsky of Penovsky?[263]

Ja, Penkovsky.

Wel, Bobby kwam uit een vergadering in het Witte Huis en hij zag me in de tuin en hij kwam naar me toe en ging op een bank zitten en keek zo triest. Hij vertelde dat hij weg was geweest voor een ontmoeting met John McCone en hij zei: ‘Het is gewoon verschrikkelijk, ze hebben geen hart bij de CIA. Zij denken aan iedereen als een nummer. Hij is spion X-15.’ Hij vertelde dat hij tegen ze had gezegd: ‘Waarom? Deze man voorzag je gewoon van te veel belangrijke dingen. Hij moest wel gepakt worden. En ze bleven hem maar om meer vragen. Waarom waarschuwde niemand hem? Waarom zei niemand tegen hem dat hij ermee moest ophouden? Hij heeft een gezin. Een vrouw en kinderen of wat ook.’ Bobby was zo door hen gekwetst... de man gewoon behandelen als een nummer. Ik denk dat hij zelfs vond dat John McCone nogal...

Mensen krijgen een soort professioneel gevoel over dit soort dingen en zien mensen dan niet langer als menselijke wezens. Een van de schandelijkste dingen was die aanval op de tractordeal. Ik bedoel, als er ooit iets was wat deze natie moest beschouwen als haar plicht, dan was het wel om al het mogelijke in het werk te stellen om die mensen eruit te krijgen, en de aanval daarop heb ik altijd als iets heel ergs gevoeld.

Ik weet het.

Herinner je je dat Mrs. Roosevelt en Walter Reuther en Milton Eisenhower een commissie vormden om dat te doen?[264]

En toen ging iedereen ertegen schoppen. En oh, die harteloosheid van die mensen. Wel, hoe dan ook...

Volgens mij was een van de redenen waarom de president zich zo verbonden voelde met Miró Cardona en de leden van dat comité dat drie van hen zoons hadden.

Dat is waar. Ik weet dat Cardona een zoon had, nietwaar? En toen de Cubabrigade in 1962 aankwam... ik denk dat het Kerstmis was... om... Wel, eerst kwamen ze ’s middags allemaal naar het huis van de Pauls in Florida.[265] Het waren er vijf, of zes. Weet je, Oliva[266] en zij hadden allemaal van die... ze toonden ons allemaal foto’s van hoe ze er vroeger uitzagen... die ze in hun portefeuille bij zich hadden. Ze hadden allemaal van die mooie, soort van El Greco-gezichten. Echt mager. Toen ze die foto’s pakten van hoe ze er voor de invasie uitzagen, leken ze eerder op de gezette leden van Xavier Cugats band.[267] Ik bedoel, ze hadden helemaal geen meelijwekkende gezichten. En hoe ze bij ons zaten... weet je, daar zaten ze met Jack... geen enkele verbittering, ze keken naar hem op als hun held. Weet je, het waren ook aardige mannen. Toen kwamen ze... na november... ze moeten... toen ik in dit huis zat... ze kwamen in februari speciaal hiernaartoe om een krans op Jacks graf te leggen, en Bobby nam ze... nam een van hen mee naar mij. Ze zeiden allemaal dat ze uit het leger gingen en alles... dat nu Jack dood was, ze geen enkele hoop of idealisme of wat dan ook meer hadden. Ze gingen er allemaal uit en proberen een baantje te krijgen, want het was Jack geweest naar wie ze hoopvol hadden opgekeken.[268] Dat was de man waarvoor ze het hadden gedaan. Het was nogal ontroerend.

De president was diep ontroerd, nietwaar, bij dat gedoe in Miami.[269]

Oh, ja. Dat was een van de ontroerendste dingen die ik ooit heb gezien. Al die mensen daar, weet je, huilend en zwaaiend, en die hele arme brigade die daar zat met hun verbanden en alles.

Ik geloof dat hij meegesleept werd en een paar dingen zei die niet in de tekst van zijn toespraak stonden.

[Grinnikt] Ik herinner me die toespraak en toen moest ik iets in het Spaans zeggen. Weet je, een geweldige man met wie je eens moet praten is Donald Barnes.[270] Van alle tolken die Jack heeft gehad, deed hij altijd het Spaans. Hij stak met kop en schouders boven alle anderen uit. Hij zorgde ervoor dat je een goede band had met je gesprekspartner. Die man was in zoveel... ik weet het niet, iemand moet hem eens interviewen.

Is hij, wat, Buitenlandse Zaken?

Tolk op Buitenlandse Zaken. Sommige tolken waren niet zo goed. Degene die we in Parijs hadden, was gewoon hopeloos. Arme Sedgwick,[271] die probeerde zijn soort bloemrijke achttiende-eeuwse Frans te spreken, dat niet meer leek op een vertaling van Jack. Jack zei dat de twee beste tolken die hij ooit had gezien, Barnes en Adenauers tolk waren, waar hij in Duitsland gebruik van maakte in plaats van de onze. Hij vroeg Adenauer of hij die van hem kon lenen.

Praatte hij ooit over de toekomst van Castro en Cuba? Vond hij dat... wat vond hij, denk je?

Goh, ik weet niet wat hij vond. Ik herinner me dat ik hem afgelopen najaar... oh, ja, die dag waarover ik je vertelde... het was een dag in oktober, toen hij na zijn middagslaapje wakker werd en heel bezorgd keek. Ik zei iets en hij ze: ‘Dit is een van de slechtste dagen van mijn leven. Er zijn tien dingen verkeerd gegaan en het is pas halfdrie.’ Toen noemde hij er een paar, die ik op had moeten schrijven. Hoe dan ook, een die ik me kan herinneren was dat een of andere kleine inval in Cuba was misgegaan.[272] Ik zei zoiets als: ‘Wel, wat is het doel van al die kleine invallen?’ Maar hij gaf geen... hij zei zoiets... hij beantwoordde die vraag niet echt. Hij wilde duidelijk niet met mij serieus praten over Cuba omdat dat een grote zorg voor hem was. Dus ik weet niet wat hij in gedachte had of wat hij vond.

Jean... heb je het interview met Jean Daniel gezien...[273]

Ja.

Klonk dat... wat vond je ervan?

Wel, ik vond dat het niet klonk als Jack. Ik herinner me dat ik in het kantoor van Mrs. Lincoln was toen Jean Daniel werd binnengeleid en eerst aan hem werd voorgesteld.[274] En dat verscheen na Jacks dood, nietwaar?

Dat is juist.

Wel, het klonk niet als Jack. Ik kan me niet precies herinneren wat erin stond, maar het klonk niet... het klonk niet helemaal waar.

Het taalgebruik klonk niet alsof hij het had gezegd. Sommige dingen die hij gezegd zou hebben, klonken wel alsof hij ze had gezegd en andere niet.

Ik weet niet eens of Daniel wel Engels spreekt.

Ik geloof dat Ben Bradlee met hem aankwam, als ik me niet vergis.

Wel, toen ik hem zag, was hij alleen. Maar misschien dat Ben hem gestuurd had.

Ik denk dat Ben hem gestuurd heeft. De... weet je, uiteindelijk werd Miró Cardona kwaad op de regering van de Verenigde Staten en veroordeelde haar, enzovoort.[275]

Ja, ik herinner me dat Cardona later nogal een lastpost werd.

Ik had altijd het gevoel dat de president begreep... een zeker begrip had voor de frustraties...

Ja, weet je, en hij zei nooit iets naars over hem. Alleen, weet je, dat een veroordeling van Miró Cardona weer iets zorgelijks was op zo’n dag.

De president was vooral geïnteresseerd in Latijns-Amerika omdat de belangstelling van de regering ervoor groot werd. Natuurlijk was hij in Argentinië geweest, nietwaar, in 1939 of zoiets.

Ja, daar was hij geweest. Ik geloof dat hij ook naar Brazilië is geweest en nog een heleboel andere plaatsen... toch? Maar... maar hij was toen nog behoorlijk jong en ik denk niet... ik herinner me niet dat hij eerder speciaal over Latijns-Amerika praatte. Het was echt toen hij in het Witte Huis kwam... we waren er heel even toen hij zijn Alliance-toespraak voorbereidde.[276] Hij moet er dus duidelijk al over hebben nagedacht tijdens de campagne, het interregnum, weet je. En... oh, heb ik je verteld over hem, de reis naar Mexico? Nee, de reis naar Venezuela?[277] Ik ging naar een weeshuis en die avond stond er een foto in de krant. Alle kinderen kusten me tot ziens. De kop was... weet je, die was heel complimenteus, hij luidde: ‘Wij houden van Mrs. Kennedy. Kijk, ze laat toe dat gringo-kinderen haar kussen.’ Of door, weet je, indiaanse kinderen. Wat ze ook waren. Jack werd zo door hen geraakt en hij zei: ‘Kijk nou eens naar deze mensen. Je weet niet wat voor minderwaardigheidscomplex ze hebben, en dat hebben ze door de Verenigde Staten gekregen.’ En is het niet tragi... droevig dat ze zoiets op zouden schrijven? Je kon zien tijdens het bezoek aan Mexico hoe, in de loop daarvan, López Mateos echt begon te begrijpen dat Jack geloofde in de dingen die hij beweerde, zoals toen hij zei: ‘Onze revolutie was als die van jullie.’[278] Eindelijk was er iemand die ze konden vertrouwen, die om hen gaf.

Dat moet een opwindend bezoek zijn geweest... dat aan Mexico.

Voor mij was dat het opwindendste van allemaal.

Nog opwindender dan Berlijn?

Ik ben niet mee geweest naar Berlijn, weet je, omdat ik toen John... Patrick kreeg. Ik denk dat voor hem Berlijn het ongelooflijkste was. Maar... wat heb ik dan wel gedaan? Parijs en Wenen, en Colombia en Venezuela. Wenen[279] was ongelooflijk omdat het mijlenver af lag van het vliegveld, en het was een donkere, grijze dag. Alleen al om dan die mensenmenigte te zien die vijfentwintig mijl vooral huilden en met zakdoeken zwaaiden. Dat was een van de indrukwekkendste menigten die ik ooit heb gezien. Maar, mijn god, die film van Mexico... ik heb hem net gezien.

Het was fantastisch.

Weet je, het leek wel een roze sneeuwstorm... al dat papier dat neerdwarrelde en het gejuich en de ‘viva’s’. En ze bedachten telkens nieuwe dingen om ‘viva’s’ over te roepen. ‘Viva Kennedy!’ ‘Viva los Kennedys católicos!’ Viva alles!

Hij had buitengewoon veel sympathie voor Latijns-Amerika, de problemen van Latijns-Amerika, die ze hadden, die ze kregen en het...

En hij mocht de latino’s ook. Ik herinner me dat ik zo verbaasd was omdat ik dacht, en ik zei dit tegen hem en hij was het ermee eens... van alle grote mannen die ik heb ontmoet toen we in het Witte Huis zaten en daarvoor... je denkt, daar is De Gaulle, Macmillan, Nehru, Chroesjtsjov... degene die de meeste indruk op me maakte Lleras Camargo van Colombia was.[280] Weet je, hij was helemaal niet... en Betancourt[281] was enorm, maar Lleras Camargo nog meer. Hij was zo bedachtzaam... hij leek wel... niet Duits, maar Noord-Europees in zijn somberheid. En dan die toewijding... die man werd magerder en magerder. Toen hij hier in het ziekenhuis terechtkwam en ik hem op ging zoeken, stond hierover nooit iets in de kranten. Hij was zo mager toen hij Jacks kantoor binnenkwam. Ik zei: ‘Hij ziet er zo slecht uit sinds we hem in Colombia hebben ontmoet.’ Jack zei ja, hij heeft zoveel gedaan, gewerkt voor de Organisatie [van Amerikaanse Staten], en hij zei dat hij weer zou helpen. Toen zei ik tegen Jack... ik had altijd die manie gehad dat mijn kinderen Frans moesten leren als tweede taal, omdat ik had gemerkt hoe een andere taal beslist mijn leven heeft verrijkt en je in staat stelt om al die andere mensen te ontmoeten die je... maar ik zei nu: ‘Ik ga ervoor zorgen dat mijn kinderen Spaans leren als hun tweede taal.’ We zouden ons... als De Gaulle en iedereen hun eigen zinnetje door willen drijven... maar echt, we zouden ons op dit halfrond moeten richten. Ik ga dat hoe dan ook doen.

==

53.tif

Jacqueline Kennedy tijdens het bezoek aan Mexico

Volgens mij was een van de belangrijkste dingen die hij heeft gedaan, het herstellen van het idee dat dit een gemeenschappelijk halfrond is, een idee dat helemaal uit de Verenigde Staten was verdwenen sinds Roosevelt en zijn beleid van ‘goed nabuurschap’.

Het is zo schokkend... het viel hem op in Mexico en het viel mij weer op... ik herinnerde het me al eerder. Als wij daar Amerika zeggen, bedoelen wij ons land, maar Amerika voor hen betekent beide continenten. Zij zeggen Noord-Amerika en Zuid-Amerika. En, weet je, je moet je een paar keer inhouden als je over Amerika praat. En, wel...

De naam Kennedy betekent meer... het is het beste wat we op dit moment in Latijns-Amerika hebben. Ik zou willen, weet je, dat de nieuwe regering bijvoorbeeld Bobby zou vragen om naar Venezuela te gaan...

Dat willen ze... Venezuela vroeg specifiek om Bobby, maar Lyndon Johnson wilde hem er niet naartoe sturen.

Gebeurde dit onlangs? Of wacht... om te gaan... omdat weet je, om Betancourt te beoordelen, de eerste president van Venezuela die zijn termijn heeft uitgediend. Dat zou geweldig zijn geweest.

Ja, dat denk ik.

Ik hoop dat jij ooit zult gaan.

Ik zal erheen gaan, maar dat zal niets met beleid te maken hebben.

Nee, maar het zal hen herinneren aan waartoe Amerika... waartoe Noord-Amerika in staat is, wat veel zou betekenen. Op hetzelfde moment als dat hele gedoe om Cuba zich afspeelde, was er een probleem in Laos.[282] Herinner je je daar iets van? Er werd gepraat over een Amerikaanse interventie daar die...

Oh, ja. Wel, het lijkt wel alsof Laos, Cuba, Zuid-Vi... weet je, ik herinner me Laos heel goed... en Berlijn, maar ik kan me niet herinneren in welke maand wat was. Verscheen hij niet op televisie om iets over Laos te zeggen?

Ja, dat was het jaar daarop, ik denk het jaar nadat de crisis was gaan sluimeren. Nee, nee, dat was, nee, je hebt gelijk, het was in dat voorjaar dat hij dat deed.

En twee keer verscheen hij op tv over Berlijn, nietwaar?

Ja, mmm, hij sprak over Berlijn in juni.[283]

Kijk, ik herinner me dat niet. Weet je, er was altijd wel iets wat op ontploffen stond, en altijd zat Jack ermee en met de druk van het wonen in het Witte Huis en toch proberen een normaal leven te leiden en te zijn wat je voor hem zou moeten zijn als hij thuiskwam. Weet je, luisteren naar wat hij te vertellen had, maar niet te veel vragen stellen over iets wat pijnlijk was. Ik herinner me van dat jaar een keer Zuid-Vietnam. Gewoonlijk was ik er erg goed in om geen vragen te stellen, maar toen met al die vlammen en Diem en alles,[284] de enige keer dat ik dat echt deed, dat ik hem iets vroeg aan het einde van de dag. En hij zei, ‘Oh, mijn god, kid’... wat... het klinkt raar, maar ik was eraan gewend geraakt... het was een soort uiting van genegenheid die in zijn familie gebruikt werd, denk ik. Hij zei: ‘Ik ben daar, weet je, de hele dag mee bezig geweest en ik wilde alleen...’ weet je, hij had net in het zwembad gezwommen en was in zijn vrolijke avondhumeur gekomen, en hij zei: ‘Herinner me daar niet weer aan.’ Ik voelde me zo misdadig. Maar hij kon zich bewust inspannen om van zorgelijk, zorgeloos te worden.

Dat was een enorme bron van kracht, lijkt me, om daartoe in staat te zijn.

Dus vroeg ik hem er niets over... en toen, toen zei hij die keer of een andere keer tegen me: ‘Vraag mij niet naar die dingen.’ Hij zei: ‘Je kunt Bundy vragen om je alle telegrammen te laten zien.’ [Schlesinger lacht] Of: ‘Vraag het maar aan Bundy.’ En ik zei: ‘Ik wil al die telegrammen niet zien.’ Ik kreeg toen altijd alle telegrammen uit India en Pakistan omdat ik het heerlijk vond om de telegrammen van Ken Galbraith te lezen.[285] En ik kreeg de wekelijkse samenvatting van de CIA. Maar na een tijdje bracht ik het niet langer op om die te lezen. Ik werd er helemaal depressief van. Er stond nooit iets goeds in. Jack moest die altijd lezen. Maar hij zei nu: ‘Vraag Bundy maar naar alles wat je hiervan wilt weten... hij vertelt het je wel.’ Dus besloot ik dat ik beter kon gaan leven... je krijgt voldoende informatie door wat je toevallig hoort en wat je in de krant leest en niet vraagt, en leven in... Ik had altijd gedacht dat er een ding was in het Witte Huis om dankbaar voor te zijn en het leven in een goudvissenkom en de Geheime Dienst en dat alles goedmaakt... Je was hermetisch afgesloten of er was iets beschermends tegen de buitenwereld. Je besefte het niet, je hoorde niet de lelijke dingen die mensen over je zeiden, tot lang daarna. Je kon leven in je eigen rare wereldje daarbinnen. Hij kon dat niet, maar... ik bedoel, wat je privéleven aangaat. Ik besloot dat dat het beste was wat ik kon doen. Iedereen moest proberen Jack te helpen op alle manieren die ze maar konden, en dat was de manier waarop ik dat het beste kon doen... weet je, door niet voor verwarring te zorgen... maar door altijd te zorgen voor een sfeer van genegenheid en gerieflijkheid en ontspanning als hij thuiskwam. De mensen om hem heen die hij... ik zou proberen mensen te krijgen die hem konden afleiden. Ik bedoel, er waren altijd mensen uit Washington of zoiets, maar die zouden niet... precies over het onderwerp waar hij de hele dag een oplossing voor had gezocht, en lekker eten, en de kinderen in een goeie bui, en als je wist dat er iemand in de stad was of je kon een interessant iemand uitnodigen, weet je, probeer dat dan.[286]

Nodigde jij altijd uit?

Ja.

Hij had alle vertrouwen in je.

Ja, en als ik niets of niemand kon verzinnen, dan belde ik Mrs. Lincoln en zei dan: ‘Als de president iemand op bezoek wil, vraag hem dan wie hij vanavond wil zien.’ Soms regelde je dan een dinertje voor zes mensen, maar het kon ook een avond zijn waarop hij vroeg naar bed wilde. Dus, ik moet zeggen dat het het laatste jaar maar één of twee mensen tegelijk waren en dan besloot hij met Mrs. Lincoln wanneer die kwamen, of anders... je kent Walton, of wie dan ook.[287]

Herinner je je nog wanneer president Nkrumah kwam?[288]

Oh, ja. Hij was... ik denk dat hij onze eerste bezoeker was. Hij was op bezoek en zat bij ons in de West Hall, weet je, in ons privégedeelte... privé...

Privévertrekken?

...vertrekken [Grinnikt] en Stas was er en Lee. Stas had ons net verteld dat Nkrumah het grootste jacht van de hele Middellandse Zee had gekocht dat eigendom was geweest van een of andere onbetrouwbare vriend van Stas... de Radiant. Stas vroeg hem ernaar en hij rolde met zijn ogen en zei: ‘Ja, het wordt gebruikt om de Ghanese marine te trainen!’ Jack moest daar later met Stas om lachen. Maar hij was heel... weet je, hij was aardig, hij lachte zo. Je besefte niet wat een grote boef hij zou blijken te zijn.

Natuurlijk, hij gedroeg zich de laatste tijd op de meeste verschrikkelijke wijze, maar dat was een... heel leuk bezoek, nietwaar?

Vreselijk leuk, en hij was zo... je kon zien hoe verrukt hij was dat hij in onze woonvertrekken mocht komen en ik geloof dat hij de kinderen zag. Hij was zo blij. Ik denk dat hij me toen een cadeautje heeft gegeven, dus schreef ik hem met de hand een bedankbrief en zei, terwijl ik beleefd probeerde te blijven omdat Jack duidelijk maakte hoe belangrijk het was dat je de Afrikanen... hoe verschrikkelijk iedereen de Afrikanen altijd behandeld had... hoe Eisenhower Haile Selassie[289] zo’n vijfenveertig minuten had laten wachten, en dat ze toch al zo lichtgeraakt zijn. Dus schreef ik hem met de hand en om aardig te zijn, schreef ik: ‘Wilt u mij een foto van uzelf sturen, want u was onze eerste bezoeker’... buitenlandse bezoeker. Dus kwam een week of twee later de Ghanese ambassadeur in al zijn gewaden binnenvallen en gaf me de foto, maar weet je, in het begin mocht ik Nkrumah. De enige die ik ontmoette van wie je wist dat het een bandiet was en precies bleek te zijn als je had verwacht, was Soekarno.[290]

Soekarno was slecht...

Nou ja, het waren een soort werkbezoeken, hoe je ze ook wilt noemen.... maar Jack bracht hem vlak voor de lunch naar de zitkamer in de westvleugel. Volgens mij had hij allerlei maniertjes om voor mensen iets extra’s te doen. Een daarvan was om hiernaartoe te komen voor een drankje voor de lunch of thee of wat dan ook met mij hier. Hij begreep dat in het huis mogen komen iets voor ze zou betekenen. Dus kreeg ik van die informatiepapieren van Buitenlandse Zaken over Soekarno en daarin stond dat Mao Zedong zijn [d.w.z. Soekarno’s] kunstcollectie had gepubliceerd, wat voor hem heel veel betekende. Hij was zo gevleid. Dus die morgen belde ik Buitenlandse Zaken of wie ook en vroeg, ‘Kan ik alsjeblieft die boeken krijgen?’ omdat ik dacht dat dat indruk zou maken als hij ze op onze tafel zag liggen. Ze arriveerden zo’n twintig minuten voordat hij er was en ik had nauwelijks tijd om erdoorheen te bladeren. Dus ik zei, weet je, ‘Mr... hoe je hem maar noemt, president of premier’... ik ben het nu vergeten, maar toen wist ik het... ‘we hebben uw kunstverzameling hier’, en samen begonnen we te kijken in een boek; het was heel dik. Soekarno zat in het midden... wij alle drie op de bank, met Jack en ik ieder aan een kant. En hij bladerde door het boek en het was een hele verzameling Varga girls![291]

Nee, echt?

Weet je, allemaal... Petty girls![292] Ieder meisje was boven het middel bloot en had een hibiscus in het haar. [Schlesinger lacht] En, weet je, het was niet te geloven en Jacks en mijn blikken kruisten elkaar en we probeerden niet in de lach te schieten. Ik bedoel, weet je, we probeerden... het was zo verschrikkelijk, maar Soekarno was heel erg blij en hij zei, ‘Dit is mijn tweede vrouw, en dit was...’ maar hij was... ik weet het niet, hij had een hitsige blik. En hij was... hij liet een nare smaak na in je mond.

Nog iemand onder de gasten die je niet mocht?

Ik mocht Adzjoubei niet en... hem mocht ik niet.[293] Hij kwam naar de Cape. Oh, oké, het was heel goed wat Jack met hem deed en Pierre had dat geregeld, met dat interview en zo. Maar hij kwam daar aan voor dat interview en hij is een grote, vrijpostige kerel. Misschien is hij onder het oppervlak wel heel gevoelig, maar hij kwam die kamer binnen en John kwam de woonkamer in... op de Cape... kwam uit de eetkamer rennen of zoiets, nadat hij zoals gebruikelijk was ontsnapt aan Mrs. Shaw en Adzjoubei zei: ‘Ah, dit is je zoon. Over een paar jaar zullen hij en mijn zoon op elkaar schieten in een oorlog,’ of zoiets. Alleen al...

Heel grappig.

Weet je, de meeste... met een vette lach. Ik bedoel, hij had dezelfde grove humor als Chroesjtsjov, maar dan volgens mij nog veel erger. Maar zijn vrouw mocht ik heel erg. De vrouw van Chroesjtsjov mocht ik niet al te zeer, en ik haatte echt de dochter die Chroesjtsjov had meegenomen naar Wenen.[294] Ze leek wel een Wehrmacht-blondine en commandant van een concentratiekamp! Maar Adzjoubei’s vrouw[295] was de enige Russische vrouw... zie je, mevrouw Chroesjtsjov en mevrouw Dobrynin... Dobrynin vroeg Jack speciaal of ik een keer alleen met zijn vrouw wilde lunchen, en dat deed ik... maar zij hebben allebei van die echte tactieken.[296] Als je rookte, zeiden ze: ‘Je moet niet zoveel roken. Russische vrouwen roken niet’ of ‘Ging je misschien naar de technische school?’ Weet je, altijd proberen er beter uit te zien dan de ander. Volgens mij zochten ze altijd ruzie. Maar ik probeerde beleefd te blijven en maakte het er niet gezelliger op. Maar Adzjoubei’s vrouw, Chroesjtsjovs dochter, was de enige die een beetje grappig was en zei: ‘Oh, ben je aan het einde van de dag niet moe van je kinderen?’ of ‘Als ik nou eens een fatsoenlijke kok kon krijgen.’ Weet je, ze maakte grapjes die... ze was heel verlegen, maar ze leek gevoelig. Ik heb me altijd afgevraagd hoe ze met zo’n grove man opgescheept was. Maar misschien is hij vanbinnen wel aardiger. Want in het rapport dat Bill Walton schreef over Rusland toen hij daar na Jacks dood naartoe ging, staat dat Adzjoubei echt onder de indruk was dat een pop die Chroesjtsjov aan Caroline gegeven had, ook echt in haar slaapkamer lag.[297] Het was een van de dingen die ze neerzette op een tafeltje naast haar bed, samen met de Maagd Maria en nog wat andere dingen. Weet je, het is zo duidelijk dat ze vanbinnen gevoelig zijn.

Mevrouw Chroesjtsjov...

De Gaulle zei tegen me in Parijs... we waren daar vóór Wenen... ‘Méfiez vous, c’est elle la plus maline’ – ‘Pas op, zij is de meest geslepen van de twee.’ Ik mocht haar toen ze in Amerika was voor dat bezoek aan Eisenhower. Toen kende ik haar alleen uit de kranten. Ik vond dat ze zo’n aardig gezicht had.

Ze leek op Bess Truman... aardig, gezellig...

Ja. Maar ze was een beetje maline, vond ik. Ik bedoel, ik werd er doodziek van, van die kleine hatelijkheden de hele tijd, al leek ze in het paleis in Wenen waar we lunchten, nog heel verlegen. Er was iets met het protocol. Om de een of andere reden stond ik boven haar omdat Jack president was en Chroesjtsjov alleen maar voorzitter van wat het ook was... en dus mocht ze het vertrek niet verlaten voordat ik vertrokken was. Ik wilde niet weg voordat een oudere dame was weggegaan en, weet je, zij bleef maar hangen en niemand leek te kunnen helpen. Dus zei ik uiteindelijk... wanhopig nam ik haar hand en zei: ‘Ik ben heel erg verlegen dus u moet met mij meegaan.’ En Tish[298] en een of andere tolk vertelden me dat ze naar een Rus in het gezelschap dat bij de muur stond, stoof en zei, ‘Hoorde je wat ze tegen me zei?’ weet je, en ze straalde bijna. Dus ze zijn vanbinnen allemaal verlegen... ik bedoel, met al hun hatelijkheidjes. Maar Chroesjtsjov met zijn grove humor was... ik bedoel, hij zei aardige... hij was...

Heeft hij enige charme, Chroesjtsjov?

Ja, maar het is de ene grap na de andere. Het is net alsof je naast Abbott en Costello zit of zoiets, tijdens zo’n diner.[299] Maar, dat is een...

==

54.tif

Nikita Chroesjtsjov en Jacqueline Kennedy in Wenen

Een soort beroepsvrolijkheid?

Ja, maar het is beter dan, ik weet niet, dat je naast Kekkonen van Finland zit en hem moet vragen hoe lang hij iedere ochtend voor het ontbijt wandelt. Maar, weet je, er was dat ballet in Schönbrunn en al die springende ballerina’s kwamen naar Jack en Chroesjtsjov en mij en mevrouw Chroesjtsjov, en ik zei: ‘Ze dansen allemaal, ze richten zich allemaal tot u, mijnheer de voorzitter president. Ze gooien allemaal bloemen...’ Hij zei: ‘Nee, nee, het is uw echtgenoot waar hun aandacht naar uitgaat. U moet hem nooit alleen op staatsbezoek laten gaan, hij is zo’n knappe jongeman.’ Ik bedoel, hij zei nu en dan iets aardigs. En dan zoiets stoms... ik vertelde dit later aan Jack... hij kon het niet geloven! Ik wist niet meer waarover ik het met die man moest hebben. En alle... en Jack zei altijd, ‘Je moet niet met die grote mannen praten’... ik bedoel, Mrs. Kennedy[300] zou eerst over Rusland of de tarweoogst of zoiets lezen. ‘Dat is het laatste waar ze iets over willen horen. Praat eens met ze over iets anders.’ Ik had net The Sabres of Paradise gelezen van Lesley Blanch, dat helemaal over de Oekraïne in de negentiende eeuw gaat, over de oorlogen en dat soort dingen, en over de dans. Het klonk mij nogal romantisch in de oren, Oekraïne, en dus vertelde ik hem hoeveel ik daarvan hield en van de dans, de lezginka en de hengsten van het Kabardapaard, en hij zei zoiets als, ‘Oh, ja, de Oekraïne heeft... nu hebben we meer onderwijzers daar per iets, of meer tarwe.’ En ik zei: ‘Oh, mijnheer de voorzitter president, kom daar niet bij mij mee aan, ik vind de romantische kant zo mooi’... en daarop moest hij lachen.[301] Alles wat ik me verder kan herinneren... weet je, hij kon tenminste ook ontspannen. Dus, God weet waar we het verder waarschijnlijk over gehad hebben... de tsaar, ik weet het niet. Oh, en ik wist dat een van die honden puppy’s had gekregen... ik kende de namen van al die honden... Strelka en Belka en Laika. Dus ik zei: ‘Ik begrijp waar... ik begrijp dat een van uw ruimtehonden net puppy’s gekregen heeft. Waarom stuurt u mij er niet een van?’ Hij moest erom lachen. En bij God, we waren terug in Washington en ongeveer twee maanden later komen twee zwaar zwetende, lijkbleke Russen de Oval Office binnenvallen met de ambassadeur en ze hebben die arme, bange puppy bij zich die duidelijk nog nooit uit het laboratorium was geweest, met in iedere ader een naald. En Jack zei tegen me... ik was vergeten dat tegen hem te vertellen... hij zei: ‘Hoe komt die hond hier?’ En ik zei: ‘Nou, ik ben bang dat ik Chroesjtsjov erom heb gevraagd in Wenen, toen ik niets meer wist te zeggen.’ En hij zei: ‘Je speelde hem precies in de kaart door hem te herinneren aan de ruimteprestaties.’[302] Maar hij lachte.

Wat vond hij van Chroesjtsjov?

Oh, die keer in Wenen was er geen... vergeet niet wat hij zei aan het einde... over hun gesprekken. Hij liet me de hele transcriptie zien... ‘Het wordt een koude winter.’ En hij zei dat in echt bange... ik denk dat je daar alleen naakte, wrede, meedogenloze macht gezien hebt en... weet je, Chroesjtsjov dacht toen dat... zag dat hij misschien kon... dacht dat hij kon doen wat hij wilde met Jack. Chroesjtsjov kon joviaal zijn, maar van binnen is er een...

Daar was hij heel hard. De president kwam heel bezorgd terug, zo herinner ik me.

Oh, dat was hij zeker. Volgens mij was hij behoorlijk gedepri... echt gedeprimeerd na dat bezoek.

Was hij daar naartoe gegaan met bepaalde verwachtingen over Chroesjtsjov of was dit eigenlijk meer een soort elkaar aftasten?

Ik denk dat hij erheen ging in de verwachting dat hij gedeprimeerd terug zou komen, maar volgens mij was het veel erger dan hij had gedacht. Ik bedoel, hij was daar niet naartoe gegaan met van die mooie illusies dat ze nu allemaal zouden gaan samenwerken. Maar dan zei ik tegen hem, om een of andere rare reden, dat ik Gromyko’s gezicht wel aardig vond.[303] Maar dit was voor de tweede Cuba. Want op een dag... dat was het vreemde... ging ik naar buiten voor een wandeling en daar zaten hij en Gromyko in de Rose Garden. Voordat we die opnieuw hadden laten inrichten, stond er een klein bankje dat... weet je, twee geliefden konden er nauwelijks naast elkaar op plaatsnemen. En hij en Gromyko zaten daar op die kleine loveseat te praten. Jack vertelde me later dat hij hem uit het kantoor wilde hebben om samen te kunnen praten, en nu liep ik voorbij en dus riep Jack me. Ik zei: ‘Jullie twee zien er zo idioot uit zoals jullie daar op elkaars schoot zitten.’ En toen glimlachte Gromyko. Mensen zeggen wel dat hij op Nixon lijkt, maar hij had een aardig gezicht als hij glimlachte.

Oh, echt? Hij zag er altijd zo houterig uit, vond ik.

Als hij glimlachte of zo. Ik weet het niet. Maar dan, al die dingen die hij tegen Jack zei voor de tweede Cuba. Dat was heel slim van Jack, de manier waarop hij dat aanpakte. En dan die keer dat ze elkaar ontmoetten in de Oval Room en Jack tegen hem zei: ‘We ruilen geen appel voor een boomgaard in dit land.’[304] Ik kan me niet meer herinneren in welk jaar dit was en waarom ze elkaar toen spraken, maar ik weet... ik denk dat Gromyko hier drie keer is geweest.

De derde keer was in ’63.

Misschien vier keer.

Maar de... in het algemeen genomen, waren staatsbezoeken leuk of waren ze vervelend?

Wel, ze waren...

Of dat varieerde, vermoed ik.

Ze waren niet vervelend. Ik zou zeggen dat ze wel behoorlijk inspannend waren. Weet je, de week waarin er een was, werd je echt moe. En dan moest je eraan denken... later werden ze veel beter... maar in het begin moest je zoveel dingen doen, ik bedoel, net als voor een diner bij jou thuis, maar dan zonder enige hulp. Dan moest je zorgen voor de tafel en de bloemen... ik bedoel, soms waren Bunny Mellon en ik er voordat... vlak voordat het tijd was om me te gaan kleden voor het diner, schikten we nog de bloemen.[305] Weet je, voordat je de mensen hebt die dat voor je kunnen doen. En het eten, we moesten een manier bedenken waardoor het niet altijd koud uit de keuken kwam. Er is namelijk geen pantry in het Witte Huis, de keuken is beneden, en je had altijd van die eindeloze pauzes tussen de gangen. Dan was er de act die je uit moest zoeken en er moest een podium komen, maar... het bracht erg veel spanning met zich mee... Ik zou zeggen dat het enige [staatsbezoek] dat echt heel moeilijk was, dat was het Japanse... Ikeda is een heel erg aardige man, maar hij noch iemand anders of bijna niemand anders in zijn gevolg sprak een woord Engels. Dus dat was bij een heleboel bijeenkomsten heel erg zwaar. Maar ik hield er wel van... Ik mocht Abboud van Soedan, ik mocht Karamanlis, vooral mevrouw Karamanlis. Er waren er zo veel. Iedereen was... en wat het voor hen betekende. Dat was zo ontroerend.

Macmillan kwam in april, weet je nog?[306] Je had hem al eerder ontmoet, nietwaar, in ieder geval de president?

Ja... Jack had hem ontmoet, direct na Key West en daarna in... hij ontmoette hem in Londen vlak na Wenen. Was het vlak voor Wenen dat hij hier kwam?

Hij kwam in april, voor Wenen.

Wel, ik ben vergeten welk moment het precies was.

Hij moet hem echter eerder ontmoet hebben bij de hertogin van Devonshire [een oude dame in Londen waar de Kennedy’s graag op bezoek gingen].

Ik weet het niet.

Misschien dan wel niet.

Maar ik weet dat ze correspondeerden vanaf het moment dat Jack in het Witte Huis zat. Maar dan lunchten we, alleen Sissy en David[307] en Macmillan en Jack en ik, wat zo heerlijk was, en zij... maar het was zo’n ontspannen sfeer en ze bleven bij ons om te praten. Dat was een heel zeldzame en ontroerende relatie tussen die twee mannen. Zij mochten elkaar echt graag. En, oh, als je hun brieven eens in kon zien, en... ik zal ze je een keer laten zien, want ik kan ze niet allemaal op de band bespreken. Maar die ene die hij zelf met de hand aan Jack schreef in de zomer na Patrick, toen hij net dat Profumo-gedoe achter de rug had.[308] Hoeveel moeite Jack niet deed om hem een telegram te sturen toen hij ontslag had genomen. Hij vertelde David dat dat in alle kranten mocht komen... en alles wat hij voor het Westen had gedaan. Hij mocht Macmillan. Weet je, Macmillan bekeek dingen als een soort grap. Zijn gezicht had nu eenmaal een soort onderdrukte opgewektheid en zijn grappige kleding en zo, maar, oh nee, hij was een...

Hij was geslepen als een vos...

Ja.

En volgens mij... ik had de indruk dat de president vooral onder de indruk was van zijn uitgesproken mening over kern... om dat kerngedoe onder controle te krijgen.

Ja, ik weet het, ik weet het.

Ik weet dat hij prachtige brieven schreef over de verschrikkingen van een kernoorlog.

Ja, en wat zei Jack? Dat was een van de dingen die hij zei... over wat Macmillan had gedaan voor... Jack zei, dat hij zich werkelijk bekommerde om het westers bondgenootschap.

Wat deed... mocht de president Gaitskell?

Ja, hij mocht hem. Toch?

Ja, hij mocht hem. Weet je hoe hij reageerde op Harold Wilson?[309]

Oh, hij kon hem niet uitstaan.

Er was een speciale band. Maar waarom... de president en Macmillan, waar hadden zij het over naast politiek, want ze hadden natuurlijk nog een heleboel dingen gemeen. Macmillan was uitgever en hield van geschiedenis.

Nou, die waren zo irrelevant en grappig. Jack vertelde me wel eens waarover ze het hadden gehad, met die mannen aan tafel... weet je, na de lunch, maar ik geloof dat ik die dingen zelfs niet op de band moet zeggen. Wat het is? Eén ding was dat mensen zeggen dat de jongere generatie alle hoop heeft verloren nu ze met dat kerngedoe moeten leven. Kijk eens naar ze, het gaat prima met ze, ze doen de twist en... maar, ik weet het niet, gewoon leuke dingen. Ze amuseerden elkaar heel erg. Dus toen... de enige keer dat ik er ooit zelf bij zat, was die keer tijdens de lunch in het Witte Huis. Toen ze erbij kwamen, zei iemand iets over Nehru en vertelde ik hoe Nehru zijn hand... hij had Lee een miniatuur gegeven van twee Indiërs samen op een bank, en mij een van een enkele dame die aan een roos rook en hoe hij op het vliegveld zijn hand op Lee’s dijbeen had gelegd of... iets nogal irrelevants.[310] Hij keek alleen maar geschokt maar, weet je, het was zo grappig. Dat is niet... dat beschrijft niet goed wat ik bedoel. Jack was heel ondeugend en dat was Macmillan ook, en ik heb nooit twee mensen gezien die zich samen zo amuseerden. Natuurlijk bespraken ze alle belangrijke zaken samen, maar als daarna Sissy en David en wij en hij... weet je, of als we samen naar Adele Astaire Douglass gingen... die getrouwd was met een Cavendish. Veel praten over familiezaken, denk ik, maar altijd met die schitterende humor.

Dat jaar van de president... toen hij in ’38-’39 in Londen zat... was hij niet erg vaak bij hem, maar hij raakte duidelijk de goede snaar, nietwaar?

Ik heb altijd gevonden dat hij meer de Britse geschiedenis als voorbeeld nam dan de onze. Ik bedoel, wat hij las, hij was altijd... wel, ik vertelde je van alle toespraken... Burke’s ‘Speech to the Electors of Bristol’ en Warren Hastings en, weet je, Charles James Fox.[311] Hij gaf zichzelf een klassieke opleiding door te lezen. Ik geloof niet dat je die in dit land nog kunt krijgen. Vooral omdat hij door zoveel ziek te zijn de klassieken kon lezen, en dan de Engelsen... en daardoor koos hij datgene uit waarvan hij dacht dat het beste paste in het Amerikaanse denken en spreken. Hij had er zo’n bewondering voor... de laatste keer dat we samen in Londen waren, ik denk in ’58, misschien... en we met al zijn oude vrienden dineerden. Als je nu naar ze kijkt, dan is het nogal ontmoedigend. Alleen David Gore kwam nog goed terecht... Jack zei altijd dat David een van de slimste mensen was die hij ooit had ontmoet... hij en Bundy, zei hij altijd. Maar weet je, de anderen waren, wel, een soort van defaitistisch of bakten er niets van of... hij was niet als Joe Alsop, die de Lord heel erg graag mag en die zo opgewonden wordt als er maar een Engelse naam valt. Maar die laatste ontmoeting, daar werd Jack echt neerslachtig van. Van al die jongemannen die in ’38 en ’39 zijn vrienden waren geweest... Hugh Fraser, Tony Rosslyn...[312]

==

55.tif

Joe, Kathleen en Jack, Londen, 1939

Mijn Leven Met John F. Kennedy
titlepage.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_000.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_001.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_002.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_003.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_004.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_005.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_006.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_007.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_008.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_009.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_010.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_011.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_012.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_013.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_014.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_015.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_016.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_017.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_018.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_019.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_020.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_021.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_022.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_023.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_024.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_025.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_026.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_027.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_028.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_029.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_030.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_031.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_032.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_033.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_034.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_035.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_036.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_037.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_038.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_039.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_040.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_041.xhtml
Mijn_leven_met_John_F_Kennedy_split_042.xhtml