Was George altijd in het Witte Huis werkzaam geweest of hebben jullie... is hij altijd bij de president gebleven of hoe zat dat?
George was al bij Jack sinds die voor de eerste keer in het Congres kwam.
Oh, hij kwam...
Hij heeft hem gevonden. Eerst werkte hij voor Arthur Krock[216] en Arthur had Jack over hem verteld. Daarna is hij een paar jaar weg geweest, waarin hij voor Ethels moeder werkte. Toen kwam hij bij ons terug... hij was niet bij ons in Hickory Hill... hij kwam in ’57 terug en is sindsdien bij ons gebleven.
Waar is hij nu?
Hij is ergens. Ik bedoel, hij woont waar hij... in Washington. Hij komt vaak op bezoek. Ik bedoel, we blijven altijd voor hem zorgen. Maar arme George, hij krijgt echt de bibbers... Ik bedoel, hij kan niet... Ik heb hem gevraagd of hij hier wilde werken, maar hij is te oud, hij zou dood neervallen... en in het Witte Huis deed hij alleen nog maar wat Jack leuk vond. Hij hield de deur open zodat een andere bediende Jacks ontbijtblad binnen kon brengen. Het enige wat hij deed, was de gordijnen opendoen en de kranen van het bad opendraaien, en dan ging hij naar boven en poetsten de jongste bediendes van het Witte Huis zijn schoenen en zo.
Kwam de president daarna altijd terug voor de lunch?
Ja.
Ik denk niet dat hij ooit in zijn kantoor lunchte, nietwaar?
Nooit, behalve als hij een zakenlunch had, weet je, in de gezinseetkamer beneden. Hij hield onze verdieping... we hebben hier een eetkamer ingericht... hij hield zijn zakelijke lunches altijd beneden. Hij vond dat dit onze eigen plek was. Het was zo anders dan het nu is, nu iedereen de rondleiding door de badkamers en zo krijgt.[217] Misschien omdat Jack nog kleine kinderen had.
En hij vond ze maar zelden leuk... hij hield niet van zakenlunches, nietwaar? Mij leek het dat hij liever... hij zag mensen veel liever in zijn kantoor dan dat hij lunches had.
Ja, die waren echt zwaar. Dan kwam hij naar boven, weet je, ze waren zo zwaar voor hem. En je bent altijd vreselijk moe aan het einde van die ochtenden in het Witte Huis in je kantoor en je zenuwen zijn gespannen. En dan zo’n lange lunch die je uit moet zitten met wijn en alles. Daarna kwam hij naar boven om te proberen toch nog iets te slapen. Vroeger deed hij nooit een dutje, maar ik denk dat hij dat in het Witte Huis had besloten omdat dat goed was voor zijn gezondheid. Daarvoor was er altijd al hard gewerkt. Hij zei altijd dat Winston Churchill het deed en hij zei vaak hoeveel meer uithoudingsvermogen hem dat gaf. Maar die dutjes van hem, mijn hemel, heb ik je daar wel eens over verteld?
Nee.
Nou, voor die vijfenveertig minuten kleedde hij zich helemaal uit en ging hij in pyjama naar bed en sliep hij en werd wakker. En ik dacht vaak...
En dan kon hij ook slapen... hij sliep zomaar in?
Ja. Ik dacht vaak, waarom zou je de moeite nemen om je helemaal uit te kleden voor een dutje van vijfenveertig minuten? Ik zou vijfenveertig minuten nodig hebben om lekker te gaan liggen om weg te doezelen. Soms als hij de lunch in zijn kamer gebruikte, dan at hij die in bed. Dan at ik daar met hem en sloot ik de gordijnen en zette het raam open voor zijn dutje en dan maakte ik hem weer wakker. Dan bleef ik zitten terwijl hij zich aankleedde. Dat was dan mijn uur in plaats van dat van de kinderen. Je kon er de klok op gelijkzetten... vijfenveertig minuten en dan was hij terug in zijn kantoor. En dan werkte hij tot, wel, na acht uur ’s avonds.
Zwom hij iedere dag of was dat alleen het laatste deel na...
Hij kwam in het Witte Huis in een betere lichamelijke conditie dan hij ooit had gehad. Hij had spieren en zo. Hij speelde golf, achttien holes... al die dingen had hij al heel lang niet meer kunnen doen. Toen zat hij zes weken lang achter zijn bureau. Hij liep niet heen en weer over de oprijlaan, hij zwom niet, en ineens ging het met zijn rug verkeerd. Hij was alle spierspanning kwijt. En dat was vreselijk want hij leed echt pijn. Dokter Travell kwam dan en stopte hem vol novocaïne en uiteindelijk kregen we... [tegen John] Oh, naar buiten!
John: Waarom?
[John verlaat de kamer]
Dus het feit dat hij geen oefeningen deed...
Ja, begrijp je, hij had toch al nooit veel aan lichaamsbeweging gedaan, maar zoals hij zei, de campagne met in en uit auto’s springen en lopen hield hem fit. En toen voor de eerste keer in zijn leven kon hij van de verkiezingen tot de inauguratie heel veel aan lichaamsbeweging doen in Florida, golf spelen... ik weet niet, twee of drie keer in de week... zwemmen, op het strand wandelen. Hij had nooit zo’n lange periode gehad met dagelijks een vorm van lichaamsbeweging. Dat raakte hij allemaal weer kwijt achter zijn bureau. Hij ging toen terug naar dokter Travell, maar al die novocaïne, het werkte niet meer. Weet je, het was niet eerder dan de volgende oktober... Ik werd zo kwaad op haar, want toen probeerden andere artsen Hans Kraus te introduceren, die [de spieren] op kon laten bouwen met behulp van oefeningen.[218] Al die dokters zijn zo jaloers op elkaar en zij wilde niet dat Kraus zijn opwachting maakte. Uiteindelijk had ik er zo vaak bij gezeten als artsen iets met Jack uithaalden... dokters duwden Jack alle kanten op... dat ik echt kwaad werd en naar binnen stormde en de rugarts en die andere... iedereen en haar dwong hem Kraus te laten nemen. En Kraus begon hem een reeks oefeningen op te geven, die hij iedere avond met de marinecommandant deed. Weet je, dingen als heffen... proberen je tenen aan te raken of op je buik liggen en proberen een been op te tillen. Je kon gewoon zien... ik bedoel, hij had die winter nog steeds veel pijn... Oh, en het ging echt slecht, weet je nog, in Canada in mei. Maar die volgende oktober, toen hij ermee begon, toen na een tijdje...
Maar was hij dan zwak voordat hij naar Canada ging? Met andere woorden, het was niet het planten van die boom in Canada dat het veroorzaakte, maar het was echt het tekort aan lichaamsbeweging dat het in werkelijkheid deed.
Ja, en...
Hoelang per dag deed hij die oefeningen?
Oh, die oefeningen met de commandant duurden maar een kwartier. Je weet wel, van die sit-ups of proberen rechtop te gaan zitten terwijl de ander je benen op de grond duwt. Maar weet je, Jack kon zijn tenen nooit aanraken. Als hij stond, kon hij zijn handen nooit lager krijgen dan zijn knieën. Vroeger kon hij zijn schoenen niet zelf aantrekken... zover vooroverbuigen.
Oh, echt?
Hij kon het alleen als hij zijn voet op schoot legde of zoiets. Dus, zoals ik zei, als hij niet kreupel was... dat klinkt raar... dan kon hij alles, maar je merkte direct als je zag hoe hij iets probeerde op te pakken wat hij op de grond had laten vallen, hoe stijf hij was. Mijn hemel, aan het einde, binnen een paar maanden, kon hij zijn tenen aanraken, kon hij al die dingen doen die hij nooit had kunnen doen... kniebuigingen... Dus toen Kraus eenmaal begonnen was... toen was dat, weet je, bemoedigend, want hij was zo ontmoedigd. Dat was als je hem in zijn donkere periodes zag. Wel, hij had het geprobeerd en hij had iedere arts gehad en dokter Travell had hem zijn tiende behandeling gegeven en eerder had ze altijd geholpen. Nu leek er geen enkele oplossing meer te zijn. Maar toen hielp Kraus hem en dat vrolijkte hem op.
Jouw party’s in het Witte Huis... de beste feestjes waar ik ooit ben geweest... waren dat...
Ik zal je vertellen waarom ik vond dat ik die moest geven. Wat me opviel was dat ik het Witte Huis kon verlaten en dat ik naar New York kon gaan en een toneelstuk kon zien of gaan eten in een restaurant. Jack wilde daarvoor nooit uitgaan als hij eenmaal thuis was, maar hij zat graag een paar dagen in New York en ging dan naar een toneelstuk, naar Pavillon...[219] andere mensen ontmoeten. Ik bedoel, we waren jong en we waren vrolijk en je kon dat niet allemaal afsnijden en hem vol zorgen laten zitten. Dus de eerste keer dat ik eraan dacht om een feestje te geven, was toen Lee bij ons logeerde. Ik vond dat een goed excuus om er een te geven. En ik dacht aan al die mensen uit New York of... overal, de mensen die hij nooit meer zag... dat is waarom zo weinig mensen uit Washington... op de feestjes kwamen, in zekere zin. En het bleek, wel, dat hij het heerlijk vond. Dus daarom zei hij, laten we... zo nu en dan... ik denk dat we er in totaal misschien vijf gegeven hebben. Maar na misschien drie of vier maanden of als er zo’n soort afschuwelijke maand voorbij was en ik zo’n stijve nek had van de spanning, of als hij een slechte tijd achter de rug had, dan zei hij: ‘Laten we weer eens zo’n feestje geven.’ En hij vond ze gewoon heerlijk omdat hij dan... het is een manier om jezelf te vernieuwen. Hij zei altijd tegen me dat ik Lee op moest zoeken of naar New York moest gaan of zoiets, als hij zag dat de spanning te veel voor me werd. Want weet je, toen we daar introkken, was ik heel zwak, plus alles rond die campagne plus de baby, plus... en dan kom je in dat huishouden en moet jij dat huishouden regelen, een kok aantrekken, het eten bepalen, de bloemen, de reconstructie, restauratie, wat het ook was. Soms was je aan het einde van de dag slechts een stapje verwijderd van een huilbui, maar je wilde zo vrolijk zijn voor Jack als hij thuiskwam, wat ik bijna altijd was, maar hij kon zien wanneer het een beetje te veel voor me werd. En die eerste winter.... ik kon toen niet goed slapen. Hij stuurde je altijd weg en... als hij wist dat je moe was. Dan kwam je weer helemaal blij terug. Ik denk altijd dat ons hele huwelijksleven keer op keer een vernieuwing van onze liefde was, weet je, nadat we even van elkaar gescheiden waren geweest.
==
Glen Ora, Middleburg, Virginia
Waar ging je in de weekeinden naartoe in die eerste...
Glen Ora.
==
Jacqueline Kennedy te paard op Glen Ora met Caroline en John
Glen Ora.
We maakten geen gebruik van... het is raar, maar hij dacht er ook nooit aan om Camp David te gebruiken. Ik had zoiets in mijn hoofd als het hebben van een huis op het platteland en hij haatte Camp David toen hij daar was geweest met Eisenhower. Hij zei, ‘Het ziet er zo deprimerend uit’, wat ook zo is, vanbuiten. Maar Taz Shepard, zijn marineadjudant, bleef er maar op aandringen dat hij er eens naartoe moest gaan. Tish zei altijd tegen mij: ‘De marine is zo gekwetst en gedemoraliseerd dat hij er niet naartoe wil.’ Dus eindelijk zei hij eens voor een weekeinde: ‘Goed, laten we naar Camp David gaan.’ Toen ging hij het er plezierig vinden omdat het er zo gerieflijk is, dus gingen we er af en toe naartoe, maar voor de weekeinden gingen we meestal toch naar Glen Ora,[220] wat hij helemaal niet zo leuk vond.
==
Op de vossenjacht