1

Hij voelde dat de conciërge hem aankeek met die onverholen blik vol honende spot in de ogen, maar gelukkig vroeg of zei hij deze keer niets. De sarcastische opmerkingen bleven achterwege. Soms had hij het idee dat de conciërge hem doorhad en iets bevroedde. Maar als hij koel en nuchter redeneerde kon hij alleen maar tot de slotsom komen dat hij van deze man het minst had te vrezen. Hij had wel eens met hem gepraat en zonder meer kunnen vaststellen dat intelligentie niet zijn sterkste kant was. Maar als hij het gebouw door de hoofdpoort binnenkwam en langs het domein van de conciërge moest, voelde hij zich toch niet op zijn gemak. De man had iets van een moeilijk te vangen dier, een sluwe lepe lijkenvreter.

De betonnen trap met de betegelde treden lag voor hem. Die trap beschouwde hij als een soort niemandsland. Als hij dit neutrale gebied had overschreden kwam hij op vertrouwder terrein. Hij liep de trap op en sloeg meteen linksom de gang in. Vrijwel ogenblikkelijk werd hij rustiger en zekerder van zichzelf. Mogelijke ontmoetingen met leraren, of veel erger met klasgenoten die moesten nablijven, konden nauwelijks plaatsvinden. De conciërge in zijn hokje lag ook achter hem. De hindernissen waren genomen, de gang waar hij liep was redelijk veilig. In deze uithoek van het gebouw kwam hij zelden iemand tegen en als het een enkele keer gebeurde bleef het bij een onschuldig incident. Nog nooit was hij meerdere malen dezelfde persoon tegen het lijf gelopen, zodat hij mocht aannemen dat zijn aanwezigheid na schooltijd niemand was opgevallen. Natuurlijk, de conciërge, die man was een ramp.

Hij vloekte binnensmonds. Hij was al een heel eind op weg en in feite allang veilig en toch spookte het beeld van die man in zijn hoofd nog na. Hij moest dat probleem toch eens met Gonnie aansnijden. Dat had hij zich al vaker voorgenomen, maar het kwam er nooit van. Met Gonnie scheen de tijd stil te staan, leek het leven een feest en elk dreigend gevaar bezworen. Ergens van binnen voelde hij zich, als hij bij haar was, fundamenteel veranderen; dat gebeurde al als hij het lokaal binnenkwam. Gonnie was altijd anders dan de vorige keer, maar heel onverklaarbaar toch identiek dezelfde. Ze had iets dat anderen niet hadden. Ze wist een sfeer te scheppen waar hij geen naam voor wist. Daarom noemde hij het voor zichzelf’de Gonnie-sfeer’.

Hij liep verder en naderde de plaats waar de gang een hoek maakte naar het aangebouwde gedeelte waar het tekenlokaal lag. Het allerlaatste gedeelte dat doodliep tegen een vuilwitte muur behoorde al min of meer tot zijn domein. Daar begon de omgeving zijn omgeving te worden. Krassen en vuile plekken op de muur werden herkenningsbakens op weg naar Gonnie. Per ongeluk of met opzet door scholieren ingekraste lijnen en strepen vormden gezichten, die als hij er langer naar keek en ze daardoor beter leerde kennen van uitdrukking veranderden. Dit stukje gang leefde. Toch werd hij nooit zo vertrouwd met die omgeving dat hij het gedachteloos kon passeren. Altijd bleef hij een verraste waarnemer. Steeds weer verbaasde hij zich dat een gang in een schoolgebouw na vieren zo’n totaal andere sfeer ademde dan tijdens de schooluren. Was het de stilte die in het gebouw hing en die zelfs een aarzelend gezette voetstap verraadde door de galm luidruchtig alle kans te geven? Of was het de veranderde aanblik onder de ramen van de lokalen? Vlak onder de ramen waren lange latten tegen de tegels bevestigd waarop om de tien centimeter haken waren geschroefd. Tijdens de schooluren was de muur onder de klasseramen bedolven door tientallen kledingstukken. Maar meteen na vieren als de bel luidde en de grote leegloop van het gebouw denderend werd ingezet, werd de gang door een horde scholieren uitgekleed tot een naakte passage in een ontheemd gebouw. Zo werd de school iedere doordeweekse morgen om klokslag half negen geboren en stierf zij diezelfde dag klokslag vier.

Hij was de deur van het tekenlokaal genaderd en gluurde naar binnen langs de tekeningen die Gonnie tegen de binnenzijde van de ramen had geplakt. Hij zag lege rijen banken en daar achter de raamkozijnen met planten.

Vooraan in de klas stond Gonnie met haar rug naar hem toe. Ze stond op de verhoging bij het schoolbord en dan zelfs nog op haar tenen, de rechterarm gestrekt met een krijtje in de hand, een tekening uit te werken.

De tekening was een lang en merkwaardig Jezuskruis dat door het weglopend perspectief bijna de wolken erboven leek te bereiken. De dwarsbalk van het kruis was tevens de arm van een bascule. Aan de ene zijde van de arm zweefde aan een tere draad een zwaar gewicht, de andere zijde vertoonde als tegenwicht een vuist die met zichtbare kracht de bascule in evenwicht hield. Gonnie had in haar werk een vreemde voorliefde voor religieuze elementen.

Vanaf de gang keek hij gespannen toe hoe ze met vaste hand wolken uit het niets op het schoolbord toverde. Ze kón tekenen en hij bewonderde haar ook daarom.

Hoewel ze volkomen in haar werk leek op te gaan, voelde hij dat zij wist dat hij haar bespiedde. Het was te zien aan de manier waarop ze daar stond en zich bewoog. Ze strekte zich nog verder uit dan zij even daarvoor had gedaan en daardoor kroop haar rok tot ver over haar knieholten omhoog. Het was een heerlijk gezicht, een flink stuk van haar bovenbenen kwam bloot. Maar nog steeds scheen ze niet te kunnen reiken tot de plaats waar ze de wolkenpartij in het oneindige wilde laten vervagen. Ze duwde zich als laatste poging met de tenen omhoog en door haar kleding heen kon hij haar spieren zien spannen. Het was alsof haar lichaam de camouflage van de kleding doorbrak en zich in alle bekoring en gratie toonde. Dit was Gonnie letterlijk ten voeten uit.

Hij ademde verward en voelde een duizelige warmte in zijn hoofd opkomen. Het ging bij hem groeien en daar was niets aan te doen. Zoals ze daar stond, zo mooi en schijnbaar volkomen verdiept in haar werk, zo was het beeld dat hij van haar met zich meedroeg. Met een scherp klikje van het terugspringende slot opende hij de deur van het lokaal. Gonnie keek niet om en schetste door hoewel ze hem gehoord moest hebben. Meteen begreep hij welk spel ze wilde spelen en dat wond hem bovenmatig op, zoals iedere spelvariatie die ze bedacht.

Met een hoofd vol dwarrelende gedachten sloop hij naar haar toe en stak zijn hand pardoes tussen haar bovenbenen. Hij voelde dat haar lichaam bijna koortsachtig gloeide. Gonnie deed alsof ze niets merkte en met het stukje krijt dat ze tussen haar vingertoppen klemde, schiep ze snel vervagend diffuus licht dat in het wolkendek boven het kruis verzandde. Zijn hand kroop langzaam omhoog, centimeter na centimeter genoot hij van de aanraking met haar huid. Hij voelde hoe haar stevige benen zich spanden en haar opwinding verrieden. Hij ging verder, hoger en hoger en merkte dat zijn vingers moeiteloos bij haar binnen konden glippen. Ze had haar broekje al uitgedaan.

‘O, heerlijke Gonnie. Ik heb de hele dag aan je gedacht.’

Hij duwde zijn vingers verder bij haar naar binnen en even knikte ze als een danseres die een knicks maakt door haar knieën, maar ze herstelde zich snel en bracht een nieuwe grijsschakering in het wolkendek aan. Hij trok zijn hand terug en keek naar zijn vingers die door haar vocht glommen in het licht. Hij rook eraan en herkende de typische opwindende en vertrouwde geur. Hij snoof opnieuw, stak zijn

vingers in zijn mond en proefde haar.

Gonnie volhardde in haar spel en bracht nieuwe lijnen en lichtpartijen in de wolkenvelden aan. Met een simpele beweging van haar hand bracht ze leven op het zwarte schoolbord. Even keek hij diep geboeid en met ontzag naar haar slanke handen met lichtrose nagels. Het waren heerlijke handen die hij, als ze het deed, maar kort kon weerstaan. De blik op die handen had tot onmiddellijk gevolg dat zijn geladenheid wegsproeide tegen de muren van het lokaal en over de voorste banken.

Ineens werd ze hem te machtig, iets in hem explodeerde, met een krachtige zwaai keerde hij haar om, hurkte, tilde haar rok op en duwde zijn tong in haar weg. Gonnie kreunde, legde haar handen op zijn schouders en hij voelde en proefde dat ze nog natter werd dan ze al was. Haar vocht verzamelde zich in zijn mond en hij slikte het door.

Hij moest er niet aan denken dit met een andere vrouw te doen, maar bij haar, bij Gonnie, zou hij zich met haar vocht willen laten zalven en het in zijn huid laten trekken. Hij likte het laatste restje van zijn lippen, gaf haar nog een kus en keek omhoog. Gonnie had haar ogen gesloten en scheen genietend te wachten op wat zou volgen. Ze ademde zwaar maar regelmatig waarbij haar boezem de toon leek aan te geven. Ze was prachtig, een vrouw in volle glorie. En dat allemaal vlak voor zijn gezicht, hij hoefde maar een vinger uit te steken om haar te hebben. Langzaam en genietend van hetgeen hij zag en deed, liet hij zijn vingers langs haar kiertje wandelen. Een tinteling doortrok haar die als een zucht uit haar mond ontsnapte.

‘Zeg iets, Gonnie! Zeg iets.’ Hij sprak hijgend en keek in trance naar haar omhoog.

Gonnie bevochtigde haar lippen en zei met haar eigenaardige en droog hees klinkende toon die hem openscheurde: ‘Ik ben je lerares tekenen!’

‘Ja! Ja!’ riep hij in vervoering. ‘Zo is het, lerares tekenen!’ Gonnie keek ernstig omlaag hoe hij nog steeds gehurkt voor haar zat en haar vrouwelijkheid bekeek. Ze zei: ‘Doe het maar, het mag. Ik vind het ook fijn. Ik geniet er ook van!’

Het miste zijn uitwerking niet. Er kwam een warme golf die hem alles deed vergeten, de school, het lokaal, de betonnen trap in de hal waar de voetstappen zo luid klonken, de conciërge, het was allemaal weg. Alleen Gonnie was er. Met een ruk trok hij haar rok tot over haar heupen, duwde haar benen uiteen en trok haar met zijn vingers helemaal open en duwde zijn voorhoofd tegen haar aan. Hij voelde het

vocht op zijn voorhoofd prikkelen en dat was heerlijk. Heel zijn gezicht probeerde hij in te smeren, zijn ogen, neus, mond, kin … heerlijk. Als hij zich niet waste, kon hij nog urenlang haar natuurlijke parfum ruiken. De geur uit haar hemel.

‘Kom Gonnie, hier in de hoek.’ Hij kon de woorden nauwelijks uitspreken, zo opgewonden was hij. Het plan dat in hem opkwam bracht hem volledig in extase. ‘Ik wil dieper in je kijken, ik wil je van binnen zien, van binnen kussen, in je kruipen, in je buik zitten en opnieuw uit jou geboren worden.’

Hij nam haar bij de hand en trok haar naar de hoek van het lokaal waar mogelijke vreemde snoeshanen vanaf de gang niets zouden kunnen zien. Daar op het kleine krukje dat bij haar bureau hoorde, drukte hij haar neer. Haastig zonk hij tussen haar benen op zijn knieën en peuterde zijn rits los.

Hij was nog net op tijd. Ze trok zelf haar toegangspoortje uiteen om het zaad dat met krachtige stotende stralen uit hem spoot te vangen. Ze slokte alles gretig op en zuchtte verheerlijkt. Een paar seconden gebeurde er niets. Hij bleef in haar zitten en Gonnie had de ogen gesloten. Onverwachts maakte ze met haar onderlichaam een draaiende beweging waardoor ze het laatste uit hem wrong, toen duwde ze hem zachtjes van zich af. Kuis sloot ze haar benen maar trok haar rok niet terug. Het vlassige venusheuveltje bleef juist zichtbaar.

‘Kijk nu toch eens wat je met me hebt gedaan.’ Ze had zich een onschuldig stemmetje aangemeten en deed alsof ze totaal verrast was. ‘Kijk eens, zoiets doe je toch niet met je tekenlerares! Schaam je. Ik stond heel netjes te tekenen, en dan doe jij zoiets met me.’

Beter had niet gekund. Gonnies spelletje wond hem ongelofelijk op en joeg alles weer in zijn lichaam terug. Het moest opnieuw gebeuren. Ze zagen beiden dat hij groeide, maar Gonnie leek er geen acht op te slaan. Ze stond op en wees naar haar benen. Hij zag hoe zijn zaad uit haar lichaam liep en lange sporen maakte tot aan haar voeten toe.

‘Je bent echt onbehoorlijk geweest,’ zei ze.

Dit was te veel. ‘Kom hier! Kom hier, jij heerlijke tekenlerares,’ gebood hij. Met een stap was hij bij haar en met een korte schok boorde hij zich weer in haar.

Ze sloeg haar armen heftig om hem heen en fluisterde in zijn oor. ‘Jij beest, je doet het met je lerares tekenen. Je bent nu in me!’ Hij dacht dat hij bezeten werd en trok haar met zijn handen achter haar warme billen tegen zijn schokkend en beukend onderlijf. Gonnie stond als een boog gespannen stil, bij iedere beweging die hij maakte voelde hij haar