Linda

Kristien Hemmerechts

Het spelletje wil dat zij meer van hem houdt dan hij van haar. Zij kan niet zonder hem, hij wel zonder haar. Althans in het spelletje dat ze spelen, of waarvan ze vermoedt dat ze het spelen. Voor hem maakt het weinig uit met wie hij neukt. Laat hij haar verstaan. Vele vrouwen zijn bereid met hem het bed te delen. Ook dat laat hij haar verstaan. En vele vrouwen hebben het bed met hem gedeeld. Het bed, of de bank, of de grond waarop ze terechtkwamen, of de achterbank van een auto. Vroeger. Voor haar tijd. In het verleden toen hun wegen elkaar nog niet hadden gekruist.

Ze wil niets weten over die vrouwen. Elk detail is er een te veel. Want fataal slaat haar fantasie op hol.

Bijvoorbeeld.

‘S. heeft gebeld’, zegt hij.

S. is een weduwe met drie dochters. En een ex van hem.

Ze zwijgt. Ze weet al te veel.

‘Ze wilde me nog eens zien’, zegt hij.

Ze blijft zwijgen. Maar dan gaat haar mond plotseling open. ‘Ben je bij haar langsgegaan?’

‘Natuurlijk’, zegt hij.

In een flits ziet ze S. voorovergebogen klaarstaan voor zijn bezoek met haar broek en slipje rond haar enkels zodat hij geen tijd hoeft te verliezen.

Hij verliest niet graag tijd. Ook niet met het voorspel. Zijn voorspel is in de auto springen en rijden tot bij de vrouw die zijn instructies heeft ontvangen.

Soms staat niet alleen de vrouw, maar ook haar dochters voor hem klaar.

Die fantasie noemt ze ziekelijk. Wie is er verantwoordelijk voor: hij, zij of allebei?

‘Beste Linda’, tikt ze. ‘Seksuele fantasieën zijn gezond zolang het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid duidelijk blijft. Waarom maak je je man er geen deelgenoot van? Hij zal je openhartigheid waarderen en misschien krijgt jullie seksleven een nieuw elan.’

Als ze de lezeressen tot geheimhouding aanzet, krijgt ze het met de hoofdredactrice aan de stok. Die zweert bij openhartigheid. Er is niets dat niet onder woorden kan worden gebracht. Voor elke pijn is een gesprek het beste medicijn. Op welke planeet leeft deze vrouw?

‘Beste Maaike, respect is de hoeksteen van elke relatie. Als je partner geen rekening met je gevoelens houdt …’

‘Beste Marie-Hélène, weinig relaties zijn volstrekt gelijkwaardig, maar een zeker evenwicht …’

Ze krijgen gemiddeld vijftig mailtjes per week, waarvan slechts een in het blad beantwoord wordt. Door haar. Hun doelgroep is de vrouw tussen dertig en veertig jaar voor wie man, gezin en huis op de eerste plaats komen, al geeft veertig procent van hun lezeressen toe ooit vreemd te zijn gegaan. Maar het overspel werd niet als bedreigend ervaren.

‘Mijn man en ik houden erg veel van elkaar, maar hebben al meer dan een jaar geen seks. Sinds een week of twee gaat mijn man iedere avond na het werk iets drinken met een vrouwelijke collega van hem. Hij komt altijd opgewekt thuis. Hoewel hij me bezweert dat hun verhouding louter vriendschappelijk is, maak ik me grote zorgen. Kan het dat hij bij deze vrouw iets vindt wat ik hem ontzeg?’

‘Beste Tania, het is altijd dom je man iets te ontzeggen …’

delete

‘Beste Tania, uit je brief meen ik op te maken …’

Terwijl ze dit tikt, krijgt ze een mailtje van Linda, die in het nummer dat in de winkel ligt het antwoord op haar vraag gevonden heeft. Linda schrijft: ‘Ik heb je een mailtje gestuurd met de naam van een hotel en een tijdstip. Wanneer je aankomt, is de lobby leeg, maar de receptionist raadt voor wie je komt en fluistert een kamernummer in je oor. De deur staat op een kiertje. Je gaat naar binnen. Ik lig in ondeugende lingerie op het bed. Je snakt naar adem.’

‘Beste Linda, ik bedoelde dat je je fantasieën aan je man …’

delete

‘Beste Linda, het is me niet toegestaan mailtjes van lezeressen rechtstreeks te beantwoorden. Ik veronderstel dat het niet …’

delete

Stel, denkt ze terwijl ze haar spullen in haar handtas stopt want de dagtaak zit er alweer op, dat het spel geen spel is maar bittere ernst en hij echt minder houdt van mij dan ik van hem. Zou een avontuurtje in mijn leven hem dan niet ontlasten?

Op goede avonden omcirkelen ze elkaar als uitgehongerde roofdieren. Wie slaat als eerste toe?

Die avond is hij het. Hij duwt haar tegen de muur en trekt haar bloes open als vlees dat moet worden opengereten. Terwijl ze neuken op de bank – zij heeft hem op zijn rug gedwongen en plaatst haar tanden in zijn hals – denkt ze aan de vrouw die in het hotel op haar wacht en wenkt. Even voelt ze zich door haar aangevuurd.

‘Een vrouw wil me ontmoeten’, zegt ze.

Ze trekt zijn broek over zijn heupen, ze schuift zijn slip naar beneden, ze likt zijn eikel.

‘Ze heet Linda.’

Hij weet niet of ze de waarheid spreekt of fantaseert, en ook zij weet het niet. Weet Linda het zelf? Bestaat Linda? Of is het een schuilnaam? Maar voor wie dan wel?

‘Jij hebt geluk’, zegt haar man achteraf.

Niet reageren, denkt ze. Ze heeft geen zin in het spel. Voor hem is het zelfs geen spel. Hij meent wat hij zegt: ze heeft het getroffen met hem. En hij met haar. Maar dat zegt hij nooit.

‘Je reageert niet, maar ik weet dat je me leest. Mijn computer stuurt een berichtje wanneer jij een mailtje van me aanklikt. Wat zal er gebeuren als je míj aanklikt? Of moet ik schrijven: aanlikt?’

‘Beste Linda, helaas kan ik niet …’

delete

‘Had je mij in gedachten toen je over de verleiding van internetcontacten schreef? Vertel je je man over mij? Of bewaar je dit geheimpje voor eigen gebruik?’

Wat als het een valstrik is? Als achter ‘Linda’ de hoofdredactrice schuilt? Of wie weet haar man?

‘Ik heb die vrouw ontmoet’, zegt ze tegen hem. ‘Ze is ongelooflijk heet. Ze smeekt en ze bedelt en ze maakt iets in mij wakker waarvan ik het bestaan niet had vermoed. Iets wreeds en bikkelhards.’ Ze knoopt zijn broek open en ziet dat haar fantasie, die eigenlijk Linda’s fantasie is, haar werk heeft gedaan. ‘Als ik zachtjes in haar tepels bijt’, en ze demonstreert wat ze bedoelt, ‘begint ze te kreunen, en als ik dan haar slipje opzijschuif en met mijn vinger bij haar binnendring, dan ligt ze zoals jij nu, weerloos als een zeeleeuw op het droge. Een hele natte zeeleeuw.’

Ze trekt haar kleren uit en gaat op zijn penis zitten.

‘Mag ik?’ smeekt hij na een tijdje.

‘Met een knal’, beveelt ze streng.

Ze denkt aan advies dat ze voortaan kan geven, maar dat door de hoofdredactrice zal worden gecensureerd. Misschien is het tijd voor een andere baan. Adieu Linda, adieu Tania, Marijke, Maaike, Barbara. Adieu Linda.

‘Kom eens hier’, zegt haar man.

‘Wat is er?’

‘Je ziet er goed uit.’

‘Jij niet’, zegt ze met een brede lach. Knappe ijdeltuiten hoeven niet van hun aantrekkelijkheid te worden overtuigd.

‘Als ik zeg: jij hebt geluk, dan bedoel ik: wij hebben geluk. Jij met mij en ik met jou. Dat weet je toch?’

‘Maar waarom zeg je dat dan nooit?’

Hij haalt zijn schouders op.

‘Ik zeg het nu.’

Ze geeft hem een kus. Hij heeft gelijk: ze hebben geluk.