6. Vaders eerste speech

‘En dan zijn we nu toe aan agendapunt veertien van deze vergadering, wat verder ter tafel komt. Wie van de aanwezigen wil graag het woord?’

De burgemeester kijkt de kring aan de raadstafel rond.

Er gaat een hand omhoog.

‘Meneer De Jongh, aan u het woord.’

Edwin stoot z’n zus even aan.

‘Dank u, voorzitter. Ik wil graag aandacht vragen voor het volgende’, zegt vader De Jongh.

Edwin en Vera zitten ook in de zaal op de publieke tribune en luisteren gespannen wat hun vader gaat zeggen. Edwin weet er wel iets van. Hij had over vaders schouder heen wat aantekeningen gezien die hij maakte toen Edwin gisteren even op zijn kantoortje was. Vader had zich omgedraaid en gevraagd: ‘Ga je nog kopen vlak voor de jaarwisseling?’

Edwin wist meteen wat hij bedoelde en had snel even nee geschud.

Daarna had vader hem even op de schouder geklopt en gezegd: ‘Ik ben trots op je. Houd dat standpunt vast.’

Edwin was weer vlug het kantoortje uitgelopen. Vader moest eens weten … Hoewel vlak voor oud en nieuw, als de legale verkoop zou beginnen, was hij niet meer van plan om te gaan kopen. En dat bedoelde vader natuurlijk. Dus eigenlijk heb ik niet gelogen, stelt Edwin zijn geweten gerust.

Vader gaat verder: ‘Het zal ons wellicht geen van allen zijn ontgaan dat er alweer volop wordt geknald in ons dorp, terwijl de verkoop pas over een kleine twee weken begint. Dat betekent dus dat er illegaal vuurwerk wordt verkocht. Los van het feit dat het nogal eens een verstoring van de openbare orde oplevert, door overigens zowel legaal als illegaal vuurwerk, wil ik graag de aandacht ergens anders op vestigen en wijzen op die impact van vuurwerk die, naar ik vrees, te weinig wordt beseft. Dat alles om u ervan te overtuigen dat het hoognodig is om paal en perk te stellen aan vuurwerk. Natuurlijk kan niemand z’n ‘plezier’ worden ontzegd, maar het is wellicht toch goed om iets ter overweging aan te geven. In 2008 werd landelijk voor zestig miljoen euro aan vuurwerk uitgegeven. En ieder volgend jaar worden weer recordcijfers geboekt. Denk eens in … een bedrag met zeven nullen, daar is weinig meer bij voor te stellen, behalve dat het om een enorme berg geld gaat.’

Edwin probeert zich er iets bij voor te stellen. Daar moet wel een heel dikke portemonnee voor nodig zijn.

‘Letterlijk een berg’, gaat vader verder. ‘Om daar wat gevoel bij te krijgen noem ik enkele vergelijkingen Voor het genoemde bedrag kun je bijvoorbeeld zo’n tweehonderdachtenzeventig Ferrari F430’s aanschaffen. Op een rij, letterlijk bumper aan bumper, toch goed voor een en een kwart kilometer vuurrood blik.’

Edwin stoot Vera nog eens aan. ‘Wauw!’ zegt zijn mond weer geluidloos.

‘Of wat meer modaal’, zegt vader, ‘zo’n drieëndertighonderdvijfendertig nieuwe Volkswagen Golfs. Goed voor een file van veertien kilometer. Om het ook wat minder materialistisch te duiden: voor dit bedrag zou momenteel in Afrika aan zo’n achthonderdvijftigduizend hiv-besmette mensen een jaar lang aidsremmers kunnen worden verstrekt. Ik heb het alleen nog maar over legaal vuurwerk. De verkoop van illegaal vuurwerk, die nu zoals we steeds kunnen horen aan de gang is, zal deze cijfers aanzienlijk verder opdrijven. Dit geld gaat in slechts enkele uren letterlijk in rook op.’

image

 

In gedachten ziet Edwin een enorme hoop papieren euro’s op een brandstapel.

‘Daar blijft het echter niet bij’, gaat vader onverstoord verder. ‘De twaalf miljoen kilo vuurwerk die de lucht in gaat, veroorzaakt behalve fijnstof ook distikstofoxide, zwaveldioxide, methaan, koolstofdioxide, zwavelwaterstof en koolmonoxide. Er worden in korte tijd onvoorstelbaar grote hoeveelheden giftige stoffen het milieu ingepompt. Siervuurwerk spant met een aandeel van negentig procent in kilo’s de kroon. En het belast het milieu ook nog eens meer dan knalvuurwerk. Door siervuurwerk komen namelijk ook veel zware metalen vrij. Behalve dat er ieder jaar weer een of meerdere doden zijn te betreuren, vallen er ook honderden gewonden. Veelal met letsel aan handen en ogen. Vaak blijvend.’

Nou, dat hebben we gemerkt, denkt Edwin, al was het dan een hond.

Het is muisstil in de raadzaal.

Vader neemt even een slok water en gaat verder. ‘Eigenlijk is er iets heel merkwaardigs aan de hand. Wanneer er tijdens een landelijk evenement op een willekeurige avond of nacht in het jaar elfhonderd gewonden en een dode zouden vallen, zoals tijdens de jaarswisseling van 2007-2008, spreken we van een ramp. Bij de nieuwjaarsnacht neemt niemand deze woorden in de mond. Tijdens een jaarwisseling als die van 2007-2008 werd landelijk gezien onze gezondheid ook nog eens bedreigd door honderd ton barium, zesendertig ton strontium, twaalf ton titaan, zes ton antimoon, vier komma acht ton koper. Ik zal u niet vermoeien met de giftigheid van deze stoffen.’

Strontium … barium … antimoon? denkt Edwin. Vader moet het niet te moeilijk maken. Hoewel, het klinkt niet bepaald onschuldig.

‘En dat is nog steeds niet alles’, zegt vader. ‘De Groningse econoom Benn Bergmann heeft op grond van gegevens die hij heeft verzameld bij diverse gemeenten, ziekenhuizen en onderzoeksbureaus zoals TNO berekend dat in 2008 bijna een miljard aan maatschappelijke kosten is ontstaan tijdens onze jaarlijkse traditie. Ten slotte zou het voor ons, voor zover we het christelijk geloof belijden, overbodig moeten zijn om te wijzen op de oorsprong van het jaarlijkse vuurwerk. Vuurwerk is ontdekt door de Bengalen, maar werd pas op grote schaal gebruikt door de Chinezen, aan het begin van onze jaartelling. Zij gebruikten het bij religieuze gebeurtenissen om boze geesten te verdrijven. Dit van oorsprong heidense gebruik zou de koper van vuurwerk die nog iets heeft met christelijke waarden toch op z’n minst aan het denken moeten zetten. Ik zou willen voorstellen om in ieder geval rondom kwetsbare mensen in onze samenleving, zoals onze bejaarde medemensen, een vuurwerkvrije zone in te stellen. Verder wil ik iedereen oproepen rekening te houden met een ander en ervoor te zorgen dat, als je dan toch vuurwerk wilt afschieten, je er anderen niet mee lastigvalt. We hebben allemaal waarschijnlijk wel gehoord over het tragische voorval met de hond van mevrouw Versluis uit de Wielstraat. Dank u, voorzitter.’

Vader drukt met een knopje zijn microfoon weer uit.

Iedereen heeft het vurige betoog aandachtig aangehoord.

De burgemeester schakelt de microfoon in. ‘Dank u wel, meneer De Jongh. Uw vlammende betoog is helder. Inderdaad heb ik ook kennisgenomen van dat afschuwelijke voorval met de hond van mevrouw Versluis. U hebt het van dichtbij meegemaakt, als dierenarts, heb ik begrepen. Ik moet u gelijk geven dat het gebruik van vuurwerk en zeker illegaal vuurwerk hard moet worden aangepakt. Ik zal de politie vragen daar extra aandacht aan te besteden. Verder kan ik uw verhaal over het gevaar en het nutteloze gebruik van vuurwerk alleen maar onderstrepen. Uw vraag om vuurwerkvrije zones wil ik graag bespreken in het college.’

Edwin en Vera hebben het lange verhaal van hun vader op de publieke tribune gevolgd.

Rondom hem ziet Edwin mensen die instemmend knikken. Maar er zijn er ook enkelen die met elkaar zitten te smoezen. Aan hun gezichten en hun gefluister is te zien en te horen dat ze het niet echt eens zijn met vader.

‘Laat-ie zich met z’n eigen zaken bemoeien …’

‘As ik niet eens meer een stukkie vuurwerk mag afsteke…’

‘’t Moet niet gekker worden.’

‘Goed, dames en heren’, horen Edwin en Vera de burgemeester zeggen. ‘Dan zijn we aan het einde van deze laatste vergadering van het jaar. Ik eindig met het ambtsgebed en wil u voor daarna wel thuis wensen.’

Nadat de burgemeester de vergadering heeft afgesloten staan Edwin en Vera op, evenals alle anderen rondom hen. Ze lopen direct naar vader.

Er staan al enkele raadsleden bij vader.

‘Dat was een mooie eerste speech, kerel,’ zegt een van de collega-raadsleden en geeft vader een klap op de schouder.

‘Je hebt helemaal gelijk, maar nu de praktijk nog’, zegt een ander.

‘We gaan ons best doen’, antwoordt vader en geeft een knipoog naar zijn zoon en dochter die hij ineens vlak bij zich ziet staan.