Schoondochters

•••

‘Ik was maar wat blij met mijn schoondochter!’ riep de eerste vrouw uit die ik over het onderwerp aansprak. ‘Mijn zoon is een beetje een botterik, maar sinds hij haar heeft, is hij veel liever. Toen zij voor het eerst bij ons kwam zei ik: “Nou heb je hem, en je ziet maar dat je hem houdt, want ik neem hem nooit meer terug!”’

Ze was vooralsnog de enige vrouw die blij was met haar schoondochter, al was het niet omdat het zo’n aardige meid is. Ze was vooral opgelucht dat iemand haar zoon leuk vond. Ik ken die man wel. Hij heeft geen enkel gevoel voor humor, maar hij maakt wel voortdurend woordspelingen en het soort grappen dat je in boekjes op de wc leest. In zijn familie zijn ze aan hem gewend en zijn moeder weet dat hij uit onzekerheid zo doet. Maar nu heeft hij een vrouw gevonden. Ze is binnengehaald als een goede fee. Dat is bijzonder.

Een nieuwe vrouw in de familie wordt vaak met argwaan tegemoet getreden. Er wordt aan haar geroken: nee, dat is er niet een van ons.

Ze wordt serieuzer genomen dan een schoonzoon, want vrouwen worden moeder. Als er kinderen worden geboren, is zij machtiger dan de vader. In geval van een scheiding blijven de kinderen vrijwel altijd onder haar hoede. Het liefst wil de familie van de bruidegom dat zijn aanstaande bij hen past. En dat vinden ze niet gauw.

‘Wij zijn nogal losjes,’ vertelde een vrouw. ‘Als iemand zijn handen wil schoonvegen aan tafel, dan pakt hij een stukje keukenrol. Als Wim en ik met z’n tweeën zijn, eten we vaak pas om acht uur en dan kijken we tegelijkertijd naar het nieuws. Het is maar goed dat onze aanstaande schoondochter dat niet weet, want daar is ze zéér tegen gekant. Dat zei ze nadrukkelijk. En toen ze hielp met tafeldekken, vroeg ze waar de linnen servetten lagen. Ik zei nog: “Bij de messenleggers.” Grapje. Ze gaan binnenkort trouwen, en dan moeten alle dames een hoed dragen. Dat verdom ik natuurlijk.’

Ik zie het al aankomen: dat wordt ruzie. Op zich is dat niet zo erg, want je kunt het ook weer goedmaken. Maar het kan ook betekenen dat deze ouders hun zoon niet meer te zien krijgen en als er kinderen worden geboren die al evenmin. Daar weet ik wel een voorbeeld van.

•••

In Drachten woont een oud echtpaar. Ze hebben drie zoons, maar ze zien er maar twee, want nummer drie komt nooit langs. Aan de afstand ligt het niet; hij woont twee straten verderop. Alleen op verjaardagen komt hij heel even, samen met zijn vrouw en zijn kinderen. Binnen een uur stapt hij weer op en heeft dan niet meer met zijn ouders uitgewisseld dan het weerbericht en de felicitaties. ‘Het ligt aan háár!’ klaagt het oude echtpaar.

Ze hebben vermoedelijk gelijk, want de schoondochter houdt niet alleen hen op een afstand. Ze verhindert ook dat haar man zijn twee broers ziet. Als ze hem willen spreken, moeten ze maar bij haar thuis komen. Dan kan ze de boel in de gaten houden.

‘Ik ga wel eens bij hem langs,’ zei een van die broers, ‘en dan vraag ik of hij meegaat, biljarten. Soms mag het, maar meestal niet. Dan moet hij de afwasmachine uitruimen of een band plakken of hij is al een avond weg geweest die week. Ik denk dan: kom op, man! Ga gewoon! En hij zit erbij met zo’n stom glimlachje en haalt zijn schouders op. Ik heb hem gezegd dat pa en ma mij steeds aan de kop zeuren dat ze hem nooit zien, en dan belooft hij dat hij die week naar hen toe zal gaan, maar hij doet het nooit.’

Ik ben stiknieuwsgierig naar die schoondochter. Wat zou zij er zelf van zeggen? Ik kan alleen gissen naar haar beweegredenen. Misschien heeft iemand op haar bruiloft ook geweigerd een hoed op te zetten. Het kan ook in haar aard liggen dat ze haar eigendommen streng beheert. Misschien leent ze haar auto liever ook niet uit, of haar boeken. Of ze is bang dat haar schoonouders over haar gaan roddelen tegen haar man.

Dat zou trouwens een terechte angst zijn. Iedereen heeft het over haar. Dat ze zo’n kreng is en dat ze Henk geen enkele vrijheid gunt. En dat ze nog steeds niet naar de nieuwe vloer zijn komen kijken.

Als de schoondochter de macht nu uit handen geeft, heeft ze het nakijken. Ze heeft groot gelijk dat ze Henk alleen aangelijnd uitlaat. En misschien vindt hij het wel prettig dat hij het pasgelegde laminaat niet hoeft te zien. Hij zal de eerste man niet zijn die zich schuilhoudt achter de gebreide broek.

•••

Schoondochters hebben verschillende verschijningsvormen: er zijn machtige, die de familieverhoudingen verstoren door hun invloed op hun man en hun zeggenschap over de kleinkinderen. Maar er zijn ook onderdrukte schoondochters. Ze hadden gehoopt dat ze een aanwinst waren, dat hun schoonouders hen zouden verwelkomen als aanstaande moeder van de nieuwe generatie. In plaats daarvan worden ze koeltjes bejegend, ze zijn de koude kant.

Ik ken een heel zielige. Ze is een eenvoudig meisje met een mooi gezicht, een slank figuur en de geestelijke bagage van een hamster. Ze is in een familie terechtgekomen van zelfbenoemde opinieleiders. De gesprekken worden op luide toon gevoerd en gaan over kunst en cultuur, over politiek en wetenschap en wat er maar in nrc Handelsblad heeft gestaan. Daar heeft dit meisje geen antwoord op. Ze wordt dus overgeslagen en gaat, om toch wat bij te dragen aan de visite, de glazen spoelen en de etensresten van de borden vegen voor ze de vaatwasmachine in gaan. Zo heeft ze zichzelf de keuken in weten te dweilen. Niemand neemt haar nog serieus – haar man ook niet, maar dat was al zo. Ik weet van hem dat hij erbij beunt met een vrouw die hij op de tennisbaan heeft leren kennen. Ik heb die vrouw een keer gezien en over haar geroddeld met iemand die daar ook tennist. Zij schijnt van mening te zijn dat ze veel beter bij de man past dan zijn huidige echtgenote, maar dat betwijfel ik. Iemand moet de afwas doen en zij van de tennis voelt zich daar veel te goed voor.

Schoondochters kunnen veel verdriet hebben van hun onderdanige positie. Ik heb vrouwen aan de lijn gehad die toch zo hun best hebben gedaan om in de smaak te vallen, maar verguisd worden, gewantrouwd of geminacht. Vaak ligt het ook aan de houding die hun echtgenoot aanneemt. Sommige mannen voelen zich nog steeds jonge jongens. Ze zijn maar een beetje getrouwd, ook in de ogen van hun ouders. Hun jongenskamer in het ouderlijk huis staat er nog net zo bij als voor hun huwelijk, voor het geval hij eens komt logeren. Er zijn mannen die al het geld dat ze verdienen nog steeds aan hun moeder geven en zakgeld van haar krijgen. Ik heb schoondochters gesproken die niets in te brengen hebben, ook al gaat het om hun eigen vakantiebestemming, de school van hun kinderen, de inrichting van hun eigen huis. Dat wordt allemaal door de familie van hun man bedisseld. Als hij dat heel gewoon vindt en zijn vrouw gaat uitleggen dat ze bij hem thuis nu eenmaal zo zijn, maakt ze geen enkele kans. Vooral lieve vrouwen leggen het af. Ze vallen ten prooi aan de schoonouderlijke willekeur.

Soms gaat dat op een rare manier. Ik heb een meisje gekend dat zou gaan trouwen. Een paar maanden voor de trouwdatum verongelukte haar vriend. Ze was zielsverdrietig en zocht troost bij zijn ouders, die net zo in de rouw waren als zijzelf. Daar was ze altijd welkom, daar mocht ze huilen en toegeven aan haar wanhoop. Maar ze was achttien en het leven ging verder. Na een jaar of twee was ze niet meer voortdurend in tranen. Ze had misschien ook wel weer eens uit willen gaan. Maar dat mocht niet van zijn ouders. Die hielden de herinnering aan hun zoon via het meisje levend. Zij zat voor altijd aan hen vast en aan die dode jongen. Ik heb haar uit het oog verloren en ik durf haar ook niet te gaan zoeken. Ik kan moeilijk komen aanzetten met de vraag of ze nog steeds weduwe van beroep is.

•••

Niet alle schoondochters zijn weerloos. Mijn moeder was een schoondochter die afgewezen werd en daar geducht wraak voor heeft genomen. Toen de oorlog voorbij was en zij en mijn vader uit hun schuilplaats tevoorschijn kwamen, had mijn moeder niemand meer. Haar ouders waren vergast, het merendeel van haar vrienden en kennissen ook. Ze had alleen nog de familie van mijn vader. Ze had gehoopt dat haar schoonmoeder lief voor haar zou zijn. Het zat er niet in. De moeder van mijn vader was een harde vrouw. Ze was teleurgesteld dat mijn vader zijn lot aan dat van een verpleegstertje had verbonden. Ze keek op mijn moeder neer. Toch moest er getrouwd worden, want ze hadden samengeleefd.

Mijn moeder heeft haar schoonmoeder gehaat. Zelfs het woord ‘schoonmoeder’ of ‘oma’ was verboden bij ons thuis. Als ‘zij’ op visite kwam, hoefden wij haar niet te begroeten. Als zij toch een zoen kwam geven, veegden wij hem af. We aten de chocoladeflikken die ze meebracht niet op. Om ons huis volstrekt te vrijwaren van alle invloed, liet mijn moeder ook geen tantes, ooms, neven of nichten toe. Alleen als het echt niet anders kon, aanvaardde ze familievisite, maar ze gaf hun niets te drinken. Hooguit maakte ze een beker oploskoffie. Ik begrijp die houding wel, maar als ik het er nog eens met haar over had kunnen hebben, zou ik haar een wat verfijnder strategie hebben voorgesteld.

Toen mijn moeder zelf een schoondochter kreeg, heb ik met belangstelling gevolgd hoe zij elkaar tegemoet traden. Het viel mee. Dat lag vooral aan het hartelijke karakter van mijn schoonzus. Mijn moeder mocht haar ook wel. Ze deed maar een beetje lomp. Zo wilde ze niet naar het stadhuis komen toen mijn broer en mijn schoonzus trouwden, want ze was tegen het huwelijk. Trouwen vond ze burgerlijk. Op kleinkinderen zat ze ook niet te wachten, zoals andere moeders en schoonmoeders. Maar ze heeft nooit echt lelijk tegen haar schoondochter gedaan.

Alleen toen ze bedlegerig werd en mijn schoonzus thee wilde zetten voor de thuiszorg, werd ze giftig. In haar huis kreeg niemand wat te drinken. Ze was vergeten tegen wie die maatregel oorspronkelijk was ingesteld.

•••

Sommige schoondochters beginnen zelf een slechte verstandhouding en veroordelen de familie van hun man tot de koude kant.

Ik ken een vrouw die aanbeden wordt door haar drie volwassen kinderen. Ze bellen haar uit zichzelf om te vragen hoe het met haar gaat en ze bespreken hun belevenissen met haar. Het is een evenwichtige omgang. Zij is werkelijk hun moeder, niet hun vriendin of kind. Ze vragen haar om raad als ze problemen hebben en andersom helpen ze haar met de installatie van een computer, met bankzaken. Ze repareren kleine mankementen in haar huis. Haar man is een arrogante zak, van wie ze is gescheiden. Hij woont in Limburg en is een nieuw gezin begonnen. Hij ziet de kinderen uit zijn eerste huwelijk maar zelden en zijn kleinkinderen vrijwel nooit.

Deze vrouw is een bedrijvige grootmoeder. Ze past twee keer in de week op; ze bakt taart met de kleinkinderen, gaat met ze fietsen en wandelen. Toch is zij niet oma-nummer-één. Dat zijn de moeders van haar schoondochters.

‘Toen mijn kleinzoon op een vrijdagnacht werd geboren, wilde ik meteen naar het ziekenhuis komen,’ vertelde ze, ‘maar dat mocht niet. Kom maar op zondagochtend, zei mijn zoon, want Jenny moet nog een beetje bekomen van de bevalling. Toen ik op zondag aankwam, liep haar moeder met de baby. Die liet ze niet los. Ik bleek de laatste te zijn die hem te zien kreeg. Haar familie was op zaterdagochtend al gekomen. Op een gegeven moment pakte mijn zoon de baby over en gaf hem aan mij. Zijn vrouw zei niks, maar ik voelde wel wat mijn plaats voortaan was.’

Haar andere schoondochter is openhartiger. Zij heeft wel eens gezegd dat ze er niet tegen kan dat haar man wel met zijn moeder over van alles praat, maar niet met haar, terwijl ze er juist zoveel behoefte aan heeft om met hem van gedachten te wisselen.

‘We gingen met haar, mijn zoon en de kleinkinderen naar de dierentuin,’ vertelde de vrouw. ‘Zij liep achter ons met de kinderwagen en mijn zoon en ik waren aan het praten. Het ging over zijn werk. Hij heeft de zaak van mijn ex-man overgenomen. Ik heb vroeger de administratie gedaan, dus ik weet daar best veel van. Zij heeft zich er nooit in verdiept. Geen wonder dat hij er dan met mij over praat en niet met haar.’

Het is niet leuk voor een vrouw als haar man helemaal opbloeit bij een ander, ook al is dat zijn moeder. En misschien wel juist zijn moeder. Hoeveel mannen slaan hun echtgenote niet om de oren met gerechten die zijn moeder zo lekker klaarmaakte? Of nog veel erger: die geregeld bij hun moeder gaan eten. In hun eentje. Of die blind zijn voor haar streken.

Een schoondochter vertelde aan de telefoon dat haar schoonmoeder gemene dingen tegen haar kinderen zei. Als ze een tekening voor haar maakten, schoof ze die doodleuk van zich af en zei: ‘Maak maar een betere.’ Ze schreeuwde tegen ze als ze verloor met spelletjes en ze lachte hen uit. Tegen de schoondochter deed ze ook onaardig. Als ze zag dat er iets nieuws in huis stond of als iemand nieuwe kleren aanhad, zei ze: ‘Zo? Alweer een aankoop?’

Telkens wanneer er weer iets was voorgevallen, vertelde de vrouw het aan haar man, maar hij wilde domweg niet geloven dat zijn moeder tot zoiets in staat was. ‘Je overdrijft,’ zei hij.

Pas toen hij er zelf bij was dat zijn moeder op haar verjaardag het cadeautje dat zijn kinderen voor oma hadden gekocht achteloos op de keukentafel legde en niet openmaakte, begon hij een beetje te twijfelen.

‘Moet je niet kijken wat Monique en de kinderen voor je hebben meegebracht?’ vroeg hij.

‘Ja ja, zo meteen,’ zei zijn moeder en ze rook waarderend aan de bloemen die ze van hem had gekregen.

‘Wat een mooie gladiolen,’ riep ze.

Op de terugweg had de schoondochter haar man er opnieuw op gewezen hoe kil zijn moeder deed.

‘Hij gaf het voor het eerst toe,’ zei ze. ‘Ik zei dat ik er niet meer heen ging en wij hebben nooit meer over haar gepraat. Hij ging af en toe in zijn eentje bij haar langs. Ze is inmiddels overleden.’

Er viel een stilte en ik hoorde de vrouw diep ademhalen.

‘Weet je,’ zei ze, ‘dat zij een kreng was doet er niet meer toe. Ze is dood. Mijn kinderen zijn allang vergeten hoe ze was. Maar wat altijd tussen mij en mijn man is blijven staan, is dat hij me al die jaren niet geloofde.’

•••