Vijf

Later op de avond, toen ze me begon te ondervragen over wat ik had gelezen in het boek over ballet, voelde ik me of ik al op de nieuwe school was. Ze gedroeg zich als een lerares; ze corrigeerde, legde uit en gaf me meer te lezen. Ze wilde zeker weten dat ik de namen kende van alle beroemde balletten.
ik heb madame Malisorf niets verteld over je achtergrond, Janet. Ze hoeft niet te weten dat je je hele leven in een weeshuis hebt gewoond. Je zou een ver familielid kunnen zijn dat ik heb geadopteerd.’
Het was de eerste keer dat ze iets had gezegd dat me een beschaamd gevoel gaf over waar ik vandaan kwam. Ik herinnerde me de eerste keer dat iemand me een weeskind noemde. Dat gebeurde op de speelplaats van school. Ik zat in de vierde klas en we waren buiten tijdens het speelkwartier. Er was een smal trottoir dat de meisjes gebruikten om te hinkelen, en vaak vormden we teams. Toen een van de meisjes, Blair Cummings, met mij overbleef, beklaagde ze zich.
‘Ik wil niet met haar. Ze is te klein en bovendien is ze een weeskind,’ merkte ze op, en de anderen staarden me aan of ik een wrat op mijn neus had. Ik herinner me dat mijn gezicht begon te gloeien en de tranen als hete druppels over mijn wangen vielen. Ik draaide me om en holde weg. Later, toen onze lerares, miss Walker, me in mijn eentje in een hoek van de speelplaats zag zitten, vroeg ze of ik ziek was.
‘Ja,’ zei ik. Het was een gemakkelijke manier om aan nog meer spot te ontsnappen, ik heb buikpijn.’
Ze stuurde me naar de kamer van de verpleegster en ik moest stil blijven liggen nadat de verpleegster mijn temperatuur had opgenomen, ook al had ze geconstateerd dat ik geen koorts had. Ik denk dat de mensen daarom dachten dat ik ziekelijk was. Altijd als ik me een buitenstaander voelde, kreeg ik een van die ‘buikpijnen’ en was ik dankbaar voor een excuus om te kunnen verdwijnen. Het feit dat ik een weeskind was, maakte dat ik onzichtbaar wilde zijn.
‘De meesten van madame Malisorfs leerlingen,’ ging Celine verder, ‘komen uit de beste families, culturele mensen die hun kinderen hebben opgevoed in een wereld van muziek en kunst en dans. Ze hebben een voorsprong, maar wees maar niet bang, lieverd,’ zei ze, terwijl ze haar hand uitstak en mijn wang aanraakte. ‘Jij hebt mij, en dat is een veel mooiere voorsprong dan een van die meer fortuinlijke meisjes heeft.’
Na het eten zat ik bij haar en Sanford en luisterde naar Celines beschrijvingen van sommige balletten waarin ze had opgetreden.
‘Madame Malisorf vergeleek me met Anna Pavlova. Heb je wel eens van haar gehoord?’ vroeg Celine. Dat had ik natuurlijk niet. Ze schudde haar hoofd en zuchtte. ‘Het is een schande, een schande dat iemand als jij, een ruwe diamant, zoveel heeft moeten ontberen, geen enkele kans heeft gekregen. Goddank dat ik je die dag gezien heb.’
Niemand had ooit gesuggereerd dat ik enig talent had, laat staan me gezien had als een ruwe diamant. Toen ik Celine die avond verliet en naar mijn kamer ging, stond ik voor mijn lange spiegel in mijn nieuwe spitzen en mijn maillot en bestudeerde mijn kleine lichaam, in de hoop iets te zien dat me ervan zou overtuigen dat ik iets bijzonders was. Het enige wat ik zag was een onderontwikkeld klein meisje met grote, bange ogen.
Die avond kroop ik vol angst voor wat komen ging in bed.
De volgende ochtend bracht Sanford me na het ontbijt naar de Peabody School, een particuliere school. De directrice was een vrouw die Williams heette. Ze was lang maar niet te mager met lichtbruin, keurig gekapt haar. Ik vond dat ze een heel warme, vriendelijke glimlach had. Ze leek niets op het hoofd van mijn vorige school, meneer Saks, die altijd even humeurig en somber was, en altijd leerlingen wilde straffen omdat ze een of andere regel hadden overtreden. Vaak stond hij in de gang als een havik uitkijkend en wachtend. Hij stormde voortdurend de toiletten in en uit, in de hoop iemand op roken te betrappen.
Peabody was een veel kleinere school, en ook veel schoner en nieuwer. Het verbaasde me, toen ik naar een klaslokaal werd gebracht, dat er maar acht andere leerlingen waren, drie jongens en vijf meisjes. Voor mijn groep was er maar één docente, miss London, die Engels en geschiedenis onderwees, en een andere docente, die wis- en natuurkunde gaf. Onze docente lichamelijke opvoeding, mevrouw Grant, gaf ook les in gezondheidsleer. Ik ontdekte dat er maar 257 leerlingen waren in de hele school.
‘De klassen zijn zo klein, dat je zeker weet dat je speciale aandacht krijgt hier,’ vertelde Sanford. Hij had gelijk. Al mijn docenten waren heel aardig en namen de tijd om me uit te leggen wat ik moest doen om mijn klasgenoten in te halen.
Wat ik het prettigst van alles vond was dat ik werd ingeschreven en aan de andere leerlingen werd voorgesteld als Janet Delorice, en niemand te horen kreeg dat ik geadopteerd was en vroeger een weeskind was geweest. Iedereen nam als vanzelfsprekend aan dat ik van een andere particuliere school kwam, en ik deed niets om ze op andere gedachten te brengen.
Ik vond de meeste meisjes snobs, en de meeste jongens ook, maar één jongen, Josh Brown, die niet veel langer of groter was dan ik, begroette me met een hartelijke glimlach toen ik tijdens mijn eerste les naast hem ging zitten. Later liep hij met me op en vertelde me over de school en de docenten. De kleur van zijn haar leek zoveel op die van mij, dat we broer en zus hadden kunnen zijn. Maar verder leek hij niet op me. Hij had donkerbruine ogen en een rond gezicht met volle lippen en een wipneus. Als hij lachte, vond ik hem leuk, al durfde ik dat niet te zeggen.
‘Zijn je ouders hier net naartoe verhuisd?’ vroeg hij me tussen de lessen door.
‘Nee. Mijn vader heeft een glasfabriek,’ antwoordde ik, terwijl ik zon op manieren om te kunnen vermijden te vertellen dat ik uit een weeshuis kwam.
Hij dacht even na en knikte toen.
‘Ja, ik weet waar die is.’ Hij leek tevreden met mijn antwoord, en ik stapte graag van het onderwerp af.
Later op de dag stelden de kinderen meer vragen, en ik kon zien dat één meisje, Jackie Clark, achterdochtig was.
‘Je bent hiervóór niet op een particuliere school geweest, hè?’ vroeg ze.
‘Nee,’ gaf ik aarzelend toe. Ik zou echt een goed verhaal moeten verzinnen.
‘Was je een probleemkind?’ vroeg Betty Lowe snel.
‘Nee,’ zei ik.
‘Je hebt geen grote moeilijkheden gehad?’ vroeg Jackie weer.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Wat voor cijfers heb je? Slechte?’ vroeg Betty, knikkend en lachend, alsof ze het hoopte.
‘Nee, ik heb goede cijfers,’ antwoordde ik.
‘Waarom was je dan niet op een particuliere school?’ vroeg Jackie.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Mijn ouders hadden het zo besloten,’ zei ik vaag.
‘Ik ben liever op een particuliere school,’ bekende Betty.
‘Ik niet,’ zei Jackie, en ze raakten in discussie en vergaten mij even. Op dat moment stelde Josh voor me verder rond te leiden, en we lieten de anderen in de steek. Ik genoot zo van mijn eerste dag, misschien vanwege Josh, dat ik bijna was vergeten
dat madame Malisorf op me zou wachten als ik thuiskwam.
Aan het eind van de schooldag stond Sanford bij de school te wachten om me naar huis te brengen.
‘Er zullen dagen zijn dat ik je door een van mijn werknemers zal moeten laten halen, Janet. Maar wie het ook is, hij zal heel aardig zijn,’ verzekerde hij me. ‘O, en je hoeft het niet aan Celine te vertellen. Zij begrijpt nooit waarom het werk soms vóór gaat. Ik vind het prettig om er even tussenuit te gaan om jou af te halen, maar ik zal het gewoon niet iedere dag kunnen doen. Wees maar niet bang, Celine zal het niet te weten komen, het zal ons kleine geheimpje zijn.’
Ik probeerde me niet ongerust te maken over het feit dat er weer een geheim tussen ons was, weer iets om voor Celine verborgen te houden, en concentreerde me op de rit. Er werd aan de weg gewerkt tussen ons huis en de school, en we kwamen in een file terecht, ongeveer anderhalve kilometer van school. Het leek mij niet zo verschrikkelijk, maar Sanford werd erg zenuwachtig. Hij bleef maar zachtjes mompelen: ‘Verdomme, verdomme’, en verweet zichzelf dat hij geen omweg had genomen. Eindelijk konden we weer doorrijden. Hij reed een stuk sneller, en onwillekeurig dacht ik aan het verschrikkelijke autoongeluk dat hij en Celine hadden gehad. De banden piepten toen we over de oprijlaan reden en abrupt voor het huis stopten. Met mijn nieuwe boeken in mijn armen liep ik haastig met hem naar de voordeur. Celine zat in haar rolstoel in de hal te wachten en keek fronsend, alsof ze al uren bij de deur had gewacht.
‘Waarom ben je zo laat?’ vroeg ze, zodra we binnen waren.
‘Opgebroken weg,’ begon Sanford uit te leggen. ‘Het -’
‘Ik heb geen tijd voor je excuses, Sanford. Ga maar terug naar je geliefde fabriek.’ Ze snauwde het met op elkaar geklemde tanden en keek toen kwaad naar mij. ‘Janet, madame Malisorf wacht in de studio. Leg je boeken neer - kom mee.’
Ik legde mijn boeken op de tafel in de hal, keek met grote,
angstige ogen naar Sanford en volgde Celine. Mijn hart bonsde toen ik de studio binnenkwam. Het eerste wat me verbijsterde was dat madame Malisorf zo klein was. Zoals Celine haar had beschreven had ik me haar voorgesteld als een torenhoge gestalte, minstens zo indrukwekkend als mevrouw McGuire. Madame Malisorf leek niet langer dan één meter vijftig. Ze had grijs haar en een gezicht vol rimpels, maar ze had zo’n stevig, atletisch lichaam, dat ze eruitzag als een jonge vrouw die voortijdig verouderd was. Haar ogen gleden onderzoekend over me heen, toen ik achter Celine aan liep.
Madame Malisorf droeg haar haar opgestoken in een enorme wrong. Ze droeg een zwarte maillot en spitzen zoals Celine voor mij had gekocht. Haar lippen waren rood en haar ogen waren gitzwarte vlekken in haar doodsbleke gezicht.
‘Janet, dit is madame Malisorf,’ zei Celine, en het verbaasde me te horen dat ze niet langer kwaad klonk. Het was of ze getransformeerd was zodra ze over de drempel van de studio kwam.
‘Hallo,’ zei ik, met een verlegen lachje.
Ze staarde me alleen maar aan en draaide zich toen om naar Celine.
‘Je weet dat ik meisjes niet graag op spitzen zet voor ze dertien zijn, Celine, hoe lang ze ook hebben gestudeerd.’
‘Ze wordt binnenkort dertien, madame,’ zei Celine.
Madame Malisorf grijnsde sceptisch.
‘Ze ziet er niet ouder uit dan negen of tien.’
‘Ik weet het. Ze is klein, maar heel talentvol,’ zei Celine.
‘We zullen zien. Ik wil dat je naar de andere muur loopt en terug,’ beval madame Malisorf.
Ik keek even naar Celine, die lachte en bemoedigend knikte. Toen liep ik naar de muur, draaide me om, en liep terug.
‘Nou, madame?’ vroeg Celine snel. Het was duidelijk dat ze verwachtte dat madame Malisorf het eens zou zijn met haar oordeel.
‘Ze heeft een goede houding en evenwicht. De nek lijkt een beetje zwak, maar dat is snel te verhelpen. Ga op je tenen staan,’ beval ze weer, en ik deed het. Toen ik me weer wilde laten zakken snauwde ze: ‘Nee, blijf zo staan tot ik iets anders zeg.’
Ik deed wat ze vroeg en wachtte. Mijn kuiten begonnen te trillen en pijn te doen, maar ik hield mezelf overeind. Ik voelde mijn gezicht rood worden.
‘Steek je armen recht vooruit,’ zei ze.
Ook dat deed ik.
‘Houd je hoofd hoog, je ogen recht vooruit.’
Het leek een soort marteling, maar omdat Celine naar me keek met die glimlach op haar gezicht, dwong ik mezelf het vol te houden. Mijn hele lichaam begon te trillen. Ik hoopte dat het gemakkelijker zou gaan op spitzen.
‘Ontspan je,’ zei madame Malisorf. ‘Goede kracht, goed evenwicht voor iemand zonder enige training. Misschien heb je gelijk, Celine,’ zei ze, ‘maar het zal grote inspanning kosten. Wat het werken sur les pointes betreft, zullen we zien hoe lang het duurt om haar zover te krijgen.’ Ze richtte zich weer tot mij. ‘Trek je trainingskleren aan en kom over tien minuten terug,’ beval ze.
Weer die tien minuten. Celine knikte naar me en ik liep haastig de studio uit en de trap op naar mijn kamer om mijn maillot aan te trekken. Celine had gelijk over de manier waarop madame Malisorf haar lessen gaf. Ze gaf een demonstratie en liet me daarna de ene oefening na de andere doen aan de barre. Herhaling was het magische woord. Ze snauwde haar bevelen en verwachtte dat ik ogenblikkelijk zou gehoorzamen. Als ik even pauzeerde om op adem te komen, zuchtte ze diep en zei: ‘Nou?’ En Celine kuchte even in de deuropening waar ze zat. Ze had me niet verteld dat ze bij mijn lessen aanwezig zou zijn, en het maakte me nog zenuwachtiger. Ik voerde elke beweging zo vaak uit dat ik dacht dat ik alle oefeningen nog in mijn slaap zou doen. Eindelijk haalde madame Malisorf me van de
barre af en liet me staan met mijn voeten naar buiten gedraaid.
‘Om verschillende redenen, die te maken hebben met de structuur van het heupgewricht,’ legde ze uit, ‘kan een danseres de grootste extensie krijgen als het been naar buiten is gedraaid, vanuit de gebruikelijke positie. Die rotatie stelt je in staat even gemakkelijk zijwaarts als voor- en achterwaarts te bewegen. Die positie staat bekend als -’
‘Uitdraai,’ zei ik snel. Ik wilde indruk op haar maken met mijn kennis.
‘Ja,’ zei ze, maar ze leek niet verbaasd of zelfs maar tevreden. Integendeel, ze keek geërgerd dat ik de zin voor haar had afgemaakt. In de spiegel zag ik de waarschuwende blik in Celines ogen en ging snel in de positie staan zoals die beschreven was in het boek.
‘Nee, nee,’ riep madame Malisorf uit. ‘Je begint niet vanuit de enkels. Je dwingt je voeten niet in die positie en laat alles van daaruit naar boven volgen. De uitdraai begint bij het heupgewricht.’
Ze pakte me bij mijn middel en liet het me herhaaldelijk doen tot ze tevreden was. Het was nog veel te veel in het begin van mijn training om te springen, dus keerden we terug naar de barre voor nog meer oefeningen.
‘Ik zal je sterk genoeg maken voor de bewegingen die ik je zal leren,’ zei ze zelfverzekerd.
Toen we klaar waren voor die dag, deed mijn hele lichaam pijn, vooral mijn heupen en benen. De pijn was hier en daar zo hevig, dat de tranen in mijn ogen sprongen, maar ik durfde geen klacht te laten horen. De hele tijd dat ik met madame Malisorf werkte, keek Celine naar me vanuit haar rolstoel, knikkend en glimlachend na alles wat madame Malisorf had gezegd.
‘Ze zal geweldig worden, absoluut geweldig, nietwaar, madame Malisorf?’ vroeg Celine aan het eind van de les.
‘We zullen zien,’ antwoordde madame Malisorf, met kille, kritische ogen.
‘Ik heb al spitzen laten aanmeten.’
‘We kunnen haar vorderingen niet forceren, Celine,’ snauwde madame Malisorf. ‘Dat hoor jij toch zeker te weten.’
‘Dat zullen we niet doen, maar ze zal zich snel ontwikkelen,’ zei Celine, die zich niet uit het veld liet slaan. ‘Daar zal ik voor zorgen. Ze zal oefenen en oefenen en nog eens oefenen, madame.’
‘Ik hoop het,’ zei madame Malisorf rechtstreeks tegen mij. ‘Je kunt niet verwachten een balletdanseres te worden alleen met de lessen.’ Ze dacht even na en ging toen verder. ‘Ik zal een andere leerling meenemen.’ Ze keek naar Celine. ‘Het is goed om haar met een ander te laten werken.’
‘Ja, ja, goed,’ zei Celine. ‘Dank u. Morgen?’
‘Morgen,’ antwoordde madame Malisorf, en begon haar spullen bijeen te pakken.
Morgen? Krijg ik elke dag les? vroeg ik me af. Wanneer zal mijn arme lichaam de kans krijgen om zich te herstellen?
Zodra madame Malisorf vertrokken was, reed Celine naar me toe, haar ogen fonkelend van opwinding.
‘Ze mag je graag. Ik weet het zeker. Ik ken haar al heel lang. Als ze niet dacht dat je mogelijkheden had, zou ze weigeren je les te geven. Ze verspilt haar tijd niet aan middelmatige leerlingen. En dat ze uit zichzelf aanbiedt een van haar speciale leerlingen mee te brengen... Nou ja, jij begrijpt niet wat dat betekent, Janet. Daarom ben je niet zo enthousiast als je zou moeten zijn. Je hoort enthousiast te zijn, Janet. Snap je dat niet? Madame is het met me eens. Je wordt een prima ballerina. Dat is fantastisch, fantastisch.’ Ze klapte in haar handen.
Ik probeerde ondanks mijn pijn te glimlachen. Ze moest erom lachen.
Maak je geen zorgen over je pijn, Janet. Neem een warm bad voor het eten. Na een paar lessen is je lichaam minder pijnlijk. Je zult het zien. O, ik popel van verlangen om Sanford te vertellen over de les. Ik had gelijk. Ik wist het. Ik had gelijk,’
zei ze, ronddraaiend in haar stoel. Toen reed ze naar de deur.
Wat had ik gedaan om haar zoveel vertrouwen te geven, dacht ik, behalve door de studio paraderen, op mijn tenen gaan staan, mezelf in evenwicht houden en dan zoveel inspannende oefeningen doen dat ik het gevoel had of ik was aangereden door een vrachtauto?
Ik volgde haar naar buiten en liep de trap op naar mijn kamer, stukken langzamer dan ik de vorige dag had gedaan. Pas toen ik in mijn kamer was en de deur achter me gesloten had, gunde ik mezelf mijn eerste gekreun. Toen liet ik het bad vollopen en weekte mijn pijnlijke spieren. Later aan tafel was mijn les in de studio met madame Malisorf het enige waar Celine over wilde praten. Sanford probeerde me een paar dingen te vragen over mijn eerste schooldag, maar Celine viel hem voortdurend in de rede met adviezen over het werken aan de barre.
ik wou dat je haar had kunnen zien, Sanford. Soms had ik het gevoel dat ik naar mezelf keek in de spiegel als mijn moeder naar me kwam kijken.’
Ik vroeg me af wanneer ik mijn nieuwe grootouders zou leren kennen, maar er werd niet gesproken over hun bezoek of ons bezoek aan hen.
Celine wilde dat ik na het diner bij haar bleef om nog wat over ballet te praten, maar Sanford herinnerde haar eraan dat ik een hoop schoolwerk had in te halen.
‘Schoolwerk,’ zei ze minachtend. ‘Op een dag, heel gauw, krijgt ze een privé-leraar, net als ik heb gehad.’
‘Bedoelt u dat u niet meer naar school ging?’
‘Natuurlijk niet. Dansen was alles voor me, en dat zal het ook voor jou worden, Janet. Je zult het zien,’ voorspelde ze.
Alleen maar de hele tijd balletles, en een privé-leraar, dacht ik, maar hoe moest het dan met vriendinnen en feestjes en vooral vriendjes? Ik geloof niet dat ik erg enthousiast keek bij het vooruitzicht. Haar mond trok afkeurend omlaag.
‘Wat is er?’ vroeg ze snel.
‘Ze is erg moe, Celine,’ antwoordde Sanford voor mij. ‘Dit is een belangrijke dag geweest, een van de belangrijkste in haar
leven, denk ik.’
Celine nam me even aandachtig op en glimlachte toen. ‘Ja, ja, natuurlijk, dat is het. Ga je huiswerk maken, lieverd, en dan slapen.’
Ik mocht gaan en ging terug naar mijn kamer. Even bleef ik achter mijn bureau zitten en staarde naar de berg lectuur die ik moest doornemen. Een nieuw huis en een nieuwe familie krijgen was minder gemakkelijk dan ik altijd gedroomd had.
Toen ik me uitrekte tegen de rugleuning van mijn stoel, schreeuwden mijn onderrug en de achterkant van mijn benen het uit van de pijn. Ik bekeek mezelf in de spiegel en kreunde. Ik had een nieuwtje voor mijn vermoeide lichaam. ‘Er zal nog heel wat meer pijn komen.’