14
Dit is echt, zei Davlo Lentrall weer tegen zichzelf. Voor het eerst in je leven maak je deel uit van iets echts. Ben je een van degenen die het werk doen. Hij ging uitgeput achter de tafel in de officiershut zitten en zette het blad voor zich neer. Iets waarvoor Kaelor was gestorven, om het tegen te houden, omdat het zovelen kon ombrengen. Davlo knipperde met zijn ogen en schudde zijn hoofd. Het was moeilijk zulke gedachten van je af te zetten. Hij wist dat hij moest eten, dat hij zijn krachten nodig had om aan het werk te blijven. Maar hij was te moe om trek te hebben. Hij wilde alleen even zitten, tot hij zichzelf zou dwingen te eten. Hij was in een slechte conditie en viel af, wist hij. Maar het kostte hem een enorme krachtsinspanning om zich daar druk over te maken.
Waarom hadden ze hem hierheen gestuurd? Gouverneur Grieg had zelf voorgesteld - of eigenlijk beleefd bevolen - dat Davlo zich met de ruimtekant van de operatie zou bezighouden. Davlo wist niet precies waarom. Dacht de gouverneur dat het een soort beloning voor Davlo was, in plaats van een kwelling, om dat waarvan hij had gedroomd vorm te zien aannemen? Had de gouverneur - terecht - gezien dat Davlo op de rand van instorten stond, iemand was die je maar beter kon vergeten.
Hij keek door de patrijspoort van het Blijverruimteschip de ruimte in, naar het meest waarachtige dat hij ooit in zijn leven had gezien. Daar was hij, zo'n tien kilometer bij hen vandaan. Komeet Grieg, een ijsberg die zich door de duistere ruimte spoedde.
Het was geen abstracte vorm in een computer, geen gesimuleerd beeld in een hologram. Het was echt. Daar was hij. En hij was enorm, veel groter dan hij zich had voorgesteld, veel groter dan getallen hem duidelijk hadden kunnen maken. Hij besloeg de halve hemel, en nog meer, leek het. Hij was een donkere, broedende, grijze massa die half in schaduwen was gehuld. Een monster uit de duisternis, en dankzij hem werd hij op Inferno gericht.
Grof gezegd was hij ovaal van vorm, maar dat was een te eenvoudige en abstracte omschrijving. Hij was een echte wereld, al was het een kleine, met een geografie die ingewikkeld genoeg was om kaartenmakers een generatie lang bezig te houden. Het oppervlak was zo pokdalig, zo bedekt met kraters, steile rotswanden, kloven en spleten, dat het moeilijk was om iets op het oppervlak te bestuderen, zonder te worden afgeleid door de omgeving.
Komeet Grieg was er een uit een speciale klasse van zogenaamde 'donkere' kometen. Het zonnestelsel van Inferno telde volop normale kometen, van het klassieke 'vuile sneeuwbal'-type, die voornamelijk uit bevroren water en andere reststoffen bestonden. Maar om onduidelijke redenen leken zonnestelsels met een slecht ontwikkeld planetensysteem ook een groot aantal donkere kometen te produceren, en Inferno deelde zijn zon met slechts twee planeten, die nauwelijks groot genoeg waren om als gasreuzen te worden omschreven, een kleine, verschrompelde asteroïdengordel en de gebruikelijke verzameling ruimterommel: kometen, asteroïden, ruimtestof enzovoort.
Ze werden 'donker' genoemd omdat ze vrij kleine staarten produceerden en uit donkerder materiaal waren samengesteld. Donkere kometen leken het meest op in ijs verpakte asteroïden. Grieg bezat een opvallend grote hoeveelheid steenachtig materiaal, maar hij bevatte volop water en andere vluchtige elementen. Rond de kolos hing een vage wolk van gas, stof en ijssplinters, en brokken puin, waarvan de grootte varieerde van enkele moleculen tot die van een kleine luchtwagen. Dat alles was losgeraakt door natuurlijke verwarming en gasuitstoot toen de komeet de zon naderde, of, zoals nu, door toedoen van de mens.
Een zoeklicht van een laboratoriumschip priemde door de wolk puin en bescheen op de oppervlakte van komeet Grieg een klein gebied, dat zo fel en helder afstak, dat het geen deel leek uit te maken van het donkere oppervlak. Uit de komeet stak een perfecte, gladde, cilindrische vorm. Davlo herkende het. Het was een van de tien stuwers die op het oppervlakte van de komeet waren aangebracht. Hij had geholpen uit te rekenen waar ze moesten worden geplaatst en had een kleine rol gespeeld bij het uitwerken van de onstekingsvolgorde om het tollen van de komeet tot staan te brengen. Hij had een wiebelende omwenteling om twee assen gemaakt, toen het team er aankwam. Nu was de draaiing gestopt en wees de neus van de planeet recht naar de zon.
Maar de zon zou geen kans krijgen deze komeet verder te doen smelten. Davlo keek van de komeet Grieg naar het zonnescherm, een enorme, onwerkelijke parasol die een kilometer of wat in de richting van de zon in de ruimte dreef en zo, gezien vanaf het oppervlak van Grieg, een permanente zonsverduistering veroorzaakte.
Als hij zijn gang had kunnen gaan, zou Grieg zijn gaan koken en smelten en zou nu al een flink deel van het materiaal zijn vervlogen, wat een coma zou hebben gevormd, die door de zonnewind in een bescheiden staart zou zijn weggeblazen. Maar het zonnescherm hield dat allemaal tegen, zodat de komeet hard bevroren bleef.
De parasol werd ook door de zonnewind weggeblazen en dreef langzaam naar de komeet. Over een dag of wat zou hij hem raken, al bewoog hij veel te langzaam om het dan een botsing te noemen. De parasol zou zich om de komeet heen draperen als een kleine zakdoek die op een groot ei viel. Op sommige plaatsen zou hij scheuren, en de arbeiders zouden er op andere plekken opzettelijk gaten in maken, waar dat nodig was, maar dat zou geen gevolgen hebben. De parasol zou het zonlicht net zo goed weerkaatsen en slechts een paar procent van zijn capaciteit verliezen.
Davlo Lentrall vroeg zich af wat Kaelor hier allemaal van zou hebben gedacht. Hij zou er ongetwijfeld een spottende opmerking over hebben gemaakt, een ongenaakbare woordspeling die de zwakte van het plan in een paar woorden zou samenvatten. Of, vroeg Davlo zich af, stelde hij zich Kaelor te menselijk voor? Kaelor was gestorven.bij een mislukte poging te voorkomen dat de komeet zou worden gevangen. Het was vreemd te veronderstellen dat hij op de eerste rang getuige had kunnen zijn van de gebeurtenis, zonder dat de Drie Wetten hem tot actie zouden hebben gedwongen. Davlo Lentrall begon steeds beter te begrijpen wat wanhoop was en hoe die iemand ertoe aanzette iets gevaarlijks te doen.
Maar je hoefde het niet op grote schaal te bekijken om te constateren dat dit geen plaats was voor robots. Davlo keek weer door de patrijspoort en zag twee minuscule gedaanten in ruimtepakken een enorm grote, onherkenbare machine over het oppervlak van de komeet duwen. Eén verkeerde stap, één barst in een plateau, één keer te hard tegen de machine duwen, en een van hen, of beiden, zouden dood zijn. Je kon je niet voorstellen dat een moderne robot een mens zou toestaan zoiets riskants te ondernemen.
Davlo keek naar de chronometer aan de muur en zag dat zijn pauze bijna om was. Meer uit plichtsbesef dan uit vrije wil begon hij te eten. Met mechanische bewegingen, zonder het voedsel te proeven. Hij moest weer aan het werk. Hij zou hulp krijgen bij de laatste controleberekeningen voor de plaatsing van de centrale explosiestuwing. Het was vernederend, verbitterend zelfs, dat doctor Davlo Lentrall, de man die de droom had gedroomd en het plan had verzonnen, zo'n minderwaardige functie als assistent-controleur kreeg toegewezen. Glorie en accolades zouden zijn deel zijn.
Maar zo zag hij het niet langer. Anderen hier, voornamelijk Blijvers, hadden veel meer ervaring met de gedetailleerde berekeningen die kwamen kijken bij het verplaatsen van een kleine wereld door de ruimte. Hij zag zijn plaats hier als een straf, een terechte straf. Hoe briljant en edel kon zijn zienswijze zijn als zijn beste medewerker bereid was te sterven om zijn plan te verijdelen? Davlo voelde zich in verlegenheid gebracht en schaamde zich als iemand hem herkende en feliciteerde met zijn grootse plan. De meeste bemanningsleden hadden geleerd het onderwerp te mijden, en om Davlo te mijden.
Maar hij was hierheen gestuurd om werk te doen en daar was hij mee akkoord gegaan. Daarom accepteerde hij de taken die hij kreeg toegewezen, en hij voerde ze zo goed mogelijk uit. Het werk bezorgde hem afleiding. Hij kon zich druk maken over het oplossen van vergelijkingen en het bepalen van de juiste stuwkracht en de richting. Vrije tijd was het ergste, nachten die hij doorbracht met in de duisternis te staren, terwijl hij dacht aan wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Nee, hij wilde geen felicitaties.
Er was iets in hem veranderd. Of was er gewoon iets weggebrand, vernield, toen hij zag hoe Kaelor zichzelf vernietigde? Was het laatste van de oude Davlo samen met Kaelor gestorven? Had iets of iemand de plaats van de oude Davlo ingenomen, of was hij slechts de lege huls van een man die zich op de stroming van de gebeurtenissen liet meedrijven?
Nee. Laat maar. Denk aan andere dingen. Denk aan de plannen om de komeet te verplaatsen.
Davlo's oorspronkelijke plan was geweest een vrij normale hoogrendement kernbom te gebruiken, maar de door de Blijvers ontworpen explosiestuwers waren een grote verbetering van dat idee. In feite was een e-stuwer een kernbom die binnen een sterk krachtveld in de vorm van een enorme raketpijp tot ontploffing werd gebracht. Het krachtveld zond de kracht van de explosie in de juiste richting, waardoor er een gerichte stuwing ontstond die veel efficiënter en veel beter te beheersen was.
Er werden natuurlijk ook andere explosieve ladingen aangebracht. Wanneer de baan van de komeet werd aangepast om die van Inferno te kruisen, bevond hij zich nog op een flinke afstand van de planeet. Hij zou er net iets meer dan tweeëndertig dagen over doen om van het punt in de ruimte waar de koersverandering plaatsvond, naar het ontmoetingspunt met Inferno te komen.
Vlak voordat hij bij de planeet aankwam, zou de komeet met behulp van explosieve ladingen in kleinere stukken worden gebroken, en elk brokstuk zou op een ander punt op het oppervlak worden gericht. Elk brokstuk zou een eigen, kleine, niet-nucleaire aandrijvingen koerscorrectiesysteem hebben.
En dat was het aspect waarover Davlo zich ongerust maakte. Dat was het kwetsbaarste onderdeel van het plan. Theoretisch zou het voor de menselijke wetenschappers en de standaardcomputers wel mogelijk zijn om de complexe operatie uit te voeren. Maar voor het huidige plan moest Grieg in twaalf stukken uiteenvallen, en het was lang niet zeker dat alle explosies het enorme lichaam in stukken van precies de goede afmetingen zouden snijden. Bovendien zouden er door de explosies duizenden kleinere brokken vrijkomen. De meeste zouden te klein zijn om enige schade te kunnen aanrichten.
Maar er hoefde slechts een brokstuk in een stuwpijp terecht te komen, een brok dat groter of kleiner uitviel dan verwacht, en dan zou de hele, zorgvuldig berekende inslag volkomen uit de hand lopen. Toch waren er voldoende reservestuwbuizen, zodat de rest het werk kon doen als enkele stuwers van een bepaald brokstuk zouden worden vernield. Er bestond wat hem betreft geen twijfel over de gang van zaken. Er zou beslist iets in het oorspronkelijke plan misgaan, maar je wist alleen niet wat. Ze moesten de operatie tijdens de uitvoering direct kunnen aanpassen om de onvermijdelijke problemen te kunnen oplossen.
Het leiden van de laatste fase van de operatie zou inhouden dat ze duizenden processen tegelijk moesten volgen. Ze zouden de twaalf brokstukken meteen moeten verplaatsen en bij elkaar vandaan houden, terwijl ze omlaag werden geleid en op de vastgestelde inslagplaatsen werden gericht. Intussen moest er iets worden gedaan aan de wolk puin die tijdens de explosies was vrijgekomen.
Hoe de theorie ook in elkaar stak, in de praktijk was het werk niet door mensen uit te voeren, noch door een combinatie van mens en computer. Het brein dat het zou aankunnen, zou als een mens besluiten moeten kunnen nemen, gecombineerd met de rekensnelheid en nauwkeurigheid van een computer... Kortom: een robot.
Maar niet zomaar een robot. De taak was te complex voor een standaardrobot. Zelfs het uitlezen van de honderden sensoren zou al te veel zijn voor een normaal positronisch brein.
De enige manier om de laatste fase te leiden, was het werk over te laten aan de Eenheden Dom en Dee.
En dat betekende dat ze een driewetrobot met haar computertegenpool de leiding in handen moesten geven.
En als Kaelor liever zichzelf doodde dan mee te werken aan de komeetinslag, hoe zou Dee dan in duivelsnaam de operatie kunnen leiden zonder haar verstand te verliezen? Of zou ze botweg weigeren het te doen?
Dezelfde vraag speelde ook in Alvar Kresh' gedachten toen hij met Fredda in de luchtwagen stapte voor de korte vlucht van de winterresidentie naar het terravormingscentrum. De dagen waren opvallend snel verlopen. Sta op, ga naar het centrum, bestudeer de hele dag details over het lot van de planeet, dan naar huis, naar de residentie, om te eten en te slapen, waarna het de volgende dag weer allemaal opnieuw begon.
Hij had niet verwacht dat hij zoveel beslissingen zou moeten nemen, dat er zoveel werk overbleef dat hij zelf moest doen. Ondanks de kracht en de capaciteit van het uiterst moderne terravormingscentrum en de twee besturingseenheden, bleven er besluiten over die geen robot of mens kon nemen, vragen die alleen de gouverneur kon beantwoorden. Er waren trouwens nog een heleboel mensen die geen bevelen van een robot aannamen, hoe logisch ze ook waren. Er waren dingen die Kresh wist, maar Dee en Dom niet: hoe je het beste een plaatselijke leider kon bewerken, welke prijzen voor noodvoorraden hij door te onderhandelen omlaag zou kunnen krijgen en welke niet, wie hij om een gunst kon vragen, waar hij er een kon inlossen, hoe ver mensen, zo nodig, onder druk konden worden gezet en wanneer je het moest opgeven.
Maar alles liep via het terravormingscentrum. Het werd Kresh al snel duidelijk dat als hij zijn hoofdkwartier niet meteen in het centrum had ingericht, hij het er in elk geval toch naartoe had moeten verhuizen.
Fredda kwam achter hem aan de luchtwagen in en ging naast hem zitten. Donald nam plaats achter de besturing, doorliep een veiligheidscontrole, steeg op en vloog naar het centrum.
Tot dusver liepen de voorbereidingen voor het verleggen van de koers van de komeet goed. Maar hij bleef zich ongerust maken. Hij vergat nooit dat Dee dacht dat heel Inferno een simulatie was. Of dat een voordeel of een nadeel was, was hem nog niet duidelijk. 'Wat vind je ervan?' vroeg hij zijn vrouw.
Fredda keek hem met een geamuseerde glimlach aan. 'Waarvan? Het is nogal moeilijk mijn mening geven zonder dat je me wat meer aanknopingspunten geeft.'
'Sorry, ik was met mijn gedachten elders. Denk je dat Dee en Dom deze operatie kunnen leiden?'
'Ik weet het niet,' zei Fredda. 'Elke dag houd ik Dee in de gaten, bestudeer ik haar gedrag en probeer ik haar te begrijpen. Maar er is een heel belangrijke barrière waar ik niet omheen kan. Ze denkt dat dit allemaal niet echt is. Ik kan de logica begrijpen achter de gedachte haar te vertellen dat de wereld denkbeeldig is, maar ik moet toegeven dat ik betwijfel of het besluit wel verstandig is geweest. Er hangt vanaf of ze alles wel precies goed doet, en bovendien is het voor haar allemaal een spel. Ze doet er zo nonchalant over, alsof de hele situatie alleen voor haar vermaak is verzonnen.'
'Vanuit haar standpunt is het ook allemaal voor haar verzonnen,' zei Kresh. 'Voor zover zij weet is de wereld Inferno gewoon een puzzel die ze moet oplossen, of een die ze als onoplosbaar zal moeten afschrijven.' Hij zweeg even en vervolgde toen: 'Ik zou het met je eens moeten zijn wat betreft haar houding, maar tegelijkertijd moet ik zeggen dat haar werk foutloos is. Ze mag het dan wel niet serieus nemen, maar ze doet het wel serieus. Misschien is dat al wat telt.'
'Ik hoop het,' zei Fredda. 'Want ik weet niet wat we in duivelsnaam moeten doen als we haar niet meer zouden vertrouwen. Theoretisch kunnen we de stekker eruit trekken en Eenheid Dom het laten overnemen. Maar ik denk niet dat dat nog mogelijk is. Ze zijn te zeer met elkaar verweven. Ze zijn te afhankelijk van elkaar om een van hen zomaar te kunnen uitschakelen.'
'En Dee heeft de leiding,' zei Kresh. 'Volgens mij gebruikt ze Dom gewoon als extra rekenmachine.'
'Nee,' zei Fredda fel. 'Het is gemakkelijk om dat te denken. Ze heeft de leiding als het om het contact met mensen gaat, dat is wel duidelijk. Maar dat is slechts een minimaal deel van hun werk. Voor de rest zijn ze in elk opzicht eikaars gelijken. En er zijn terreinen waarop Dom beslist haar meerdere is. Zoals computerberekeningen. Ja, hij is gewoon een domme machine, een hersenloze computer met een grove persoonlijkheidssimulator als interface. Maar hij trekt een groot deel van de wagen. We hebben hen allebei nodig, we kunnen het niet zonder een van de twee stellen.'
'Soms,' zei Kresh, 'kan ik het zonder beide stellen, zonder de hele toestand.'
Ze zeiden geen woord meer, tot Donald de luchtwagen zachtjes voor het terravormingscentrum liet landen.
Kresh, Fredda en Donald liepen kamer 103 van het terravormingscentrum binnen en gingen op hun vaste plaats bij de console voor Dee zitten. Hun werkverdeling was duidelijk. Kresh werkte de eindeloze lijst grote en kleine beslissingen door die Eenheid Dee hem gaf.
Fredda hield de verrichtingen en het gedrag van Eenheid Dee in de gaten en sprak er met Soggdon en de andere experts over. Tot nu toe was Dees niveau van Eerste Wet-spanning opvallend laag. Zelfs alarmerend laag.
Fredda had ook een andere taak. Om het verzinsel overeind te houden dat Inferno een simulatie was, en gouverneur Kresh slechts een simulaat, kon hij geen direct contact hebben met de staf van het terravormingscentrum wanneer de kans bestond dat Dee zou meeluisteren. Fredda fungeerde dan als anonieme tussenpersoon die informatie heen en weer liet gaan, wat meestal fluisterend of door middel van briefjes gebeurde.
Intussen stond Donald via de hyperband permanent in contact met het kantoor van Kresh in Hades. Hij gebruikte bestaande en nog geldende codes om de meeste zaken af te handelen en betrok Kresh er alleen bij als het echt nodig was.
Kresh zat met een gezicht waarop zich iets aftekende wat op verveling leek, achter de console. Alles zou binnenkort gereed zijn, de tijd vergleed. Het tijdstip waarop hij de laatste, onherroepelijke beslissing moest nemen, naderde snel. Hij keek naar de chronometer op de muur. Die telde af en toonde de tijd die resteerde tot de koerscorrectie van de komeet. Nog vierennegentig uur. Voordat de klok op nul stond, moest hij hebben besloten of ze de komeet naar Utopia stuurden, of hem met rust lieten en de waanzin en chaos die hen hierheen had gebracht achter zich lieten. Hij had gedacht zeker te weten er klaar voor te zijn de laatste stap te doen. Maar nu werd de druk groot. Stel nu dat hij nu tot de conclusie zou komen dat de koersverlegging van de komeet een vreselijke fout was? Zou hij de moed hebben om nee te zeggen, te stoppen en de gelegenheid voorbij te laten gaan?
'Goedemorgen, gouverneur Kresh,' zei Eenheid Dee zodra Kresh de hoofdtelefoon had opgezet.
'Goedemorgen, Dee,' antwoordde hij met barse stem, niet helemaal op zijn gemak. 'Wat hebben jij en Dom vandaag voor me?'
'Heel wat, meneer, zoals u zich wel kunt voorstellen. Maar er is met name iets wat we meteen zouden willen bespreken.'
Kresh leunde achterover in zijn stoel en wreef met zijn vingers over zijn neus. Het zou geen gemakkelijke dag worden. 'En wat is dat dan wel?' vroeg hij.
'Een plan dat ik, als u mij de uitdrukking vergeeft, "Laatste Greppel" heb gedoopt. Het geeft u de mogelijkheid de plannen voor een komeetinslag na de koersverlegging af te breken. Dom heeft de meeste berekeningen uitgevoerd en een paar minuten geleden afgerond.'
'Hoe kunnen we het plan in duivelsnaam afbreken na de koersverlegging?' vroeg Kresh geërgerd.
'Zoals u weet, wordt het hele komeetlichaam uitgerust met explosieve ladingen die tot doel hebben hem vlak voor de inslag in het gewenste aantal brokstukken uiteen te laten vallen.'
'Nou en?'
'Vrijwel al die explosieve ladingen zijn getemperd of worden op de een of andere manier gericht, wat meestal door middel van krachtvelden gebeurt. Het plan is die explosieven volgens een zorgvuldig berekend patroon af te laten gaan, zodat er zo min mogelijk ongewenste fragmentatie en zijdelingse spreiding plaatsvindt. Als we de explosieven in een andere volgorde tot ontsteking brengen, en in een veel korter tijdsbestek, moet het mogelijk zijn om de hele komeet op te blazen en tot een wolk gruis te reduceren.'
'Maar die wolk gruis zal nog steeds recht op onze planeet afkomen,' protesteerde Kresh. 'Hij zal de planeet met een ongecontroleerde hoeveelheid inslagen raken.'
'Dat is niet helemaal juist, gouverneur. Als de explosies op de juiste manier plaatsvinden en ruim voor het moment van de inslag, zal de explosie verreweg het grootste deel van het materiaal een zijdelingse snelheid geven, die zo groot is dat dat materiaal de planeet niet zal raken. Zelfs in het ergste geval zal ruim negentig procent van het puin van de komeet de planeet missen en zijn baan om de zon vervolgen. Van de tien procent puin die de planeet wel raakt, zal negentig procent neerkomen in gebieden die al zijn geëvacueerd, of in het open water van de Zuidelijke Oceaan.'
'Dan blijft er nog één procent van de komeet over dat ongecontroleerd zal inslaan,' zei Kresh.
'En in sommige gebieden zal er gedurende een korte periode een verhoogd risico bestaan,' zei Dee. 'Gedurende tweeëndertig uur na de explosie zullen er op de hele planeet kleine stukjes puin neerkomen, maar het inslaggevaar voor de meeste bewoonde gebieden zal in de orde van één inslag per honderd vierkante kilometer liggen. In de meeste streken is de kans groter dat mensen tijdens een onweer door de bliksem worden getroffen dan door een komeetdeel zullen worden geraakt.'
'Maar in sommige gebieden zullen de problemen groter zijn,' bracht Kresh daar tegenin.
'Ja, meneer. Hoe dichter je bij het oorspronkelijke doelgebied komt, hoe groter de concentratie van de inslagen zal zijn. Maar iedereen in die gebieden moest al uit voorzorg dekking zoeken. Als we dit plan uitvoeren, schat ik dat het gevaar maximaal op één inslag per tien vierkante kilometer in de bevolkte gebieden komt, en de meeste van die inslagen zullen objecten met een massa van minder dan een kilogram zijn.'
Kresh dacht even na. 'Wat is het laatste moment waarop we de komeet kunnen opblazen?'
'Om binnen de variabelen te blijven die ik heb beschreven, zou ik de detonatie niet later dan tweeënnegentig minuten en vijftien seconden voor de voorziene inslag moeten laten plaatsvinden.'
'Niet slecht, Dee,' zei Kresh. 'Helemaal niet slecht.'
Fredda en Soggdon luisterden beiden via hun hoofdtelefoon mee, maar er lag een bezorgde trek op hun gezicht. Fredda trok zijn aandacht met een heftig gebaar, alsof ze een keel doorsneed, en door de microfoon uit te schakelen. Soggdon knikte.
'Wacht even, Dee,' zei Kresh. 'Ik moet hier even over nadenken. Ik ben zo terug.'
'Goed, meneer,' zei Dee.
Kresh schakelde zijn microfoon uit en zette de hoofdtelefoon af. 'Wat is het probleem?' vroeg hij. 'Waarom maken jullie je zo ongerust over dat idee? Ik moet zeggen dat ik het zeer verleidelijk vind klinken. Het geeft ons veel meer speelruimte.'
'Daar gaat het niet om,' zei Fredda. 'Dit zijn de woorden van een robot. Een robot die luchtigjes een plan uitlegt om vijftigduizend meteorieten lukraak op de planeet te laten neerkomen!'
'Maar zelfs met vijftigduizend of honderdduizend meteorieten is de kans op werkelijk gevaar voor mensen...'
'Enorm groot,' zei Donald. Alleen een krachtige Eerste Wet-drang had hem ertoe kunnen aanzetten om het te wagen de gouverneur van de planeet te onderbreken. 'Onacceptabel groot. En ik wil eraan toevoegen dat elke gezonde driewetrobot zijn best zal doen om een mens te beschermen die gevaar loopt door de bliksem te worden getroffen. Dergelijk gevaar is niet te verwaarlozen.'
'Niet voor een robot, nee,' beaamde Fredda. 'Of zo zou het althans moeten zijn. Voor een mens wel, niet voor een robot.'
'Wacht even,' zei Kresh. 'Maken jullie je ongerust omdat Dee niet overdreven op de risico's reageert?'
'Nee,' zei Fredda, 'ik maak me ongerust omdat ik hierdoor aan Dees gezondheid ga twijfelen. Een robot staat voortdurend op het randje van doorbranden als hij alleen maar aan iets denkt wat een wijdverbreid, onbeheersbaar gevaar voor mensen kan betekenen.'
Kresh keek naar Soggdon. 'Wat vindt u, doctor?'
'Ik ben bang dat ik het met doctor Leving eens ben,' zei ze. 'Maar wat me nog meer verontrust, is dat al onze gegevens aangeven dat Dees niveau van Eerste Wet-spanning al die tijd ruim onder de normale waarde is gebleven, terwijl de spanning maximaal zou moeten zijn, op het randje van het acceptabele, gezien de operatie waarmee ze bezig is. Maar als er iets niet klopt, dan is het dat de waarden iets aan de lage kant zijn.'
'Misschien moet u maar eens met haar praten,' stelde Kresh voor.
Soggdon schakelde haar microfoon aan en zei: 'Eenheid Dee, dit is doctor Soggdon. Ik heb meegeluisterd met je gesprek met de gesimuleerde gouverneur. Ik moet zeggen dat ik nogal verrast ben door dat Laatste Greppel-idee.'
Kresh en Fredda hadden ook hun hoofdtelefoon opgezet en luisterden mee.
'Wat vindt u er verrassend aan, doctor?'
'Nou, het lijkt me dat een groot aantal mensen erdoor aan gevaar wordt blootgesteld. Ik geef toe dat het gevaar voor één enkel persoon redelijk laag is, maar statistisch gezien vormt het plan een onacceptabel groot gevaar voor mensen, vind je niet?'
'Maar dokter, het zijn maar simulaten,' zei Dee. 'Een klein, statistisch risico voor een hypothetisch wezen, daar hoefje toch niet al te veel aandacht aan te besteden?'
'Integendeel, Dee, je moet gevaar voor de simulaten uiterst serieus nemen, zoals je heel goed weet.'
Er volgde een korte pauze voordat Dee antwoordde, wat op zich al te denken gaf, gezien de snelheid waarmee robots dachten. 'Ik zou een vraag willen stellen, doctor. Wat is het doel van deze simulatie?'
Op Soggdons gezicht flitste meteen een gealarmeerde blik op. 'Nou... om verscheidene terravormingstechnieken gedetailleerd te onderzoeken, natuurlijk,' zei Soggdon.
'Ik vraag me af, doctor, of dat wel helemaal waar is,' zei Dee.
'Eigenlijk vraag ik me af of er wel iets van dat verhaal waar is.'
'Waarom... waarom zou ik je voorliegen?'
'Doctor, we weten allebei heel goed dat u me niet altijd de waarheid vertelt.'
Plotseling parelde het zweet op Soggdons voorhoofd. 'Pa... Pardon?'
Kresh begon ook zenuwachtig te worden. Had ze geraden wat er werkelijk aan de hand was? Het had hem onvermijdelijk geleken dat Dee vroeg of laat de ware stand van zaken zou doorzien. Maar dit was niet bepaald het meest geschikte moment.
'Kom nou, doctor,' antwoordde Dee. 'Verscheidene keren hebben u en uw staf me misleid. U waarschuwde me niet voor plotselinge veranderingen in de omstandigheden of meldde me een belangrijke nieuwe ontwikkeling niet, tot ik ze zelf ontdekte. Het hele plan om een komeet te onderscheppen en de koers ervan te verleggen werd tot op het allerlaatste moment voor me geheimgehouden. Ik moest er via de gesimuleerde gouverneur achterkomen. Ik had er meteen van moeten weten.'
'Waarom doet de manier waarop je informatie krijgt je twijfelen aan het doel van de simulatie?' vroeg Soggdon.
'Omdat de meeste kennis die door de simulatie wordt vergaard van weinig belang voor de echte wereld lijkt te zijn, te oordelen naar de doelstelling van de simulatie. Stelt u zich het scenario eens voor: een dubbel planetair besturingssysteem, dat wil zeggen, de gekoppelde combinatie van Dom en mij, wordt in de loop van enkele jaren ingewijd in het doen en laten van een gezamenlijk team van Blijvers en Ruimters, die nauwelijks samenwerken en zich te midden van een politieke chaos bevinden, van waaruit ze een half geterravormde planetaire ecologie moeten herbouwen die tientallen jaren ongestoord heeft kunnen instorten. Simulaties zouden een algemene beleidslijn moeten aangeven voor werkelijke, toekomstige gebeurtenissen. Wat vallen er voor lessen te leren uit zo'n gecompliceerde en ongewone, zelfs onwaarschijnlijke situatie? Bovendien lijkt de simulatie me onpraktisch lang. Hij draait nu al enkele jaren en lijkt niet dichter bij een afronding te zijn dan op de dag waarop ermee werd gestart. Hoe kan de simulatie op tijd informatie voor een echt terravormingsproject leveren als er nooit een eind aan komt?
Bovendien acht ik het verspilling van menselijke tijd en moeite om de simulatie in werkelijke tijd te draaien. En het hele proces lijkt overladen te worden met nodeloze details, die uiterst moeilijk te programmeren zijn. Waarom ontwerpt en onderhoudt u de duizenden en duizenden gesimuleerde persoonlijkheden waar ik mee te maken heb? Ik kan begrijpen waarom sleutelfiguren, zoals de gouverneur, in detail worden gesimuleerd, maar de stemmingen en het gedrag van gesimuleerde bosrangers en niet-bestaande onderhoudsrobots zijn voor het probleem, het herstellen van een beschadigd ecosysteem, van secundair belang. Ik kan nog veel meer zinloze complicaties opnoemen, zoals het vreemde concept van de nieuwwetrobots. Wat heeft het voor zin dat in het scenario op te nemen?'
Kresh was geen roboticus, maar hij zag het dreigend gevaar in. Dee was gevaarlijk dicht bij de waarheid, en als ze besefte dat de menselijke wezens op Inferno echt waren, zou ze vrijwel onvermijdelijk een enorme Eerste Wet-crisis oplopen, die ze waarschijnlijk niet zou overleven. En zonder Dee was de kans dat ze de laatste fase en de inslag goed zouden kunnen sturen vrijwel nihil.
Ook Soggdon begreep wat er mis dreigde te gaan, en meer. 'Waar wil je precies heen, Dee?' vroeg ze met een zeer geslaagde imitatie van een onspannen stem.
'De gebeurtenissen in de simulatie lijken nauwelijks verband te houden met de gestelde doelen van de simulatie,' zei Dee. 'Daarom is het logisch te veronderstellen dat de simulatie een ander doel heeft en dat dat ware doel om de een of andere reden opzettelijk voor mij verborgen wordt gehouden. Maar omdat ik de misleiding heb doorzien, is nu in elk geval een deel van de opzet mislukt. Ja, ik geloof zelfs dat de hele opzet is mislukt, want eindelijk ben ik erachter wat er werkelijk aan de hand is.'
Soggdon en Fredda wisselden een zenuwachtige blik en Soggdon krabbelde een paar woorden op een papiertje, dat ze naar Fredda en Kresh schoof, DIT BELOOFT WEINIG GOEDS, stond erop. WE KUNNEN HET BETER NU HELEMAAL UITPRATEN, IN PLAATS VAN LATER 'Goed, Dee. Laten we voorlopig veronderstellen dat je gelijk hebt. Wat denk je dat er werkelijk aan de hand is?'
'Ik denk dat ik juist degene ben die proefdraait, niet de gebeurtenissen in de simulatie. Juister uitgedrukt: ik geloof dat de combinatie van mijzelf, een robot- en een computersysteem aan elkaar gekoppeld, experimenteel is. Ik denk dat we samen een prototype zijn voor een nieuw systeem dat is ontworpen om complexe en chaotische situaties op te lossen. De simulatie is slechts een manier om mij en Dom van voldoende complexe gegevens te voorzien.'
'Ik begrijp het,' zei Soggdon voorzichtig. 'Ik kan je natuurlijk niet alles vertellen, want dan zou het experiment inderdaad mislukken. Maar ik kan je wel zeggen dat je je vergist. Jij, noch Dom, noch de combinatie van jullie zijn het doel van de test. Het gaat ons om de simulatie. Meer kan ik niet zeggen, omdat ik het experiment daarmee zou kunnen schaden. Ik wil alleen maar zeggen dat je je best moet doen om de simulatie te behandelen alsof die volkomen echt is.'
Kresh keek bezorgd Soggdons kant op. Zweetdruppels gleden van haar voorhoofd. Dee kwam veel te dicht in de buurt van de waarheid.
Het bleefweer even stil, voordat Dee opnieuw sprak. 'Ik zal mijn best doen, doctor Soggdon. Maar ik wil u er bij deze aan herinneren dat elke analyse van de onderliggende mathematische formulering van de Drie Wetten het mij onmogelijk maakt andere zaken even hoog aan te slaan als het beschermen van mensen, echte mensen, tegen gevaar. Ik kan het zo vaak proberen als u wilt, maar het is mathematisch en fysiek voor mij onmogelijk om de simulaten gelijk te stellen aan echte mensen.'
'Dat... Dat begrijp ik, Dee. Maar doe je best.'
'Dat zal ik doen, doctor. En het voorstel dat ik de gouverneur heb gedaan, zal ik dat nu intrekken?'
Soggdon keek naar Kresh en zag hem heftig van nee schudden. Ze keek hem geschrokken aan, maar sprak kalm in de microfoon: 'Ik denk het niet, Dee. Zij die de simulatie leiden, zijn benieuwd hoe de gesimuleerde Kresh erop zal reageren. Als hij je weer oproept, moet je zijn instructies nauwkeurig opvolgen, alsof we dit gesprek nooit hebben gevoerd.'
'Maar in dit gesprek zei u dat ik de simulaten moest behandelen alsof ze echt zijn. Dat zijn twee elkaar tegensprekende instructies.'
Vermoeid streek Soggdon met een gespannen hand over haar voorhoofd. 'Het leven zit vol met tegenspraken,' zei ze. 'Doe je best maar. Soggdon uit.'
Ze schakelde haar microfoon uit en liet zich op een onbezette stoel naast de console zakken. 'Brandende ruimte, wat een rotzooi!' Ze schudde haar hoofd. 'We zitten in de val, en ik weet niet hoe we eruit kunnen komen.'
'Ik denk niet dat het ons zal lukken eruit te komen,' zei Kresh. 'Ik denk dat we erin blijven zitten. Ze koestert duidelijk achterdocht. Het is een kwestie van tijd tot ze de werkelijke stand van zaken uitdoktert. En de ruimte mag weten hoe ze dan reageert. Maar ik wacht nu even, zodat ik niet vlak na jouw gesprek bij haar terugkom, want dat zou verdacht zijn. En daarna praat ik weer met haar en keur ik dat Laatste Greppel-project van haar goed, en ik zorg ervoor dat de voorbereidingen ervoor worden getroffen.'
'Maar Alvar!' protesteerde Fredda. 'Je beveelt haar mensen in gevaar te brengen! Als ze later ontdekt dat ze de Eerste Wet heeft overtreden, of als ze een manier vindt om Soggdons bevel op te volgen om de simulaten als echte mensen te behandelen...'
'Het zijn echte mensen,' zei Kresh kalm.
'Maar dat weet zij niet, al heeft ze opdracht gekregen ze als echte mensen te behandelen. Maar als ze jouw bevel aanvaardt om het Laatste Greppel-plan uit te voeren...' Fredda schudde verbijsterd haar hoofd. 'Ik weet echt niet waar die conflicten op zullen uitdraaien.'
'Zolang Dee het lang genoeg uithoudt om de laatste fase van de inslagen te leiden, of haar Laatste Greppel-zelfvernietigingsplan uit te voeren, interesseert het me nietwaar ze op uitdraaien,' zei Kresh. 'Jullie lijken je meer ongerust te maken over de geestelijke gezondheid van deze robot dan om het lot van de planeet.'
'Die twee hebben heel wat met elkaar te maken,' zei Soggdon.
'Houdt haar gezond, of in elk geval intact, tot de komeetinslag achter de rug is. Dat is het enige waar ik me druk om maak,' zei Kresh.
Onder zijn kalme uiterlijk was Kresh een en al twijfel. De Laatste Greppel. Wat geen van de anderen - Fredda, Soggdon, Donald en Dee - leek te beseffen, was dat de Laatste Greppel het allemaal een stuk eenvoudiger maakte. Tot enkele minuten geleden had Kresh met angst en beven de laatste beslissing tegemoet gezien: of hij de baan van de komeet al dan niet zou wijzigen. Omdat die beslissing definitief was. Nu gold dat plotseling niet meer. Er was een uitweg, een ontsnappingsluik als hij het verkeerd deed. Hij kon opdracht geven de baan van de komeet te verleggen en dan had hij bijna een maand de tijd om erachter te komen of het fout was geweest en om van gedachten te veranderen.
Die kennis had een troost moeten zijn, een geruststelling. Maar dat was niet zo omdat het de beslissing om de baan van de komeet te verleggen bemoeilijkte.
Zoals het er nu voorstond, werd de druk om voor de komeetinslag te kiezen steeds groter. De last van al die tijd, dat geld, de inspanning en het politieke kapitaal dat erin was gestoken en de beloften die waren gedaan, drukte op zijn schouders. Nog een maand tot de inslag. Het zou allemaal voor niets zijn geweest als hij besloot het project stop te zetten. De omstandigheden dwongen hem ertoe opdracht te geven de komeet te laten inslaan, of het een juiste beslissing was of niet. Als de druk nu groot was, hoe groot zou die dan tweeënnegentig minuten voor de inslag zijn?