2 De wonderbare bron van Batenburg
Slot Batenburg was vroeger een van de belangrijkste burchten van Gelderland, maar sinds de Fransen het in 1794 in brand staken is er weinig meer van over. Nu is het een prachtige ruïne, door een slotgracht met kroos omgeven en overgroeid door welig groen. De ruïne is niet vrij toegankelijk voor publiek, behalve op Monumentendag in september. De kelders, waar dit verhaal over gaat, zijn er nog steeds, maar ik vermoed dat die zelfs in september gesloten blijven. Spijtig, anders zou u met eigen ogen kunnen zien waar het wonder heeft plaatsgevonden…
Batenburg, na 1600, door overlevering bekend - Bij het dorp Batenburg aan de Maas in Gelderland staat de ruïne van een kasteel, dat omstreeks 1600 op de fundamenten van een veel ouder kasteel moet zijn gebouwd.
Ze zeggen dat het kasteel gesticht zou zijn door de koningszoon Bato, de held van de Batavieren, die met een deel van zijn krijgers zijn land verliet en in Batenburg zijn stamhuis oprichtte. Ze zeggen ook dat het kasteel in 327 zou zijn gebouwd op de grondvesten van een Romeinse tempel, en dat Sint-Willibrord er een waterput zou hebben gewijd.
Er zijn nu alleen nog maar bouwvallen van over, zoals de ringmuur met torens, een stuk van het poortgebouw en de kelders.
Hier woonde lang geleden de jonkvrouw van Wychen, die gehuwd was met de heer van Batenburg. Deze was berucht als ‘de wreedaard van de Maaskant’. Zijn vrouw
was daarentegen geliefd bij het volk. Wat de heer misdeed trachtte zij goed te maken.
Op een keer kwam haar man met zijn krijgers terug op het kasteel met een groot aantal gevangenen. De meesten waren ziek en gewond. De heer van Batenburg trok zich er niets van aan en liet hen in de onderaardse kerker opsluiten. Er was weer volop feest in het kasteel. De gevangenen smeekten om water tegen de dorst en om hun wonden te verzorgen. Maar het was tevergeefs. Zijn vrouw mocht ook niet ingrijpen. Toen zij zat te klagen en te zuchten hoorde ze, volgens de legende van Batenburg, plotseling een geheimzinnige stem fluisteren:
‘Is God er dan niet meer? Bat en Borgh,’ zei de stem nog. Zij begon toen vol hoop te bidden om de redding van de zieke en gewonde gevangenen. En ineens werd de onderaardse kerker hel verlicht en ontsprong er tot ieders verbazing een waterbron.
De gevangenen stormden er als wilden op af. En ze zongen uit volle borst uit dankbaarheid voor dit wonder. De kasteelheer schrok, dacht aan een vijandelijke overval en rende naar beneden. Toen hij in de kelders zag wat er gebeurd was kon hij eerst zijn ogen niet geloven, maar ten slotte viel hij op de knieën en gaf alle gevangenen hun vrijheid terug.
Nog vele jaren bleef die wonderbare bron van Batenburg stromen.