|
|
|
|
12 |
|
|
|
|
Christchurch is met 350.000 inwoners de grootste stad van het Zuidereiland en de derde stad van Nieuw-Zeeland. De ‘parkstad’ is volgens Nieuw-Zeelanders de meest Britse plaats van het land. Christchurch heeft met zijn Avon-rivier en historische gebouwen inderdaad veel weg van een Engels universiteitsstadje. Aan de andere kant is Christchurch ook trendy en hip, met genoeg uitgaansgelegenheden. Kunstliefhebbers zijn met het Arts Centre en de nieuwe Christchurch Art Gallery erg in hun sas. Natuurvrienden kunnen veel kanten op: de botanische tuinen liggen als een paradijs in de stad. Op een paar uur rijden is het Mount Cook National Park met de hoogste berg van Nieuw-Zeeland: Mt Cook (3764 m). En om de hoek zijn allerlei pinguïns, walvissen, kiwi’s en dolfijnen te vinden. Geen wonder dat veel toeristen Christchurch een van de leukste bestemmingen van Nieuw-Zeeland noemen.
Marlborough
De 340 km lange weg van de ferryplaats Picton naar Christchurch is niet bijzonder. Het landschap met de droge heuvels is duidelijk anders dan op het groene Noordereiland. Het gebied ziet er mediterraan uit; de oostkant van het Zuidereiland is trouwens erg droog, want dit deel ligt in de regenschaduw van de Nieuw-Zeelandse Alpen.
De route door de streek Marlborough gaat eerst door Blenheim, het wijncentrum van het Zuidereiland en de geboorteplek van de Nieuw-Zeelandse wijn. Het plaatsje zelf is nogal suf, met uitzondering misschien van het Seymour Square in het centrum. De bloemen en de stenen klokkentoren hebben nog iets van enige charme. De meeste mensen die stoppen, komen voor een wijnexcursie in de buurt.
Hoe doods Blenheim meestal ook is, des te levendiger is de plaats op de tweede zaterdag van februari. Dan is namelijk het Marlborough Wine and Food Festival en stromen duizenden bezoekers naar het dorp. Op het festivalterrein (niet gratis toegankelijk) kan naar hartenlust wijn worden geproefd en gekocht. Er is overal eten te koop en er zijn liveoptredens van artiesten.
De tocht naar het zuiden gaat verder over de SH1. De stranden van de Pacific zijn niet uitnodigend: veel zwart zand en rotsen. Het is leeg, een heel verschil met het noorden. Zo hier en daar kun je langs stalletjes aan de weg verse schaaldieren of kreeften kopen. Bij de plaats Clarence is een zeehondenkolonie te zien, volgens de boekjes de grootste van Nieuw-Zeeland. Altijd leuk.
Een populaire toeristenstop is Kaikoura, helaas weer zo’n weinig inspirerende kustplaats. Dit is de plek in Nieuw-Zeeland om naar zeezoogdieren te kijken, zoals dolfijnen, walvissen en zeehonden. Behalve kijken, kun je ook zwemmen met dolfijnen en zeehonden (‘de clowns van de zee’) en kajakken in zee.
De kuststrook is hier erg smal en de bergen gaan onder water door. Bij Kaikoura is de zee op 500 m uit de kust al ruim 1200 m diep, iets wat op weinig plekken voorkomt in de wereld. Door die diepte kunnen walvissen relatief dicht bij de kust komen en dat doen ze hier dus ook in groten getale. Spectaculair zijn de soms 20 m lange potvissen.
Het walviskijken per boot is hier opgezet door lokale Maori en het wordt gezien als een succesvol initiatief om (werkloze) mensen aan de slag te helpen. De walvissen kunnen ook uit een vliegtuigje worden bekeken. Kaikoura zelf (3200 inwoners) is dankzij het kijken naar zeezoogdieren veranderd in een enorme toeristenindustrie. Maar wie dat op de koop toe neemt, kan een aardige tijd beleven.
WHALE WATCH
KAIKOURA. Gebouw Kaikoura Railway Station, tel.
0800 655121 of 03 3196767, www.whalewatch.co.nz. In hoogseizoen dag. 7.15, 10, 10.30, 11.45, 12.45, 13.15 en 15.30 uur. Prijs: 140 NZ$, kind 60.
WINGS OVER WHALES. Kaikoura Airport, tel. 0800 226629 of 03 3196580, www.whales.co.nz. Een vlucht duurt 30 minuten. Prijs: 145 NZ$, kind 75. KAIKOURA KAYAKS. Informatiebureau West-End Kaikoura, tel. 0800 452456 of 03 3195641, www.kaikourakayaks.co.nz. Met de kajak zeehonden bekijken: zomer 8.30, 12.30 en 16.30 uur; winter dag. 9 en 13.00 uur. Prijs: 85 NZ$, kind tot 12 jaar 70.
DIVE KAIKOURA. 94 Westend, Kaikoura, tel. 0800 728223 of 03 3196622 (ook voor het zwemmen met zeehonden), www.divekaikoura.co.nz. Dive Tour, dag. 9.30 en 13.30 uur. Prijs: 175 NZ$ enkel, 250 per stel.
SEAL SWIM KAIKOURA. 58 Westend, Kaikoura, 0800 732579 of 03 3196182, www.sealswimkaikoura.co.nz. Geopend: in zomermaanden 9.30, 11, 12.30 en 14 uur. Prijs: 70 tot 80 NZ$, kind 60 tot 70.
DOLPHIN ENCOUNTER. 96 Esplanade, Kaikoura, tel. 0800 733365 of 03 3196777, www.dolphin.co.nz. Vertrek in zomer 5.30, 8.30 en 12.30, in winter 8.30 en 12.30 uur. Prijs: 150 NZ$, kind 140, alleen kijken 80 NZ$, kind 40.
Hanmer Springs
De kustweg naar Christchurch biedt niet zoveel bijzonders meer, maar mensen met tijd kiezen voor een weg binnendoor langs Hanmer Springs. Dit is een aardig dorp aan de voet van de bergen. Hanmer Springs is de place to be voor een warm bad: ontspannend en volgens de folders ook erg gezond. Je hebt een (bekroond) publiek thermaal bad en (dure) privébaden. Dankzij het warme bronwater (de temperatuur in de baden is tussen de 33 en 42 ˚C) is Hanmer Springs uitgegroeid tot een belangrijk toeristencentrum met een overvloed aan motels, restaurants en winkels. In 1859 kwam de lokale bevolking erachter dat er warm water uit de rotsen sijpelde en dat was het begin van een uitgebreide industrie. Er wonen slechts 700 mensen, maar door de toeristische uitbouw lijkt Hanmer Springs heel wat.
HANMER
SPRINGS THERMAL POOLS & SPA. 42 Amuri Ave, Hanmer Springs, tel.
0800 442663, www.hanmersprings.co.nz.
Geopend: dag. 10–21 uur. Toegang: 14 NZ$, kind 7.
Na Hanmer Springs brengt de SH7 de reiziger naar Christchurch. Vanuit deze plek kan de SH7 ook worden gevolgd naar het Westland (p. 171) over de 905 m hoge Lewis-pas.
Christchurch
De omgeving van wat nu Christchurch heet, was al meer dan 700 jaar geleden het leef- en jaaggebied van Maori. Diverse stammen woonden hier op de vlaktes van Canterbury. Pas in 1815 zetten de eerste Europeanen voet aan land. Ze arriveerden met het zeilschip The Governor Bligh. Het zou nog een paar decennia duren voordat de eerste kolonisten hier kwamen om een nederzetting te bouwen. De belangrijkste waren John Robert Godley en Edward Gibbon Wakefield. Zij hadden uit Engeland de opdracht gekregen om in het nieuwe land een modelkolonie te stichten die in alle opzichten voldeed aan de idealen van de Engelse anglicaanse kerk.
Christchurch
In december 1850 arriveerden vier schepen met anglicaanse pelgrims. De eerste Europese bewoners vernoemden hun nieuwe stad naar Christ Church, een college van de Britse universiteit van Oxford. Scholen, parochies, kerken en bedrijven schoten als de bekende pad-denstoelen uit de grond. Maar van de eerste idealen (een pure en strenggelovige anglicaanse gemeenschap) bleef weinig over: al snel kwamen andere kolonisten met andere geloven. Op 31 juli 1856 kreeg Christchurch bij Brits koninklijk besluit stadsrechten; Christchurch is daarmee officieel de oudste stad van Nieuw-Zeeland.
Wie anno nu langs de Avon loopt en alle victoriaanse gebouwen en kerken ziet (met dank aan architect Benjamin Mountford), waant zich in Groot-Brittannië. Niet voor niets noemen de Nieuw-Zeelanders Christchurch ‘de meest Engelse stad van Nieuw-Zeeland’. Behalve Brits, is de stad ook groen. Een achtste deel van de stad bestaat uit parken en daarom wordt Christchurch ook wel ‘Garden City’ genoemd. De stad heeft zich verder in 2002 uitgeroepen tot ‘vredesstad’. De gemeenteraad wilde met deze titel recht doen aan de hechte banden met de vredesbeweging.
Kathedraal
Cathedral Square is het kloppende hart van Christchurch met de anglicaanse kathedraal als blikvanger en trots en glorie. De eerste steen van de kathedraal werd gelegd in 1864, veertien jaar na de aankomst van de eerste anglicaanse pelgrims. De bekende Engelse gotische ontwerper George Gilbert Scott maakte de werktekeningen, maar de plaatselijke architect Benjamin Mountford voerde wijzigingen door en hield toezicht op de bouw. Die bouw schoot door geldgebrek niet op: pas in 1881 kon de kathedraal de deuren openen en nóg later, in 1904, was de bouw officieel voltooid. De kathedraal is 60 m lang, 30 m hoog en biedt plaats aan 1000 bezoekers.
De Christchurch Cathedral is meer dan een heilig centrum. Kunstwerken aan de muur besteden aandacht aan onder meer de Maori- en de Polynesische cultuur. Portalen, gedenkplaten en vlaggen vertellen de historie van de stad, de kerk en haar leiders. In de gebrandschilderde ramen zijn veel Nieuw-Zeelandse vogels, bloemen en planten afgebeeld. Het kerkorgel uit 1927 telt volgens de (Nederlandstalige) folder van de kathedraal 3938 pijpen en 64 registerknoppen ‘en staat bekend als een romantisch instrument’. Waarvan akte.
De kathedraal is de meest bezochte kerk van het land: meer dan een half miljoen bezoekers per jaar. Wie energie (en geld) over heeft, kan de 134 treden van de klokkentoren beklimmen voor ‘schitterende uitzichten over de stad’. Voor de toerist is er ook een audiovisuele presentatie van tien minuten: ‘De Levende Kathedraal’, met muziek van het koor. De kerk heeft een eigen café.
CHRISTCHURCH CATHEDRAL. Cathedral Square, Christchurch, tel. 03
3660046, www.christchurchcathedral.co.nz.
Geopend: ma.–za. 9–17, zo. 7.30–17 uur. Gratis rondleidingen
ma.–vr. 11 en 14, za. 11, zo. 11.30 uur.
Speakers corner
Naast de kathedraal is het toeristenbureau van Christchurch gevestigd; geen wonder dat alle toeristen samendrommen op Cathedral Square. Maar ook voor de inwoners van Christchurch is het plein dé plaats om af te spreken. In de zomer zijn hier (kunst)markten, concerten en ander vermaak, voor straatartiesten en muzikanten is het plein een geliefde plek voor optredens.
Cathedral Square fungeert verder als een grote speakers corner. Iedereen die de wereld wil verbeteren, de politiek van commentaar wil voorzien of denkt grappig te zijn, kan hier terecht voor zijn of haar boodschap, al of niet staande op een krat of trap. Vermaard is de Wizard of New Zealand, of de Archwizard of Canterbury. Ian Brackenbury Channell is zijn naam en hij is door de National Gallery of Victoria officieel erkend als ‘wandelend kunstwerk’. In zijn zwarte tovenaarsgewaad en dito hoed betrad hij vroeger elke doordeweekse dag stipt om 13 uur het plein om op een houten trap het leven van commentaar te voorzien. De man verkreeg een enorme populariteit in Nieuw-Zeeland.
Tegenwoordig is de Wizard of New Zealand (een titel die hij in 1990 kreeg van de toenmalige minister-president van Nieuw-Zeeland) minder actief. Hij is verhuisd naar de stad Oamaru en doet het rustig aan. Alleen in de zomermaanden is hij nog op het Cathedral Square van Christchurch te vinden.
IJshoorn
Op het plein staat een bronzen standbeeld van John Robert Godley, de strenggelovige stichter van Christchurch die uiteindelijk nog geen drie jaar in Nieuw-Zeeland bleef. Het beeld is gemaakt door de Brit Thomas Woolner. Heel wat verrassender en leuker is het moderne kunstwerk Chalice (Avondmaalsbeker), dat ter ere van het nieuwe millennium op het plein is neergezet. Het 18 m hoge kunstwerk van Neil Dawson is ’s nachts verlicht en lijkt op een grote ijshoorn van aluminium bladeren. De bladeren zijn van bomen die vroeger op deze plaats groeiden. Chalice (kosten: 350.000 NZ$) zou de geschiedenis, het heden en de toekomst van Christchurch vertellen, maar dat is alleen in de ogen van de maker duidelijk. Kunstenaar Dawson heeft ook elders op de wereld beelden staan, onder andere voor het Centre Pompidou in Parijs.
Kiwi’s
Aan het plein liggen vier fraaie gebouwen: het provinciehuis uit 1859, het voormalige postkantoor uit 1879 dat nu het drukbezochte Christchurch en Canterbury informatiecentrum huisvest, het krantengebouw van de Gothic Press uit 1909 en het voormalige Regent Theatre uit 1905. In het laatste gebouw is het Southern Encounter Aquarium and Kiwihouse gevestigd. De naam is nogal pretentieus voor het kleine aquarium dat amper de moeite waard is voor het geld. Het kiwihuis midden in de stad is wel grappig. Eerst wandel je door het donkere aquarium en dan is de overgang naar het aardedonkere kiwihuis niet zo’n probleem. Het blijft gokken of je ook echt een kiwi kunt ontwaren. Soms slapen de dieren, ondanks de duisternis, en dan is er niks te zien. Echt mooi zijn ze niet, maar de bruine beesten met hun lange snavel om door de grond te wroeten zijn nu eenmaal Nieuw-Zeelands troeteldieren.
SOUTHERN
ENCOUNTER AQUARIUM & KIWI HOUSE. Cathedral Square,
Christchurch, tel. 03 3597109, www.southernencounter.co.nz.
Geopend: dag. 9–17, kiwi’s zijn te zien van 10.30–16.30 uur.
Toegang: 16 NZ$, kind 6.
Historische tram
Bij het Cathedral Square vertrekken de belangrijkste (toeristen)bussen en de historische Christchurch Tramway. In 1954 verdwenen de laatste trams uit het straatbeeld van Christchurch, maar de tram heeft een comeback gemaakt. De stad heeft de trams prachtig gerestaureerd en de ‘antieke’ voertuigen rijden een 2,5 km lang rondje langs de markantste punten van Christchurch. De rit duurt 25 minuten en kaartjes kunnen worden gekocht bij de bestuurder. Die kaartjes zijn twee dagen geldig, zodat de toerist naar hartenlust kan in- en uitstappen. Voor de tramliefhebbers die meer willen, is er een Tramway Restaurant: rijdend dineren door Christchurch. Kan het romantischer?
CHRISTCHURCH TRAMWAY. 7 Tramway Lane, Christchurch, tel. 03
3667830, www.tram.co.nz.
Geopend: nov.–mrt. dag. 9–21, apr.–okt. 9–18 uur. Toegang: 15 NZ$,
kind 5. Tramway Restaurant dag. 19.30 uur v.a. Tram Station,
reserveringen: tel. 03 3667511.
Arts Centre
Vanaf het Cathedral Square leidt de drukke Worcester Boulevard naar het Arts Centre. Dat zit in het oude universiteitscomplex van de universiteit van Canterbury, die als eerste in het Britse rijk vrouwen toeliet tot de colleges. Nadat de universiteit in 1975 verhuisde naar een buitenwijk, werden de gebouwen in gebruik genomen door kunstenaars die er hun waar verkopen. Het kunstcentrum telt ongeveer 40 galeries, handwerkstudio’s, bioscopen, cafés, bars en restaurants. In het weekeinde is hier een bijzonder populaire markt met Nieuw-Zeelandse kunst en handwerk, etenswaren en live entertainment. Het geheel ademt een heerlijke rust uit. In de schaduw van de prachtige beuk op het plein voel je nog de academische sfeer van vroeger. Zeer de moeite waard kortom.
In het Arts Centre is een bescheiden museum gewijd aan Ernest Rutherford, ‘Nieuw-Zeelands slimste Kiwi’. Rutherford (1871–1937) won in 1908 als eerste Nieuw-Zeelander de Nobelprijs voor scheikunde en wordt beschouwd als een van de beroemdste geleerden van het land. Hij was degene die ontdekte hoe atomen eruit moesten zien en hij was de eerste die het begrip radioactiviteit introduceerde; van zijn hand zijn de termen alfa- en bètastraling. In de plaats Nelson staat een standbeeld van hem en op het Nieuw-Zeelandse 100 dollarbiljet is zijn portret afgebeeld.
De expositie over Rutherford is niet gemakkelijk, want hoe leg je het verhaal van deze ‘Kiwi Genius’ een beetje begrijpelijk uit? Dat lukt ook niet helemaal. Het kleine museum heeft wel een aantal leuke dingen. Als je bijvoorbeeld de kelder ingaat waar Rutherford zijn experimenten deed, start er automatisch een video waarin hij iets vertelt over zijn leven. Rutherford praat met Madame Curie en een van zijn Russische assistenten.
Boven is de collegezaal, waar een college te horen is als je binnenkomt. Ook zijn er krantenknipsels op een computer, een oud radiotoestel, waarop het nieuwsbericht te horen is over de dood van Rutherford en een telefoon, waar je naar een gesprek kunt luisteren van een familielid van Rutherford dat naar Londen gaat voor de begrafenis. En er hangen replica’s van de 36 medailles die Rutherford ontving, waaronder de Nobelprijs. De tentoonstelling is al met al zeker de moeite waard, ook voor niet in natuurkunde geïnteresseerden. Bij de informatiebalie vragen naar Rutherford’s Den. De toegang is een gold coin donatie (1 of 2 dollar).
ARTS
CENTRE. 2 Worcester Boulevard, Christchurch, tel. 03 3660989,
www.artscentre.org.nz.
Geopend: dag. gratis rondleidingen om 10 en 15.30 uur. Rutherford’s
Den dag. 10–17 uur.
Canterbury Museum
Tegenover het Arts Centre is het museum van Canterbury, in dezelfde gotische stijl. In het museum wordt de geschiedenis van de streek Canterbury in al haar facetten behandeld: natuur, mensen, techniek, design. Het museum laat in panelen de oudheid herleven, inclusief de eerste bewoners en de uitgestorven moa-vogel. Er is veel Maori-kunst te zien. De bezoeker kan wandelen door de Christchurch Street, waar het leven uit de 19de eeuw is nagebootst. Er is ook ruim aandacht voor de ontdekkingsreizen naar Antarctica; het museum heeft bijvoorbeeld het zakmes van de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen, waarmee hij de bamboestok bewerkte om de Noorse vlag in het ijs van de Zuidpool te planten (17 december 1911).
CANTERBURY
MUSEUM. Rolleston Avenue, Christchurch, tel. 03 3665000, www.canterburymuseum.com.
Geopend: dag. okt.–mrt. 9–17.30, apr.–sept. 9–17 uur. Toegang:
gratis (donatie).
Christchurch Art Gallery
De kunstliefhebber kan zijn lol op, want een ander prachtig museum in de buurt is de nieuwe Christchurch Art Gallery (Te Puna o Waiwhetu), geopend in mei 2003. Dit fantastisch ogende complex van 47,5 miljoen NZ$ is ontworpen door architect David Cole van de Buchan Group in Melbourne. De 2184 glazen panelen kronkelen om het gebouw en beelden onder meer de rivier de Avon uit. De Art Gallery bezit een van de grootste kunstcollecties van Nieuw-Zeeland en heeft twee verdiepingen voor tentoonstellingen, een beeldentuin, een auditorium, een studiecentrum, een café, een wijnbar en een kunstwinkel.
De Gallery heeft een permanente collectie van oude schilderijen, waaronder opvallend veel Nederlandse doeken, zoals van Jan Steen en Paulus Potter. Veel aandacht is er voor Pieter van den Velden, de Haagse kunstenaar die in 1890 naar Christchurch verhuisde. Hij woonde daarna nog in Sydney, Wellington en Auckland. In het museum hangt zijn doek Begrafenis op Muiden, een even donker als groot werk. Erg vrolijk is het niet wat het museum van Van den Velden laat zien. Zijn werk is geheel in de traditie van de Nederlandse schilders uit die tijd: somber en streng. Voor Nieuw-Zeeland was de Nederlandse schilder van belang, omdat hij als eerste een andere kijk op de landschapskunst introduceerde.
CHRISTCHURCH ART GALLERY. Hoek Worcester Boulevard en Montreal
Street, Christchurch, tel. 03 9417300, www.christchurchartgallery.org.nz.
Geopend: dag. 10–17, wo. 10–21 uur. Toegang: gratis, tenzij anders
aangegeven.
Centre of Contemporary Art
De kunstfan is nog altijd niet klaar: om de hoek van de Christchurch Art Gallery ligt het museum van hedendaagse kunst. Al meer dan 120 jaar is dit Centre of Contemporary Art volgens sommigen een van de toonaangevendste kunstinstituten van het land. Elk jaar worden hier in vijf galeries maar liefst 60 tentoonstellingen gehouden, van gevestigde en beginnende kunstenaars. Behalve kijken, kunnen bezoekers ook kunst kopen. ‘Het centrum creëert een professionele omgeving om het werk van kunstenaars in een open en welkome atmosfeer te bekijken,’ zegt het museum zelf.
CENTRE OF CONTEMPORARY ART. 66 Gloucester Street,
Christchurch, tel. 03 3667261, www.coca.org.nz. Geopend: ma.–vrij.
10–17, za. en zo. 12–16 uur. Toegang: gratis.
Our City
Wie nog altijd niet genoeg heeft van het rondkijken, kan terecht in Our City O-Tautahi op de hoek van Worcester Boulevard en Oxford Terrace. Dit is de plek waar de gemeenteraad van Christchurch voor het eerst bijeenkwam. Our City in het historische Queen Annegebouw geeft een blik op het leven van de inwoners van Christchurch. De gemeenteraad behandelt met wisselende tentoonstellingen actuele onderwerpen die de stad en haar bewoners bezighouden.
OUR CITY
O-TAUTAHI. Hoek Worcester Boulevard en Oxford Terrace,
Christchurch, tel. 03 9417460, www.ccc.govt.nz/ourcity.
Geopend: ma.– za. 10–16 uur. Toegang: gratis.
Christ’s College
Christchurch is erg trots op Christ’s College, Nieuw-Zeelands oudste onafhankelijke privéschool. Christ’s College is opgericht in 1850 als anglicaanse jongensschool. Nog altijd lopen de jongens rond in hun zwart-witte uniformen. Het complex ligt ingeklemd tussen het Hagley Park en de botanische tuinen. Christ’s College komt op vrijwel elk digitaal kiekje van de toerist voor. Het stenen schoolgebouw (1863), de kapel en de Memorial Dining Hall (1925) zien er namelijk oogstrelend uit. Over het terrein wandelen mag, ‘mits de studerende jongens niet worden gestoord’.
CHRIST’S
COLLEGE. Rolleston Avenue, Christchurch, tel. 03 3668705, www.christscollege.com.
Rondleidingen: okt.–midden apr., ma., wo. en vr. 10 uur. Boekingen
in het kantoor van de school. Toegang: 5 NZ$.
Botanische tuinen
Een bezoek aan Christchurch is niet compleet zonder een bezoek aan de botanische tuinen. Je bent nu eenmaal in de ‘Parkstad’ van Nieuw-Zeeland of niet, met dank aan de eerste kolonisten die de Britse tuintradities meebrachten naar hun nieuwe vaderland. The Christchurch Botanic Gardens omvatten 30 ha. De tuin werd ‘geboren’ op 9 juli 1863, toen een eikenboom werd geplant als herinnering aan de trouwdag van koningin Victoria’s oudste zoon prins Albert Edward. Vanaf dat moment is de tuin in een bocht van de Avon-rivier gaan groeien. De hedendaagse bezoeker kan zich vergapen aan uitgestrekte groene weiden, statige bomen en meer dan 10.000 exotische en oorspronkelijke planten. Aan rozen, begonia’s, kruiden en ander tuinvermaak verder geen gebrek. Voor de toerist die even de paradijselijke rust wil ervaren midden in de stad zijn de botanische tuinen de bekende must.
THE
CHRISTCHURCH BOTANIC GARDENS. Rolleston Avenue, Christchurch, tel.
03 9416840, www.ccc.govt.nz/parks. Geopend:
dag. 7–zonsondergang. Rondleidingen: dag. sept.–apr. 13.30 uur,
v.a. ingang Canterbury Museum.
Verder in Christchurch
Christchurch is een heerlijke stad om te wandelen, te winkelen én te fietsen: de stad kent veel afwisseling en de wegen zijn vlak! De terrasjes op het Oxford Terrace en de Spaans getinte New Regent Street zijn aanlokkelijk. Winkels in alle soorten, maten en prijsklassen kom je tegen op Cashel, High en Hereford Street. Elke zondag van 9 uur ’s ochtends tot 2 uur ’s middags is er bij de Riccarton Racecourse een drukbezochte markt met meer dan 300 kraampjes. Niet alleen vers fruit en verse groenten zijn hier te koop, ook kunstartikelen, juwelen, kleren, souvenirs en meer. Een aangenamere besteding van de zondagochtend is er bijna niet.
Wie langs de Avon slentert, stuit op een treurwilg die volgens de overleveringen van een stekje van het graf van de Franse keizer Napoleon op St Helena komt. Een Belgisch café met veel soorten bier vind je op Armagh Street. Het Victoria Square is met zijn bloemen en standbeelden een populaire plek. En wie in een gondola over de rivier de stad wil verkennen, op zijn Venetiaans dus, vindt soelaas bij de organisatie Punting on the Avon, tel. 03 353 5994. Kortom, Christchurch verveelt nooit.
CHRISTCHURCH BIKE TOURS. 4a Ramahana Road, Huntsbury, Christchurch,
tel. 0800 733257, www.chchbiketours.co.nz. Een
toertocht met gids begint dag. om 14 uur v.a. Information Centre
Cathedral Square. Toegang: 35 NZ$ per persoon (minimum twee
personen, maximum tien).
Gondola
Als de kinderen chagrijnig dreigen te worden van al het geslenter of als al het historische schoon in de stad begint te vervelen, dan biedt de omgeving van Christchurch genoeg mogelijkheden om de spanningsboog weer aan te spannen. Een populair uitje is de Christchurch Gondola, ongeveer een halfuurtje rijden van het centrum. De vierpersoons-gondola heeft veel weg van een skilift in Frankrijk en gaat over de kraterrand van Port Hills naar 500 m hoogte.
Daar is een mooi uitzicht, zowel over de stad als over de haven van Lyttelton, gelegen in een ondergelopen kraterrand. Hoewel: de petrochemische industrie in de haven is bepaald geen pareltje voor het oog. Maar een kniesoor die daar op de top op let: het uitzicht is inderdaad stunning over 360 graden, zoals de folders beloven. De foto op het uitzichtplateau laat ook de Nieuw-Zeelandse Alpen zien, maar die zijn in het echt maar hoogst zelden zichtbaar.
Het restaurant/café op de top is mooi en het is altijd leuk om zo hoog een kopje cappuccino te drinken. Je kunt ook uitgezette wandelingen maken over de top, maar die voegen weinig toe aan het uitzicht. Leuk is het wel om te wandelen, want je hebt door de lichte stenen echt het gevoel over de rand van een vulkaan te lopen.
De Time Tunnel Ride Experience is de nieuwste attractie hier: een zes minuten durend ritje in een wagentje. Oftewel: ‘Een interactieve reis, die de geologie en historie van Christchurch en Canterbury vertelt; een reis die 12 miljoen jaar omspant.’ Voor de liefhebbers dan maar.
CHRISTCHURCH GONDOLA. 10 Bridle Path Road, Heathcote Valley,
Christchurch, tel. 03 3840700, www.gondola.co.nz. Geopend: zo.–wo.
10–18, do.–za. 10–21 uur. Toegang: 22 NZ$, kind 10.
Antarctica
Een van de populairste attracties van Christchurch is The International Antarctic Centre bij het internationale vliegveld van de stad. Nieuw-Zeeland is het land dat samen met Argentinië en Chili het dichtst bij Antarctica ligt; het land heeft een stuk Antarctica in bezit en vanuit Christchurch zijn sinds 1901 regelmatig excursies naar de Zuidpool vertrokken.
The International Antarctic Centre is opgericht in 1990 en is al twee keer uitgeroepen tot beste attractie van Nieuw-Zeeland. Het centrum is inderdaad erg de moeite waard en in ieder geval een uitstekend tijdverdrijf als je nog uren op je internationale vlucht moet wachten. In het centrum is veel (interactieve) informatie over Antarctica te vinden. Maar er is ook echte sneeuw en echt ijs in een speciale ruimte waar het altijd –5 graden is (warme jassen en speciale schoenen zijn beschikbaar). Je kunt ervaren hoe het is om in een arctische storm te verkeren, er zijn Nieuw-Zeelandse pinguïns te zien en je kunt tegen extra betaling een ritje maken in een speciaal Antarctisch amfibievoertuig dat elk terrein de baas kan (Antarctic Hägglund Ride). Cool!
THE
INTERNATIONAL ANTARCTIC CENTRE. 38 Orchard Road, Christchurch, tel.
03 3537798 of 0508 7364846, www.iceberg.co.nz. Geopend: 1 mei–30
sept. 9–17.30, 1 okt.–30 april 9–19 uur. Toegang: 48 NZ$, kind
36.
Orana Wildlife Park
Van de pinguïns naar de giraffen en cheeta’s is in Christchurch een relatief kleine stap. Tien minuten van het vliegveld ligt het Orana Wildlife Park. In dit 80 ha grote park lopen tal van Afrikaanse dieren ‘vrij’ rond. Zoals daar zijn: leeuwen, neushoorns, cheeta’s en zebra’s. Kinderen kunnen giraffen met de hand voeren en in een ‘safari shuttle’ (een tractor met wat wagentjes erachter) rijden de bezoekers door het park om de beesten van dichtbij te kunnen zien. Behalve de Afrikaanse soorten zijn er ook Nieuw-Zeelandse dieren te zien: vogels, reptielen en de onvermijdelijke kiwi’s. Met zijn 400 dieren is het park volgens eigen zeggen ‘New Zealand’s largest conservation and wildlife park’.
ORANA
WILDLIFE PARK. McLeans Island Road, Christchurch, tel. 03 3597109,
www.oranawildlifepark.co.nz.
Geopend: dag. 10–17 uur. Toegang: 24 NZ$, kind 8.
Maori Experience
Nog meer kiwi’s zijn te zien in Willowbank Wildlife Reserve. Het kijken naar dieren kan hier worden gecombineerd met het kijken naar Maori. Het park heeft elke dag twee keer een ‘Ko Tane Maori Expe rience’. Het is een soort aapjes kijken naar een cultuur die eigenlijk zo goed als weg is. Zes Maori treden op in hun ‘natuurlijke omgeving’. Ze hebben zich traditioneel verkleed en spelen een toneelstukje bij hun traditionele pa, hutten dus. Uit de groep bezoekers wordt een leider gekozen, die de ‘Maori-hoofdman’ op de traditionele manier moet begroeten: met het wrijven van de neuzen tegen elkaar.
De Maori voeren een show van zang en dans op; de tongen steken vervaarlijk uit de mond, de heupen wiegen sierlijk rond. De mannelijke bezoekers mogen meedoen met de oorlogsdans, de haka, en de vrouwen mogen meezwaaien met de poi, twee witte ballen aan een zwart koord. Tegen extra betaling kan de bezoeker eten op zijn Maori, waar dan een Maori-specialiteit wordt geserveerd. Het is misschien leuk en aardig, het zingen is beslist mooi maar een beetje kritische toerist zal zich afvragen of deze poppenkast echt wel zo authentiek en cultureel verantwoord is. De Maori Experience is bovenal commercieel.
WILLOWBANK
WILDLIFE RESERVE, KO TANE MAORI EXPERIENCE. 60 Hussey Road
(zijstraat van Gardiners Road), Christchurch, tel. 03 3596226,
www.kotane.co.nz. Geopend:
dag. 10–22 uur. Toegang park: 20 NZ$, kind 10; toegang show Maori
Experience: 45 NZ$, kind 22; combi (park en show): 59 NZ$, kind
28.
Ballonvaart
Liever de lucht in? Up Up and Away is de naam van een lokale organisatie die zich al tijdenlang bezighoudt met ballonvaarten. Christchurch staat bekend om zijn goede mogelijkheden om per luchtballon de omgeving te verkennen. Bezoekers worden in alle vroegte opgehaald van hun accommodatie. De passagiers moeten een handje helpen met de voorbereidingen, maar dat is onderdeel van de pret. De vlucht bij zonsopkomst duurt ongeveer een uur en levert spectaculaire uitzichten op. Na afloop krijgt iedereen een ballonvaartcertificaat mee. Bang zijn is niet nodig, want de vluchten zijn volgens de ervaren organisatoren erg veilig; er is voortdurend contact met de luchtverkeersleiding. Dat scheelt.
BALLOON
ADVENTURES UP UP AND AWAY. Tel. 03 3814600, www.ballooning.co.nz. Geopend:
dag., afhankelijk van het weer, vertrek tussen 5 en 7 uur. Toegang:
320 NZ$, kind 280.
Air Force Museum
Vliegenthousiastelingen vinden vertier in het Air Force Museum. In het museum op dit in bedrijf zijnde militaire vliegveld zijn 28 (gerestaureerde) vliegtuigen te zien, van de zeldzame Avro 626 tot en met de nieuwste Skyhawks. Het museum geeft alle informatie over de rol van de Nieuw-Zeelandse vliegtuigen en hun bemanningen in de diverse oorlogen. Degenen die de kriebels hebben, kunnen in een vluchtsimulator kruipen. Van maandag tot en met vrijdag zijn er om 11 en 14 uur rondleidingen door de hangar waar de oude toestellen worden gerestaureerd. Bezoekers kunnen vragen stellen aan het personeel dat bezig is. Erg voorspelbaar, maar voor vliegtuigfanaten een feest.
AIR FORCE
MUSEUM. 45 Harvard Avenue, Wigram, Christchurch, tel. 03 3439532,
www.airforcemuseum.co.nz.
Geopend: dag. 10–17 uur. Toegang: gratis.
Zwemmen met dolfijnen
De folders beloven stuk voor stuk een ‘onvergetelijke ervaring’. De verhalen wekken de suggestie van een bijna hemelse gebeurtenis, een attractie die hoe dan ook niet gemist zou mogen worden. Zwemmen met de dolfijnen. Het kustplaatsje Akaroa bij Christchurch is er beroemd om geworden.
Op de pier van Akaroa hebben zich zeventien mensen gemeld die gaan zwemmen met de dolfijnen. De organisatie die het zwemmen exploiteert, heeft de zaken niet alleen qua prijs professioneel aangepakt. In een aparte ruimte in het kantoor krijgen de deelnemers een korte uitleg en ontvangt iedereen zijn uitrusting: een wetsuit en een zwembril met snorkel. Na het omkleden worden de zeventien deelnemers over twee boten verdeeld. Een rubberen speedboot vertrekt als een speer naar de plek in de baai waar de dolfijnen zich zouden ophouden. Dit is het leefgebied van de Hectordolfijn, een van de zeldzaamste en meest bedreigde dolfijnsoorten ter wereld. De Hectordolfijn is genoemd naar de Britse wetenschapper Sir James Hector, die het zoogdier in de 19de eeuw als eerste ontdekte en beschreef. De Hectordolfijn, die gemiddeld twintig jaar oud wordt, is ook de kleinste dolfijnsoort ter wereld: volwassen vrouwtjes worden maar 1,4 m lang, volwassen mannetjes 1,3 m. Er zijn slechts drie- tot vierduizend van deze dolfijnen en ze komen alleen in Nieuw-Zeelandse wateren voor, vandaar dat de Hectordolfijn ook wel de Nieuw-Zeelandse dolfijn wordt genoemd.
De speedboot mindert vaart. ‘Hier hebben we een uur geleden dolfijnen gezien, dus laat iedereen zijn ogen goed openhouden,’ zegt de gids. Het turen over het water begint. Waar zijn ze dan, die schattige zoogdieren die meestal in kleine groepen rondzwemmen en die de dag doorbrengen met eten en spelen in de golven? Dan, na een minuut of tien, zijn er in het water drie vinnen te ontwaren. Eindelijk, Hectordolfijnen! ‘Oké, vlug in het water, maar niet springen, want dan schrikken de dolfijnen en zwemmen ze weg!’ roept de gids. Een voor een plonzen de deelnemers het water in.
De deelnemers rillen van de kou als ze in het water liggen. Brrr, dat valt tegen. Waar zijn de dolfijnen nu? Plotseling maakt de gids, die op de boot is achtergebleven, drukke gebaren. De watertrappende toeristen zien tot hun verbazing drie Hectordolfijnen recht op hen af zwemmen. Een zwemt onder het groepje toeristen door, de andere passeren hen links en rechts. Na een seconde of twintig zijn ze uit het zicht verdwenen.
‘Awesome!’ schreeuwt de gids opgewonden. Het is wel prachtig, maar waarom komen de dolfijnen niet terug om te gaan spelen? ‘Vergeet alle romantische beelden die je in films en op tv ziet,’ zegt de gids even later als hij de motor weer start. ‘Dit zijn wilde beesten, die niet aangeraakt willen worden. Degene die denkt dat hij aan een vin van een dolfijn mee kan zwemmen, komt bedrogen uit. Als ze zin hebben om te spelen, blijven ze langer. Als ze geen zin hebben, om wat voor reden dan ook, zwemmen ze gewoon door. Wij als organisatie doen verder niets om de dolfijnen te lokken: wij geven ze geen voedsel, of zoiets.’
Terug aan de kade wacht een volgend groepje toeristen op zijn ‘zwemavontuur’ van twee uur. Zzzzip, ritsen de deelnemers hun wetsuits dicht.
Swimming with Dolphins is gevestigd op Main Wharf in Akaroa, tel. 03 304 7641, www.blackcat.co.nz. Vertrek mei–sept. dag. 11.30, andere maanden: 6, 8.30, 11.30 en 13.30 uur. Toegang: 125 NZ$, kinderen 105; alleen kijken: 65 NZ$, kind 35, reserveren verplicht.
Oostkust van het Zuidereiland
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting:
linksboven,
rechtsboven,
linksonder en
rechtsonder.
Klik op een van de volgende deelkaarten voor een vergroting: linksboven, rechtsboven, linksonder en rechtsonder.
Ruim 80 km ten zuiden van Christchurch ligt het populaire plaatsje Akaroa op het schiereiland Banks Peninsula. Het schiereiland bestaat uit twee oude vulkanen, die 15 en 6 miljoen jaar geleden tot uitbarsting kwamen. De Britse kapitein James Cook zag Banks Peninsula in 1770 ten onrechte aan voor een eiland. Hij noemde het Banks Island, naar de botanist aan boord, Joseph Banks. De vele zeehonden bij het schiereiland trokken handelaars aan uit Australië, Groot-Brittannië, Frankrijk en andere landen. Ze slachtten de zeehonden bij vele tienduizenden af om China van zeehondenbont te voorzien.
Walvisjagers lieten niet lang op zich wachten; Banks Peninsula was een mooie plek voor bevoorradings- en handelsposten. Onder de walvisvaarders was ook de Franse kapitein Jean François Langlois. Hij kocht van de plaatselijke Maori-bevolking een stuk land om een Franse post te bouwen. De bedoeling was om vanaf deze plek een begin te maken met de Franse kolonisatie van het Zuidereiland. Helaas voor de Fransen was het Britse rijk slagvaardiger en sneller. Het Verdrag van Waitangi (p. 19) werd ondertekend en Frankrijk had het nakijken.
Toen de eerste 57 Franse kolonisten onder leiding van de Comte de Paris kort daarna in het huidige Akaroa arriveerden, zagen zij de Britse Union Jack wapperen. Maar de Fransen lieten zich niet uit het veld slaan en zetten onverstoorbaar hun tenten op. Ze begonnen ijverig met het bouwen van huizen, het stichten van boerderijen en het aanleggen van tuinen. En zo werd Akaroa een flard Frankrijk in Nieuw-Zeeland. De straatnaambordjes in de stad zijn nog altijd in het Frans. En elk jaar in september organiseert Akaroa een Frans festival en feest. De boekjes en folders reppen niet voor niets van ‘het zuidelijkste stukje Frankrijk ter wereld’.
Toeristenindustrie
Akaroa is zonder meer een schattig plaatsje met
fraaie historische gebouwen. Je voelt de sfeer van La Douce France.
De stad is inmiddels een geliefd toevluchtsoord geworden voor
bewoners van Christchurch, die hier een vakantiehuisje hebben. De
stad is ook een hotspot voor de
toeristenindustrie, zodat ronkende bussen vol dagjesmensen de
charme enigszins verstoren. Veel toeristen komen voor een rondvaart
over Akaroa Harbour (per catamaran, jetboat of zeilschip),
voor het kajakken op zee en voor de dolfijnen die hier talrijk in
het water zwemmen. Vooral het zwemmen met de dolfijnen is razend
populair (
pp.
232–233).
AKAROA
INFORMATION CENTRE. 80 Rue Lavaud, Akaroa, tel. 03 3048600,
www.akaroa.com. Geopend: dag.
9–17 uur.
Verder naar het zuiden
Wie de SH1 afrijdt naar het zuiden, zal bepaald niet op het puntje van zijn autostoel zitten. De weg is vervelend druk, het landschap vlak en tamelijk eentonig en onderweg zijn er maar een paar plaatsen die een uitgebreide stop rechtvaardigen. Het enige opvallende zijn de enorme brede rivieren die de vlakte doorsnijden. De beddingen zijn breed voor maar een beetje water. Het zijn zogenaamde verwilderde rivieren en ze zijn zo breed omdat ze een gigantische hoeveelheid water moeten afvoeren als het hard regent in de Alpen.
Timaru
Timaru is een plaats om even halt te houden. Het is een levendige stad met een kerk die lijkt op die van Christchurch. De stad is beroemd om zijn leuke Schotse museum met zijn onmogelijke naam: Aigantighe (spreek uit: egg and tie). De naam is Gaelic en betekent ‘thuis’. Het kunstmuseum is opgericht in 1956 en heeft werken vanaf de 16de eeuw tot heden, inclusief schilderijen van Hodgkins, Goldie, de Nederlander Van den Velden en de beroemde Nieuw-Zeelander McCahon. Bij de meeste schilderijen hangt een persoonlijk commentaar van een medewerker van het museum.
In de tuin staan wat beelden, onder andere van beeldhouwers uit Zimbabwe en Nieuw-Zeeland. Aigantighe is gehuisvest in een fraaie villa in een buitenwijk van Timaru, op zich al een bezoek waard. Kinderen mee? Geen probleem, het museum doet zijn best om het de kinderen naar de zin te maken, onder andere met speurtochten door het museum en met mogelijkheden om te verkleden.
AIGANTIGHE ART GALLERY. 49 Waiiti Road, Timaru,
tel. 03 6884424, www.timaru.govt.nz/artgallery.html.
Geopend: di.–vrij. 10–16, weekend 12–16 uur. Toegang:
gratis.
Oamaru
Oamaru is de volgende stad die de moeite van een lange stop waard is. In tegenstelling tot veel andere Nieuw-Zeelandse steden en dorpjes die kraak noch smaak hebben, heeft Oamaru aardig wat architectuurschoon in huis. De stad noemt zichzelf ‘Nieuw-Zeelands enige victoriaanse stad’, en dat is niet overdreven.
Nog altijd is te zien dat Oamaru de stad is waar waarschijnlijk het best gebouwd is. Met dank aan de grote hoeveelheid hoogwaardige kalksteen die in de buurt lag. Met een haven in de stad en een bloeiende schapenteelt in de buurt, groeide en bloeide Oamaru als geen ander. Een groep enthousiaste zakenlieden en bewoners heeft vanaf 1988 de handen ineen geslagen om de historische gebouwen op te knappen en de stad te promoten als historische stad.
Wie zijn auto parkeert en door de stad wandelt, ziet links en rechts fraaie voorbeelden van goed bewaard gebleven victoriaanse gebouwen. De Forrester Gallery, de National Bank en het eerste postkantoor in de Thames Street bijvoorbeeld. Of het Customs House en het Criterion Hotel in de Tyne Street. Bij het toerisme-informatiebureau (1 Thames Street) is een folder te krijgen, met daarop een kaartje, een rondleiding en foto’s van alle historische gebouwen in de stad. Oamaru is een verademing na alle treurige architectuur elders in het land.
Pinguïns
Maar de stad staat niet alleen vanwege de mooie gebouwen op elke toeristenkaart. Wie Oamaru zegt, zegt ook dwergpinguïns (of zoals ze in het Engels heten: blue penguins). Dwergpinguïns zijn met hun 30 cm lengte de kleinste pinguïns ter wereld. Bij de stad is een dwergpinguïnkolonie die is uitgegroeid tot een ware toeristenattractie. De kolonie verblijft bij een oude groeve en sinds 1993 worden de nesten beschermd tegen roofdieren, zoals katten, honden en fretten. Sindsdien is het aantal broedende paren gegroeid van 33 naar 120.
Het pinguïnbezoekerscentrum wordt gerund door vrijwilligers, de gemeente en natuurbeschermers. In het centrum is een beknopte informatieve tentoonstelling over de dwergpinguïn. Zo kan de bezoeker lezen dat het vrouwtje 1 kg weegt en het mannetje 1,2 kg. De beesten, die soms wel 25 jaar oud kunnen worden, zijn het grootste deel van hun leven op zee om vis te vangen. Ze kunnen per dag wel 50 km zwemmen. Ze keren alleen op land terug om hun jongen te voeden. De veren liggen heel dicht op het lijf en fungeren zo als een soort wetsuit om het dier warm te houden in de oceaan.
Krijsen
Elke dag rond zonsondergang komen ongeveer 200 dwergpinguïns terug uit zee om de visvangst van die dag in de bekken van hun jongen te spugen. Bij het strand is een grote tribune gebouwd die plaats biedt aan 350 mensen. Een uur voor zonsondergang verzamelt zich het publiek om te zien hoe de dieren in groepen naar land zwemmen en dan even aarzelend als waggelend naar hun holen lopen, 100 meter verderop. Het kabaal is niet van de lucht: de jonge dwergpinguins krijsen om hun ouders en om voedsel, terwijl de volwassen beesten niet zelden onderweg ruziemaken. De toeschouwers kijken op de tribune toe, als ware de pinguïntrek een spannende sportwedstrijd.
Het bezoekerscentrum heeft een uitgebreide souvenirwinkel (het is wonderbaarlijk om te zien op hoeveel spullen afbeeldingen van pinguïns gedrukt staan). Wie meer wil weten, kan tegen extra betaling een ‘behind the scene tour’ boeken: een medewerker van het centrum geeft dan een aparte rondleiding en laat wat speciale dingen zien, zoals nesten van dwergpinguïns.
OAMARU BLUE
PENGUIN COLONY. Waterfront Road, Oamaru, tel. 03 4331195, www.penguins.co.nz. Geopend:
okt.–mrt. dag. v.a. 9.30 tot na zonsondergang, apr.–sept. dag. 10
uur tot na zonsondergang. Toegang tribune: 20 NZ$, kind 10; Behind
the Scene Tour: 15 NZ$, kind 7,50, combinatieticket: 30 NZ$, kind
15.
Moeraki boulders
40 km ten zuiden van Oamaru, aan de kust van North Otago, ligt een minder populaire, maar toch fascinerende attractie: grote, ronde stenen op het strand van Moeraki. Deze ‘Moeraki boulders’ lijken van een afstand niet zo bijzonder, maar van dichtbij is goed te zien hoe prachtig rond de stenen zijn. Ze lijken op versteende voetballen. De boulders zijn volgens de geleerden 65 miljoen jaar oud. Ze zijn ontstaan door kristallisatie van kalk in kleisteen. Het is een ingewikkeld, geologisch proces dat vier miljoen jaar duurt. Het is te vergelijken met het groeien van een parel in een schelp. Volgens de Maori-legendes zijn de ronde stenen op het zand aangespoelde kalebassen, afkomstig van de eerste grote reizigerskano die bij Nieuw-Zeeland was gestrand.
De stenen ballen zijn het best te zien bij eb, dan liggen ze in het zand. Bij vloed steken ze uit het water. Op een speciaal uitkijkplatform heb je een goed zicht op deze wonderen van de natuur.
MOERAKI
BOULDERS. Strand van Moeraki, www.tourismwaitaki.co.nz.
Mount Cook
Ten noordwesten van Oamaru ligt een van Nieuw-Zeelands mooiste en populairste natuurparken: Mount Cook National Park van 70.000 ha met Nieuw-Zeelands hoogste berg Aoraki Mount Cook. Via de SH83 rijd je door de Waitaki-vallei naar de bergen. De dorpjes onderweg zijn weinig spectaculair. Maar de plaats Omarama is in de wereld van hanggliders (deltavliegers) een begrip. Dit is een van de beste plekken ter wereld om aan deltavliegen te doen, met dank aan een bijzondere thermiek die hier van september tot april van kracht is. De Amerikaan Steve Fossett gebruikte Omarama vaak als beginpunt van zijn spectaculaire wereldrecordpogingen zweven in de lucht. Bij Omarama is ook de afslag richting Wanaka en Queenstown (p. 187). De SH8 voert over de fraaie Lindispas van 970 m.
Twizel
Op 60 km van het park ligt het plaatsje Twizel (een kleine 2000 inwoners). Dat heeft een grappige geschiedenis en is daarom de moeite waard om op de rem te trappen en halt te houden. Twizel in de provincie South Canterbury werd eind jaren zestig gebouwd als tijdelijke woonplaats voor de werknemers die betrokken waren bij de totstandkoming van het Benmore Hydro Power Project (de grootste waterkrachtcentrale van Nieuw-Zeeland, die een derde van het land van stroom voorziet). Voor dat project werden kunstmatige meren en kanalen aangelegd.
Toen de klus in 1980 was geklaard, wilde de overheid het tijdelijke dorp van houten huizen weer afbreken, maar de bewoners kwamen in opstand. Zij wilden hun plaats behouden voor de toekomst. Het verzet had succes: Twizel bleef bestaan. Het dorp probeert nu met een heus information centre, een bank, een postkantoor, een hotel en wat winkels Mt Cook-toeristen te lokken.
Kaki
Twizel is verder bekend door zijn programma om de zeldzame vogelsoort kaki van de ondergang te redden. Deze zwarte steltloper met rode poten kwam vroeger veel voor in Nieuw-Zeeland, maar door het verdwijnen van steeds meer nat land kwam de vogel in het nauw. Op een gegeven moment waren er nog maar 23 kaki’s over. Sinds 1981 is in Twizel een programma opgezet om de steltloper van uitroeiing te redden. In een centrum worden kaki-eieren uitgebroed. De jongen brengen de eerste maanden in gevangenschap door, goed beschermd tegen roofdieren en ander gevaar. Na drie tot negen maanden worden de jongen in de natuur uitgezet en nauwkeurig in de gaten gehouden. Het programma is een succes: het ergste gevaar van uitsterven is voorbij. Toeristen kunnen in Twizel een Kaki Tour maken met een bezoek aan The Kaki Visitor Hide, het centrum waar de kakijongen worden grootgebracht.
TWIZEL
INFORMATION CENTRE. Market Place, Twizel, tel. 03 4353124. Kosten
Kaki Tour: 12,50 NZ$, kind 5. Reserveren via informatiecentrum
verplicht. Bezoekers moeten met eigen vervoer naar Kaki
Hide.
Mount Cook Village
Het alpenlandschap doet Europees aan, zeker als er sneeuw is gevallen. De toerist waant zich een beetje in Zwitserland of Oostenrijk. De SH80 loopt langs het Pukaki-meer, dat zijn water krijgt van de Tasman-gletsjer. De turquoise kleur van het water maakt het landschap nóg aanlokkelijker.
Mount Cook Village is een typisch wintersportcomplex dat veel lijkt op moderne wintersportplaatsen in Frankrijk. Het dorp heeft de Hermitage als middelpunt: een groot, luxe hotel met 272 kamers. Het hotel is zo gebouwd dat het niet te veel opvalt tussen de bergen. Binnen in de hal staan twee auto’s uit het begin van 1900, het begin van het toerisme naar Mt Cook. De koffieshop biedt een spectaculair uitzicht op de bergen. De kamers in het hotel zijn peperduur, de koffie is betaalbaar. Voor het hotel staat een opvallend standbeeld van Sir Edmund Hillary, de Nieuw-Zeelander die als eerste de Mt Everest beklom en bedwong.
Behalve de Hermitage heeft Mount Cook Village nog een Glencoe Lodge (57 kamers), een motel met 32 units en 19 chalets. Een wandelpad leidt van de Hermitage naar een groot informatiecentrum, waar onder meer folders over wandeltochten in de omgeving te halen zijn. Mount Cook Village stelt verder weinig voor. Er woont bijna niemand anders dan de piloten van de toeristenvliegtuigjes, het personeel van het hotel en de talrijke gidsen.
Vanaf het dorp is een aantal wandelingen te maken door de Nieuw-Zeelandse Alpen en naar hun gletsjers. Een onverharde weg van 8 km leidt naar de parkeerplaats en hut van de Blue Lakes. Vanaf daar is het een halfuurtje lopen naar een uitzichtpunt, waar de Tasman-gletsjer is te zien. Verwacht geen oogverblindend schouwspel van witte sneeuw en blinkend ijs. De gletsjer is een vies bruin meer, waarin ijsbergjes drijven. Het ijs is hier overdekt met water en puin. In de winter bevriest het water. Je moet veel voorstellingsvermogen hebben om iets te begrijpen van het ijslichaam. Het is een contrast met de gletsjers Fox en Franz-Josef, 50 km aan de andere kant van de bergen. Daar is het witte ijs duidelijk te zien in de groene bossen.
Hooker Valley
Dé populaire wandeling in dit gebied is de drie uur durende tocht door de Hooker Valley. Begin vanaf de camping, aan het einde van de eerder genoemde onverharde weg. De wandeling voert langs de fundamenten van het oude Hermitagehotel uit 1884, dat vernietigd werd door een overstroming. Vervolgens kom je langs een sober maar indrukwekkend monument in de vorm van een piramide. Hier worden de mensen herdacht die hun leven hebben verloren in de Alpen van Nieuw-Zeeland. Op het monument staan alle namen van de ongelukkigen en wat persoonlijke teksten. ‘Koud was de wind en de sneeuw, warm zijn onze herinneringen aan jou’, valt er te lezen.
De wandeling gaat over twee mooie hangbruggen over de rivier. De brug schommelt, het water daaronder buldert; de wandelaar zou er een Kuifjegevoel van krijgen.
De wandeling is niet echt zwaar en voert naar het Hooker-meer, waarin weer ijsbergen drijven. Het ijsfront van de Muller-gletsjer is nu dichterbij. De bloemenpracht in het voorjaar, begin van de zomer is indrukwekkend.
Thrills
Nieuw-Zeeland zou Nieuw-Zeeland niet zijn, als er in het park niet allerlei thrills te koop waren. Een vliegtocht bijvoorbeeld over de gletsjers naar de top van Mt Cook, waar je uit kunt stappen en over het ijs kunt wandelen. Hinderlijk brommen de vliegtuigjes door de vallei. Maar er zijn ook helikoptertochten te maken, en je kunt met motorbootjes varen over de gletsjermeren tussen de ijsbergen naar de gletsjer. Dat laatste kan ook per kajak.
Verder zijn er gidsen te huur, die je voor veel geld veilig over de bergen loodsen. Nou ja veilig… Er gaat wel eens iets mis, zoals in december 2006, toen een Deense toeriste haar wandeling met de dood moest bekopen. Maar geen thrill zonder risico.
MOUNT COOK
NATIONAL PARK. Tel. 03 4351186, www.mount-cook.com.
THE HERMITAGE AORAKI MOUNT COOK. Terrace Road, Mount Cook Village, tel. 0800 686800 of 03 4351809, www.mount-cook.com en www.hermitage.co.nz.
MOUNT COOK SKI PLANES. Mount Cook Airport, 0800 800702 of 03 4308034, www.mtcookskiplanes.com. Prijs vluchten: v.a. 310 NZ$. THE HELICOPTER LINE. Glentanner Park, SH80, tel. 0800 650651 of 03 4351801, www.helicopter.co.nz. Prijs vluchten: van 210 NZ$ (20 minuten) tot 420 NZ$ (45 minuten).
Lake Tekapo
De reiziger die van Mount Cook National Park terugkomt en linksaf op de SH8 naar Christchurch gaat, komt langs het meer van Tekapo en de gelijknamige plaats. Nou ja, plaats… Langs de weg is een strip met een hotel, wat restaurants en wat winkels. Het meer is met zijn 32 km lengte in alle opzichten groots. Op sommige punten is het meer 120 m diep. Het water komt van de ijskoude Godleyrivier. De turquoise kleur zorgt voor een betoverend effect. Het schijnt dat steeds meer Nieuw-Zeelanders de rust en pracht van Lake Tekapo verkiezen boven de drukte van Queenstown.
Het 700 m hoog gelegen plaatsje Lake Tekapo heeft
de reputatie de helderste hemel van Nieuw-Zeeland te hebben. Er is
nauwelijks lichtvervuiling, anders dan de schaarse verlichting van
het dorpje die, om het donker te houden in het dorp, niet naar
boven straalt maar alleen naar beneden. De lucht is daarnaast ook
bovenmatig schoon. De universiteit van Canterbury heeft daarom hier
Nieuw-Zeelands grootste telescoop gebouwd. Toeristen kunnen
optimaal van de sterrenpracht (
pp. 245–246) genieten.
Overdag en ’s nachts, als er geen wolken zijn tenminste,
organiseert Earth and Sky excursies naar de telescopen op Mt John,
een berg van 1031 m hoogte. Koud, maar leuk!
Lake Tekapo heeft, behalve de schoonheid van het meer, nog een attractie waar hordes toeristen op af komen. De Church of the Good Shepherd is de plaatselijke topper. Het kerkje is direct aan het meer gebouwd in 1935. De werklieden hadden de opdracht gekregen om de omgeving van de kerk ongemoeid te laten: rotsen mochten niet worden verplaatst, geen enkele struik gekapt. Stenen uit de omgeving werden gebruikt om de muren van de kerk te bouwen. Zo ontstond een kerk puur natuur; ‘een monument voor de pioniers van Mackenzie Country’.
Binnen overheerst de soberheid van de kleine kerk. Prachtig is het grote raam achter het altaar. Zo heeft de kerkbezoeker een hemels uitzicht over het meer en wordt de preek nooit meer saai. Geen wonder dat de vele (Japanse) toeristen de Kerk van de Goede Herder van binnen en van buiten fotograferen of hun leven ervan afhangt.
Naast de kerk staat een heus standbeeld voor de schapenhond. De bronzen hond op een rots is ‘een ode aan de trouwe vriend van de schaapherders’. Waar een klein dorp groot in kan zijn…
LAKE TEKAPO. www.laketekapountouched.co.nz.
EARTH AND SKY. Astro Café, Lake Tekapo, tel. 03 6806960, www.earthandsky.co.nz. Tours van 11 tot 15 uur en ’s avonds op verzoek. Prijs tour overdag: 30 NZ$, kind 15; prijs Stargazing Night Tour: 75 NZ$, kind 45.
Geraldine
De SH8 gaat via de Burkes-pas verder richting Christchurch. Veel reden om onderweg uitgebreid te stoppen, is er niet. In Fairlie heeft de Avenue of Peace enige bekendheid. Tussen 1914 en 1918 zijn aan de hoofdstraat bomen geplant als natuurlijk ‘oorlogsmonument’. In het plaatselijke MacKenzie Carnival Society Museum is een aantal oude voertuigen te zien, onder andere een echte koets van het bedrijf Cobb & Co. Alleen op nieuwjaarsdag (Fairlie Carnival) komen de voertuigen voor de optocht de straat op.
Geraldine doet verwoede pogingen zich als charmant historisch plaatsje op de kaart te zetten. Het dorp met 2400 inwoners ligt in het welvarende hart van schaaphouderijen, boerenbedrijven en fruittelers. Het plaatsje heeft inderdaad mooie oude gebouwen, vooral de plaatselijke cinema is schattig. Verder zijn er winkels waar kaas en wijn gekocht kunnen worden en er zijn cafés en restaurants. Vooruit, om een kopje koffie te drinken is Geraldine zo gek nog niet.
GERALDINE
VISITOR INFORMATION CENTRE. Hoek Talbot Street en Cox Street, tel.
03 6931006, www.southisland.org.nz.
Het Zuiderkruis
Nieuw-Zeeland ligt op het zuidelijk halfrond en een van de dingen die verschillen met boven de evenaar is de hemel. Om met de dag te beginnen: de zon komt gewoon in het oosten op, maar hij staat in de middag in het noorden om vervolgens in het westen onder te gaan. Een kamer op het noorden is dus vaak een voordeel in dit deel van de wereld.
Wie op het noordelijk halfrond rond het middaguur naar de zon kijkt (naar het zuiden dus), ziet de zon langzaam naar rechts schuiven en dan ondergaan. Dat is op het zuidelijk halfrond precies andersom. Als je om 12 uur naar de zon kijkt (het noorden dus), gaat de zon links onder. Het lijkt dus alsof de zon de andere kant op draait. Met de nadruk op lijkt.
’s Nachts is het verschil nog groter. Iedereen heeft het trucje geleerd over de maansikkel. Kun je van de sikkel de letter p (premier) maken, dan is de maan in het eerste kwartier en op weg naar een volle maan. Kun je er de letter d (dernier) van maken, dan is de maan in het laatste kwartier en op weg naar nieuwe maan. Op het zuidelijk halfrond is het precies andersom. Het is maar dat je het weet.
De sterrenhemel is ook geheel anders. Sterrenbeelden die er zijn ingestampt bij Europeanen, zoals de Grote Beer en van daaruit de Poolster, zijn hier niet. Maar er is wel een hulpmiddel om met de sterren het zuiden te bepalen en dat is met het sterrenbeeld het Zuiderkruis. Het zijn vier sterren in de vorm van een ruit en ze nemen een prominente plaats in op de vlag van Nieuw-Zeeland.
Hier is het Zuiderkruis het armeluiskompas, hoewel het niet zo eenvoudig is om daarmee het zuiden te vinden. Eerst moet het Zuiderkruis zelf worden gevonden in de wirwar van witte stipjes in de hemel. Kijk naar de zuidelijke hemel: daar staan twee heldere sterren. Een daarvan is Centurion Alfa, de ster die het dichtst bij de aarde staat. Trek een lijn door die sterren naar rechts, dan kom je bij de bovenste ster van het Zuiderkruis. Die twee sterren worden de aanwijssterren genoemd. Zo is gemakkelijk de ruit op te sporen. Het is niet zo dat de punt van die ruit naar het zuiden wijst, zoals veel mensen denken. Wel ongeveer, maar toch.
Om het goed te doen, moet je het punt zoeken tussen de twee aanwijssterren. Trek van daaruit een loodlijn naar het zuiden. Die snijdt de lijn uit het Zuiderkruis en dat is het zuiden. ‘We hebben helaas niet zo’n handige ster als bij jullie op het noordelijke halfrond om het noorden te zoeken,’ verontschuldigt de gids zich die een excursie naar de sterrenbeelden op het zuidelijk halfrond leidt.
De sterrenhemel in het zuiden heeft prachtige dingen. Een paar sterrenbeelden die in het noorden bekend zijn, zijn ook te zien, maar ze staan op hun kop. Dat is even wennen. Onbekende sterrenbeelden zijn Toekan en Kraanvogel (in het zuidoosten). De sterrenbeelden Schorpioen en Boogschutter staan in juli-augustus hoog in de hemel. Verder zijn hier de Magellaanse Wolken goed te zien, twee verafgelegen sterrenstelsels.


