Woord vooraf
Marokko is een enerverend land. Aan de kust en in de westvlakte liggen steden als Fes, Marrakech en Tanger die al eeuwenlang tot de verbeelding spreken. De Andalusische ontdekkingsreiziger Leo Africanus keek zijn ogen uit toen hij in de 16de eeuw voor het eerst Fes betrad: ‘De stad is enorm. Ze is omgeven door solide muren. Er zijn elf rijk versierde koranscholen, honderd badhuizen en tweehonderd hotels. Er is een batterij aan pantoffelmakers, koperslagers, stoffenhandelaren en kruidenverkopers.’ Dezelfde overweldigende indruk maakte de stad toen ik vier eeuwen later het middeleeuwse stadsdeel van Fes voor de eerste maal bezocht. Deze indruk werd snel geëvenaard toen ik op dezelfde reis Marrakech, de bergdorpen in de Hoge Atlas en de lemen kasba’s in het zuiden van het land aanschouwde. Eén reis smaakte naar meer en ik ben sindsdien Marokko blijven bezoeken met gebruikmaking van vliegtuig, auto, trein, fiets en ja, ook kameel en ezel. Het zal mij niet verbazen als u na een eerste maal in Marokko ook de wens koestert nog eens op reis te gaan door het land.
De klassieke toeristische excursie in Marokko leidt langs Fes en de drie andere ‘koningssteden’ die sinds de 8ste eeuw als hoofdstad van het Marokkaanse sultanaat hebben gediend. De streken buiten de steden hebben door de moeilijk te doorkruisen bergketens als de Atlas en de Rif goed hun eigen karakter behouden. De Rif, de Sous en de oasestreek kennen daardoor hun eigen streekgebonden gewoontes, architectuur, kunstnijverheid, kleding, taal en muziek. Deze gids voor reizigers uit de Lage Landen dient als hulpmiddel om die veelzijdige cultuur van Marokko te leren kennen. De gids opent hiertoe met vier thematische hoofdstukken waarin achtergrondinformatie wordt geboden over onder meer geschiedenis, religie, kunst, eten en drinken, de positie van de vrouw enzovoort. Hierop volgen zeven regionale hoofdstukken, beginnend bij Rabat en eindigend in het diepe zuiden. Ieder hoofdstuk gaat vergezeld van een regiokaartje en waar wenselijk stadskaartjes. De praktische informatie staat achter in de gids.
Een korte waarschuwing voor het Arabisch is hier op zijn plaats. Nederlandstaligen hebben namelijk nogal eens problemen met de uitspraak van Marokkaanse woorden en plaatsnamen. Dit komt eigenlijk niet eens zozeer door het Arabisch als wel doordat veel woorden en plaatsnamen een Franse spelling volgen. Ik heb hier ook voor gekozen, omdat straatnamen en verkeersborden ook die spelling aanhouden. Voor de uitspraak zijn twee zaken van belang. Alle woorden en namen die met ‘ou’ worden geschreven – couscous, Ouarzazate – worden net als het Franse woord ‘journal’ uitgesproken als ‘oe’. Alle woorden en namen die met ‘ch’ worden geschreven worden net als het Franse woord ‘cheval’ uitgesproken als ‘sj’. Het woord voor een ‘mechouar’ wordt dus uitgesproken als ‘mesjoear’.
Tot slot. De reisinformatie in deze gids is gebaseerd op eigen ervaringen in Marokko. Daarnaast heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de rijke literatuur over de geschiedenis, volkskunde en kunst die in de gids de revue passeren. Achterin is een korte verantwoording van geraadpleegde literatuur opgenomen. Ik wil graag mijn dank betuigen aan Léon Buskens voor de antwoorden op mijn vragen en Antoinette en Sandra Langereis voor de geboden fotografische bijstand.
Remco Ensel
Amsterdam, voorjaar 2008