Esselien

Maagdenstraat, 1943

Via het open keukenraam op de eerste etage bereikten haar de opgewonden stemmen van de voetballende jongens. Hun geschreeuw overstemde het heldere geluid van het tegen elkaar tikkende kristal. Met een achteloos gebaar zette ze het gebloemde porseleinen bord in het afdruiprek.

Zoals elke middag hadden ze de rijbaan tot hun domein gemaakt. Zo nu en dan werd hun spel onderbroken door het sporadische verkeer dat van de weg gebruikmaakte. Als een vuilgele deken dwarrelde het door hun benen losgewoelde zand traag omhoog. Door de reflectie van het late zonlicht leken de jongens wel gevangen in de oranje gloed, als sierlijk dansende schimmen die zich aftekenden tegen de nimbus van de namiddag.

Ondanks de loden warmte deed Esselien het raam dicht. Het losgewoelde stof bewoog zich langzaam in de richting van haar keukenraam en ze had het fijne zand liever niet op haar schone vaatwerk.

Voor ze ging zitten keek ze even om en constateerde tevreden dat de gordijnen goed gesloten waren. Ze hield zich strikt aan de oproep die in de kranten had gestaan. Sinds de bezetting van Nederland zat de angst er goed in. Trouw volgde ze de adviezen op hoe te handelen in geval van luchtalarm. Ze hield de berichten in de gaten en wist dat als ze zich tijdens een alarm op straat zou bevinden, ze zich naar een van de ‘schuils’ moest begeven. Het was ten strengste verboden lucifers of aanstekers te ontsteken of zaklantaarns te gebruiken. Onder geen beding mochten ramen of deuren geopend worden. In uiterste noodgevallen mocht ten hoogste een verduisteringslamp worden gebruikt. Uit voorzorg had ze de bovenlichten van de ramen en deuren afgeschermd. Haar echtgenoot had haar op het hart gedrukt de aanwijzingen stipt op te volgen.

De komst van de Amerikanen had Esseliens angst iets weggenomen. De verduisteringsoefening van de zestiende februari had haar terdege bewust gemaakt van de ernst van de situatie. Die avond hadden ze met z’n drieën in de duisternis doorgebracht. Ze had zich zwaar ellendig gevoeld en een diep gevoel van onmacht had zich van haar meester gemaakt. De reactie van hen die de oefening als een grap hadden opgevat, had haar met afschuw vervuld. In plaats van de voorgeschreven regels op te volgen, hadden ze misbruik gemaakt van de situatie. Handenwringend had ze binnen gezeten, biddend dat het gejoel en gegil snel zou stoppen. Groter was het gevoel van afschuw toen ze de volgende dag hoorde dat verschillende bendes van de duisternis gebruik hadden gemaakt om aan het plunderen te slaan – in de ochtend bood de stad een troosteloze aanblik.

Niet lang nadat de door de voetballende benen opgestoven stofwolken waren gaan liggen, zou de straat het terrein worden van allerlei hoeren en hun obscure aanhang. De ene na de andere uitgaansgelegenheid opende zijn deuren in de Maagdenstraat en als een zwerm insecten kwamen de bezoekers op het licht af. Nieuw in het straatbeeld waren de Javaanse hoeren – ze vielen nogal op, omdat ze, anders dan de meeste hoeren die naar Europese snit gekleed waren, een Javaanse sarong droegen. Nu er zoveel plantages werden gesloten kwamen ze hun heil in de stad zoeken. Er werd van hen gezegd dat ze zeer meegaand waren en veel minder brutaal dan de creoolse motyo’s – hun aanwezigheid vormde dan ook een bedreiging voor de creoolse meisjes die hier sinds jaar en dagwerkten. De veranderende sfeer in de straat maakte het rustige leventje van Esselien en haar gezin tot een hel, iets wat ze van tevoren in de verste verte niet had kunnen voorzien.

Als een loden laken had de hitte zich over de stad gelegd. De lucht dicht bij de grond trilde. De intense warmte die sinds eind januari de stad geselde was ongebruikelijk voor de tijd van het jaar. Precies een maand geleden had het voor het laatst geregend – Esselien kon zich die dag goed herinneren: op de eenendertigste januari was de dochter van de kroonprinses jarig. De feestvreugde was in het water gevallen, want men had de verjaardag binnenshuis moeten vieren. Een genadeloze sibi busi had de stad geteisterd en binnen de kortste keren blank gezet. Maar nu kon ze zelfs in de schaduw op het balkon geen verkoeling vinden. Het bloed stroomde stroperig door haar aderen. De omslagdoek die ze boven haar borsten had vastgeknoopt plakte aan haar huid. Ze zat lusteloos onderuitgezakt in een rotanstoel – de beker zuurzakijsblokjes die ze net naar binnen had gewerkt, had niet voor de verwachte verkoeling gezorgd.

Met samengeknepen ogen tuurde ze in de richting waarvandaan ze haar zoon verwachtte…

Daar was hij! Maar… wat was dat? Hij was in gezelschap van een vrouw…!

Een kort moment voelde ze een week gevoel in haar borstkas. Van haar plek op het balkon was het moeilijk te zien wie het was die haar zoon vergezelde, maar ze kon zich niet voorstellen dat een behoorlijke vrouw op dit tijdstip zo’n fel gekleurde jurk aanhad…

Nieuwsgierig geworden stapte Esselien uit de beschutting van de schaduw. Zenuwachtig omklemden haar handen de door de zon verwarmde houten balustrade. Haar tot streepjes vernauwde ogen tuurden in de richting van haar zoon en de onbekende vrouw. Met een speels gebaar pakte de vrouw de panama van Roberts hoofd en zette die op haar frivool opgestoken kapsel. Haar hand reikte naar zijn hoofd en met een teder gebaar streek ze door zijn zwarte krullen. Esselien verhoogde geërgerd de druk van haar handen om de houten balustrade. Ze kon haar ogen niet geloven. Robert boog zich naar die vrouw over, zonder rekening te houden met de openbaarheid van de straat… Met een koket gebaar gooide de vrouw haar hoofd achterover. Een bulderende lach ontsnapte aan haar met goud beslagen mond en verbrak de stilte van de middag… Wat deed haar zoon met zo’n… zo’n onbehoorlijk schepsel?

Het tweetal was nu dicht genoeg genaderd om te zien wie de vreemde vrouw was die haar zoon vergezelde… Mi Gado! Het was niemand minder dan Maxi Linder…!

Paniekerig zochten haar ogen de verlaten straat af. Zou iemand het gezien hebben? Zouden ze nu de spot van de buurt worden? Haar knieën werden week. Hoe kon haar keurig opgevoede zoon zich aangetrokken voelen tot een verderfelijke vrouw als die Maxi Linder…?!

Er was een week overheen gegaan. Na die ene keer had ze hen niet meer samen gezien. Het was iedere keer weer een opluchting voor haar geweest als ze hem alleen thuis zag komen. Maar ze had sinds ze haar zoon in gezelschap van Maxi Linder had gezien, geen oog dichtgedaan. De amoureuze escapade van haar zoon had haar met afschuw vervuld. Tot nu toe was het haar gelukt uit zijn buurt te blijven en te zwijgen. Ze kon maar beter wachten tot het komend weekeinde, wanneer René – die als districtscommissaris buiten de stad was gedetacheerd – thuis was.

Ze zat in gedachten verzonken op het balkon. Plotseling zakte Robert neer in de stoel naast haar. Zonder een woord te zeggen zaten ze een tijdje naast elkaar, ieder met zijn eigen gedachten.

Beneden op straat werd het langzaam druk. De prostituees probeerden elkaar met de opzichtigste jurken de loef af te steken. Pooiers hingen lusteloos tegen de gevels van de uitbaters van sterke drank, maar ze hielden de omgeving ondertussen goed in de gaten. De motyop ‘pa’s onderscheidden zich van hen die om andere redenen voorbijkwamen door hun schichtige manier van lopen. Het waren vooral buitenlandse matrozen die grif gebruikmaakten van het aanbod van vrouwenvlees: schaamteloos liepen ze met een of meerdere hoeren aan hun armen rond. Maxi Linder was gelukkig nergens te bekennen.

Dat ze hun werk bij haar voor de deur deden, vond ze tot daar aan toe. Maar er werd een grens overschreden als ze zich opdrongen aan de jeugd die in de buurt woonde. De stoel naast de hare kraakte. Robert voelde zich kennelijk niet op z’n gemak.

“Zal ik licht maken?” Zijn stem leek van heel ver te komen. Zonder een antwoord af te wachten, liep hij naar binnen. Het schijnsel van de gaslamp gaf zijn gezicht iets hulpeloos.

Dat ze met haar gore vingers aan hem gezeten had! God weet wat voor enge ziekten dat mens met zich meedroeg. Haar hart klopte in haar keel – ze was woedend. Ze bad God dat er snel een oplossing zou worden gevonden voor de overlast die de motyo’s bezorgden. Hun aantal groeide met de dag. In de gemeenschap gingen stemmen op die om maatregelen vroegen. Ook het Amerikaanse opperbevel klaagde steen en been. Onder hun manschappen was het aantal dat geslachtsziekten had opgelopen schrikbarend gestegen. De gedachte aan het feit dat Robert een ziekte kon oplopen was niet eerder bij haar opgekomen. Ze moest ervoor zorgen dat hij zich zo snel mogelijk liet onderzoeken. Als ze zou wachten op René’s terugkomst zou hetweleens te laat kunnen zijn…

“Heb je… heb je met Maxi Linder… ik bedoel, heb je het met haar gedaan? Als dat zo is moet je zo snel mogelijk naar de dokter.” Eer ze er erg in had, waren de woorden uit haar mond gekomen.

Het licht van de gaslamp kleurde het wit van zijn van verbazing wijd opengesperde ogen geel, alsof hij inderdaad een of andere ziekte onder de leden had. Zijn onderkaak hing naar beneden en zijn tong lag als een verlamde slang tussen zijn tanden. Even was het stil.

Maar toen begon hij te spreken. “Moeder, waarom maak je je zo druk? Ik weet heus wel wat wel of niet goed voor me is.” Hij liet goed merken dat hij geen zin had erover te praten.

“Het valt nog te bezien of je wel oud genoeg bent om je eigen keuzes te maken. Ik heb niet de indruk dat je je beslissingen weloverwogen neemt,” beet ze hem toe.

Het gesprek was in een hoogoplopende ruzie geëindigd. Geërgerd door zijn volharding de relatie met haar niet op te geven, had ze hem allerlei verwijten naar het hoofd geslingerd. Al haar argumenten ten spijt – de slechte reputatie van die vrouw, de kans op ziekten – had hij haar voor de voeten geworpen dat ze ‘het recht niet had’ zich met zijn leven te bemoeien. Nooit eerder had hij zo respectloos tot haar gesproken. Uiteindelijk was hij kwaad het huis uitgelopen. De nacht had ze op het balkon doorgebracht.

De volgende dag durfde ze hem niet te vragen waar hij die nacht was geweest – ze was bang voor een nieuwe ruzie, of dat ze met zoveel woorden te horen zou krijgen dat hij inderdaad bij Maxi Linder had geslapen. Toen hij thuiskwam, had hij zich meteen in zijn kamer opgesloten. Het middageten liet hij onaangeroerd. Pas tegen de avond ving ze een glimp van hem op toen hij zonder gedag te zeggen de deur uitging. De onberispelijke manier waarop hij gekleed was, de geur van eau de cologne die als bewijs van zijn aanwezigheid was blijven hangen… ze hoefde zich geen illusies te maken… het was duidelijk waar hij naartoe ging.

Terwijl het huis in duister gehuld was, zat ze aan de keukentafel. Haar wringende handen had ze in haar schoot gelegd. De ruzie had haar duidelijk gemaakt dat de strijd om hem te behouden ongekend hard zou zijn. Ze zou niet alleen haar zoon als tegenstander in de arena treffen – als secondant had hij een vrouw van wie bekend was dat ze de invloedrijkste contacten in het land onderhield.

Ze nam zich wijselijk voor voorlopig geen woorden meer vuil te maken aan de situatie. Wie weet was zijn vader in staat om hem in een gesprek van man tot man de uitzichtloosheid te doen inzien van een relatie met Maxi Linder. Ze hoopte maar dat deze onbezonnen daad hem niet voor de rest van zijn leven zou worden nagedragen. Ze vreesde voor de goede naam van de familie. Hoe was het mogelijk dat hij zich zonder schaamte met haar in het openbaar vertoonde…!

Dat Maxi’s faam haar niet altijd van pas kwam, had Esselien kunnen afleiden uit een spraakmakende gebeurtenis rond haar persoon enige maanden geleden. Na een amoureuze ontmoeting met een Amerikaan werd ze mishandeld en naakt op een afgelegen plek achtergelaten. Het was een wraakactie geweest: twee van zijn vrienden waren door haar toedoen voor negen maanden de gevangenis ingeluisd. Zonder zich druk te maken over het feit dat ze geen draad aan haar lijf had, ondernam ze de tocht naar de stad. Na een lange nachtelijke wandeling liep ze een politieman tegen het lijf. Op zijn vraag waarom ze naakt over straat liep, had ze brutaalweg geantwoord: “Sodemieter op! Kun je niet zien dat ik in werkkleding ben? Jij draagt toch ook je uniform als je dienst draait!”

De agent restte niets anders dan haar de jas van zijn uniform aan te bieden. Het voorval was het gesprek van de dag geweest.

Esselien kon er niet meer om lachen. De eer van de familie Medoza stond op het spel.

Het gesprek met zijn vader waarop ze al haar hoop had gevestigd, leverde niet het door haar zo vurig verwachte resultaat op. Robert weigerde zijn verhouding met Maxi Linder te verbreken. Tot overmaat van ramp was het voor de omgeving inmiddels geen geheim meer. Ze leed zo onder de schande dat ze zich niet meer op straat durfde te vertonen. Uit angst voor nieuwsgierige blikken meed ze zelfs het balkon. En de vragen die aan de dienstmeid werden gesteld, logen er niet om.

Tot overmaat van ramp had Maxi Linder de brutaliteit zich bij haar deur te vervoegen. Als reactie op deze vergaande vrijpostigheid liet Esselien haar buiten staan. Maxi liet onomwonden haar misnoegen blijken: ze presteerde het buiten onder het balkon luid haar beklag te doen over het feit dat ze ‘haar man’ niet mocht bezoeken.

“Onvoorstelbaar! Die probeert mij bij mijn man weg te houden! Hij is toch geen kind? De flinke steen in zijn broekis daar het bewijs van!”

Huilend van schaamte hield Esselien zich schuil in huis terwijl de woorden van buiten tot haar doordrongen. Hoe durfde ze Robert ‘haar man’ te noemen! Stond ze er niet bij stil dat hij twintig jaar jonger was dan zij? Met een kil hart trok ze zich terug in de beslotenheid van haar huis en wenste die gemene motyo in stilte het ergste toe.

Esselien had overal naartoe gebeld – zonder succes. Van de politie kreeg ze te horen dat het buiten hun bevoegdheid lag zich met zulke zaken te bemoeien, op het commissariaat lukte het haar niet de stadscommissaris te spreken te krijgen en de legerofficieren die ze aan de telefoon kreeg wilden er hun vingers niet aan branden.

Overal waar ze om hulp had gevraagd, was ze op een muur van onwil en onbegrip gestuit. Er werd haar aangeraden geduld te hebben. Er zou een dag komen dat het vuur van de liefde van haar zoon voor deze vrouw zou doven. Tot dat moment was er niets aan te doen. Haar argument dat hij slechts twintig jaar oud was, en volgens de wet dus minderjarig, had hen koud gelaten. Met grote moeite had ze zich weten te beheersen. Het liefst had ze de telefoon erop gesmeten in plaats van hun schijnheilige uiteenzettingen te blijven aanhoren. Ze had hun voor de voeten willen werpen dat ze wist dat bij de meesten van hen het vuur voor Maxi Linder nog altijd brandde, of ten minste ooit had gebrand…

De verkiezingen voor de nieuwe Raad van State stonden voor de deur. René verkeerde in een maatschappelijke positie die het hem mogelijk maakte zijn stem uit te brengen. In advertenties in de kranten probeerden de verkiesbaren de stemgerechtigden zo veel mogelijk voor zich te winnen. Tevergeefs probeerde Esselien sommigen van hen te spreken te krijgen. Uit angst voor hun positie meden ze haar als de pest. Geen van allen wilde zich de woede van Maxi Linder op de hals halen. Deze zou het einde kunnen betekenen van hun politieke carrière.

Uiteindelijk slaagde René erin een hoge politiecommissaris die nog niet zo lang in de kolonie verbleef zover te krijgen dat hij aandacht wilde schenken aan hun probleem. Esselien had al haar hoop op de uitkomst van dit gesprek gevestigd. Het was haar laatste redding.

Ze zaten gedrieën aan de keukentafel. Om nieuwsgierige blikken buiten te houden, had ze ondanks het vroege tijdstip de gordijnen dichtgeschoven. Luid smakkend had de commissaris zich de biefstuk met gebakken aardappelen goed laten smaken. Om hem op zijn gemak te stellen, had ze een echt Hollandse maaltijd bereid. Zelf had ze niet meer dan een paar muizenhapjes naar binnen gekregen.

Op van de zenuwen wachtte ze op het moment dat hij zijn plan zou ontvouwen. De tijd drong. Sinds een week woonde Robert niet meer thuis. Op kosten van Maxi Linder had hij een kamer in het Palace-hotel betrokken. Maxi Linders invloed op hem was zo groot dat het haar niet veel moeite had gekost hem te overreden uit huis weg te gaan. Zolang zij niet welkom was, had hij daar niets meer te zoeken.

Esselien kon zich niet voorstellen dat die vrouw al dat geld ervoor overhad om met Robert samen te zijn. Het Palace-hotel was het duurste hotel in de stad. Naar ze zich had laten vertellen, was het een publiek geheim dat je, als je wilde studeren, er alleen maar voor hoefde te zorgen dat zij verliefd op je werd. Ze scheen zelfs over de juiste contacten te beschikken om toestemming voor je te regelen om naar het buitenland te gaan. Daar René en Esselien heel goed in staat waren Roberts opleiding zelf te bekostigen, moest ze zich er dus van bewust zijn dat financieel gewin bij hem niet meespeelde. Maar de gedachte dat hier echte liefde in het spel was, wilde er bij haar niet in.

Toen ze zich bij het hotel had vervoegd, kreeg ze botweg van de receptionist te horen dat mevrouw Rijburg te kennen had gegeven dat haar zoon geen bezoek mocht ontvangen. Dat mens had haar zoon in een pantoffelheld omgetoverd! Ze zwoer bij zichzelf dat ze alles wat in haar macht lag zou ondernemen om haar zoon uit handen van die vrouw te krijgen…

Na het eten leunde de commissaris verzadigd achterover. Krakend protesteerde de houten stoel tegen de kracht die er op zijn voegen werd uitgeoefend. De uniformjas zat strak om de dikke commissarisbuik gespannen en de goudkleurige knopen rukten met alle macht aan de draden waarmee ze aan zijn jasje vastzaten. Hij viste een grote witte zakdoek uit zijn zak en veegde met grote halen het zweet van zijn rood aangelopen gezicht. Zijn blonde haren plakten tegen zijn voorhoofd en slapen.

Ze vond de man verre van sympathiek, maar ze was dolblij dat hij haar wilde helpen hun problemen op te lossen. Ze dankte God dat hij niet lang genoeg in de kolonie was geweest om in de lakens van Maxi Linder verstrikt te raken. Zoals hij hier tegenover haar zat, leek hij haar wel het type dat op een gegeven moment zwicht voor het rijkelijk aanwezige aanbod van vrouwelijk vlees.

Nadat hij enkele malen zijn keel had geschraapt, bracht René het gesprek op het doel van hun ontmoeting. “Heb je over ons gesprek van laatst nagedacht?”

“Je zoon bevrijden uit de tentakels van de Zwarte Spin…?!” Zijn bulderende lach vulde de ruimte. Hij schudde zo met zijn buik dat Esselien bang was dat de draden waarmee de knopen waren bevestigd het zouden begeven. De man zag zo rood als een tomaat. “Ja, ja, ik ben zelf ook jong geweest… En ik moet je bekennen dat ik weet hoe het voelt als je hersenen naar je ballen verhuizen! Mevrouw, excuseert u mij alstublieft voor mijn taalgebruik…”

Met een korte beweging van haar hand wuifde ze zijn verontschuldiging weg.

“Ik neem aan dat u weet dat de dame in kwestie bescherming geniet op hoog niveau? Als ik de geruchten moet geloven is er een gouvernementsbesluit in de maak om alle prostituees te interneren. Met name de Amerikanen dringen daarop aan, vanwege het hoge percentage soldaten met een geslachtsziekte. Maar zelfs als dat besluit erdoor komt, is de kans zeer klein dat het ook van toepassing zal zijn op Maxi Linder.” Ditmaal liet hij zijn bulderende lach achterwege. In plaats daarvan keek hij hen ernstig aan.

Opgelucht boog ze zich dichter naar hem toe. Eindelijk iemand die de ernst van de situatie inzag. “Dat u dat zo zacht durft te zeggen! Als ik er al aan twijfelde, is het mij de laatste weken wel duidelijk geworden.”

“Kunnen we haar niet laten arresteren, gezien de leeftijd van mijn zoon…?” De hopeloze blik in Renes ogen was haar niet ontgaan. Onder de tafel nam ze zijn hand in de hare.

“Met haar contacten loopt ze binnen vierentwintig uur weer vrij rond. Ik ga ervan uit dat uw zoon zijn verhouding met haar niet vrijwillig zal opgeven. Voor je het weet zijn ze weer samen. We moeten een drastischere maatregel verzinnen… Nu heb ik wel een plan… Maar het is vrij rigoureus…”

De vastberadenheid waarmee de woorden uit zijn besnorde mond kwamen, verzachtte de pijn die als een zeurende wond in haar binnenste woedde. Vanaf het moment dat ze haar zoon in gezelschap van die hoer had gezien, had de pijn zich als eenfowru doti in haar ziel verankerd. “We hebben er alles voor over om mijn zoon uit handen van dat mens te krijgen. Heeft ú kinderen?”

Hij knikte.

“Dan kunt u zich voorstellen wat het voor een moeder is om in zo’n situatie verzeild te raken. We hebben hem zo’n goede opvoeding gegeven. Ik kan nog steeds niet bevatten wat er op dit moment gebeurt. En de schande…”

“Mevrouw, ik zal u mijn plan voorleggen. Laat u me alstublieft uitspreken. Gaat u ermee akkoord, dan kunnen we nu van start gaan.”

“U bent onze laatste redding…”

Met een blik van verstandhouding gebaarde haar echtgenoot haar om haar mond te houden.

“We laten Maxi Linder voor één dag arresteren. Met het beroep dat ze uitoefent is er altijd wel een reden te vinden om haar op te pakken. Zoals u misschien weet, botert het niet zo tussen haar en de commandant van de Amerikanen. Het zal me niet veel moeite kosten het met hem op een akkoordje te gooien. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor haar arrestatie op zich. In dat geval houden we haar beschermheren bij het koloniaal bestuur even van ons lijf. Ze laten het wel uit hun hoofd de Amerikanen voor het hoofd te stoten…” De commissaris onderbrak zijn relaas even om zijn keel te smeren met de cognac die Esselien voor hem had ingeschonken.

Steunend op haar ellebogen keek ze hem als gehypnotiseerd aan.

René schoof zenuwachtig op zijn zetel heen en weer, en veroorzaakte een constant gekraak.

“Zorg voor een ticket naar Nederland. We zetten hem op de eerstvolgende boot die naar Europa vertrekt.”

“Naar Nederland?!” riep Esselien verschrikt. Ze zat rechtovereind. Haar ogen zochten hulp bij René. Maar die laatste staarde de commissaris aan alsof hij niets van diens woorden had begrepen.

“U heeft me goed verstaan: een ticket naar Nederland. Voorlopig lijkt het me het verstandigst dat de jongen voor een tijdje het land verlaat.”

“Maar hoe krijgen we hem zover?” vroeg haar echtgenoot, tot wie de woorden van de commissaris nu leken te zijn doorgedrongen.

Wat het voor haar zou betekenen van haar zoon te moeten scheiden, was nog niet in zijn volle betekenis tot haar doorgedrongen. Maar ze zag wel in dat er geen alternatief was. Alles beter dan de schande waarin ze nu moesten leven.

“Natuurlijk ga ik er niet van uit dat hij vrijwillig meegaat. Er zit niets anders op dan hem uit het hotel te ontvoeren. Daar is die hele arrestatie van Maxi Linder goed voor. Met haar uit de buurt hebben we een probleem minder. Ze wordt pas vrijgelaten als het schip al uitgevaren is.” Ten teken dat hij was uitgesproken, goot hij de resterende cognac in één teug achterover.

Berustend zochten Esseliens ogen die van René. Ze had in haar hart al een begin gemaakt met het onvermijdelijke afscheid van haar zoon.

Het plan van de commissaris werd ten uitvoer gebracht zoals hij het hun had voorgelegd. Esselien was niet naar de haven gegaan om afscheid te nemen. Ze wilde zich hem herinneren zoals ze hem de laatste keer gezien had. Hem vastgebonden te zien en vechtend tegen zijn gevangenneming zou ze niet hebben kunnen verdragen.

Zonder een woord te zeggen zat zij met René in de voorzaal. Hij sloeg zijn armen om haar heen. Ze wist niet of het zijn tranen waren of de hare die ze op haar gezicht voelde.

Buiten, voor de deur, stond Maxi Linder te tieren. Natuurlijkwas ze van Roberts vertrek op de hoogte. De gesloten ramen en deuren waren niet in staat de obsceniteiten buiten te houden die als een onafgebroken stroom uit haar mond vloeiden.

René was nog geen uur terug in de Maagdenstraat of ze had zich al bij hem aangediend. Vloekend en tierend eiste ze ‘haar man’ op. Als ze hadden gedacht dat ze met het vertrek van Robert van haar af zouden zijn, hadden ze zich goed verkeken.

Het geluid van brekend glas deed Esselien dichter tegen René aankruipen. Angstig keek ze om zich heen. De ramen waren nog heel. In de ogen van haar echtgenoot bespeurde ze slechts ingehouden woede.

“Naar het geluid te oordelen heeft ze het glas van de etalage beneden kapotgeslagen.” Zijn stem trilde.

Uit de door elkaar roepende stemmen op straat kon ze opmaken dat Maxi Linder met haar woedeaanval veel bekijks trok. Tevergeefs drukte Esselien haar handen tegen haar oren. “Waar blijft de politie?”

René bleef haar het antwoord schuldig.

Het beetje twijfel dat bij haar was blijven hangen over de manier waarop ze het probleem hadden opgelost, maakte plaats voor opluchting. Als moeder beschouwde ze het tenslotte als haar taak haar zoon te bevrijden van de invloed van zo’n beestachtige vrouw. En daar was ze in geslaagd.