Noot van de auteur

OORSPRONKELIJK WAS HET DE bedoeling dat dit boek over mijn moeder zou gaan, over haar jeugd op een ranch in Arizona. Maar wanneer ik met mijn moeder over haar kindertijd praatte, bleef ze volhouden dat haar moeder pas écht een interessant leven had gehad en dat het boek over haar moest gaan.

Mijn grootmoeder was – en ik zeg dit met alle respect – een portret. Toch wilde ik in eerste instantie niet over haar schrijven. Ik heb als kind een goede band met haar gehad, maar ze overleed toen ik acht was, en de meeste dingen die ik van haar wist had ik van horen zeggen.

Mijn hele leven lang heb ik verhalen gehoord over Lily Casey Smith, verhalen die zij mijn moeder ontelbare keren had verteld, en die mijn moeder weer aan mij vertelde. Lily was een ongelooflijk energieke vrouw, een gepassioneerde lerares en een begenadigd verteller – ze legde uitvoerig uit wat haar was overkomen en waarom, wat ze eraan had gedaan en welke lessen ze eruit had getrokken, allemaal met het idee om mijn moeder levenslessen te leren. Mijn moeder, die nog niet eens mijn telefoonnummer kan onthouden, heeft een verbijsterend goed geheugen voor details over haar ouders en de hunne. Bovendien is haar kennis van de geschiedenis en geologie van Arizona werkelijk fenomenaal. Ze heeft me nooit iets verteld – of het nou over de Havasupai-stam of de Mogollon Rim was, over het slachten van vee of het temmen van wilde paarden – dat ik niet bevestigd kon krijgen.

Terwijl ik mijn moeder en andere familieleden interviewde, stuitte ik op boeken over haar grootvader van vaderskant en haar over-grootvader van moederskant, waarin ik allerlei familieverhalen terugvond: Major Lot Smith, Mormon Raider, door Ivan Barrett, en Robert Casey and the Ranch on the Rio Hondo, van James Shinkle.

Hoewel deze boeken bepaalde verhalen bevestigden, zoals de moord op Robert Casey en de vete tussen hun kinderen over de kudde vee, spraken ze andere tegen. Shinkle vermeldde dat hij bij de research voor zijn boek op tegenstrijdige versies van gebeurtenissen was gestuit, en dat het hem vaak niet was gelukt om de waarheid boven tafel te krijgen.

Met het vertellen van mijn grootmoeders levensverhaal heb ik niet geprobeerd historisch accuraat te zijn. Ik zie het boek eerder in de traditie van de orale overlevering; ik heb de verhalen die door de jaren heen van de ene generatie op de andere zijn overgegaan op schrift gesteld, waarbij ik me de gebruikelijke dichterlijke vrijheden heb gepermitteerd. Ik heb het verhaal in de ik-vorm geschreven omdat ik Lily’s onnavolgbare stem, die ik me levendig herinner, tot leven wilde wekken.

In eerste instantie zag ik mijn boek niet als fictie. Lily Casey Smith is een vrouw van vlees en bloed geweest, en dus kan ik niet zeggen dat zij of de gebeurtenissen in haar leven uit mijn fantasie zijn voortgekomen. Maar omdat ik het verhaal niet uit Lily’s eigen mond heb gehoord en ik ook mijn verbeelding heb gebruikt om wazige of ontbrekende details aan te vullen – en ik heb een aantal namen veranderd om de privacy van bepaalde mensen te beschermen – noem ik dit boek toch een roman.