HOOFDSTUK 7
Toen Cassie de volgende maandagochtend naar kantoor ging, had ze het gevoel dat de waarheid, die ze zo onverwachts had moeten inzien, op haar gezicht te lezen moest staan. Jules scheen echter geen opvallende verandering te zien, want hij vroeg haar slechts of ze een prettig weekend had gehad.
‘Best, dank je,’ antwoordde ze werktuiglijk.
'Ik heb je hospita zaterdagmorgen nog gebeld omdat ik je wilde vragen of je zin had een dagje uit te gaan, maar ze zei dat je niet thuis was.’ Zijn stem klonk bijna beschuldigend.
Ze was sinds die rampzalige avond niet meer met hem uitgegaan en ze had intussen zijn uitnodigingen afgeslagen omdat ze er om de een of andere reden geen zin in had ergens met Jules heen te gaan. Ze had niet begrepen waarom dat was, maar nu ze had ingezien dat ze nog van Elliott hield, begreep ze alles beter. Jules was prettig gezelschap maar hij zou nooit iets meer dan een vriend kunnen worden. Je kon Elliott moeilijk prettig gezelschap noemen, maar dat deed er minder toe. Ze hield van hem zoals hij nu eenmaal was en wat Jules ook zou proberen, ze kon voor hem nooit voelen wat ze voor Elliott voelde.
Ze glimlachte wat gedwongen. ‘Het spijt me dat ik niet thuis was. Het was zo’n mooie dag dat ik een eind ben gaan wandelen.’
Dat was inderdaad waar. Ze had een rustig plekje opgezocht waar ze haar grote ontdekking had trachten te verwerken. Ze had lang op een grote steen gezeten en wanhopig een oplossing voor haar problemen gezocht. Het leek wel zo’n ingewikkelde toestand uit een goedkoop romannetje. Cassandra hield van Elliott, maar hij voelde zich aangetrokken tot Michèle die net als Cassandra belangstelling voor Elliott had. Wie zou hij kiezen en waarom?
Ze glimlachte spijtig bij de gedachte, want ze herinnerde zich hoe zij en Michèle er bij hun laatste ontmoeting hadden uitgezien. Geen man zou lang hebben geaarzeld als hij tussen die twee vrouwen had moeten kiezen. O, Cassie wist wel dat mannen haar aantrekkelijk vonden en dat Elliott ook onder de indruk van haar was geraakt toen hij haar voor het eerst had ontmoet, maar ze kon zich toch echt niet vergelijken met die opvallende en geraffineerde Michèle Durand.
Cassie was openhartig en impulsief. Ze zei vaak meteen wat er in haar hoofd opkwam. Michèle was een vrouw die eerst nadacht voor ze iets zei, een vrouw die zich niet zo door haar gevoelens zou laten meeslepen dat ze niet meer naar de stem van haar gezonde verstand luisterde. Het enige wat die twee vrouwen gemeen hadden, was hun gevoel voor Elliott en zelfs dat was bij de een nog niet hetzelfde als bij de ander. Cassie wilde Elliott hebben omdat ze van hem hield, maar Michèle had slechts besloten dat Elliott de geschiktste man voor haar zou zijn. Cassie besefte heel goed dat Michèle geen aandacht aan Elliott zou hebben geschonken als hij geen welgestelde en geslaagde man was geweest.
Het was natuurlijk dwaas om de hele toestand alleen maar als een kwestie van rivaliteit tussen twee vrouwen te zien, want in dat geval zou Elliott niets anders dan een marionet zonder eigen mening zijn en dat kon je van hem onmogelijk beweren.
Wat Elliott uiteindelijk ook zelf mocht willen, Cassie besefte wel dat ze geen schijn van kans had om zijn hart weer te veroveren. Vanaf het ogenblik waarop ze elkaar in Frankrijk hadden ontmoet, was hij erg gereserveerd en koel tegen haar geweest en hij leek helemaal niet meer op de hartstochtelijke minnaar die ze zich van vroeger herinnerde. Zelfs als hij haar kuste, had hij zijn zelfbeheersing weten te bewaren.
Bovendien scheen hij haar te minachten omdat ze een eigen leven met nieuwe vrienden en kennissen was gaan leiden. Dat had ze zich vooral aangetrokken omdat Elliott tenslotte de man was die ze bijna op ontrouw had betrapt. Was hij dan zo ouderwets dat hij vond dat een man zich alles kon veroorloven, maar dat een vrouw geen eigen leven mocht leiden? Dat was toch wel uit de tijd? Er was toch zeker geen vrouw meer die tegenwoordig zo iets nog slikte?
‘Cassie!’ Ze schrok nu op uit haar gedachten. ‘Neem me niet kwalijk,’ antwoordde ze snel. ‘Zei je iets?’
‘Ik vroeg je al voor de derde keer iets. Je was wel ver weg met je gedachten!’ merkte Jules op.
‘Tja, ik pieker over iets,’ gaf ze toe. Jules moest eens weten wat haar probleem was!
‘Kan ik je soms helpen?’ vroeg hij meteen.
‘Nee, eigenlijk niet,’ antwoordde ze. ‘Ik vroeg me alleen af of ik de jurk die ik zaterdag in een etalage heb gezien, al dan niet zal kopen,’ jokte ze.
‘O, wat dat betreft kan ik je wel helpen. Koop die jurk maar, dan heb je meteen iets nieuws om aan te trekken als je het volgende weekend met me uitgaat, omdat ik je zaterdag niet kon bereiken.’
‘We zien nog wel,’ lachte Cassie.
‘Je doet altijd zo vaag, Cassie. Beloof je nooit iets?’
‘Nooit,’ antwoordde ze beslist, ‘en juist die onzekerheid maakt dat mannen me aardig blijven vinden.’
Jules trok een spijtig gezicht. ‘Het is waar, dat moet ik toegeven, maar hoeveel mannen heb je op die manier bijna gek gemaakt?’
‘Heel wat, denk ik,’ merkte Elliott plotseling smalend op. ‘Sommige Engelse meisjes spelen een spel met hun vrienden dat vergeleken kan worden met de stierengevechten die hier worden gehouden. In beide gevallen is het de vraag, hoelang je het slachtoffer kunt tergen zonder zelf gewond te raken.’
‘De stierengevechten hier zijn anders dan die in Spanje,’ zei Jules. ‘Hier worden de stieren niet gedood.’
‘En soms wint een stier de strijd zelfs,’ voegde Cassie er aan toe.
‘Als hij erg oplettend en snel is,’ knikte Elliott.
‘Sommige stieren zijn dat!’
Weer knikte Elliott even. ‘Ik ben blij dat u dat beseft, Miss Russell. Dieren en mensen mogen nooit over één kam worden geschoren. Soms zou een dier of mens u door een daad kunnen verrassen als u er niet op bedacht zou zijn.’
‘Meestal maak ik die fout niet,’ merkte ze op.
‘O nee?’ vroeg Elliott spottend.
‘Ik heb veel vertrouwen in mijn talent om in elke kudde het lastige dier te ontdekken,’ antwoordde ze. ‘En alleen de lastige dieren vormen een bedreiging, niet?’
‘En bent u ook zo overtuigd van het feit dat u dat lastige dier de baas kunt blijven als u het van de kudde heeft gescheiden?’
‘Natuurlijk!’ Ze keek hem uitdagend aan.
Jules lachte opeens onzeker. ‘Waarom wordt er zo over dieren gepraat? Ik krijg het idee dat ik opeens in een dierentuin verzeild ben geraakt.’ Hij haalde even zijn schouders op. ‘Ik snap er niets van.’
Elliott keek Cassie spottend aan. ‘Monsieur Pinot schijnt ons niet helemaal te kunnen volgen.’
‘O, dat geeft niet, op andere gebieden is hij me ver vooruit!’ antwoordde Cassie liefjes. Nu kon Elliott daarvan denken wat hij maar wilde.
Zijn gezicht verstrakte op slag. Ze wist dat haar pijl doel had getroffen. ‘O ja?’
‘Ik probeerde net Cassie over te halen het volgende weekend met me uit te gaan, juist omdat we zo uitstekend met elkaar kunnen opschieten,’ merkte Jules schertsend op.
Elliott glimlachte vaag. ‘En die uitnodiging nam ze niet meteen met beide handen aan? Dat kan ik me nauwelijks voorstellen!’
‘Het is niet goed om altijd meteen toe te geven,’ zei ze snel. ‘Dat weet u toch zeker wel, Mr. Grant!’
‘Dan ga je dus wel mee?’ vroeg Jules dadelijk.
‘Natuurlijk,’ knikte ze meteen stralende glimlach. ‘Het lijkt me enig!’
Ze voelde wel dat Elliott zich ergerde. ‘Goed, nu dat tenminste is geregeld, kunnen we misschien aan het werk gaan,’ zei hij met een scherpe klank in zijn stem, die Jules echter ontging.
Cassie verwenste haar man. Omdat ze hem had willen dwarszitten, had ze nu een afspraak met Jules gemaakt, wat ze anders beslist niet zou hebben gedaan. Misschien kon ze nog wat bedenken waardoor ze de afspraak toch nog kon afzeggen. Ze had geen zin om uren op te trekken met een man, die uiteindelijk niets voor haar betekende en het zou bovendien niet eerlijk tegenover Jules zijn.
Er scheen echter geen mogelijkheid te zijn om van die afspraak af te komen en de week vloog om zonder dat Cassie een goede verontschuldiging had weten te bedenken. Ze besefte uiteindelijk gelaten dat ze dan toch maar met Jules mee moest gaan.
‘Jij houdt van het strand, hè?’ vroeg Jules. ‘We zullen vroeg vertrekken en naar de kust gaan. Als het mooi weer is, kunnen we gaan zwemmen en aan het strand luieren.’
‘Dat klinkt goed,’ zei ze. Hij kon aan een druk strand tenminste niet lastig worden, dacht ze. Aan de rit naar en van de kust dacht ze maar liever niet.
Ook de vage hoop dat het zaterdag zou regenen, vervloog toen ze die ochtend opstond en naar buiten keek. Het was stralend weer!
‘Dat is allemaal jouw schuld, Elliott Grant!’ mopperde ze toen ze een douche nam, haar bikini aantrok en haar nieuwe lichtgroene jurk dichtknoopte. Ze zocht naar badspullen bijeen en nam een hoed met een brede rand mee, voor het geval ze last van de warmte zou krijgen. Ze at snel wat en holde de trap af omdat er buiten al ongeduldig werd getoeterd. Jules had gezegd dat hij zo vroeg wilde vertrekken dat ze op het strand een geschikt plekje konden vinden voor het al te druk zou worden.
Precies om half negen trok Cassie de voordeur achter zich dicht en keek of ze het sportwagentje van Jules zag staan. Ze fronste haar wenkbrauwen toen ze het niet meteen zag.
‘De wagen staat een eindje verderop. Er was hier geen parkeerplaats,’ klonk de stem van Elliott plotseling achter haar.
Ze keerde zich verbluft om. ‘Jij hier? Waar is Jules?’
‘Hij vroeg me jou zijn verontschuldigingen aan te bieden,’ antwoordde Elliott kalm.
‘Daar heb ik wat aan! Waar is hij?’
‘Hij kon het echt niet helpen. Hij moest naar Marseille met enkele kliënten, die gisteravond onverwachts zijn aangekomen en me vanmorgen al heel vroeg hebben opgebeld. Ze hadden maar weinig tijd en alleen vandaag hadden ze de kans om enkele huizen daar in de buurt te bekijken.’
‘Waarom kon je er niet zelf met die mensen heengaan?’ vroeg ze achterdochtig. ‘Als het kennissen zijn die jou thuis kunnen opbellen, zou ik toch denken dat je ze graag zelf van dienst zou willen zijn.’
‘Ik ken de streek niet zo goed als Pinot. Trouwens, hij kan zijn werk alleen maar leren door veel praktijk.’
‘In zijn vrije tijd?’
‘Tja, als je vooruit wilt komen in de wereld, moet je soms offers brengen,’ stelde hij vast.
‘O, natuurlijk, dat weet jij maar al te goed, hè?’ Aan de ene kant was ze opgelucht omdat ze van haar afspraak met Jules was afgekomen, maar aan de andere kant was ze kwaad op Elliott omdat hij haar plannen in de war had gestuurd. Ze haalde echter haar schouders op. ‘Goed, bedankt voor het overbrengen van de boodschap dat de afspraak niet doorgaat,’ zei ze en keerde zich al om.
Ze kreeg geen kans om weer naar binnen te gaan, want Elliott legde snel zijn hand op haar arm. ‘Wie zegt dat die afspraak niet doorgaat? Ik ben hierheen gekomen om als plaatsvervanger voor Pinot te dienen.’
Ze keek hem verbluft aan. Hij zag er gevaarlijk knap uit, besefte ze, met die strakke spijkerbroek en een overhemd dat aan de hals niet was dichtgeknoopt zodat zijn gebruinde huid goed te zien was. Hij had sandalen aan zijn blote voeten en ze knikte eens bij de gedachte dat hij eerder gevaarlijk dan knap was.
‘Het is een prachtige dag. Je kunt met dit weer toch niet thuis blijven zitten. We kunnen toch naar het strand gaan, Cassandra, en ik heb de lunch voor ons al bij me.’
Ze keek hem aarzelend aan. ‘Nadat die kliënten je al zo vroeg hebben opgebeld en jij alles met Jules hebt geregeld, had je ook nog tijd om voor de lunch te zorgen? Dan moeten je vrienden je al hebben gebeld toen het net licht begon te worden!’
‘Veel later was het niet,’ gaf hij kalm toe.
Ze aarzelde en toen was ze al verloren.
‘Kom toch mee, Cassandra. Je wilt toch wel, hè?’
Ze wilde inderdaad mee, maar om een heel andere reden dan hij dacht. Hij veronderstelde dat ze haar afkeer van hem moest overwinnen om ook maar een beetje van het uitstapje te kunnen genieten, maar ze had slechts geaarzeld omdat ze bang was, dat hij op de een of andere manier iets van haar ware gevoelens voor hem te weten zou komen.
‘Ik sta versteld dat je zo graag met me mee wilt gaan,’ merkte ze op. ‘Je hebt tot nu toe niet bepaald getoond dat je behoefte aan mijn gezelschap had.’
‘Tja, zo iets verandert wel eens door de omstandigheden,’ antwoordde hij glimlachend.
Ze knikte. ‘Goed, als jij mijn enige hoop bent voor een dag aan zee...’
‘Uitstekend,’ zei hij voldaan. Hij leidde haar naar de auto, opende het portier en hielp haar instappen. Daarna sloot hij het portier weer zo stevig, dat Cassie het idee kreeg dat de celdeur achter haar in het slot was gevallen.
‘Was je soms bang dat ik me alsnog bedacht en zou ontsnappen?’ vroeg ze half schertsend toen hij achter het stuur ging zitten.
Hij vroeg niet wat ze bedoelde. Hij scheen haar altijd meteen te begrijpen. ‘Wat dacht je?’ vroeg hij spottend.
‘Wat zou je hebben gedaan als ik had geweigerd om mee te gaan?’
‘Denk je dat ik je had vastgegrepen en meegesleurd?’ vroeg hij met een boosaardige glans in zijn ogen. ‘Het spijt me dat ik je moet teleurstellen, Cassandra, maar meestal hoef ik niet hardhandig te worden en wat jou betreft, hoef ik al geen uitzondering op de regel te maken.’
‘Maar wat zou je dan hebben gedaan?’ hield ze vol.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb nu eenmaal alles voor een picknick bij me en veronderstel dat ik wel iemand anders had kunnen vinden die wel mee had willen gaan.’
Michèle natuurlijk, dacht Cassie, al kon ze zich niet goed voorstellen dat Michèle iets voor een dag aan het strand zou voelen. Zij was natuurlijk iemand die bij een dag aan zee meteen aan de Rivièra dacht waar alleen maar welgestelde mensen heengingen om er gezien te worden. Maar als Elliott haar echter zou uitnodigen, zou ze misschien wel zonder tegenspraak met hem mee zijn gegaan. Het was opeens alsof de zon voor Cassie toch niet meer zo helder scheen. Ze vroeg Elliott maar niet of hij liever een dag met iemand anders zou zijn uitgegaan, want ze liep de kans dat hij op die vraag ‘Ja!’ zou zeggen.
Ze reden snel door in de richting van de kust. Elliott scheen bij wijze van uitzondering een goede bui te hebben en hij behandelde haar bijna menselijk. Hij was onpersoonlijk maar vriendelijk. Het leek bijna alsof hij met een kliënt op weg was, want af en toe leek hij haar een kudde zwarte stieren of een vlucht flamingo’s die boven het riet opsteeg.
Ze had graag wat meer willen weten over de geheimzinnige vrienden van hem die zo onverwacht waren komen opdagen en huizen wilden bekijken bij Marseille. Ze vroeg echter niets want ze had al gemerkt dat Elliott toch niets mèèr wilde loslaten dan hij al had gedaan.
Ze besloot haar verstand te gebruiken en hem niet tegen zich in het harnas te jagen. Misschien kon ze zichzelf één dag voor de gek houden en net doen alsof ze nog met hem getrouwd was en een gelukkig en tevreden leven met hem leidde. Met een zucht van opluchting leunde ze achterover.
Ze was er zeker van dat hij dat gemerkt moest hebben want ook hij scheen zich te ontspannen. Ze reden voort en Cassie begon een voldaan gevoel te krijgen. Ze was bij de man van wie ze hield en één dag lang zou hij zijn volle aandacht aan haar en niet aan Michèle wijden Wie zou trouwens zeggen wat er nog allemaal kon gebeuren?
Elliott parkeerde de auto en ze liepen naar het strand. Elliott keek om zich heen en knikte goedkeurend. ‘Ik ben blij dat het vandaag niet zo druk is,’ merkte hij op.
‘Het is nog erg vroeg,’ waarschuwde Cassie, ‘maar aan de andere kant loopt het al tegen het eind van het seizoen.’
‘Zullen we eerst gaan zwemmen?’ stelde hij voor en ze knikte gretig.
Elliott was het eerst klaar en het hart van Cassie bonsde toen ze naar zijn bruine gespierde lichaam keek. Hij droeg een korte zwarte zwembroek en zag er slank en lenig uit. Ze knoopte snel haar jurk los en merkte opeens dat hij naar haar stond te kijken. Ze werd plotseling verlegen omdat haar bikini maar uit twee stukjes kant bestond.
Hij begreep het meteen en glimlachte vermaakt. ‘Preuts, Cassandra?’ vroeg hij. ‘Dat hoef je tegenover mij toch niet te zijn. Je weet toch wel dat je vroeger ook niets voor me verborgen hebt gehouden!’
‘Ik ben niet preuts,’ zei ze kortaf.
‘Dan heb ik me vergist. Ik dacht dat je misschien bang was de laatste vijf jaar dikker te zijn geworden.’
‘En denk jij dat ook?’ vroeg ze toen ze de laatste knoop had losgemaakt en haar jurk in het zand liet vallen.
Hij nam haar onderzoekend op van haar slanke benen tot haar hoofd en Cassie ontdekte opeens een verdachte glans in zijn ogen, zodat ze maar liever snel langs hem heen naar de zee holde. Hij haalde haar in voor ze bij het water was, maar hij hield haar niet tegen zodat ze samen in de golven plonsden.
Zodra ze aan het koele water gewend geraakt waren, zwommen ze een eind van de kust af. Het was zalig, dacht Cassie en ze liet zich met gesloten ogen op haar rug voortdrijven. Ze genoot van de zon op haar gezicht tot ze opeens aan Elliott werd herinnerd, doordat hij haar aan haar voeten onder water trok. Ze sloeg heftig om zich heen en probeerde zich verschrikt vast te grijpen, wat maar al te gauw lukte. Dat besefte ze pas toen ze de armen van Elliott om zich heen voelde en ze zijn natte gezicht over zich heengebogen zag. Zijn lippen waren zout toen hij haar kuste en ze rukte zich niet los, al besefte ze dat het dwaas van haar was dat ze zich door hem liet kussen alsof ze nog steeds zijn vrouw was.
Ze moest plotseling denken aan hun huwelijksreis. Een vriend van haar ouders had het jonge paar een buitenhuis met een eigen strand ter beschikking gesteld. Veel slaap hadden ze niet gekregen en elke ochtend waren ze voor het ontbijt samen gaan zwemmen. Iedere dag weer was het resultaat daarvan geweest dat Elliott haar vanuit het water terug had gedragen naar hun slaapkamer en soms hadden ze het huis zelfs niet eens bereikt. In die idyllische tijd was het altijd erg laat geworden voor ze aan het ontbijt waren toegekomen.
Nu maakte Cassie zich toch los uit zijn armen en dat ging zo gemakkelijk, dat ze wel begreep dat hij haar niet langer had willen vasthouden. Dacht Elliott ook wel eens aan die heerlijke tijd in Bermuda, toen ze nog hadden gedacht dat ze altijd even gelukkig zouden blijven als in hun wittebroodsweken?
Ze zwom nog een poosje rond, maar toen ze het in het koele water toch een beetje koud begon te krijgen, ging ze terug naar het strand. Toen ze zich stevig had drooggewreven en haar badmantel had aangetrokken, kwam Elliott ook het strand weer op.
Hij liet zich naast haar in het zand vallen en schudde het hoofd heftig, zodat de druppels in het rond vlogen. ‘Klaar voor de lunch?’ vroeg hij.
Cassie had geboeid naar hem gekeken toen hij zich had uitgestrekt. Tijdens zijn soepele bewegingen kon ze het spel van zijn spieren volgen. Door zijn vraag schrok ze op en toen ze hem aankeek, merkte ze wel dat hij gezien had waardoor ze even was afgeleid. ‘O ja, ik krijg altijd trek van de zeelucht.’
‘En daar weet Jules dan wel raad op?’ vroeg hij gevaarlijk zacht.
Hij had het niet over de lunch en dat wisten ze allebei best. Ze deed echter alsof ze hem niet had begrepen. ‘Ik ben met Jules nog nooit gaan picknicken. We hebben altijd in een restaurant gegeten.’ Dat was toch waar, dacht ze om haar geweten te sussen. De enige keer dat ze met Jules uit was geweest, waren ze naar een restaurant gegaan.
‘Dan heeft hij zeker teveel geld,’ merkte Elliott op. 'Ik veronderstel dat we hem teveel betalen.’ Hij trok de mand naai' zich toe en begon uil te pakken. ‘Ik vrees dat ik je geen uitgezóchte lekkernijen kan aanbieden,’ zei hij toen hij een stokbrood, een potje boter en een schaal met paté voor de dag haalde, ‘maar vroeger hield je van dit soort dingen en ik heb dus maar aangenomen dat je smaak niet is veranderd.’
‘Dat klopt,’ gaf ze toe terwijl ze het geruite tafellaken op het zand uitspreidde.
‘Dat is een hele geruststelling voor me, want op andere gebieden is je smaak wel veranderd en niet bepaald verbeterd.’
‘Wat bedoel je?’ vroeg ze, hoewel ze hem heel goed had begrepen. Hij had kennelijk iets aan te merken op haar keus van vrienden, maar zodra hij ook maar iets over Jules zou durven zeggen, kon zij wel iets over die mooie Michèle bedenken.
Hij keek haar spottend aan, alsof hij precies wist wat er in haar was omgegaan. ‘Je haar,’ noemde hij als voorbeeld. ‘Vroeger stak je het nooit als een schooljuffrouw op. Het is jammer dat je op die manier doet alsof je je schaamt voor je haar.’
Ze had het strak naar achteren geborsteld en in een knot opgestoken omdat ze er voor Jules niet al te verleidelijk uit had willen zien. Ze was helemaal niet van plan geweest om Jules aan te moedigen.
Met Elliott was dat natuurlijk iets heel anders en ze trok dan ook snel de speldjes uit het haar. Ze schudde het hoofd zodat het blonde haar nu los tot op haar schouders viel. ‘Als ik dat had gedaan voor ik ging zwemmen, zou ik er nu als een natte kat hebben uitgezien,’ zei ze. ‘Is het zo beter?’
‘Veel beter,’ zei hij alleen maar, hoewel hij strak bleef kijken naar het blonde haar dat glansde in de zon.
Ze wijdden daarna al hun aandacht aan de maaltijd en na de paté aten ze kippeboutjes met een gemengde salade. Het maal werd besloten met fruit.
Cassie strekte zich voldaan in het zand uit. ‘Dat was heerlijk,’ zuchtte ze.
‘Daar ben ik blij om,’ glimlachte hij toen hij naast haar kwam liggen.
Cassie schoot opeens in de lach. Iedereen die Elliott en haar nu zag liggen, zou wel denken dat ze een gelukkig paar vormden.
‘Wat is er?’ Elliott had gemerkt dat ze lachte.
‘Niets!’
‘Dat is geen antwoord!’
Ook al zou hij haar de hele middag uithoren, ze zou haar best blijven doen om haar ware gevoelens voor hem te verbergen. ‘Ik dacht even aan ons huwelijk.'
Zijn stem klonk opeens kortaf. ‘Ik was me er niet van bewust datje dat nog een huwelijk kon noemen.’
‘Misschien heb je gelijk...’
‘Is het niet een beetje laat om daar nu spijt van te krijgen?’
‘Och, het is altijd jammer als er een eind komt aan een goede band tussen twee mensen,’ zei ze kalm.
‘En was onze band dan zo goed?’
‘Eens heb ik dat wel gedacht.’
Hij lachte bitter. ‘Het is weer echt iets voor een vrouw om haar huwelijk te verwoesten en dan later toch te wensen dat alles weer net zoals vroeger kon zijn. Nee, Cassandra, dat heeft geen nut. Je kunt het verleden niet laten herleven. Daar had je destijds beter aan kunnen denken. Het is nu allemaal verleden tijd geworden en we kunnen het beter vergeten.’
Hij moest wel erg dwaas zijn als hij dacht dat ze treurde over hun mislukte huwelijk. Had hij zich dan werkelijk niets van hun breuk aangetrokken?
Ze moest toegeven dat zo iets mogelijk moest zijn en ze voelde dat haar hart ineenkromp bij de gedachte dat zij dat idee nog steeds niet had.