*
De pijn heeft weer toegeslagen.
Renée heeft met alle kracht waarover ze beschikt op mijn rug gedrukt. Twee smalle meisjeshanden boordevol liefde.
De pijn breidt zich uit, naar de linkerheup, naar de linkerschouder.
Toch heb ik vandaag Renée en Pinky door het land huiswaarts gereden.
Vanuit Friesland door de polders naar het Gooi.
Je krijgt altijd net genoeg kracht om het te volbrengen. Auto in de garage.
Koffers uitgepakt.
Deuren dicht.
Eten gekookt.
En toen werd het ondraaglijk.
Zodra de opdracht voor deze dag is vervuld laat de kracht het afweten.
Vreemde pijn.
God, wanneer zal die pijn eindelijk verdwijnen.
‘Ga rusten, mam, de dag is lang genoeg geweest,’ zegt Renée.
Ja, de dag is lang genoeg geweest.
Er lag een memo van de huisarts: ‘Te oordelen naar het medicijngebruik gaat het goed.’
Gód!
Het heeft geen zin meer om te laten weten hoe het gaat.
Té veel artsen presteerden niets.
Nooit eerder kwam in mijn gedachten het idee om de pijndagen te tellen.
Vanavond tel ik.
365
3 x
1095
25
30
31
30
17
____+
1228
Het zijn 1228 dagen.
Een getal.
Wat is een getal?
Een wervelkolom.
Een heup.
Een lies.
Een schouder.
Een oksel.
Een arm.
En geen vergelijkingsmateriaal voorradig.
‘Te oordelen naar het medicijngebruik gaat het goed.’ Ik zal het maar zo laten. Discussies zijn vermoeiend.
Je kunt je tijd beter gebruiken door je gezinnetje te laten draaien.
De draaimolen van de kermis tariefgroep III.
Drie doorslagen vandaag bij de post.
‘Namens mijn cliënte teken ik bezwaar aan tegen bovengenoemde aanslag. Er is vergeten rekening te houden met de aftrek onvolledig gezin.’
En bovendien, inspecteur en ontvanger, is er vergeten rekening te houden met de naakte waarheid dat deze vrouw ver boven haar krachten door het leven deint.
1228 dagen.
Een getal.
Koel, klinisch, mathematisch.
Ga rusten, mam, de dag is lang genoeg geweest.
Ja, ik ga rusten.
Lieve Renée.
Dank je wel voor je handen.
Dank.
Ik knip het lichtje uit.
Welkom, genade van de nacht.