Hoofdstuk 15
De maan stond aan de andere kant van het vliegtuig. Keely keek uit het raam links, waar de zwarte nacht slechts verlicht werd door een zilveren gloed. De sterren leken ver weg, de wolken onder het vliegtuig waren dik en hadden veel weg van een ondoordringbare deken.
'Slaapje?'
De vraag wekte haar uit haar bedwelming. Ze draaide zich om en zag Betty Allway, die zich over de stoel naast het middenpad boog. Sinds de verslaggever, die aanvankelijk naast Keely had gezeten, haar zwijgen had opgevat als hint dat ze niet wilde praten en naar een andere stoel was verhuisd, had ze alleen gezeten.
'Nee,' beantwoordde ze de vraag van de oudere vrouw.
'Heb je er bezwaar tegen dat ik een tijdje naast je kom zitten?'
Keely schudde haar hoofd en pakte haar regenjas, die ze op de lege stoel had gelegd om deze vrij te houden. 'Waar is Bill? Slaapt hij?'
'Ja,' antwoordde Betty. 'Het frustreert hem dat hij zo snel moe wordt. Ik zal een oogje in het zeil moeten houden om te zorgen dat hij thuis niet te veel hooi op zijn vork neemt. Het leger, en hij ook waarschijnlijk, zal die veertien jaar in een paar weken willen goedmaken. Ik zal vechten om te voorkomen dat dat ook gebeurt.'
Keely antwoordde met een hartelijke glimlach. 'Me dunkt dat je wel recht hebt op een bezitterige houding.'
Ze zwegen even onhandig. Keely kon Betty's verbazing niet vergeten toen de vrouw haar en Dax die ochtend uit de taxi had zien stappen. Het was een wonder dat Betty nog iets tegen haar wilde zeggen. Na alles wat ze samen hadden doorgemaakt, vond ze het vreselijk de vriendschap te verliezen van de vrouw die ze zo lang had bewonderd.
'Keely,' zei Betty aarzelend, 'ik wil me nergens mee bemoeien, maar zo te zien moet je met iemand praten. Is dat zo?'
Keely legde haar hoofd tegen het kussen en sloot even de ogen voordat ze antwoordde: 'Het zal de reactie wel zijn. De afgelopen drie dagen lijken een eeuwigheid. Ik ben bovendien doodmoe. Ik heb nooit goed tegen lange vluchten gekund.' Ze probeerde te glimlachen. Het leek wel een karikatuur.
'Nee, Keely, er is meer, en ik denk dat dat te maken heeft met Dax Devereaux.' Betty nam Keely's hand in de hare. 'Hou je van hem?'
Ze kwamen in de verleiding te liegen, het fel te ontkennen. Wat had dat echter voor zin? Betty had hen bij zo veel gelegenheden samen gezien, dat ze inmiddels de puzzelstukjes wel zou hebben aaneengepast tot een compleet beeld. Ze had Van Dorfs insinuerende vragen gehoord. De vrouw kon niet slechter over haar gaan denken dan nu al het geval was. Keely draaide haar hoofd, maar hief het niet op. Ze ontmoette Betty's blik en zei openhartig: 'ja, ik hou van hem.'
'Aha,' reageerde Betty peinzend. 'Dat dacht ik al. Mag ik vragen sinds wanneer?'
'Sinds de nacht dat ik in Washington aankwam voor die hoorzitting. We hebben elkaar in het vliegtuig ontmoet. Ik wist toen niet dat hij lid was van de commissie, en hij wist niet dat Keely Preston en Mrs. Mark Williams één en dezelfde zijn.'
'Ik begrijp het.'
'Dat denk ik niet. Ik... we... het is nooit de bedoeling geweest. We hebben er tegen gevochten. Ik zeker, maar...'
'Je hoeft liefde niet te rechtvaardigen.' Betty bleef Keely's hand vasthouden en streelde hem afwezig.
'Weet hij watje voor hem voelt?'
'Geen idee. Waarschijnlijk wel, maar ik... we hebben een soort ruzie gehad. Hij deed iets...' Ze wreef met haar vrije hand haar voorhoofd. 'Laat maar. Een relatie tussen ons is om talloze redenen onmogelijk.'
'Zoals?' drong Betty aan.
Keely keek de andere verbaasd aan. 'Voornamelijk omdat ik nog steeds getrouwd ben en niet weet of mijn man leeft of dood is. Jouw situatie is veranderd, Betty, maar de mijne niet.' Ze had onmiddellijk spijt van de sarcastische toon. 'Neem me niet kwalijk,' vervolgde ze berouwvol. 'Alsjeblieft, Betty, het spijt me. Ik weet gewoon niet wat ik zeg.'
'Je hoeft je niet te verontschuldigen, Keely. Ik geloof dat ik het emotionele conflict waaronder jij lijdt, wel begrijp. Misschien heb je lang genoeg geleden. Misschien moet je overwegen Mark dood te laten verklaren. Dan kun je met je afgevaardigde trouwen.'
Als de vrouw had gezegd dat ze uit het vliegtuig wilde springen, had Keely niet verbaasder kunnen zijn. Na al die jaren waarin ze samen actie hadden gevoerd voor de vermisten, na hun bezweringen nooit de hoop te zullen opgeven dat ze uiteindelijk te horen zouden krijgen wat er met hun mannen was gebeurd, kon ze haar oren niet geloven. 'Dat kun je niet menen!'
'Toch wel,' zei Betty vastberaden.
'Maar...'
'Ik wil je iets bekennen, Keely. De afgelopen jaren heb ik misbruik van je gemaakt. Nee, laat me uitpraten.' Dit omdat Keely bezwaar wilde maken. 'Je hebt onze zaak enorm veel goed gedaan. Jij was voor ons de volmaakte spreekbuis. Je bent intelligent, mooi en succesrijk. Jij verleende ons een geloofwaardigheid die ik heb uitgebuit. Met jou als woordvoerder leken we geen groep hysterische vrouwen. Na onze laatste reis naar Washington schaamde ik me dat ik jou heb aangemoedigd, zij het subtiel en zonder kwade bedoelingen, om je jeugd, levenlust en liefde te verspillen aan de herinnering aan Mark. Ik heb je zelfs gewaarschuwd je reputatie niet met een man als Dax in gevaar te brengen.'
'Ik heb nooit iets gedaan dat ik niet wilde, Betty. Ik denk er nog precies eender over als altijd.'
Maar je hebt nu een ander doel dat even belangrijk is. Als jij van deze man houdt, en ik denk dat dat zo is, anders zou je je niet zo schuldig voelen, dan hoor je bij hem, Keely. Als ik op zijn gedrag mag afgaan, denk ik dat hij je gevoelens beantwoordt. Hij heeft je nodig. Hij leeft en is in levenden lijve aanwezig. Mark is dat niet en zal het waarschijnlijk nooit meer zijn ook.'
Keely keek haar vriendin boos aan. 'Hoe kun je dat zeggen? Nog geen week geleden had jij er geen idee van of Bill ooit zou thuiskomen. Nu is hij hier. Je hebt al die jaren gewacht. Jij bent... trouw gebleven.' Tot haar ergenis rolden de tranen langs haar wangen.
'Ja. En ik had drie kinderen met wie ik rekening moest houden. Ik had ook tien prachtige jaren met Bill gehad, die niet zo gemakkelijk te vergeten waren als een paar weken. We hadden een leven samen, jij en Mark niet. Ik kan je niet voorschrijven wat je moet doen, Keely. Ik kan alleen zeggen dat je naar Dax moet gaan als je dat zelf wilt. Offer jouw en zijn geluk niet op.'
Keely schudde haar hoofd, zich er niet van bewust dat de tranen bleven stromen. 'Het is te laat, Betty. Ik ben het niet eens met wat je zegt over het opgeven van de zaak waarvoor ik zo lang heb gevochten. Ik kan proof niet laten vallen. Anderen vertrouwen nog steeds op me, zeker nu deze vermisten zijn teruggekeerd. We hebben nieuwe hoop gekregen. Er zijn nieuwe mogelijkheden die onderzocht kunnen worden. Afgezien van dat alles was het tussen Dax en mij voorbij voordat het goed en wel was begonnen. Als er ooit liefde tussen ons heeft bestaan, is die nu verdwenen.' Ze keek naar Betty; de oudere vrouw bedacht dat ze nog nooit zoveel verdriet en teleurstelling had gezien op een zo jong gezicht. 'Ik kom er wel overheen als ik eenmaal weer in New Orleans ben en aan het werk ga.'
Dat die voorstelling elke grond miste, wist ze op dat moment niet. Ze was zo uitgeput door de gebeurtenissen in Parijs en de eindeloze interviews tijdens de korte stop in Washington, dat ze eenmaal thuis haar telefoon uitschakelde, zich in haar flat opsloot en bijna twee keer het klokje rondsliep.
Toen ze eindelijk wakker werd, besefte ze dat de Mardi Gras week in volle gang was. Een parkeerplaats vinden was er niet bij. Wachten op een tafeltje in een restaurant duurde uren. Langs route van de parade stonden onoverdekte tribunes op de trottoirs; overal moesten aangeschoten, lawaaierige feestvierders worden omzeild. In haar huidige geestestoestand stond al die vrolijkheid haar tegen.
Ze belde de producer en vroeg om een paar dagen vakantie. Nadat hij brommerig zijn toestemming had gegeven, pakte ze haar spullen in de auto en reed ze voor een bezoek aan haar ouders naar Mississippi.
Ze waren gevoelig voor haar gedeprimeerde stemming en behandelden haar met zachtheid. Ze at goed, sliep zo goed als de dromen haar maar toestonden en maakte lange, eenzame wandelingen langs de kust. Een kort bezoek aan het verpleegtehuis waar mrs. Williams verbleef, putte het kleine beetje kracht dat ze had opgebouwd uit. Ze verliet de instelling dan ook met de indruk dat de wereld blijvend op zijn kop stond.
Eenmaal weer aan het werk, werd ze door haar collega's behandeld met demonstratieve vriendelijkheid. Ze voelde zich een krankzinnige die net is vrijgelaten. Ze haatte dat vaderlijke toontje dat iedereen tegenover haar aansloeg, de medelijdende blikken en de onoprechte grapjes.
Nicole, die niet tegen depressies kon, ging Keely uit de weg, op een paar korte telefoontjes na. Ze bracht het onderwerp Dax Devereaux daarbij niet ter spraken. Éénmaal zei ze iets te hebben gelezen over zijn snel groeiende populariteit vanwege zijn bemoeienis met de teruggekeerde vermisten. Keely gaf geen commentaar, dus liet Nicole het onderwerp varen. Zelfs met het blote oog was te zien dat Keely's zelfbeheersing zo dun was als een eierschaal, en Nicole wilde evenmin als ieder ander verantwoordelijk zijn voor een barst.
Nadat ze Keely drie weken had omzeild, nodigde Nicole zichzelf uit voor het diner. 'Kun jij je dat voorstellen? Een zaterdagavond zonder afspraak! Ik kom bij jou eten. Maak die spaghetti met al die heerlijke kaas erin waar je zo dik van wordt.'
Keely lachte. 'Als ik ergens een hekel aan heb, is het een gast die niet voor zichzelf weet op te komen. Verder nog ergens trek in?'
'Dat gebak met roomkaas en walnoten.'
'Verder nog iets?' informeerde Keely droog.
'Frans stokbrood.'
'En?'
'Nee, verder niets,' zei Nicole snedig. 'Ik breng de wijn mee.'
Dat deed ze. Om zeven uur die avond deed Keely in spijkerbroek en T-shirt de deur open voor Nicole, die al even gemakkelijk gekleed stond te wachten met een fles rode wijn onder elke arm.
'Dat wordt me een feestje, ik eet mezelf bolrond. Als je voor zaterdagavond geen afspraak hebt gemaakt, is er maar één troost denkbaar. Naar de maan met het dieet. Bovendien was mijn maag gisteren van streek. Ik kon niets binnenhouden. Ik verdien dus echt wel iets lekkers.'
'Toch niets ernstigs of besmettelijk, hoop ik,' zei Keely, die Nicole voorging naar de keuken.
'Ik denk van niet. Het is gewoon een van die vierentwintiguursgriepjes.'
'Blaas in ieder geval niet op mijn bord, wil je?'
'Zet ze maar klaar en...' Ze brak af omdat de bel ging. 'Verdorie, wie kan dat nu zijn? Ik zie er niet uit en ik wil niet dat iemand me zo ziet.'
'Ik heb geen idee wie het zou kunnen zijn,' antwoordde Keely. 'Ik heb niemand anders uitgenodigd.'
'Ik loos hen wel, wie het ook mogen zijn. Ik ben niet van plan iets van dat heerlijke eten met een ander te delen.'
Nicole verdween en Keely werd afleid door de kokende spaghetti. Ze draaide zich pas om toen ze Nicole ongewoon ernstig hoorde roepen: 'Keely, er is een man voor jou, een soldaat.' Haar blauwe ogen weerspiegelden verwarring.
'Een soldaat?' vroeg Keely met een hoog stemmetje. De houten lepel kletterde op het aanrecht.
Nicole knikte.
Keely liep langs haar heen, droogde haar handen af en liep de zitkamer binnen. De soldaat stond nerveus zijn pet te draaien. Hij was bleek en mager, en hij had de grauwe teint van iemand die pas ziek is geweest. Zijn handen en voeten leken veel te groot voor zijn magere gestalte. Hij was een jaar of dertig, hoewel de groeven tussen neus en mond die van een veel oudere man hadden kunnen zijn.
'Ik ben Keely Williams,' stelde ze zich voor. 'U wilde mij spreken?'
'Ja, Mrs. Williams. Ik ben luitenant Gene Cox.'
De naam kwam aan als een emmer koud water. Ze deed wankelend een paar stappen achteruit en klampte zich om steun aan een stoel vast. Het gonsde in haar oren, zo luid dat ze Nicoles bezorgde uitroep bijna niet hoorde. Ze sloeg Nicoles hulp echter af en probeerde zich weer in de hand te krijgen. 'Wilt u niet gaan zitten?' vroeg ze hees.
De soldaat trok zich de reactie kennelijk persoonlijk aan. Keely's gezicht was wit weggetrokken, haar lippen leken blauw. Hij ging zitten, bang dat ze in stukjes uiteen zou vallen als hij niet deed wat ze vroeg. Keely nam op een stoel plaats en leunde naar voren. 'Wat komt u doen?'
Hij keek even naar Nicole alsof hij bij haar te rade ging hoe hij moest praten met deze vrouw, die niet helemaal goed bij haar hoofd leek. Op Nicoles knikje richtte hij zijn eerlijke, open ogen weer op Keely's gespannen gezicht. 'Al sinds Parijs ben ik van uw bestaan op de hoogte. Ik lag in het ziekenhuis, maar we werden wel op de hoogte gehouden van wat er gaande was. Ik geloof dat de aalmoezenier me vertelde over proof en zo.' Hij keek op zijn handen neer, die nog steeds zijn pet rondraaiden. 'Het ging allemaal zo snel dat ik niet meer weet, wie precies wat vertelde.'
'Het spijt me,' zei Keely zacht. 'Ik wil u niet overhaasten. Neem rustig de tijd en vertel wat u komt doen.'
'Zoals ik al zei, ben ik op de hoogte van uw werk voor proof en ook dat u in Parijs was. Neem me niet kwalijk, Mrs. Williams, maar heeft Mr. Devereaux niet doorgegeven wat ik hem in het ziekenhuis heb verteld? Toen we die dag hadden uitgepuzzeld dat ik waarschijnlijk samen met uw man ben neergestort, dacht ik dat hij regelrecht naar u toe zou gaan om u in te lichten.'
Keely negeerde Nicoles zachte uitroep van verbazing. Ze knikte. Ja, hij heeft het me wel verteld, maar...'
'Ik heb hem vorige week ontmoet in Washington. Vijf dagen later dan de anderen ben ik eindelijk ook thuisgekomen. Ik was nogal ziek,' vertelde hij tamelijk bedeesd. 'Het spijt me, maar ik ben weer van mijn a propos. Ik zag de afgevaardigde in Washington en vroeg hem hoe u het nieuws had opgenomen. Hij zei dat u er niet van overtuigd was dat uw man degene in die helikopter was geweest. Ik kan het natuurlijk evenmin zeker weten, maar ik heb vandaag iets meegebracht dat voor u misschien opheldering betekent.'
Hij tastte in zijn borstzak. Keely's hart begon te bonzen. Het kon niet. Toch wel. Gene Cox pakte een medaillon aan een zilveren kettinkje uit zijn zak. Ze herkende het onmiddellijk.
'De Mark Williams met wie ik neerstortte, droeg dit samen met zijn identiteitsplaatje. Vlak voor hij... eh... stierf, vroeg hij me dit aan u te geven als ik het haalde. Toen ik gevangen genomen werd door de Viet Cong, namen ze mij mijn identiteitsplaatje en het zijne af, maar hiervoor hadden ze geen belangstelling en dus kreeg ik het terug. Ik heb het al die tijd bewaard. Ik wist niet of ik ooit de kans zou krijgen het u terug te geven, maar ik heb het bij me gehouden en nooit geruild voor eten of wat dan ook. Ik had het hem beloofd.' Met een verlegen gebaar stak hij Keely het medaillon toe.
Haar vingers trilden zo hevig dat ze het amper kon aanpakken. Ze keek naar de Christoffel-medaillon die ze Mark had gegeven op hun trouwdag. Ze draaide het plaatje om en las de inscriptie die ze voor een extra bedrag had laten aanbrengen: God behoede je. Er stond ook een datum bij. De tranen sprongen haar in de ogen, haar duim wreef over het zwart geworden zilver.
'Is het van hem, Keely?' vroeg Nicole zacht achter haar.
Ze knikte alleen. Haar keel zat dicht.
Gene Cox zat onbehaaglijk te draaien op de stoel. 'Ik wilde dat ik kon zeggen dat hij niet had geleden. Dat is echter wel het geval. Zijn benen waren gebroken en hij spuwde bl... hij is gestorven als een held. Ondanks de pijn, de explosie en de rondvliegende, brandende wrakstukken wilde hij de anderen gaan zoeken. Ik geloof dat er behalve hij en ik nog drie andere mannen in de helikopter zaten. Precies weet ik het niet meer. Ik herinner me alleen dat ik heb gevochten om hem van die open plek in de jungle weg te krijgen. Toen... toen het einde kwam, had hij er vrede mee. Hij zei dat dit beter was dan invalide thuiskomen.'
'Dat had hij mis,' zei Keely schor.
'Ja, maar zo dacht hij er nu eenmaal over.' Hij schraapte nogmaals luid zijn keel. 'Mijn vrouw is drie jaar geleden met een ander getrouwd. Ze kwam vorige week naar Washington om me te zien. Ik herkende haar amper en zij mij helemaal niet.'
Keely sloeg haar ogen naar hem op. 'Dat spijt me.'
Hij haalde zijn schouders op, balde zijn vuisten en hoestte ten overvloede. Daarna stond hij op. 'Ik hoop dat het zo voor u geregeld is.'
Ze liep op hem toe omarmde hem teder. 'Dank je wel,' fluisterde ze in zijn oor.
'Ik ben blij dat ik het kon doen. Ik wilde wel dat ik voor alle anderen een antwoord had op hun vragen. Zie je, soms dachten we de enige zesentwintig man te zijn die waren overgebleven. Griezelig te bedenken dat er nog honderd keer zoveel zijn waarvan niemand iets weet. We hadden er geen idee van.' Hij wendde zich af naar de deur.
'Luitenant Cox, nog één vraag.'
'Ja.'
'Hebt u Mr. Devereaux dit medaillon laten zien?'
'Ja.'
Keely klemde haar handen ineen. 'Wat zei hij?'
De ogen van de soldaat gingen heen en weer tussen Nicole en Keely. 'Hij... eh... hij zei dat het meer voor u zou betekenen als ik het zelf gaf.'
Voor hij verdween, schreef hij nog Keely's adres op en beloofde hij contact met haar te houden. Hij bood ook zijn diensten aan voor proof, als de organisatie hem kon gebruiken.
Toen de deur achter hem was dichtgevallen, legde Keely haar voorhoofd tegen het harde hout. Ze had het medaillon nog in haar hand en klemde er haar vingers omheen.
'Kom zitten.' Nicole pakte haar bij de schouders en haalde haar bij de deur vandaan. Keely liet zich naar de bank brengen en zonk erop neer. Nicole kwam naast haar zitten, streek haar haren glad en wreef haar rug.
'Nu weet je tenminste iets, Keely. Ik vind het erg voor Mark, maar je weet tenminste iets.'
'Ja.'
'Ik besef heel goed dat het op dit moment moeilijk is, maar over een paar dagen zul je je herboren voelen. Je kunt je leven weer opvatten.' Ze bleef sussen en troosten, en vroeg ten slotte: 'Keely, heeft Dax je in Parijs over Mark verteld?' Keely knikte. 'En je geloofde hem niet?' Uit Nicoles stem bleek ongeloof dat Keely zo dom had kunnen zijn.
'Nee.' Nicole viel achterover door de ruk waarmee Keely opsprong. 'Ik geloofde hem niet!' riep Keely gekweld.
'Waarom wilde je hem niet geloven? In hemelsnaam, Keely, wat mankeert je?'
'Dat weet ik niet,' fluisterde ze, haar gezicht verborgen in haar handen. 'Ik dacht dat hij een misselijke truc uithaalde.'
'Een truc? Dax Devereaux hoeft geen trucs uit te halen.'
'Dat weet ik, dat weet ik, maar ik was zo in de war. Het was toevallig, te onwaarschijnlijk, en ik voelde me zo schuldig...' Ze hakkelde omdat ze zich had blootgegeven.
'Schuldig? Waarom?' Omdat Keely haar ogen afwendde, liep Nicole op haar toe en legde ze haar handen rond Keely's gezicht. 'Waarom?'
'Omdat we met elkaar naar bed waren geweest!' schreeuwde ze, terwijl ze Nicole wegduwde.
'Nou en?' schreeuwde Nicole terug.
'Nou en?' Keely liep om haar vriendin heen, geschokt dat deze het nog niet had begrepen. 'Ik was op dat moment nog steeds met Mark getrouwd. Ik hoorde pas nadat ik die nacht met Dax had doorgebracht...'
'Oh nee!' Nicole wierp geërgerd het hoofd in de nek. 'Jij wilt me vertellen dat je je schuldig voelt omdat je een man hebt bedrogen die in werkelijkheid al twaalf jaar dood is.'
'Maar ik wist niet...'
'Dat heb je al gezegd. Ik word er kotsmisselijk van!' schreeuwde Nicole. 'Je kunt het niet menen dat je jezelf tot nog een grenzeloos vagevuur veroordeelt na twaalf jaar als Vestaalse maagd te hebben geleefd. Je bent naar bed gegaan met de man van wie je houdt. Jouw echtgenoot is al twaalf jaar dood. Leg me dan eens uit wat je fout hebt gedaan?'
'Je begrijpt het niet,' antwoordde Keely ongeduldig.
'Daar heb je volledig gelijk in, ik begrijp er geen steek van. Ik kan het door de vingers zien dat een onevenwichtig persoon zich uit voorzorg jarenlang vastklampt aan verdriet en schuldgevoelens. Jij bent echter een intelligente, levenslustige, mooie vrouw en de manier waarop jij je leven weggooit, heeft iets pathetisch en krankzinnigs. Hoeveel heiligenkransjes kun je dragen? Goed, ik ben jou en je zelfopoffering beu. Voed jij je maar met je ellende, koester het tot het je nog meer kapotmaakt dan het tot nu toe heeft gedaan. Op mij hoef je niet meer te rekenen. Ik heb met je afgedaan.'
Ze wendde zich van Keely af, haalde haar flessen wijn uit de keuken en stormde de deur uit.
Woelend in bed probeerde Keely de beelden buiten te sluiten, de geluiden af te zetten, de herinneringen te verdrijven. Dat lukte niet. Nicoles afwijzing had pijn gedaan. Keely had zichzelf in slaap gehuild nadat ze al het eten dat ze had klaargemaakt in de vuilnisbak had gedeponeerd. Op zondagochtend had ze zich in het zweet gewerkt met het verpotten van de planten op de patio. Het werk raakte echter op, en ze had de uren vervloekt die overbleven om te piekeren. Nooit was ze zo dankbaar geweest als toen het uur sloeg om naar bed te gaan.
De slaap kwam echter niet. Nadat haar gedachten de film hadden afgespeeld van de ruzie met Nicole, gingen ze verder naar de ochtend waarop zij en Dax wakker waren geworden in elkaars armen.
Ze hadden besloten om voordat ze het hotel verlieten, uitgebreid gebruik te maken van de badkamer die de eigenares zo trots had aanbevolen.
'Ik wil je huldigen,' had hij gefluisterd, tegenover elkaar in het smalle bad.
'Ik heb nooit goed met zo'n ding kunnen richten,' had ze gezegd, doelend op de handdouche.
'Ik kan fantastisch richten.'
'Reken maar!' Giechelend had ze zich tegen zijn naakte lichaam gedrukt.
Eén zwarte wenkbrauw was omhoog gekomen. 'Hoor ik daar een dubbelzinnigheid?'
'Geen idee watje bedoelt.' Ze had quasi argeloos met haar wimpers geknipperd.
'Nee vast niet.' Hij had speels in haar schouder gebeten; daarna had hij zich gebukt en de kranen opengedraaid. 'Hoe wil je het?' Heter of kouder?'
'Heter.'
'De hete douche komt eraan.' Ze hadden het beiden uitgeschreeuwd onder de ijskoude straal.
'Dat deed je expres,' had ze hem verweten, toen de temperatuur eindelijk was aangepast en ze weer op adem was gekomen.
'Nee, echt niet, ik zweer het je.' Hij had gelachen omdat ze haar nagels langs zijn borst haalde.
Eenmaal goed nat hadden ze elkaar ingezeept totdat ze eruitzagen als twee sneeuwpoppen. 'Je wast al mijn vel er af,' had ze geprotesteerd, omdat hij alle aandacht aan haar borsten wijdde, die hij zacht met glibberige zeepvingers wreef.
'Dan moet ik maar een ander plekje zoeken.' Zijn zeepvingers waren alleen overtroffen door het gebruik van de handdouche waarmee hij nauwgezet iedere centimeter afspoelde.
'Ik moet me nodig scheren,' hij had hardop bepeinsd terwijl hij zichzelf bekeek in de spiegel boven de wasbak. Ze hadden uiteindelijk het bad verlaten om elkaar af te drogen met fris geurende, donzige handdoeken.
'Zeg dat wel, je lijkt op een piraat.'
'Hoe zou het publiek reageren op een baardig congreslid?'
'Laatje baard staan, dan merkje het vanzelf.'
'Misschien doe ik dat wel. Weet je zeker dat je het wilt? Het kan vreselijk schuren.
'Oh, maar we spreken van tevoren af dat er niet wordt gekust terwijl jij dat ding laat groeien. Hoe lang duurt het voor je een mooi zachte baard hebt? Een paar maanden?'
'Zou je onder de indruk zijn van mijn ongewone energie als het mij in een paar weken lukte?' Hij had zelfingenomen gelachen; een moderne Tom Sawyer met zijn Becky Thatcher.
'Nee.' Met die snedige opmerking had Keely gemaakt dat ze de badkamer uitkwam.
Hij had haar gevangen aan de andere kant van de deur, had haar omgedraaid en achterwaarts naar het bed geduwd tot haar knieën de rand raakten en ze achterover viel. 'Dan zal ik iets anders moeten bedenken om indruk op je te maken.'
Zijn mond had wel een in tweeën gedeelde elektriciteitsdraad geleken, die grillig langs haar maag dwaalde en schokjes veroorzaakte totdat van haar hele lichaam de vonken afvlogen.
Keer op keer had ze zijn naam geroepen, al had ze niet geweten of er wel geluid uit haar mond kwam.
Hij had zich op zijn knieën gehesen en zich langzaam een weg omhoog gezocht langs haar lichaam. De stoppels op zijn kin hadden haar doen huiveren. Bij haar borsten was hij blijven steken. Zijn tong streelde traag de tepels, terwijl zijn handen de volle ronde vorm bewonderden. Eenmaal weer met zijn gezicht op dezelfde hoogte als het hare, zijn lichaam naast het hare uitgestrekt, had hij gevraagd: 'Ben je nu onder de indruk?'
Keely had haar hoofd in het kussen begraven en het uitgeschreeuwd. Zou ze het gebeurde nooit kunnen vergeten? Nee. Die nacht en die ochtend waren de kostbaarste van haar leven. De nacht die ze met Dax had doorgebracht, leek in niets op de nachten die ze had beleefd als Marks bruid. Het vuur was toen heimelijk geweest, bedekt met kleren en duisternis.
Zij en Dax hadden elkaar naakt achterna gezeten zonder enige verlegenheid of schaamte. Ze wist hoe zijn donkere, gespierde lichaam aanvoelde en rook. Hij kende iedere centimeter van haar van nabij. Ze had nooit geweten wat liefhebben was tot haar nacht met Dax.
Bekend nu met alle genot dat hij haar kon geven en dat zij kon beantwoorden, bonsde de begeerte door haar lichaam. Ze verlangde evenzeer naar zijn vurige, hartstochtelijke kussen als naar de tedere. Ze wilde zijn adem voelen in haar oor en die zachte woordjes van liefde horen die hij haar toefluisterde.
'Ik hou van je, Keely.'
Ze kon er zich zijn gezicht bij voor ogen halen. Waarom had zij, op het moment dat hij de woorden sprak die ze zo graag hoorde, zich niet in zijn armen geworpen en hem gesmeekt haar nooit meer los te laten?
Nu was het te laat. Ze wist dat de strakke lijn van zijn harde kaak en de vuurspuwende zwarte ogen waarmee hij haar had vastgeprikt na haar beschuldiging dat hij loog, betekenden dat de liefde die hij voor haar had gevoeld door haar twijfel was vernietigd. Zelfs als ze hem om vergiffenis smeekte, zou hij nooit meer van haar gaan houden. Hij zou zich altijd het moment herinneren waarop ze hem had gehekeld, terwijl hij probeerde haar iets te vertellen dat hun hele toekomst had zullen veranderen. Nicole had gelijk. Ze was een sufferd.
Zou ze hem bellen? Zou ze haar angsten en aarzeling afleggen en hem om vergiffenis vragen? Ja.
Ze had de hoorn al in de hand toen een volgende gedachte bij haar opkwam. Hij wist dat Gene Cox haar het medaillon zou brengen. Wat had de soldaat gezegd? Hij zei dat het voor u meer zou betekenen als ik het zelf bracht. Dax wist het, maar had niet de moeite gedaan contact met haar op te nemen. Hij wist dat ze vrij was, maar was niet naar haar toegekomen voor een verzoening.
Zij was vrij, hij echter niet.
Hij stond nog steeds kandidaat voor de senaat. Ze had een foto van hem en Madeline Robins gezien in het zondagsblad. Madeline had een uitbundig welkomsfeest gegeven na zijn terugkeer uit Washington.
Terwijl Keely dus luisterde naar het relaas van Gene Cox, had Dax feestgevierd met Madeline. Terwijl haar beste vriendin haar hekelde en in de steek liet, was hij aan het dansen en lachen met Madeline.
Hij had gezegd dat hij van haar hield. Misschien was dat ook zo, maar kwam die liefde hem op dit moment wel gelegen? Wat zou dit alles voor zijn carrière betekenen? De naam Keely Preston stond het publiek nog te helder bij. Ze zou binnenkort officieel Marks dood moeten aankondigen. De mensen hadden haar en Dax echter al samen gezien voordat de vermisten terugkeerden. Ze zouden het onderwerp worden van roddelpraat en gissingen. Ze hadden de schaduw van het schandaal nog niet achter zich gelaten.
Hij had iemand als Madeline in zijn leven nodig, iemand die hem kon helpen gekozen te worden. Keely Williams, geboren Preston, kon hij missen als kiespijn.
Zij had het gevoel dood te kunnen gaan zonder hem in haar leven, maar wist tegelijkertijd dat hij niet kon leven met haar in het zijne.
Plichtsgevoel en verantwoordelijkheid dwongen haar bij het aflopen van de wekker om vijf uur het bed uit. Ze kleedde zich en maakte zich mechanisch op. Ze zag kans een kop koffie te drinken voordat ze het huis verliet.
Het was een warme, vochtige ochtend die de belofte van de lente in zich droeg. Aan de horizon, waar straks de zon zou opgaan, hingen wolken, maar verder was de hemel helder. Ze kreeg een paar minuten de tijd om het diepe lavendelgrijs van de lucht te bekijken voordat ze de helikopter hoorde, die als een enorme mug boven de gebouwen kwam aanzweven.
Joe landde perfect. Keely sloot haar auto af en liep op hem toe. De wind rukte aan haar kleren en haren, maar daaraan was ze gewend. Ze wist bovendien dat het zelden blijvende schade aanrichtte.
'Goedemorgen!' schreeuwde ze boven het lawaai uit terwijl ze instapte.
'Dag, schoonheid,' begroette Joe haar. 'Ik heb vanmorgen verse broodjes meegebracht. Ga je gang.'
'Dank je.' Ze maakte de veiligheidsriem vast, waarna de helikopter opsteeg.
Het was routinewerk die ochtend.
Haar eerste rapport kwam om vijf voor zeven, waarbij ze meldde dat het verkeer nog rustig was en dat zich nergens bij de opritten van de snelwegen opstoppingen voordeden.
Het was een prachtige ochtend en dat werkte natuurlijk ook mee.
Terwijl ze grapjes maakte met de disc-jockey tijdens haar tweede uitzending hoorde ze een luide knal, als de terugslag van een automotor, gevolgd door een intense stilte, omdat de helikoptermotor afsloeg.
'Allemachtig!' riep Joe uit.
Keely draaide met een ruk haar hoofd en zag dat zijn handen druk met de knoppen in de weer waren. Ze brak af midden in een zin over een komend rockconcert. Paniek vormde een gloeiende brok in haar keel. 'Joe!' schreeuwde ze.
Ze wilde dat hij normaal ging zitten, glimlachte, zijn handen ontspande en haar vertelde dat alles in orde was.
'Zeg Keely, wat is er aan de hand? Is er een ballon geknald?' vroeg de disc-jockey haar als grapje. Het leek niet langer werkelijkheid.
'Joe!' schreeuwde ze, omdat de helikopter als een razende begon te tollen.
'Zet je schrap, Keely,' reageerde hij verbazend gelaten. 'We storten neer, kind.'