Hoofdstuk 4
Keely bemantelde haar verbazing door te zeggen: 'Dag, Mr. Devereaux.' Zijn vingers drukten even de hare.
'Kennen jullie elkaar?' Afgevaardigde Parker stelde de vraag die allen in stilte bezighield.
Keely wist dat Betty Allway grote ogen opzette van ongeloof en dat haar mond openviel. Ze durfde haar vriendin echter niet aan te kijken.
'Zeker,' antwoordde Dax op zijn gemak. 'We zaten gisteravond in hetzelfde vliegtuig en hebben ons aan elkaar voorgesteld. Mrs. Williams.' Hij deed een stap ter zijde, zodat Keely tussen hem en Parker op de bank plaats kon nemen. Afgevaardigde Walsh volgde, één en al charme, zijn voorbeeld en trok een stoel voor Betty naar achteren, tussen hem en Al Van Dorf.
Keely bewonderde het aplomb waarmee Dax de moeilijke situatie had aangepakt, al vond ze het gevaarlijk openhartig van hem. Wat moesten de anderen afgevaardigden wel niet denken? Zouden ze zich eraan stoten dat zij en Dax elkaar al kenden? Kennelijk niet. Parker bestudeerde door zijn leesbril het menu. Walsh converseerde luidruchtig met een kiezer aan een ander tafeltje. Alleen Betty leek een beetje geschokt. Keely zag dat haar hand trilde rond het glas water.
Dax, schijnbaar onaangedaan, hielp Keely uit haar jas en praatte onderwijl met Van Dorf over een recentelijk door hem verslagen bankschandaal. De hand die langs haar rug gleed bij het neerleggen van de jas, loochende zijn onverschilligheid.
De ober nam hun bestelling voor aperitiefjes op en Van Dorf vroeg: 'Heeft iemand er bezwaar tegen als ik rook?' Zonder op antwoord te wachten stak hij een sigaret zonder filter op. Pratend met het ding in zijn mond, zette hij zijn bandrecorder midden op tafel. 'Het lijkt me voor alle betrokkenen goed ook eens buitenskamers onofficieel te overleggen. De huidige kwestie heeft te maken met geld, politiek, Buitenlandse Zaken, het leger en menselijke emoties. U zult allemaal wel begrijpen dat ik het nieuwswaarde vind hebben. Wilt u mij een plezier doen en geen blad voor de mond nemen?'
'Iedereen weet wat ik van dit onderwerp vind,' blafte Walsh.
'We kunnen altijd op u rekenen, Mr. Walsh, met betrekking tot uw mening over welk onderwerp dan ook,' reageerde Van Dorf. De vlezige afgevaardigde van Iowa ontging de subtiele belediging. Van Dorfs ogen, die nog geen uur geleden tegenover Keely en Betty nederig hadden gestaan, schitterden nu vlijmscherp achter zijn brilleglazen. Had de man een persoonlijkheidsverandering ondergaan? Keely begon te beseffen dat ze erin was getrapt, zoals zovelen van Van Dorfs slachtoffers.
Ze pakte het gesteven servet dat voor haar op tafel lag en spreidde het uit op haar schoot. Dax deed hetzelfde. Keely's ogen keken geschokt op, want Dax' hand greep onder tafel de hare en drukte die even snel. Zijn gezicht verried niets. Keely hoopte maar dat haar snelle, oppervlakkige ademhaling kon worden geweten aan de smakeloze grap die afgevaardigde Walsh net debiteerde.
Toen de ober hun bestelling kwam opnemen voor de lunch, zei Keely: 'Caesar salade, alstublieft.'
Nadat Dax biefstuk met brood had besteld, wendde hij zich met een gemaakte frons tot haar. 'Dat is een kleine lunch voor een meisje in de groei.'
Ze lachte zachtjes. 'Daarom eet ik ook niet veel. Ik wil niet groeien.'
'Je eet nooit genoeg.'
'Ik heb...' Ze wilde hem net vertellen dat ze de helft van een van de vier sandwiches had verorberd die hij de vorige avond in haar kamer had achtergelaten. Uit een ooghoekje echter zag ze Van Dorf aan de andere kant van de tafel zitten. Hij leek wel een vos. Het was gek, maar ze kon bijna zien dat hij zijn oren gespitst hield om hun gesprek af te luisteren zonder dat het opviel. 'Ik ben zeker niet zo'n grote eter,' maakte ze haar zin af.
Aangezien Betty met Walsh en Parker in gesprek was, leek het heel normaal dat zij ook samen praatten. Dax voelde echter net als zij Van Dorfs belangstelling aan. Hij wendde zich tot de verslaggever met de vraag: 'Al, speel je nog steeds squash als je niet achter een witheet nieuwsfeit aan moet?'
Dax had de griezelige neiging iemands kwetsbare plek te raken. Van Dorf stortte zich automatisch in een gedetailleerd verslag van zijn laatste wedstrijd, waaruit hij als winnaar te voorschijn was gekomen. Keely vroeg zich af wat de verslaggever zou denken als hij wist dat haar scheenbeen onder de tafel veilig werd afgeschermd door Dax' kuit.
Tijdens de maaltijd bleef het gesprek beperkt tot algemeenheden. Niemand roerde het onderwerp aan waarvan ieders gedachten vervuld waren. Nadat de koffie was geserveerd, zette Van Dorf een nieuw bandje in zijn recorder en stak hij nog een van zijn stinkende sigaretten op. 'Denkt u dat uw man nog in leven is, Mrs. Allway?' vroeg hij bruusk.
Betty, die op een dergelijke vraag helemaal niet gerekend had, verslikte zich in haar koffie. 'Ik... ik kan niet... Waarom...'
Keely schoot haar snel te hulp. 'Dat is niet het doel van de hoorzitting, Mr. Van Dorf. Of Bill Allway, mijn man, of wie van de vermisten dan ook nog in leven is, staat niet ter discussie. Ons doel is de kanalen open te houden waarlangs hun dood kan worden bevestigd of ontkend en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de gezinnen de hun toekomende soldij ontvangen.'
'Bent u het daarmee eens, Mrs. Allway?' vroeg Van Dorf.
'Jazeker,' antwoordde Betty, die weer een beetje tot zichzelf kwam na de emotie.
'Ik ben nieuwsgierig naar wat het leger vanmiddag te zeggen heeft,' zei Parker. 'Hebt u enig idee van hun standpunt, Mrs. Williams?'
'Tijdens het laatste overleg stond de militaire overheid aan onze kant. Hopelijk is hun houding niet veranderd.'
Walsh leunde achterover in zijn stoel en zei breedsprakig: 'Luister eens, dametje, U
'Wilt u mij niet aanspreken met "dametje", afgevaardigde Walsh? Het klinkt mij als een belediging in de oren.' viel Keely hem ferm in de rede.
Walsh keek even verbaasd voordat hij vaderlijk grinnikte. 'Ik verzeker u dat ik niet —'
'Natuurlijk wel,' onderbrak Keely hem opnieuw. 'Uw mening over ons is maar al te duidelijk. U beschouwt ons als een groep hysterische vrouwen die uw kostbare tijd verspillen. Ik vraag me af hoe uw houding zou zijn als wij een groep mannen waren. Zouden we dan geloofwaardiger zijn? Ik verzeker u dat talloze mannen lid zijn van onze organisatie, Mr. Walsh. Vaders, zoons, broers. Ze zijn even bezorgd en vastbesloten als wij, maar vinden het moeilijker een dermate gevoelig punt in het openbaar te bespreken. Om die reden zijn meer vrouwen actief in ons werk.'
Het bleef even stil om de tafel. Uiteindelijk zei afgevaardigde Parker rustig: 'Ik zou niet graag denken dat iemand in deze of welke andere commissie dan ook verblind zou zijn door enig vooroordeel.' Hij keek Walsh onheilspellend aan.
'Het was zeker niet als belediging bedoeld en ik zou er niet graag van beschuldigd willen worden bevooroordeeld te zijn. Mijn verontschuldigingen, Mrs. Williams,' mompelde Walsh Keely's toon verzachtte niet. 'Ik aanvaard uw verontschuldiging. Het spijt me dat ik uw gedachtengang onderbrak. Wat had u willen zeggen?'
Zo ging het door. Het daarop volgende halfuur werden ideeën uitgewisseld en besproken. Van Dorf keek toe met een wellustig soort nieuwsgierigheid. Zijn ogen schoten als ricocheterende kogels de tafel rond. Zijn recorder bleef draaien. Toen hem de rekening werd gepresenteerd zette hij er snel een krabbel op, waarna hij opstond. 'Het is tijd om terug te gaan. Dank u wel voor uw komst. De gerant zal taxi's voor ons laten komen.'
'Ik denk dat ik maar een blokje omloop,' zei Parker. 'Mrs. Allway, mag ik u in uw jas helpen?' Hij voegde de daad bij het woord en liep met Betty naar de deur.
'Devereaux, wil je met mij een taxi delen?' vroeg Walsh.
'Dank je, ik moet nog langs mijn kantoor. Ik neem er zelf wel een.'
'Als je er geen bezwaar tegen hebt, neem ik de eerste.'
'Absoluuut niet,' antwoordde Dax. De man waggelde weg.
Van Dorf stak de cassette in zijn zak en haastte zich naar een sigarettenautomaat, waardoor Keely en Dax konden genieten van een paar momenten betrekkelijke privacy.
'Help me herinneren jou nooit tegen de haren in te strijken,' fluisterde hij vlak bij haar oor, terwijl hij haar jas ophield, zodat ze haar armen in de mouwen kon steken. 'Je hebt scherpe klauwen.'
'Die domme, schijnheilige windbuil,' zei ze. 'Bespottelijk gewoon. Moet je je voorstellen dat die zitting heeft in een congres! Angstaanjagend gewoonweg.'
'Je was fantastisch.' Zijn hand lag op haar middel. In de ogen van een toevallige voorbijganger leek het of hij haar onberispelijk gemanierd begeleidde. Voor iemand met een scherpere blik leek het eerder een liefkozing.
'Waarom heb je hem verteld dat wij elkaar al kenden?' vroeg ze over haar schouder.
'Je moet weten dat Van Dorf meedogenloos is. Hij wil het volgende Watergate aan het licht brengen. Pas voor hem op, Keely, hij is een wolf in schaapskleren.'
'Ik had hem eerder vergeleken met een vos dan met een wolf. Hij liet Betty en mij geloven dat wij zijn enige gasten aan de lunch zouden zijn. Met opzet heeft hij verzwegen dat hij ook leden van het congres had uitgenodigd. Hij inviteerde ons op een smekende, zichzelf wegcijferende manier, maar het was slechts een valstrik.'
'De gluiperd. Het liefst zou ik hem met die recorder om zijn oren slaan, of anders op een plaats waar het pas goed pijn doet.'
Keely kon de dreigende lach niet binnenhouden en draaide zich naar hem om. 'Help me onthouden dat ik je nooit tegen de haren in strijk,' plaagde ze. Hij glimlachte, waardoor het kuiltje dieper werd. 'Je vurige Creoolse afkomst schemert door.'
'Vind je? Dat spijt me.'
'Hoeft niet, ik vind het best leuk.'
'Vind je dat echt?'
Ze keek nerveus om zich heen. Betty en Mr. Parker stonden bij de deur te wachten op de beloofde taxi's. Van Dorf mompelde verwensingen aan het adres van de automaat, die zijn geld had aangenomen maar er geen sigaretten voor teruggaf. Walsh was verdwenen.
'Waarom heb je hem verteld dat we elkaar gisteravond al hadden ontmoet?'
'Dat was je oorspronkelijke vraag, nietwaar? Zie je, in jouw buurt kost het me verdraaid veel moeite mijn gedachten... nee, laat maar. Om op je vraag te antwoorden, als Van Dorf of een van zijn soortgenoten ons gisteravond heeft zien praten en we doen vandaag of we elkaar nooit hebben ontmoet, wordt er iemand nieuwsgierig. De waarheid vertellen is altijd de aangewezen weg.'
'En als iemand jou gisteravond mijn kamer heeft zien binnengaan of verlaten, wat dan?'
In zijn ogen twinkelde humor. 'Dan is een leugen de aangewezen weg.'
Ze lachte. 'Je bent inderdaad een politicus.'
Hij beschouwde het niet als een belediging. Integendeel, hij lachte. Zijn glimlach verzachtte bij de vraag: 'Hoe gaat het nu met je? Heb je vannacht nog geslapen?'
Ze wenste wel dat hij niet zo bezorgd keek. Zijn ogen gleden langs ieder detail van haar gezicht, dat warm werd onder zijn belangstelling. Waarom wilde haar hart niet wat langzamer kloppen? Het bonsde zo, dat het kant in de pas van haar blouse trilde. Dax' dwalende ogen registreerden dat feit. 'Nee, ik heb niet zo goed geslapen.'
'De schuld daarvoor neem ik op me.'
'Dat hoeft niet.'
'Toch doe ik het,' zei hij nadrukkelijk. 'Ik had je niet van streek moeten maken, en ontken niet dat ik dat heb gedaan. Toen je me op het vliegveld vertelde dat je getrouwd was, had ik je verder met rust moeten laten. Dat zou het beste zijn geweest.'
'Denk je?'
'Jij dan niet?'
Een onzichtbare, onverklaarbare kracht trok hen naar elkaar toe. In Dax' vingertoppen klopte het verlangen haar aan te raken. Het litteken onder zijn oog trok even. Zijn lippen herinnerden zich maar al te goed hoe haar mond had gesmaakt. Zijn ogen hielden de hare vast.
Ze likte peinzend langs haar lippen. Hij volgde de sensuele beweging van haar tong. 'Ja,' antwoordde ze ademloos. 'Misschien zou het wel beter zijn geweest.'
'Ik ben de vraag inmiddels vergeten.'
'Keely?'
'Ja?' Ze draaide zich schuldig om naar Betty, die haar riep vanuit de deuropening. 'Is de taxi er al?' vroeg ze zwaar ademend.
Betty bestudeerde wantrouwig haar blozende wangen en op en neer gaande boezem. 'Ja.'
Ze namen afscheid van Dax en bedankten Van dorf, die zijn geld terugeiste van de directie. Afgevaardigde Parker liep met hen mee naar buiten.
Op de achterbank van de tochtige taxi speelde Keely zonder veel succes met de sluiting van haar tasje.
'Je hoeft me niets te vertellen, maar ik moet zeggen dat ik nieuwsgierig ben,' zei Betty.
'Waarover?' Keely probeerde het nonchalant te houden, maar wist dat ze niemand voor de gek hield, zeker zichzelf niet.
'Toe nu, Keely. Vanmorgen vroeg ik je naar Dax Devereaux, en dat was voor jou dé kans te vertellen datje hem gisteravond had ontmoet. Je hebt geen woord gezegd.'
'Het leek me niet belangrijk.'
Betty pakte Keely's klamme hand en hield die vast totdat Keely haar ogen opsloeg en de oudere vrouw aankeek. 'Vrouwen nemen nu eenmaal scherper waar dan mannen. Hopelijk heeft niemand anders aan tafel iets gemerkt van de onderstromingen tussen jou en de knappe afgevaardigde wanneer jullie naar elkaar keken. Ik wel. Ik ben niet nieuwsgierig, Keely, je privé-leven gaat me niets aan. Evenmin wil ik je de les lezen. Ik zeg alleen dat je voorzichtig moet zijn. Doe niets dat kritiek kan uitlokken, dat jouw reputatie en integriteit in gevaar kan brengen, om nog maar te zwijgen van die van proof.'
Keely schudde nadrukkelijk haar hoofd. Tets zo doms zou ik nooit doen, Betty, dat weet je best.'
'Ik weet dat je denkt dat je dat nooit zou doen. Ik mag dan mijn beste tijd hebben gehad, Keely, maar niettemin ben ik een vrouw die al veertien jaar haar man kwijt is. Een man met Dax Devereaux' charme zou een heilige nog in verleiding kunnen brengen.'
Keely wendde haar hoofd af en keek zonder iets te zien naar het monument, dat als een beschuldigende vinger naar boven wees. 'Ik weet wat je bedoelt.'
De middagzitting werd in beslag genomen door het saaie, routinematige en monotone relaas van een generaal. Hij las de ene beëdigde verklaring na de andere van diverse militaire instanties voor. De namen en rangen waren indrukwekkend, maar de documenten wierpen geen nieuw licht op de kwestie. De generaal keek voortdurend de kat uit de boom en omzeilde vragen van de geërgerde afgevaardigde Parker, die probeerde hem een definitief standpunt te ontlokken. De generaal had de opdracht meegekregen zijn commentaren algemeen te houden. De klap van de hamer, die een eind maakte aan de zitting van die dag, werd begroet met een collectieve zucht van opluchting.
Keely verloor Dax bij het verlaten van de zaal uit het oog. Zij en de andere leden van proof spraken af in Le Lion d Or, waar ze zich zouden laten trakteren op een uitgebreid diner.
'Dat verdienen we wel, na twee uur generaal Adams,' zei Betty.
Eenmaal terug in het Capital Hilton, gingen ze naar hun respectieve kamers. Keely verheugde zich niet op de avond. Zelfs een hete douche, een zorgvuldige make-up en de koraalrode jurk van crêpe de Chine konden geen enthousiasme in haar opwekken voor de komende uren. Door pure wilskracht zette ze in de lobby, waar ze Betty tegenkwam, haar moedeloosheid van zich af.
De maaltijd was overdadig, de sfeer sereen, de bediening onberispelijk. Als bij stilzwijgende afspraak praatten de vrouwen met wie Betty en Keely hadden afgesproken niet over de hoorzitting of de uitkomst daarvan. Ze hadden het over mode, het nieuwste Hollywood-schandaal, hun kinderen, kapsels, boeken, films en afslankdiëeten. Ze lachten, wetend wat afgevaardigde Walsh te zeggen zou hebben als hij hen in een dergelijk duur restaurant aantrof.
Keely droeg aan de gesprekken bij, at en dronk mee, maar tegen de tijd dat ze afscheid nam op haar hotelverdieping en uit de lift stapte, was ze uitgeput en wilde ze nog slechts naar bed.
De hele avond waren haar gedachten afgedwaald naar Dax. Ze zag hem zoals ze hem in het vliegtuig had gezien, waar hij bezorgd haar handen had gepakt en haar had gerustgesteld. Hij kwam haar voor ogen zoals hij de vorige avond was geweest, met de pet van de piccolo op en het blad in zijn handen, lachend en plagend. Haar gedachten gingen verder naar wat ze het liefst wilde vergeten: zijn ogen, zijn mond, vurig, warm en hongerig, zijn handen.
Ze sloeg met een klap haar kamerdeur achter zich dicht, gooide haar jas over een stoel en mikte haar tas en sleutel op een ladenkast. 'Wat mankeert mij, verdorie?' vroeg ze boos aan haar spiegelbeeld. 'Je kwelt jezelf alleen, Keely.'
Bij het uitkleden voelden haar benen aan als loden aanhangsels. Nadat ze zich uiteindelijk had gewassen, haar make-up had verwijderd en haar haren had geborsteld, liet ze zich op het bed vallen. Ze pakte haar wekker en vloekte binnensmonds omdat de telefoon rinkelde. 'Hallo?' Zou het Dax zijn?
'Hallo? Wat doe je?'
'Nicole!' Ze negeerde de steek van teleurstelling en weet die maar aan indigestie.
'Je klinkt moe,' zei Nicole.
'Oh ja? Dat is ook geen wonder. Ik... eh... ik heb vannacht niet zo goed geslapen en de zitting vandaag was een kwelling. De muren van die zaal komen op je af als je er een poosje zit. Hoe gaat het thuis? Alles in orde?'
'Prima, Charles heeft me ingelijfd voor een diner vanavond met twee sponsors. Je had hun vrouwen eens moeten zien. Ereleden van de tuttenclub. Smakeloos! En Charles gedroeg zich even stijf als altijd.'
Charles Hepburn was een van de meest succesrijke verkopers van het televisiestation. Hij verkocht meer reclamezendtijd aan plaatselijke cliënten dan alle anderen samen. Zijn rustige, efficiënte benadering trok potentiële sponsors aan nog voordat ze kennis hadden gemaakt met zijn grondige, persoonlijke manier van werken.
'Nicole, mij houd je niet voor de gek. Je bent dol op hem.'
Nicole zuchtte theatraal. 'Ach, hij is ook best aardig als er niemand anders in de buurt is en je absoluut niets te doen hebt.'
Keely lachte ondanks haar terneergeslagen stemming. Nicole had de gave zelfs de somberste dag te kunnen opvrolijken, want ze liet zich nooit in de put drukken.
'Zeg, de kranten hier staan er vol van dat Dax Devereaux in die subcommissie zit. Dat wist ik niet, jij wel?'
'Pas toen ik hier kwam.'
'En?'
'En wat?'
'Hè, Keely, moet ik het uit je sleuren? Heb je hem ontmoet?'
'Ja.'
'En?'
'En wat?'
Nicoles krachtterm deed Keely ineenkrimpen. 'Als je niet ophoudt, smelten de kabels nog.'
'Probeer me maar niet te slim af te zijn,' zei Nicole dwars. 'Wat vind je van Devereaux?'
'Weinig. Ik ken hem amper, Nicole.'
'In 's hemelsnaam, het is de meest fantastische man die los rondloopt. Als je een oogje op hem hebt laten vallen, moet je dat weten. Ik zou trouwens graag meer op hem laten vallen dan een oogje alleen.'
'Nicole!' riep Keely. 'Wanneer heb je hem dan ontmoet?'
'Heb ik helemaal niet. Niet echt. Hij was vorige zomer op een feest. Ik heb hem dus niet echt ontmoet, maar wist wel degelijk dat hij er was. Hij gaat om met dat mens van Robins. Je weet wel, die vrouw die trouwde met die aardige oude heer die zes maanden na de bruiloft het loodje legde en haar al dat zalige geld naliet, dat huis in het Garden District, een katoenplantage in Mississippi en een vloot schepen.'
Keely's keel zat dicht. Dax en Madeline Robins? Wist zij daar niets van? Ze was verbaasd dat het zoveel pijn deed zich Dax voor te stellen met de vrolijke weduwe, die beroemd was om haar schoonheid.
'Ben je er nog?' vroeg Nicole, omdat Keely geen antwoord gaf.
'Ja, ik ben alleen moe, Nicole. Dank je wel voor het bellen, maar ik moet nu toch echt gaan slapen.'
'Is alles wel in orde? Je klinkt zo raar. Is er soms iets?' Nicole liet haar vrolijke plagerijtjes varen, en Keely wist dat de bezorgdheid in de stem van haar vriendin oprecht was.
'Nee,' antwoordde ze met een zucht. 'Alleen, tja... dat weet je wel, Nicole. Ik wil je niet van streek maken door over proof te beginnen.'
'Oh, dat. Nu ja, dat is toch de reden voor je aanwezigheid daar. Je weet heel goed hoe ik erover denk, dus ik zal mijn standpunt niet nog eens uiteenzetten.'
'Dank je.'
'Je zou er niets van krijgen als je iets wilds ondernam, nu je daar toch bent. Zoek een seksfilm uit en ga naast een knappe vent zitten, of begin een verhouding met een despoot die op bezoek is uit een of ander zalig decadent land.'
'Tot ziens!' riep Keely met haar zangerige stem.
Nicole lachte. 'Spelbederver, tot ziens.'
Zonder verdere opmerkingen hing Nicole op. Keely deed met een glimlach hetzelfde. Ze wist niet eens meer dat ze haar hoofd op het kussen legde en haar ogen sloot.
Bij het opnieuw rinkelen van de telefoon besefte ze niet dat er inmiddels een aantal uren was verstreken. Ze deed in het donker een greep naar de hoorn en vond die, maar miste een paar keer haar doel voordat ze kans zag hem naar haar oor te brengen. 'Hallo?'
'Goedemorgen.'
Haar ogen vlogen open. Wat een heerlijke manier om te worden gewekt - door een mannenstem, door deze mannenstem tenminste.
'Is het al morgen?' vroeg ze. Haar woorden werden gesmoord door het kussen.
'Heb ik je wakker gemaakt?'
'Nee.' Ze geeuwde. 'De telefoon ging.'
'Grappig.'
'Nee, dat is het niet. Het is veel te vroeg voor grapjes. Hoe laat is het?'
'Zeven uur.'
Ze rolde om en zag dit bevestigd door de digitale wekker op haar nachtkastje. 'Verdorie.' Ze kreunde. 'Ik heb me verslapen.'
'Wat zou dat? De hoorzitting begint pas om tien uur. Je hebt ruimschoots de tijd.'
'Dat weet ik. Ik ben er voor mijn werk aan gewend vroeg op te staan. Als ik uitslaap, voel ik me een luilak.'
'Hoe laat sta je meestal op?'
'Vijf uur.'
'Jakkes, waarom?'
'Omdat we om half zeven in de helicopter moeten zitten. Spitsuur, weet je nog?'
'Ik belde alleen omdat ik gistermiddag geen afscheid van je kon nemen. Er lag een stapel werk in mijn kantoor en ik wist dat ik je toch niet onder vier ogen te spreken zou krijgen.'
'Ik ben gisteravond met de andere vrouwen uit eten gegaan.' Met wie had hij gegeten? 'Tegen de tijd dat ik terugkwam, was ik de uitputting nabij. Ik herinner me niet eens meer dat ik in bed ben gestapt.'
'Je had rust nodig. Er ligt weer een lange dag voor je.'
'Ja.'
De stilte stond bol van wat niet werd gezegd. Onuitgesproken woorden hingen tussen hen, dansten langs de telefoonleiding die hen verbond, smeekten te worden geuit. 'Dan zie ik je straks wel,' zei Dax eindelijk. Het was niet wat hij had willen zeggen.
'Ja.' Kon haar verstand niets beters oplepelen? Ze verviel als een papagaai in herhaling.
'Dag.' Een diepe zucht.
'Dag.' De echo van een diepe zucht.
'Keely?'
'Ja?'
'Als je vandaag weer zo keurig en zedig achter die tafel zit, bedenk dan dat tenminste één man in de kamer niets liever zou doen dan zijn armen om je heen slaan en je stevig vasthouden.'
De verbinding werd verbroken.